• No results found

Tabel 3 Tabel uiteenzetting zaken veroordeling

Analyse 37 Rechtbank Amsterdam 9 februari 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:619 (ten aanzien van feit 4)

1. Welke bewijsmiddelen zijn er?

 Aangifte slachtoffer

2. Wat zijn de overwegingen van de rechter?

De rechtbank acht met de verdediging, anders dan de officier van justitie, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 4 ten laste gelegde feit, kort gezegd stalking. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

Uit het strafdossier is niet gebleken dat verdachte de verweten handelingen, te weten het maken van foto’s en het achtervolgen van [persoon 1], stelselmatig heeft verricht. Dat is wel nodig voor een bewezenverklaring van stalking.

3. Beslissing

Vrijspraak t.a.v. het misdrijf stalking

Analyse 38 Rechtbank Midden-Nederland 28 augustus 2015,

ECLI:NL:RBMNE:2015:6364

1. Welke bewijsmiddelen zijn er?

 Aangifte slachtoffer

2. Wat zijn de overwegingen van de rechter?

Er is - voor zover hier van belang - sprake van belaging (stalking) als bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht, wanneer iemand wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een andere persoon met het oogmerk die andere persoon te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden of vrees aan te jagen.

Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting, blijkt dat verdachte met aangever [slachtoffer] contact zocht om over gebeurtenissen of een conflict in het verleden te praten en om die reden aangever veelvuldig heeft gebeld en berichten heeft gestuurd.

Uit de tot het dossier behorende berichten van de zijde van [slachtoffer] blijkt dat hij meerdere malen op de berichten van verdachte heeft gereageerd en daarbij verdachte niet op enig moment expliciet heeft laten weten dat zij met haar handelen jegens hem moest stoppen. Dat verdachte dit wellicht impliciet uit de (cynische) toon van de berichten had kunnen afleiden, is te betwijfelen nu verdachte de Nederlandse taal niet vloeiend beheerst. Direct nadat verdachte op 29 juli 2014 door de politie was gehoord in het kader van de onderhavige strafzaak, heeft zij zich verder onthouden van berichten en/of telefoontjes aan het adres van aangever.

De rechtbank heeft gelet op voornoemde omstandigheden niet de overtuiging dat verdachte het opzet had om inbreuk te maken op de persoonlijke levenssfeer van verdachte.

De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.

Analyse 39 Rechtbank Gelderland 1 juni 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3451

1. Welke bewijsmiddelen zijn er?

 Aangifte slachtoffer  Verklaring getuigen

2. Wat zijn de overwegingen van de rechter?

Aangeefster [slachtoffer], de ex-vrouw van verdachte, heeft verklaard dat zij op 24 april 2012 heeft besloten haar relatie met verdachte te beëindigen. Aangeefster heeft aangegeven dat verdachte haar in de daarop volgende maanden, tot eind augustus 2012, continu volgde, belde en sms’te. Zo kwam verdachte ongevraagd binnenstormen in de woning van een vriendin van aangeefster en dook hij op toen zij in een winkel was. Verdachte heeft ook rondgereden bij de woning van aangeefster, ook midden in de nacht. Hij deed dat gemiddeld drie keer op een dag en dan de hele week door. Verder heeft aangeefster verklaard dat verdachte haar vaak heeft gebeld, ook midden in de nacht. Hij belde vier tot zes keer per dag. Aangeefster heeft verder verklaard dat er tweemaal een gps-baken in haar auto is gevonden, waarvan zij zeker weet dat verdachte deze heeft geplaatst.

Verdachte heeft zich ten overstaan van de politie op zijn zwijgrecht beroepen. De rechtbank overweegt met betrekking tot de telefonische contacten (het eerste gedachtestreepje) als volgt. Hoewel er wel historische verkeersgegevens zijn opgevraagd, is hier verder door de politie geen onderzoek naar gedaan. Zonder nadere toelichting of uitleg kan de rechtbank geen (bewijs)waarde toekennen aan de uitdraai die zich in het dossier bevindt. Dan rest alleen de verklaring van aangeefster en dat is voor een bewezenverklaring onvoldoende.

Ten aanzien van het verwijt dat verdachte zich meerdere malen hinderlijk in de omgeving van aangeefster zou hebben opgehouden (het tweede gedachtestreepje) overweegt de rechtbank dat aangeefster zelf heeft verklaard over een beperkt aantal incidenten. Een tweetal getuigen, [getuige 1] en [getuige 2], heeft verklaringen afgelegd over enkele andere momenten waarop verdachte in de buurt van aangeefster kwam (en zich hinderlijk gedroeg), maar over die gevallen heeft aangeefster zelf niets verklaard.

Over de aangetroffen gps-bakens (het derde gedachtestreepje) overweegt de rechtbank dat hoewel aangeefster, zoals zij heeft verklaard, zeker weet dat verdachte dit heeft gedaan, wettig bewijs daarvoor ontbreekt. Uit het dossier blijkt dat één van de gps-bakens wel door de politie is bemonsterd, maar resultaten van een daadwerkelijk onderzoek zijn niet in het dossier opgenomen.

De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat, hoewel er aanwijzingen zijn voor een moeizaam verlopen echtscheiding en minder prettige contacten tussen verdachte en zijn ex-vrouw, er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor het oordeel dat verdachte haar stelselmatig zou hebben lastiggevallen. Belaging in strafrechtelijke zin kan derhalve niet worden vastgesteld.

3. Beslissing

Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.

Analyse 40 Rechtbank Den Haag 19 februari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:1701

1. Welke bewijsmiddelen zijn er?

 Aangifte slachtoffer

2. Wat zijn de overwegingen van de rechter?

Verdachte wordt vrijgesproken van de aan hem verweten stalking nu het dossier hiervoor onvoldoende bewijs bevat.

3. Beslissing