• No results found

De gebieden van de Zuid-Hollandse recreatieschappen en de routenetwerken zijn gebundeld op het platform www.heerlijkbuiten.nl.

Staatsbosbeheer beheert natuur- en recreatiegebieden voor een aantal recreatieschappen in Zuid-Holland, die mede worden gefinancierd door de provincie Zuid-Holland. Het gaat om Groenalliantie Midden-Holland, Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde, Recreatieschap Rottemeren en Recreatieschap Voorne-Putten.

Het voormalige Recreatieschap Midden-Delfland is per 2019 opgeheven en de

onderhoudstaken zijn overgenomen door Coöperatief Beheer Groengebieden Midden-Delfland.

Het voormalige Recreatieschap Zuidwestelijke Delta is per 2018 opgeheven De provincie Zuid-Holland heeft de afgelopen jaren ingezet op routenetwerken zoals fietsknopennetwerk, wandelnetwerken (knopen) en sloepennetwerken (knopen).

Zuid-Holland heeft in Midden-Delfland een skateknooppuntennetwerk gerealiseerd.

Het portaal www.recreatienoordholland.nl dient als vertrekpunt voor de recreatiegebieden en recreatieve netwerken.

De provincie Noord-Holland neemt deel aan vijf recreatieschappen, te weten Alkmaarder- en Uitgeestermeer, Groengebied Amstelland, Spaarnwoude, Twiske- Waterland en Plassenschap Loosdrecht (waaraan de provincie Utrecht ook deelneemt).

Het wandelknopennetwerk (www.wandelnetwerknoordholland.nl) is recent vernieuwd en heeft diverse gebruiksvriendelijke toepassingen op basis van een uitgebreid wandelknopennetwerk.

Voor uitstapjes naar natuurgebieden is www.natuurwegwijzer.nl ontwikkeld, waarin Waternet, de recreatieschappen, IVN en Landschap Noord-Holland samenwerken.

Recreatieschap Drenthe is een samenwerkingsverband van de Drentse gemeenten en de Friese gemeente Ooststellingwerf. Het Recreatieschap ondersteunt de gemeenten in de vitalisering en groei van de vrijetijdssector in Drenthe en Ooststellingwerf.

Behalve beheer van diverse recreatiegebieden heeft het recreatieschap een routebureau, dat bijdraagt aan het ontwikkelen en onderhouden van fiets-, MTB-, wandel- en hippische netwerken. De wandel- en fietsnetwerken zijn op basis van knooppunten.

Het Recreatieschap Drenthe is een van de trekkers voor het thema Vitale Verblijfsrecreatie en biedt ook een kennisbank aan (waarin onderzoeken worden verzameld).

Recreatieschap Drenthe beheert het Fonds Recreatie en Toerisme waaruit recreatieprojecten van derden worden aangejaagd. https://www.recreatieschapdrenthe.nl/fonds).

De meeste provincies in Nederland hebben het Perspectief Bestemming Nederland 2030 nog niet door vertaald in het toeristisch beleid. Meestal omdat het beleid was geformuleerd voor 2018. In veel provinciale toeristische visies wordt dan ook nog met name ingezet op het aantrekken van grotere aantallen bezoekers, in plaats de kwaliteit en duurzame groei voorop te stellen. Provincies die deze vertaalslag wel hebben gemaakt zijn (onder andere) Zuid-Holland en Friesland.

Onderstaand zijn de voornaamste ambities en doelen van deze provincies weergeven.

PROVINCIE BELEID

De Beleidsnota Gastvrij Fryslân 2028 focust zich op slimme groei. Daarmee wordt bedoeld dat er niet alleen wordt ingezet op de groei van de bezoekers, maar dat dit op een slimme manier gebeurt, zodat iedereen in Friesland ervan kan profiteren. Daarbij speelt de spreiding van toerisme een belangrijke rol voor het verbeteren van de leefbaarheid. Ook wordt er slim ingespeeld op koppelkansen met andere beleidsvelden. Drie ambities daarbij zijn:

Toerisme zorgt voor een prettige en gezonde woon- en leefomgeving (people).

Toerisme versterkt het behoud en ontwikkeling van cultuur- en natuurerfgoed (planet).

Toerisme zorgt voor toekomstbestendige banen (profit).

Het doel van de Startnotitie Toerisme Zuid-Holland is om in 2030 alle inwoners van Zuid-Holland te kunnen laten profiteren van toerisme. Toerisme kan ook een motor zijn om andere opgaven binnen de provincie. De doelstellingen hierbij zijn:

Versterking van de identiteit van streek koppelen aan toerisme.

Toerisme spreiden, zodat toeristische potenties worden benut en overlast beperkt.

Inkomsten uit toerisme investeren in natuur, recreatie, landschap en erfgoed.

Toeristisch vervoer, verblijf en vermaak verduurzamen.

Digitale bereikbaarheid van toeristisch aantrekkelijke plaatsen verbeteren.

Mogelijkheden van toerisme als werk- en opleidingssector benutten.

PROVINCIE BELEID

Het Vrijetijdshuis Noord-Brabant is enkele jaren geleden opgegaan in Visit Brabant. De organisatie werkt als de provinciale organisatie in marketing, productontwikkeling en routes voor de vrijetijdseconomie in Noord-Brabant.

Het Routebureau maakt deel uit van Visit Brabant en levert routediensten voor fietsen, wandelen, mountainbiken, ruiteren en varen.

Daarnaast heeft Visit Brabant een belangrijke kennis- en aanjaagfunctie.

102 | BIJLAGEN

5. Donut aanpak

Voor een beleidsaanpak die aandacht heeft voor duurzaamheid, leefbaarheid en inclusiviteit zien we goede kansen door de donutaanpak van de Britse econoom Kate Raworth toe te passen. Ze visualiseert de duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals) van de VN als een donut, verdeeld in domeinen zoals water, energie, vrede en rechtvaar-digheid. De binnencirkel is de sociale bodem en de buitencirkel het ecologische plafond. Alleen in de ruimte daartussen, binnen de donut, is het mogelijk op een rechtvaardige manier te voorzien in menselijke basisbehoeften zoals inkomen en werk, voedsel, politieke inspraak en gezondheid, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Buiten de donut is sprake van zaken als klimaatverandering en/of overlast. En in het gat van de donut is er armoede, weinig aandacht voor mensen met een beperking of ongelijke kansen voor groepen (geen inclusiviteit).

Praktijkvoorbeeld: Stadsdonut

De econoom Raworth, door sommigen ook wel ‘de Keynes van de 21e eeuw genoemd’, ontwikkelde afgelopen jaar met C40 Cities een instrument om het donutmodel in de praktijk te brengen: het stadsportret. Het stadsportret is een raam-werk waarin actuele data op ecologische en sociale thema’s voor een stad wordt weergeven. De uitkomsten van het stadsportret laten zien wat voor stad de stad wil zijn. Steden kunnen zelf bepalen wat ze uiteindelijk met het portret doen.

Voor de gemeente Amsterdam geeft het portret richting aan keuzes en aan beleid, en het dient als input voor het gesprek met de stad. De gemeente koppelt de uitkomsten van het portret en de uitgangspunten van de donut aan haar circulaire strategie. De uitgangspunten van de circulaire strategie worden steeds getoetst aan de elementen uit het sociaal fundament en de ecologische bovengrens (zie figuur 17). Daarnaast ontstaan er vanuit het stadsportret initiatieven, zoals Ma.ak020, een ‘maatschappelijk akkoord’ van en voor Amsterdammers dat met zo’n twintig ‘donutdeals-initiatieven’ streeft naar een circulaire stad. De uitdaging schuilt erin om de donut concreet toe te passen en meetbaar te maken.

Figuur 17: werking donutaanpak (bron: Kate Raworth)

6. Onderzoek en data

In deze bijlage hebben we beschreven waar we nu staan en wat we gaan doen op het gebied van onderzoek en data. Dit is een toelichting bij paragraaf 4.3.