• No results found

4.1. Rechten van betrokkenen

• De AVG brengt betrokkenen sterkere en nieuwe privacyrechten. Organisaties die persoonsgegevens verwerken krijgen meer verplichtingen. De nadruk ligt op de

‘accountability’, ofwel de verantwoordelijkheid van de GGD om te kunnen aantonen of de organisatie zich aan de wet houdt.

• De rechten van de betrokkenen zijn binnen de GGD transparant ingericht. Betrokkenen hebben recht op:

- informatie en toegang tot gegevens (artikel 13 AVG en 14 AVG);

- inzage van gegevens (artikel 15 AVG);

- rectificatie van gegevens (artikel 16 AVG);

- gegevenswissing, oftewel op "vergetelheid" (artikel 17 AVG);

- beperking van de verwerking (artikel 18 AVG);

- kennisgevingplicht inzake rectificatie, wissing of beperking (artikel 19 AVG);

- overdraagbaarheid van gegevens, dataportabiliteit (artikel 20 AVG);

- het niet onderworpen worden aan geautomatiseerde besluitvorming (artikel 22 AVG).

• De GGD geeft hieraan onder andere uitvoering door betrokkenen op de website helder te informeren hoe van deze rechten kan worden gebruik gemaakt.

• Om gebruik te maken van hun rechten kunnen de betrokkenen een verzoek indienen.

Iemand kan een verzoek tot uitoefening van zijn of haar rechten via de website van de GGD of via andere gangbare publieksdienstverleningskanalen van de GGD doen. Dit verzoek is geldig ongeacht het middel waarmee het verzoek wordt gedaan onder voorwaarde van een deugdelijke identiteitsvaststelling.

• Een beslissing op een verzoek wordt behandeld als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (“Awb”). Hiertegen kan bezwaar worden gemaakt.

16

4.2. Recht op informatie en toegang tot gegevens

• Tijdens het eerste contact met een cliënt informeert de hulpverlener betrokkenen over de wijze waarop zijn persoonsgegevens worden verwerkt. Er wordt dan informatie verstrekt over het (a) doel van de gegevensverwerking, (b) de aard van de gegevens die worden verwerkt, (c) de grondslag van de verwerking, (d) de rechten die ten aanzien van de gegevensverwerking kunnen worden ingeroepen en (e) de identiteit van de verantwoordelijke.

• Als het niet mogelijk is om de betrokkene tijdens het eerste contact te informeren, dan zorgt de hulpverlener dat de betrokkene zo spoedig als de situatie toe laat, alsnog over de gegevensverwerking wordt geïnformeerd.

• Van het (uitstellen of niet) informeren van de betrokkene kan een aantekening worden gemaakt in het dossier.

• De GGD verzamelt gegevens om haar taken te kunnen uitvoeren. Indien dit persoonsgegevens betreft en indien betrokkenen hiervan niet op de hoogte zijn informeert de GGD hen actief over de verwerking van hun persoonsgegevens zoals het doel daarvan, welke persoonsgegevens worden verwerkt, wie daarvoor verantwoordelijk is en of de gegevens aan anderen worden verstrekt.

• De GGD informeert betrokkene, uiterlijk binnen vier weken na de verzameling van persoonsgegevens, indien de persoonsgegevens van derden afkomstig zijn.

4.3. Recht op inzage en afschrift van gegevens

• Patiënten, medewerkers en andere betrokkenen kunnen altijd hun persoonsgegevens inzien wanneer zij hier om vragen en kunnen er op vertrouwen dat deze gegevens correct zijn dan wel worden aangepast wanneer noodzakelijk of door de betrokkene is aangegeven dat deze aangepast dienen te worden, voor zover een (wettelijke) verplichting dit niet onmogelijk maakt.

• Betrokkenen hebben de mogelijkheid om te controleren of en op welke manier hun gegevens worden verzameld en verwerkt en het recht op inzage en afschrift van zijn dossier 1. Uitzondering op deze regel is als de persoonlijke levenssfeer van een ander daardoor wordt geschaad. Bijvoorbeeld informatie die een partner aan een hulpverlener heeft verstrekt in het vertrouwen dat betrokkene deze informatie niet te zien krijgt.

1 Artikel 7:456 BW en artikel 15 van de AVG

17

• De GGD verstrekt de betrokkene, binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, kosteloos een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt.

• Indien de termijn van vier weken onhaalbaar blijkt, verlengt de GGD de termijn met twee maanden en brengt de betrokkene hier schriftelijk van op de hoogte.

• Indien de betrokkene om bijkomende kopieën vraagt, kan de GGD een vergoeding rekenen niet hoger dan de kostprijs.

4.4. Recht op rectificatie (correctie, aanvulling) van gegevens

• Als de GGD persoonsgegevens van betrokkenen verwerkt die naar hun oordeel onjuist zijn, kunnen zij een verzoek indienen bij de GGD om feitelijke onjuistheden in het dossier te corrigeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om onjuiste adresgegevens. Niet wordt bedoeld dat de bijvoorbeeld de diagnose mag worden gewijzigd.

• Er kan ook een verklaring aan het medisch dossier worden toegevoegd, bijvoorbeeld eigen visie van de betrokkene, ook als de hulpverlener het niet eens is met de verklaring moet deze worden opgenomen.

4.5. Recht op gegevenswissing

• Betrokkenen hebben het recht persoonsgegevens te laten verwijderen indien de GGD niet langer een goede grond heeft voor het gebruik hiervan, bijvoorbeeld indien betrokkenen een gegeven toestemming intrekken, indien de gegevens onjuist zijn of de gegevens niet langer nodig zijn.

• Het AVG recht op gegevenswissing geldt in principe niet voor medische dossiers. De betrokkene heeft het recht om op hem betrekking hebbende gegevens te laten verwijderen en op grond van de Wgbo heeft hij bovendien het recht dossiergegevens te laten vernietigen ongeacht of dit relevante gegevens zijn2.

• Het recht op vernietiging geldt alleen voor gegevens die de hulpverlener in het kader van zijn dossierplicht heeft opgeslagen. Het geldt niet voor andere gegevens, zoals financiële gegevens die de hulpverlener op andere gronden moet bewaren.

2 Artikel 7: 455 BW

18

• De GGD hanteert drie uitzonderingen op het recht op vernietiging:

(1) Een andere wet schrijft een afwijkende bewaartermijn voor waarbinnen de gegevens niet vernietigd mogen worden;

(2) Een ander dan de betrokkene heeft een aanmerkelijk belang bij het bewaren van de gegevens;

(3) ‘Goed hulpverlenerschap’ staat vernietiging in de weg.

4.6. Recht op beperking van de verwerking

• Het recht op beperking van de verwerking van persoonsgegevens houdt in dat de gegevens wel beschikbaar blijven in het medisch dossier, maar dat ze tijdelijk niet gebruikt mogen worden. De persoonsgegevens mogen dan alleen nog worden gebruikt met toestemming van de betrokkene, of als dat nodig is voor het instellen, uitoefenen of onderbouwen van een rechtsvordering of ter bescherming van de rechten van andere natuurlijke personen of rechtspersonen. Voorbeeld: als de juistheid van de persoonsgegevens worden betwist en voor een periode die de verwerkingsverantwoordelijke in staat stelt om de juistheid van die persoonsgegevens te controleren.

4.7. Recht op overdraagbaarheid van gegevens (dataportabiliteit)

• De GGD is vanuit de AVG niet verplicht invulling te geven aan overdraagbaarheid van gegevens voor zover het werkzaamheden betreft in het kader van algemeen belang, op basis van een wettelijke verplichting of het verstrekken van gezondheidszorg.

• Het recht om gegevens te mogen meenemen geldt voor een deel van de gegevens van medische dossiers. Persoonsgegevens die de cliënt zelf actief en bewust heeft verstrekt (eigen data) vallen onder het recht op dataportabiliteit. Dit geldt ook voor de gegevens die de betrokkene indirect heeft verstrekt door het gebruik van een dienst of een apparaat. Gegevens die niet (in)direct door het gebruik van een dienst of een apparaat door de betrokkene zijn verstrekt vallen hier niet onder. Bijvoorbeeld conclusies, diagnoses, vermoedens of behandelplannen die de hulpverlener op basis van de door de betrokkene verstrekte gegevens vaststelt.

• De GGD treft voorzieningen in het kader van dataportabiliteit.

19

4.8. Recht van bezwaar tegen verwerking

• Betrokkenen hebben het recht aan de GGD te vragen hun persoonsgegevens niet meer te gebruiken en bezwaar te maken tegen de verwerking van hun persoonsgegevens.

De GGD moet hieraan voldoen, tenzij er gerechtvaardigde gronden zijn voor de verwerking.

4.9. Recht niet te worden onderworpen aan geautomatiseerde individuele besluitvorming waaronder profilering

• Bij geautomatiseerde individuele besluitvorming is geen sprake van (noemenswaardige) menselijke tussenkomst zodat eventuele uitkomst kunnen worden gecorrigeerd. Het is uitsluitend gebaseerd op geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.

• De GGD past geen geautomatiseerde individuele besluitvorming, waaronder profilering, toe als daaraan rechtsgevolgen voor de betrokkene (degene wiens persoonsgegevens het betreft) aan zijn verbonden of het besluit hem/haar in aanmerkelijke mate treft. Daarbij kan gedacht worden aan een indicatie van een medisch oordeel op basis van karakteristieken uit het digitaal dossier of het verwerken van sollicitaties via internet zonder menselijke tussenkomst.

4.10. Klachten en vragen

• Onverminderd de rechten die de betrokkenen worden toegekend in de WGBO en de AVG, kan iedere klant schriftelijk een klacht indienen bij de GGD indien hij meent dat door (een hulpverlener van) de GGD persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die in strijd is met de wet of met dit beleid.

• Binnen vier weken beoordeelt de GGD of het verzoek ontvankelijk is. De GGD laat binnen die termijn weten wat er met het verzoek gaat gebeuren, waaronder of de GGD de behandeling van het verzoek met twee maanden verlengt. De GGD behandelt het verzoek volgens de daarvoor door haar vastgestelde en bekendgemaakte procedure, te weten de Klachtenregeling GGD Zeeland.

• Als het verzoek niet tijdig kan worden opgevolgd, deelt de GGD uiterlijk binnen vier weken mee waarom het verzoek zonder gevolg is gebleven. De betrokkene heeft dan de mogelijkheid om bezwaar te maken bij de GGD of een klacht in te dienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

20

• Indien naar de mening van de klant de beslissing op een klacht niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, wordt gewezen op de mogelijkheid om diens klacht voor te leggen aan de Autoriteit Persoonsgegevens, Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag.

4.11. Informeren van (keten)partners

• De GGD informeert relevante ketenpartners indien het verzoek wordt ingewilligd. Dit betreft o.a. organisaties met wie een verwerkersovereenkomst dan wel een gebruiksovereenkomst of een overeenkomst tot derde verstrekking is afgesloten.

Indien relevant vraagt de GGD actief om bevestiging van de betreffende ketenpartner(s) dat aan het betreffende verzoek is voldaan.

4.12. Rechten en plichten aangaande het medisch dossier

• De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (“WGBO”) verplicht de hulpverlener van de GGD om een medisch dossier in te richten. In het medisch dossier neemt de hulpverlener alle gegevens op over de gezondheid van de betrokkene en over de uitgevoerde verrichtingen, voor zover dit voor een goede hulpverlening noodzakelijk is.

• De betrokkene kan de hulpverlener niet van deze verplichting ontheffen. De gegevens vallen onder het medisch beroepsgeheim: de hulpverlener heeft een geheimhoudingsplicht.

• Een hulpverlener kan alleen gegevens aan een derde verstrekken als dat mag op basis van de AVG én als er een grond is om het medisch beroepsgeheim te doorbreken.

Doorbreking van deze zwijgplicht is toegestaan op grond van:

(1) expliciete toestemming van de betrokkene;

(2) een wettelijke bepaling;

(3) (noodtoestand in de zin van) conflict van plichten;

(4) zwaarwegend belang;

(5) zeer uitzonderlijke omstandigheden.

• Ieder heeft het recht om zijn (medisch)dossier in te zien, gegevens te laten corrigeren c.q. te verwijderen. In de WGBO is bepaald dat wanneer een kind jonger dan 12 jaar is de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) bevoegd zijn en het dossier van het kind mogen inzien.

• Jeugdigen van 12,13,14 of 15 jaar kunnen zelfstandig deze rechten uitoefenen en moeten toestemming verlenen aan de ouder(s). Jeugdigen van 16 of 17 jaar oefenen

21 de rechten zelfstandig uit, ouders hebben geen recht op informatie zonder toestemming van de jeugdige.

• Een hulpverlener van de GGD mag uitsluitend een (medisch) dossier aanleggen in de hiervoor bestemde en door de GGD aangewezen (zorg)informatiesystemen.

22