• No results found

Provinciaal niveau Omgevingsvisie Overijssel

4 Beleid, plannen en regelgeving

4.3 Provinciaal niveau Omgevingsvisie Overijssel

De provincie Overijssel heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, waterhuishoudingsplan en milieubeleidsplan samengevoegd tot één Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is het provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. Het heeft de status van:

- Structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro); - Regionaal Waterplan onder de Waterwet;

- Milieubeleidsplan onder de Wet milieubeheer;

- Provinciaal verkeer- en vervoersplan onder de Planwet Verkeer en Vervoer; - Natuurvisie onder de Wet natuurbescherming

Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten van Overijssel een actualisatie van de Omgevingsvisie vastgesteld. Deze actualisatie is uitgevoerd naar aanleiding van het hoofdlijnenakkoord ‘Kracht van Overijssel’. Er zijn aanpassingen uitgevoerd voor diverse onderwerpen, waaronder de EHS (nu: natuurnetwerk Nederland ofwel NNN). Op 8 oktober 2014 is de Omgevingsvisie nogmaals op onderdelen herzien en door Provinciale Staten vastgesteld. Op 12 april 2017 is de Omgevingsvisie herzien. De omgevingsvisie wordt verankerd in de Omgevingswet (voorzien voor 2018).

Omgevingsverordening

Eén van de instrumenten voor de doorwerking van het beleid uit de Omgevingsvisie is de verordening. Uitgangspunt van de Omgevingsverordening is dat er niet meer geregeld wordt dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. De omgevingsverordening is opgesteld vanuit het uitgangspunt ‘decentraal wat kan, centraal wat moet'. Dat wat elders geregeld wordt (bijvoorbeeld door het rijk) wordt niet dubbel geregeld in deze verordening.

In de Omgevingsverordening wordt een relatie gelegd tussen Natura 2000 en de EHS (nu: NNN). Het beschermingsregime van de EHS is een belangrijk uitvoeringsinstrument voor de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen.

De Omgevingsverordening geeft regels voor:

- De provinciale adviescommissie (regelt instelling, taken en werkwijze van de Provinciale

Commissie voor de Fysieke Leefomgeving);

- Gemeentelijke ruimtelijke plannen (inhoud en toelichting bestemmingsplannen en

beheersverordeningen);

- Grondwaterbescherming, bodemsanering en ontgrondingen;

- Kwantitatief en kwalitatief waterbeheer;

- Verkeer (provinciale wegen en scheepvaartwegen).

De Omgevingsverordening heeft de status van:

- Ruimtelijke verordening in de zin van artikel 4.1 Wro;

- Milieuverordening in de zin van artikel 1.2 Wet Milieubeheer en de Ontgrondingenwet;

- Waterverordening in de zin van de Waterwet;

- Verkeersverordening in de zin van artikel 57 van de Wegenwet en artikel 2A van de

Wegenverkeerswet.

Natuurbeheerplan Provincie Overijssel

Het Natuurbeheerplan Overijssel vormt het belangrijkste uitvoeringsinstrument van het Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer (SNL). Het SNL vervangt sinds januari 2010 het oude Programma Beheer en kent twee provinciale regelingen:

1. De ‘Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer’ (SRNL); 2. De ‘Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap’ (SKNL).

Het Natuurbeheerplan geldt als toetsingskader voor subsidieaanvragen op basis van voornoemde regelingen.

In de SRNL zijn de mogelijkheden voor (agrarisch) natuur- en landschapsbeheer vastgelegd. Er zijn vanuit SRNL subsidies mogelijk voor:

- Het beheer van nieuw ingerichte natuurterreinen en bestaande natuurgebieden;

- Agrarisch natuurbeheer op bestaande landbouwgronden;

- Het beheer van bestaande landschapselementen;

De SKNL biedt de subsidie mogelijkheden om:

- Bestaande landbouwgronden om te vormen naar natuur en/of

- Bestaande natuur naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen met behulp van een

kwaliteitsimpuls.

Waterbeheerplan

Met de invoering van de KRW is Nederland verdeeld in zeven deelstroomgebieden (Maas, Schelde, Eems, Rijn-Noord, Rijn-Midden, Rijn-Oost, Rijn-West). De provincie Overijssel ligt geheel in het deelstroomgebied Rijn-Oost. Dit deelstroomgebied wordt beheerd door de waterschappen Drents Overijsselse Delta, Rijn en IJssel en Vechtstromen. Voor de periode 2016-2021 is door deze waterschappen gezamenlijk een waterbeheerplan opgesteld. Een waterbeheerplan bevat de kaders en voornemens voor het beleid van de waterschappen voor de komende planperiode. Daarnaast vormt het de basis voor samenwerking met andere overheden én is het een basis voor verantwoording van de voortgang van de uitvoering. Ook geeft het waterbeheerplan inzicht aan burgers voor welke taken de waterschappen de komende jaren staan en op welke wijze deze taken worden uitgevoerd.

Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR)

Het GGOR-besluit is een besluit van het waterschap over de inrichting van de waterhuishouding in een gebied. Het achtergronddocument bij het GGOR-besluit geeft inzicht in de effecten van inrichtingsmaatregelen op de verschillende gebruiksfuncties.

Waar het Natura 2000-beheerplan de maatregelen beschrijft die noodzakelijk zijn voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen geeft het GGOR-besluit concrete invulling aan de hydrologische maatregelen op inrichtingsniveau. Het GGOR-besluit geeft grondgebruikers duidelijkheid welk waterbeheer zij in normale omstandigheden kunnen verwachten. De bestaande afspraken die in het kader van Samen Werkt Beter zijn gemaakt over de GGOR-procedure staan niet ter discussie.

Keur

De Keur is een verordening van het waterschap die strekt tot bescherming van waterstaatswerken in beheer bij het waterschap. Met het oog daarop bevat de Keur een stelsel van geboden en verboden alsmede straf- en handhavingsbepalingen. Deze bepalingen dienen te worden toegepast met inachtneming van het geldende beleid. Het in het Waterbeheerplan verwoorde beleid is richtinggevend bij de uitvoering van de Keur. Een vergunningaanvraag in het kader van de Waterwet wordt hieraan getoetst en wordt verstrekt indien er geen redenen zijn om te weigeren.

Reconstructieplan

De Reconstructiewet concentratiegebieden onderscheidt, voor de goede ruimtelijke structuur van concentratiegebieden, drie soorten zones: landbouwontwikkelingsgebied, verwevingsgebied en extensiveringsgebied. Het daaruit voortkomende door de provincie Overijssel op 15 september 2004 vastgestelde Reconstructieplan Salland-Twente, is gericht op een geleidelijke verschuiving van de intensieve veehouderij van extensiverings- naar landbouwontwikkelingsgebied en aan te wijzen sterlocaties in het verwevingsgebied. Het Reconstructieplan is verwerkt in de Omgevingsvisie Overijssel en heeft een ruimtelijke doorwerking in bestemmingsplannen. Per 1 juli 2014 is de Reconstructiewet concentratiegebieden vervallen. Het Reconstructieplan blijft tot 12 jaar na vaststelling van het reconstructieplan van kracht, dus tot september 2016. Springendal & Dal van de Mosbeek valt vrijwel geheel (>95%) in extensiveringsgebied, eromheen ligt verwevingsgebied. Op 12 april 2017 is de Omgevingsvisie herzien.