• No results found

Zwaardere straffen, en de bouw van duizenden nieuwe gevangenissen, heb-ben in de Verenigde Staten niet geleid tot een vermindering van het per-centage recidivisten, eerder misschien in een toename. Van alle misdadigers die in 1994 hun straf hadden uitgezeten, was gemiddeld 67 procent binnen drie jaar voor een vergrijp gearresteerd. Voor ex-gevangenen die tien jaar ervoor vrijkwamen, was dat percentage nog 62.

Dat blijkt uit een groot onderzoek uitgevoerd door het Amerikaanse ministerie van Justitie. De onderzoekers volgden 272.000 ex-gedetineerden uit gevangenissen verspreid over vijftien Amerikaanse staten. De oorzaak voor de groei van het aantal recidivisten, menen sommige criminologen, is de bijna volledige afschaffing van pogingen om ex-gevangenen op hun terugkeer in de samenleving voor te bereiden. Naar schatting niet meer dan één op de zeven gedetineerden in de Verenigde Staten neemt deel aan afkick- of reclasseringsprogramma’s.

‘De belangrijkste conclusie,’ meent de aan de Universiteit van Californië werkende criminologe Joan Petersilia, ‘is dat het experiment om grote aantallen gevangenissen te bouwen om misdadigers af te schrikken niet heeft gewerkt.’ Tussen 1983 en 1994 verdubbelde het aantal Amerikaanse gevangenissen; ten opzichte van 25 jaar geleden zitten nu vier keer zo veel mensen achter de tralies.

Het begin juni bekendgemaakte rapport, het grootste onderzoek naar recidive in meer dan tien jaar, vond tal van factoren die eraan bij lijken te

dragen dat ex-gedetineerden opnieuw in misdaad vervallen. De kans om opnieuw te worden gearresteerd is in het eerste jaar vier keer zo groot als in de twee erop volgende jaren, zo tonen de cijfers aan – een bewijs dat de eer-ste maanden na de vrijlating voor ex-gevangenen kritiek zijn.

Of een gestrafte opnieuw in zijn fouten zal vervallen, blijkt het best te kunnen worden voorspeld door te kijken naar het aantal keren dat hij in zijn leven is aangehouden. Een kerfstok met één arrestatie geeft na drie jaar een kans van 40 procent om opnieuw door de politie in de kraag te worden gegrepen; van degenen met meer dan 15 arrestaties op hun naam was na drie jaar 82 procent opnieuw ingesloten. Roofovervallers en inbrekers, aldus het rapport, belandden vaker weer achter de tralies dan moordenaars of verkrachters (70-74 procent versus 41-46 procent).

Volgens criminologe Petersilia zijn de conclusies des te schrijnender omdat het percentage recidivisten sinds de jaren zestig eigenlijk voortdu-rend gelijk is gebleven, afgezien dan van de lagere cijfers in 1983. Over die periode, stelt Petersilia vast, heeft de benadering van vrijheidsstraffen dra-matische veranderingen ondergaan. Waar de gevangenis ooit werd gezien als een mogelijkheid de crimineel her op te voeden, worden strenge straffen inmiddels vooral beschouwd als middel om potentiële misdadigers af te schrikken. Maar die radicale verandering, aldus de criminologe, lijkt op de misdadigers zelf geen effect te hebben gehad.

(Peter Vermij)

(advertentie)

Zijn cliënt, type opgeschoten puber, zat onderuitgezakt en met een gezicht als een oorwurm in de wachtruimte. Hij werd geflankeerd door zijn beide ouders die zich zichtbaar ergerden aan de onverschilligheid die hun zoon uitstraalde. Zijn lange lum-melbenen die zowat de helft van het vloer-oppervlakte van de wachtruimte bestreken, staken in platte schoenen en ofschoon het de nacht ervoor had gevroren had zoonlief geen sokken aan zijn voeten. Ook een jas vond hij kennelijk overdreven; een trui met daarop een doorgestikte bodywarmer was al wat hij droeg.

Hij werd ervan verdacht een autosleutel en, enige dagen later, de bijpassende auto van iemand bij hem in de buurt te hebben willen stelen. Volgens zijn cliënt betrof het een uit de hand gelopen practical joke en had hij, samen met een klasgenoot na een eind-examenfeestje dat ook al uit de hand was gelopen, bij wijze van grap de auto op de oprit van het slachtoffer willen keren. De gedachte aan het smoelwerk van de buurman die ’s anderendaags verbaasd naar zijn auto-mobiel zou kijken had hem ‘dolkomisch’

geleken. Het plan was al onzinnig, maar in de uitvoering ook nog eens mislukt. De auto was namelijk op het stuurslot gevallen en langzaam achteruit gereden, waarna cliënt niet anders had kunnen doen dan diezelfde lange benen te nemen.

Buurtbewoners hadden hem echter herkend…

X had wel aardigheid gehad in het geval en was er in de bieb eens goed voor gaan zit-ten. Met een aantal gunstige arresten op zak dacht hij wel een vrijspraak te kunnen bepleiten.

Hij instrueerde zijn cliënt nog even om zo aanstonds zijn binnensmonds gemompel te vervangen door een welluidend en duidelijk gearticuleerd stemgeluid, maar dat was aan dovemansoren gericht. Ook in de rechtszaal was de lichaamshouding welhaast contempt of court te noemen.

Cliënt bleef bij zijn verklaring. De poli-tierechter kon de humor van de zaak niet inzien en gaf aan dat hij geen snars geloofde van het verhaal van cliënt.

Terwijl X met de moed der wanhoop pleitte zag hij de politierechter in de rode Kluwer bladeren. ‘Ik kan er niets anders van maken dan diefstal’, oordeelde de rechter. ‘Dat kunt u wel’, had X graag nog gezegd. Op de gang werd zijn cliënt warempel actiever en deelde mede ‘het er niet bij te willen laten zitten’,

zulks tegen de zin van de ouders die hun zoon graag de opgelegde taakstraf hadden willen laten uitvoeren. Enfin, zijn cliënt was meerderjarig en besliste zelf en aldus toog X met in zijn kielzog zoon en ouders naar de griffie.

Buiten nam vader hem nog even apart.

‘U hebt zelf ook kinderen he?’ En, na het bevestigend knikje van zijn kant: ‘Dan zult u wel begrijpen dat wij liever hadden dat het hierbij was gebleven’. ■ L e o v a n O s c h

O r d e - n i e u w s