• No results found

R IJK EN E UROPA

In document NIEUW-VENNEP HOOFDWEG 1247 (pagina 14-17)

HOOFDSTUK 3: BELEID EN REGELGEVING

3.1. R IJK EN E UROPA

3.1.1. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. De SVIR heeft als horizon 2040, maar geeft vooral het kader voor de acties en

beslissingen die op de korte termijn worden genomen.

In de SVIR is uiteengezet dat het Rijk drie doelen kiest om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

 Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;

 Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;

 Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Het Rijk benoemt 13 nationale belangen waarvoor zij verantwoordelijk is en resultaten wil boeken.

Vergroten concurrentiekracht

1. Nationaal belang 1: Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren;

2. Nationaal belang 2: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie;

3. Nationaal belang 3: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;

4. Nationaal belang 4: Efficiënt gebruik van de ondergrond.

Verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid

5. Nationaal belang 5: Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen;

6. Nationaal belang 6: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem;

7. Nationaal belang 7: Het instandhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen.

Waarborgen kwaliteit leefomgeving

8. Nationaal belang 8: Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's;

9. Nationaal belang 9: Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;

10. Nationaal belang 10: Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;

11. Nationaal belang 11: Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;

12. Nationaal belang 12: Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;

13. Nationaal belang 13: Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten.

Toetsing

Het voorgenomen plan raakt geen van de rijksbelangen uit de SVIR.

3.1.2. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

De Structuurvisie Randstad 2040 geeft aan hoe de Randstad tot 2040 kan uitgroeien tot een

internationaal krachtige, duurzame en aantrekkelijke regio. In de visie staan de steden centraal: door nieuwe woonhuizen en kantoren vooral in de steden te bouwen kan de stad sterker en aantrekkelijker gemaakt worden. Het platteland wordt daarmee ontzien waardoor dit open en groen kan blijven. Nabij de steden komen plekken van groene topkwaliteit.

Toetsing

Het voorgenomen plan raakt geen nationale belangen uit het Barro en is niet in strijd met het rijksbeleid.

3.1.3. Ladder voor duurzame verstedelijking

Op 1 oktober 2012 is de 'Ladder voor duurzame verstedelijking' toegevoegd aan het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Op 1 juli 2017 is een wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden, waarbij de Ladder voor duurzame verstedelijking is aangepast. De Ladder is in artikel 3.1.6 Bro vastgelegd en luidt als volgt:

De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die

ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Het doel dat met de ladder wordt beoogd is het stimuleren van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik en het bewerkstelligen van een goede ruimtelijke ordening, onder meer door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden, het bevorderen van vraaggerichte programmering en het voorkomen van overprogrammering. Met de ladder wordt een zorgvuldige afweging en transparante

besluitvorming bij alle ruimtelijke besluiten nagestreefd. Een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet daarom altijd worden afgewogen en gemotiveerd. Daarbij moet een beschrijving worden gegeven van de behoefte aan de betreffende ontwikkeling. Indien de ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied

mogelijk wordt gemaakt, dient te worden gemotiveerd waarom de ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied wordt voorzien.

Niet elke ontwikkeling van stedelijke aard wordt door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aangemerkt als een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van artikel 3.1.6. lid 2 Bro. Uit diverse uitspraken blijkt dat de Afdeling de realisatie van 11 woningen of minder niet beschouwt als een woningbouwlocatie. In dit geval is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling en is het niet noodzakelijk om de ladder te doorlopen.

Toetsing

Het voorliggende plan voorziet in de realisatie van 23 grondgebonden rijwoningen. Aangezien sprake is van de ontwikkeling van meer dan 12 woningen, is sprake van een stedelijke ontwikkeling. Daarom is een toets aan de ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen1, welke als bijlage bij deze toelichting is opgenomen.

In deze toets wordt geconcludeerd dat de Ladder voor duurzame verstedelijking positief is doorlopen.

De ontwikkeling voorziet in een behoefte en vindt binnen bestaand stedelijk gebied plaats. Daarmee wordt de ontwikkeling als haalbaar geacht voor wat de betreft de Ladder voor duurzame

verstedelijking.

3.1.4. Luchthavenindelingsbesluit Schiphol

Het rijksbeleid ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van Schiphol is geformuleerd in de Wet tot wijziging van de Wet Luchtvaart die op 20 februari 2003 in werking is getreden (verder gewijzigde Wet Luchtvaart genoemd). De gewijzigde Wet Luchtvaart is gericht op het tot stand brengen van een wettelijke grondslag voor het nieuwe regime voor de luchthaven Schiphol. Deze wet vormt de

grondslag voor twee uitvoeringsbesluiten: het Luchthavenverkeersbesluit en het

Luchthavenindelingbesluit (LIB). Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen in overeenstemming te zijn met het Luchthavenindelingbesluit. In dit Besluit wordt een beperkingengebied aangegeven. Hierin worden beperkingengebieden ten aanzien van Schiphol weergegeven met betrekking tot externe veiligheid, geluidbelasting, hoogtebeperkingen en vogelaantrekkende werking.

Toetsing

In het LIB Schiphol zijn begrenzingen opgenomen voor het luchthavengebied en het

beperkingengebied. Daaruit volgt dat het plangebied binnen het beperkingengebied ligt. Voor

ontwikkelingen binnen het beperkingengebied gelden aanvullende regels. Deze regels zijn afhankelijk van de specifieke ligging van de ontwikkellocatie.

Beperkingen bebouwing

In de volgende afbeelding is de kaart met de beperkingsgebieden voor bebouwing opgenomen (LIB 1-5). Hierop is te zien dat er ter plaatse van het plangebied geen beperkingen voor bebouwing gelden.

1 Toets ladder voor duurzame verstedelijking Nieuw-Vennep, Hoofdweg 1247, SAB, projectnummer 190191, 25 november 2019.

Uitsnede webapplicatie LIB Schiphol met beperkingsgebieden voor bebouwing en globale ligging plangebied (gele cirkel)

Maatgevende toetshoogte

Het plangebied ligt in een gebied waar maximale hoogtes gelden voor objecten. De maatgevende toetshoogte in het plangebied (exclusief de radar) is 130 meter. De maatgevende toetshoogte met betrekking tot de radar is 71 meter. In het plangebied worden geen objecten hoger dan 10 meter mogelijk gemaakt. Aan de toetshoogtes wordt hiermee ruimschoots voldaan.

Beperkingen vogels

Het plangebied ligt tot slot buiten de zone waarin beperkingen gelden voor het aantrekken van vogels.

Conclusie

Het voorliggende plan is niet in strijd met het LIB Schiphol.

In document NIEUW-VENNEP HOOFDWEG 1247 (pagina 14-17)