• No results found

Introductie

• Hoeveel jaar werkt u momenteel voor de afdeling Radiologie?

• Wat is uw functie?

• Wat zijn de meest voorkomende taken binnen uw functie?

• Wat vindt u het leukst/minst leuk aan uw werk?

• Ik zou u graag willen vragen om de volgende stelling aan te vullen:

• ik zou willen dat er minder… was

• ik zou willen dat er meer… was

Sense of urgency and readiness

• Bent u tevreden met uw eigen prestatie? Waarom?

• Bent u bezorgd over de toekomst van de afdeling Radiologie als er niets verandert?

• In welke mate denkt u dat er zaken moeten veranderen op de afdeling? En wat?

• In welke mate denkt u dat een verandering uw werkwijze kan helpen verbeteren?

Leadership and change

• Wat denkt u over de manier waarop veranderingen worden gepresenteerd naar medewerkers?

• Wat vindt u van het type interactie op de afdeling?

• Vindt u dat het type interactie moet veranderen gezamenlijk met eventuele veranderingen?

• In welke mate gelooft u dat u in staat bent om veranderingen door te voeren? Waarom?

• Wat denkt u over de verschillende motieven/belangen van medewerkers (what’s in it for me?)? Denkt u dat u in staat bent om te gaan met deze verschillende belangen?

Information provision and sense of urgency

• In welke mate gelooft u dat u de juiste middelen heeft om uw werk te doen?

• In welke mate bent u tevreden over de communicatie op de afdeling?

• In welke mate gelooft u dat u de juiste informatie heeft om uw werk goed te doen?

• In welke mate gelooft u dat meer geschikte informatie zal helpen om verantwoordelijkheid en actie te ondernemen?

Control and sense of urgency

• Wat is uw mening over controle systemen? Waarom vindt u dat?

• In welke mate gelooft u dat een kwaliteitscontrole systeem kan helpen bij het verbeteren van uw werk?

• In welke mate gelooft u dat een kwaliteitscontrole systeem kan helpen bij het ontdekken van problemen?

• In welke mate gelooft u dat een kwaliteitscontrole systeem kan helpen bij het ontdekken van de noodzaak tot een verandering?

Initiative and sense of urgency

• In welke mate denkt u dat medewerkers zich aangemoedigd voelen om initiatief te nemen op de afdeling?

• In welke mate denkt u dat meer betrokkenheid van de medewerkers zal helpen bij een verandering?

• In welke mate denkt u dat medewerkers een gevoel van eigendom in de organisatie hebben?

• In welke mate denkt u dat medewerkers beschikken over zelfdiscipline, dit houdt in dat zij iets doen waarvan zij vinden dat zij het horen te doen, niet omdat het moet? Kunt u me daar een voorbeeld van geven?

• In welke mate denkt u dat medewerkers denken dat zij respect ontvangen van het management en de radiologen? Waarom vindt u dat?

Management support and sense of urgency

• Vindt u dat u voldoende waardering en complimenten geeft/krijgt?

• Gelooft u dat meer waarderingen complimenten bijdragen aan uw motivatie om te veranderen?

• In welke mate geeft/krijgt u support wanneer er suggesties voor verbeteringen worden aangereikt?

APPENDIX B

OCAI questionnaire

OCAI vragenlijst:

De OCAI is een instrument, ontwikkeld door Cameron & Quinn om de cultuur van een organisatie in kaart te brengen. De vragenlijst bestaat uit zes clusters van vier uitspraken. Verdeel over deze vier uitspraken 100 punten, afhankelijk van de mate waarin elke uitspraak past bij uw afdeling. Ken een groot aantal punten toe aan de uitspraak die past bij uw afdeling. Vul de vragenlijst in voor de situatie zoals deze nu is, niet zoals u die graag zou willen zien.

Een voorbeeld: Als u meent dat uitspraak A sterk overeenkomt met uw afdeling, de uitspraken B en C daar enigszins mee overeenkomen en uitspraak D nauwelijks, geef dan 55 punten aan A, 20 punten aan B en C elk en 5 punten aan D.

Let erop dat het totaal voor elke vraag uitkomt op 100.

== SUCCES ==

1. Dominante kenmerken Punten

A. De afdeling heeft een zeer persoonlijk karakter. Ze heeft veel weg van een grote familie. De mensen lijken veel met elkaar gemeen te hebben

B. De afdeling is zeer dynamisch en er heerst een echte ondernemingsgeest. De mensen zijn bereid hun nek uit te steken en risico’s te nemen.

C. De afdeling is sterk resultaatgericht. Het werk af zien te krijgen is de grootste zorg. De mensen zijn erg competitief en gericht op het boeken van resultaten.

D. De afdeling is strak geleid en gestructureerd. Formele procedures bepalen over het algemeen wat mensen doen.

2. De leiding van de afdeling Punten A. De leiding van de afdeling gedraagt zich over het algemeen als mentor,

faciliteert en stimuleert.

B. De leiding van de afdeling spreidt in het algemeen ondernemingslust ten toon, evenals vernieuwingsgezindheid en risicobereidheid.

C. De leiding van de afdeling geeft in het algemeen blijk van een nononsense instelling, agressiviteit en resultaatgerichtheid.

D. De leiding van de afdeling geeft in het algemeen blijk van coördinerend en organiserend gedrag en maakt de indruk van een soepel draaiende, efficiënte machinerie.

Totaal 100

3. Personeelsmanagement Punten

A. De managementstijl van de afdeling wordt gekenmerkt door teamwerk, consensus en participatie.

B. De managementstijl van de afdeling wordt gekenmerkt door persoonlijke risicobereidheid, vernieuwing, vrijheid en uniciteit.

C. De managementstijl van de afdeling wordt gekenmerkt door niets ontziende competitie, hoge eisen en prestatiegerichtheid.

D. De managementstijl van de afdeling wordt gekenmerkt door zekerheid ontrent de baan, de voorschriften, voorspelbaarheid en stabiele verhoudingen.

4. Het bindmiddel van de afdeling Punten A. Het bindmiddel dat de afdeling bijeenhoudt, bestaat uit loyaliteit

en onderling vertrouwen. Betrokkenheid bij de afdeling staat hoog in het vaandel geschreven.

B. Het bindmiddel dat de afdeling bijeenhoudt, bestaat uit betrokkenheid bij innovatie en ontwikkeling. De nadruk ligt op het streven in de bedrijfstak voorop te lopen.

C. Het bindmiddel dat de afdeling bijeenhoudt, bestaat uit de nadruk

op prestaties en het bereiken van doelstellingen. Agressiviteit en winnen zijn gangbare thema’s.

D. Het bindmiddel dat de afdeling bijeenhoudt, bestaat uit formele regels en beleidsstukken. Instandhouding van een soepel draaiende afdeling is belangrijk.

Totaal 100

5. Strategische accenten Punten

A. De afdeling legt de nadruk op menselijke ontwikkeling. Een grote mate van vertrouwen, openheid en participatie zijn niet weg te denken.

B. De afdeling legt de nadruk op het aanboren van nieuwe bronnen en het creëren van nieuwe uitdagingen. Uitproberen van nieuwe dingen en zoeken naar kansen wordt gewaardeerd.

C. De afdeling legt de nadruk op wedijverend gedrag en prestaties. Het bereiken van ambitieuze doelstellingen en overwinningen in de markt spelen de hoofdrol. D. De afdeling legt de nadruk op behoud van het bestaande en stabiliteit. Efficiëntie, beheersbaarheid en een soepele uitvoering spelen de hoofdrol.

6. Succescriteria Punten A. De afdeling definieert succes op grond van de ontwikkeling van human

resources, teamwerk, de betrokkenheid van het personeel en zorg voor de mensen.

B. De afdeling definieert succes als kunnen beschikken over zo uniek mogelijke of de nieuwste producten. Ze kan worden beschouwd als innovatief en als toonaangevend wat haar producten betreft.

C. De afdeling definieert succes als winnen in de markt en de concurrentie de loef afsteken. Concurrerend marktleiderschap staat centraal.

D. De afdeling definieert succes binnen het kader van de efficiëntie. Betrouwbare levering, soepel verlopende schema’s en goedkope productie zijn van cruciaal belang.

Totaal 100

GERELATEERDE DOCUMENTEN