• No results found

Rechtmatigheid bijdragen niet-ingezetenen 1 Bevindingen rechtmatigheidscontrole

Gebruik meerdere applicaties

Bij het proces van het opleggen van de bijdrage is een aantal IT-systemen

betrokken. De applicatie Buitenland stelt vast of iemand een bijdrage verschuldigd is. Nadat bestanden zijn uitgewisseld met broninhouders, voegt de applicatie INZA de inhouding toe aan de applicatie Buitenland. De vaststelling van de verschuldigde bijdrage doen we met de applicatie HPBL. Vervolgens worden de vorderingen in de debiteurenadministratie CODA geboekt.

Aansluiting INZA en Coda

In 2012 is gestart om maandelijks de bestanden tussen INZA en CODA aan te sluiten. Hierdoor bestaat er voor recente jaren voldoende inzicht in de nog te ontvangen bedragen per broninhouder. Daarnaast werkt het instituut voor de broninhouders UWV en SVB met saldibevestigingen. Het is de intentie van het instituut om dit met alle broninhouders te gaan doen.

Wereldinkomen bij gebroken jaar

In het NiNBi-bestand van de Belastingdienst wordt het Wereldinkomen van de gepensioneerde vermeld. In het bestand is niet te zien op welke maanden het inkomen betrekking heeft. Zorginstituut Nederland heeft het Wereldinkomen in geval van een gebroken jaar buiten beschouwing gelaten. In die situatie is uitsluitend gewerkt met het inkomen op basis van de geldende nationale wetgeving. Daarom is er onzekerheid of de bijdrage volledig is berekend. Wij hebben deze onzekerheid berekend op afgerond maximaal € 0,3 miljoen. Heffingskorting bij gebroken jaar

Bij een gebroken jaar (verhuizing van of naar Nederland) dient Zorginstituut Nederland rekening te houden met de mate waarin de gepensioneerde de voor hem

gekozen de heffingskortingen volledig toe te kennen. Daarom is er onzekerheid of de heffingskorting wel terecht is toegekend. Wij hebben deze onzekerheid ingeschat op maximaal € 1,0 miljoen.

Heffingskorting niet-verdienende partner

Als er sprake is van een meeverzekerde partner past Zorginstituut Nederland in de meeste gevallen, dat de partner ten laste van Nederland is verzekerd de

heffingskorting niet-verdienende partner toe. Deze mogelijke onrechtmatigheid is niet materieel.

Definitieve jaarafrekening gepensioneerden en gezinsleden 2006-2011

Zorginstituut Nederland moet de definitieve jaarafrekening opstellen binnen zes maanden nadat de Belastingdienst zowel de aanslag inkomstenbelasting als de beschikking “vaststelling van niet in Nederland belastbaar inkomen”

(wereldinkomen) heeft vastgesteld. Eind 2013 was 93% van de jaarafrekeningen voor de jaren 2006 tot en met 2010 en 84% van de jaarafrekeningen 2011 verstuurd. Daarnaast zijn vorderingen uit 2006 en 2007 verjaard. Het bedrag is berekend op de oorspronkelijke vordering van € 1,9 miljoen.

Jaarafrekening gepensioneerden 2012

Volgens de Regeling Zvw moet Zorginstituut Nederland de voorlopige

jaarafrekening voor de gepensioneerden vaststellen voor 30 september 2013. Dit heeft Zorginstituut Nederland niet in alle gevallen gedaan en handelt op dit punt onrechtmatig. Zorginstituut Nederland heeft 98% van de 80.00 gepensioneerden een voorlopige danwel een definitieve jaarafrekening 2012 verstuurd. Van de resterende groep heeft Zorginstituut Nederland vaak niet de benodigde gegevens ontvangen om een afrekening te sturen.

In de gevallen dat de afrekening niet heeft plaatsgevonden, ramen we het saldo. Het saldo zal bestaan uit de ramingen over 2012 voor de groepen waar

Zorginstituut Nederland geen of gedeeltelijke broninhouding is gestart en bedraagt naar verwachting € 0,4 miljoen. Uiteindelijk wordt het aanvullend

(pensioen)inkomen bij de definitieve jaarafrekening meegenomen. Definitieve jaarafrekening gezinsleden 2012

Volgens de Regeling Zvw had Zorginstituut Nederland de definitieve jaarafrekening 2012 voor gezinsleden van werknemers/grensarbeiders moeten vaststellen voor 1 april 2013. In 98% van de gevallen heeft Zorginstituut Nederland dit gedaan. Van de resterende 2% heeft Zorginstituut Nederland vaak niet de benodigde gegevens om een afrekening te sturen. Desondanks handelt Zorginstituut Nederland op dit punt onrechtmatig. Deze onrechtmatigheid betreft het saldo van de

inhoudingen volgens de definitieve jaarafrekening en de al ingehouden bijdragen. Omdat de afrekening niet heeft plaatsgevonden, ramen we het saldo. We gaan ervan uit dat het saldo nihil zal zijn, omdat de facturatie in 2012 heeft

plaatsgevonden. Afhandeling bezwaren

In verband met de definitieve jaarafrekeningen zijn er bezwaren bij Zorginstituut Nederland binnen gekomen. In 2% van de gevallen is het bezwaar niet binnen de wettelijke termijnen afgehandeld. De oorzaak is in vrijwel alle gevallen, dat we niet de benodigde informatie voor afwikkeling hebben ontvangen van ketenpartners of de indiener zelf. Als gevolg hiervan handelt Zorginstituut Nederland formeel hier niet rechtmatig. Het betreft voor het Zvf een niet-financiële onrechtmatigheid. Opleggen boetes

Zorginstituut Nederland moet een bestuurlijke boete opleggen aan iedereen die zich bij Zorginstituut Nederland had moeten aanmelden als verdragsgerechtigde en dat

niet heeft gedaan. Een verdragsgerechtigde is in dit verband een persoon ouder dan 18, woonachtig in een lidstaat van EU-/EER- of ander verdragsland en recht op zorg heeft ten laste van Nederland. In de boeteregeling is opgenomen dat

aanmelding bij een verzekeringsinstelling in het woonland gelijk staat aan aanmelding bij Zorginstituut Nederland.

Het instituut geeft uitvoering aan deze regeling door bij achterwege gebleven respectievelijk te late aanmelding met terugwerkende de achterstallige bijdrage te berekenen. Vervolgens brengen wij deze in de vorm van een jaarafrekening bij de verdragsgerechtigde in rekening.

Zorginstituut Nederland handelt op dit punt niet rechtmatig in de zin dat het geen boete oplegt. Omdat het vervolgens wel de premie int, heeft dit geen financiële gevolgen en betreft het een niet-financiële onrechtmatigheid.

Aanvaardbaarheid ramingen

Als basis voor de raming dienen de al verzonden definitieve jaarafrekeningen. De op te leggen bijdrage 2013 is via extrapolatie hiervan afgeleid met inachtneming van de mutaties in de premie(percentages), woonlandfactoren en het aantal verwachte niet-ingezetenen. Bovendien is er rekening gehouden met kwijtscheldingen. Op basis van de hierboven vermelde factoren heeft Zorginstituut Nederland de te verwachten bijdragen over de jaren 2006-2012 opnieuw berekend. Dit resulteert per saldo in een verhoging van de bijdrage van € 5,8 miljoen.

Het Auditteam heeft de onderbouwing van de opgenomen ramingen als aanvaardbaar beoordeeld.

Tevens is er een onzekerheid in de juistheid van de verantwoording geconstateerd van € 6,7 miljoen die waarschijnlijk samenhangt met de afwikkeling van naderhand bij het buitenland verzekerde personen (5,1% van € 130,6 miljoen aan baten en 4,7% het totaal aan baten en lasten van € 141,2 miljoen) in de vorderingen positie als gevolg van administratieve onvolkomenheden. Er zijn echter geen aanwijzingen voor onrechtmatigheden en hebben daarom geen effect op de

rechtmatigheidsbeoordeling.

3.5.2 Conclusie rechtmatigheid

Het Auditteam constateert dat de verantwoording van de bijdragen niet-

ingezetenen voor € 0,4 miljoen aan financiële onrechtmatigheid bevat als gevolg van het niet verzenden van de voorlopige jaarafrekening gepensioneerden 2012 vanwege het niet beschikbaar hebben van de benodigde informatie. De

onrechtmatigheden vertegenwoordigen 0,3 % van het totaal aan baten en lasten van € 140,0 miljoen.

Het Auditteam constateert dat de verantwoording van de bijdragen niet-

ingezetenen voor € 1,3 miljoen aan financiële onzekerheden bevat als gevolg van: - het niet betrekken van het Wereldinkomen bij een gebroken jaar bij het

vaststellen van de bijdragen (€ 0,3 miljoen);

- Het geheel toekennen van de heffingskorting bij een gebroken boekjaar bij de berekening van de definitieve jaarafrekening (€ 1,0 miljoen).

De onzekerheden vertegenwoordigen 0,9% van het totaal aan baten en lasten van € 140,0 miljoen.

en definitieve jaarafrekeningen aan gepensioneerden en gezinsleden van

grensarbeiders. Tevens reageert Zorginstituut Nederland niet tijdig op bezwaren tegen de jaarafrekeningen. Het betreft niet-financiële onrechtmatigheden omdat de niet-ingezetenen uiteindelijk hiervan geen financieel nadeel ondervinden. Tenslotte voert Zorginstituut Nederland de boeteregeling niet uit. Omdat Zorginstituut Nederland de bijdragen via broninhouding wel int, heeft het Zvf hierdoor geen financieel nadeel. Het betreft daarom een niet-financiële onrechtmatigheid. Het Auditteam heeft geen andere fouten van materieel belang gevonden dan hierboven weergegeven.