• No results found

programmatuur/software voor, maar vaak is het nog veel handiger om (samen!) met geeltjes op de muur van de projectgroep-ruimte aan de

slag te gaan.

Overall beleidsdoel

Beleidsdoel

Primair projectdoel

Secundair projectdoel

Tertiair projectdoel

Maatregelen

Activiteiten

subsidie regeling x

instellen

inbraak preventie

centrum openen

voorlichting wijkgericht

Verminderen criminaliteit

Overval Straatroof

Vermindering

woningin-braken

Aanpak HIC Aanpak ... Aanpak ...

Probleemgericht werken aan High Impact Crime

5.1.2 Hoe SMART wil je het hebben 99

(en hoe SMART kan je het krijgen) ?

In de boeken en artikelen over het formuleren en vaststellen van doelen, gebruikt men veel de term SMART: een doel moet specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden zijn (Benders, 2020). Dat is vooral nuttig om samen een heldere koers uit te zetten en te volgen en om later het proces en de effecten goed te kunnen evalueren. SMART lijkt simpel en probeer het vooral, maar in de praktijk valt dit soms moeilijker te realiseren dan gedacht. Zeker als er meerdere betrokkenen zijn.

A

ls er geen doel is kun je ook niet scoren (of missen):

Zo is een standaarduitkomst van praktisch elke beleidsevaluatie, en elk rapport van de Algemene Rekenkamer, dat het lastig is beleid te beoordelen omdat de doelstellingen van het beleid niet zijn geëxpliciteerd. En als er geen doel is, kun je ook niet scoren (of missen). En kun je ook je beleid niet verbeteren op een weldoordachte manier. Wordt het formuleren van doelen soms vergeten? Is het ambtelijke onkunde? Nee hoor, het is beleid. Het is beleid om geen doelstellingen te expliciteren. De reden is zelfbescherming. Een minister kan in (politieke) problemen komen als blijkt dat doelstellingen niet zijn gehaald. Daarom liever helemaal niet, of uitsluitend zo abstract opgeschreven dat het geen kwaad kan.

(Kalshoven, 2021).

Baisboek ProHIC

100

Wim Deetman – gepokt en gemazeld politicus (Tweede Kamer, minister, Burgemeester Den Haag, Raad van State):

Dat er in de afgelopen dertig jaar nog niet zo heel veel veranderd is, laat een recente evaluatie van innovatieteams op het terrein van opsporing en vervolging bij de politie zien: de Q-teams.

In dezelfde evaluatie blijkt ook dat gestelde doelen soms tijdens de rit worden bijgesteld.

De door de politici gehanteerde doelen zijn veelal vaag en niet-operationeel. Uit deze doelen kan men niet eenduidige wegen afleiden om ze te bereiken.

De kernvraag van dit onderzoek is of Q een succes te noemen is of niet. Om te beginnen is deze vraag alleen per team en dus op eenheidsniveau te beantwoorden. Zoals gezegd zijn er grote verschillen tussen de teams, ook in de doelen die ze voor zichzelf stellen. Deze doelen zijn vaak weinig concreet en daardoor moeilijk meetbaar. Ook verschilt de context sterk per Q-team. Dit maakt het moeilijk, zo niet onmogelijk, om een eenduidige uitspraak te doen over of Q een succes is.

De door de politici geaccepteerde doelen zijn soms niet de

‘echte’ bedoelingen; het probleem van de ‘verborgen agenda’.

Geheel andere, verborgen doelen kunnen de werkelijke drijfveren achter politiek gedrag zijn.

Doelen veranderen in de tijd. Tegen de tijd dat een probleem is opgelost, is de probleemstelling veranderd en kan men het volgende probleem oplossen. Met het oplossen van dat ene probleem ontslaat het andere.

Er spelen meer verschillende en veelal tegenstrijdige doelen een rol. Een duidelijk gemeenschappelijk doel ontbreekt. Er bestaan niet alleen meer wegen naar Rome, maar ook meer reisdoelen.

(Deetman, 1988, p. 30)

(Van Egmond et al., 2020, p. 113)

” 

” 

Probleemgericht werken aan High Impact Crime

101

Kortom: probeer de doelen vooral SMART te formuleren en dat ook vast te leggen, maar kijk niet raar op als iemand opeens wat vervagend water in de klare evaluatiewijn blijkt te gooien, of als de strak en SMART geformuleerde doelen tijdens de rit opeens blijken te veranderen, omdat dat echt beter en effectiever/efficiënter is, of omdat zoiets politiek beter uitkomt.

Maar soms zijn er ook wel positieve uitzonderingen.

I

n Gouda was het doel om het inbraakrisico van twintig inbraken per 1.000 woningen (2016) terug te brengen naar het gemiddelde van de eenheid van acht inbraken per 1.000 woningen (2019). Dit was een tamelijk ambitieuze doelstelling die uiteindelijk wél is gehaald, in 2019 was het inbraakrisico inderdaad 8/1.000. Met dit resultaat waren politie en gemeente dan ook zeer tevreden. De teamchef stuurde een mail met de volgende tekst:

Best een beetje trots dat team Gouda met name genoemd wordt in het jaarverslag van de eenheid Den Haag als HET voorbeeld van de aanpak van woninginbraken. Dat was wel eens anders vroeger… We hebben deze focus-aanpak in de wijk Goverwelle laten onderzoeken door een onderzoeksbureau en dat rapport willen we over een paar maanden eens voor het voetlicht brengen bij het bestuur.

Waarop de burgemeester reageerde:

“Top! Ga zo door ”

Baisboek ProHIC

102

5.2 Maatregelen bepalen

B

ij het bepalen van de maatregelen staat de vraag centraal met welke maatregelen de gestelde doelen gehaald kunnen worden. Beantwoord dus vooraf de vraag: ‘waarom en hoe zou deze maatregel kunnen werken?’ (= kunnen bijdragen aan het bereiken van het doel). De doel-middelenketen (zie 5.1.1) kan hierbij een handig instrument zijn.

5.2.1 Evidence based

Daarbij ligt het voor de hand te zoeken naar maatregelen die in de praktijk hun nut bewezen hebben, vaak krijgen die maatregelen dan het predikaat evidence based of evidence informed.

Van de website van Movisie: “Over www.movisie.

nl/artikel/evidence-based-werken-geen-keurslijf werken bestaan hardnekkige misverstanden”, zegt Renske van der Zwet, onderzoeker bij kennisinstituut Movisie. Het grootste misverstand is dat het gaat om bewezen effectieve interventies, volgens Van der Zwet. “Evidence based practice is niet het werken met effectieve interventies, maar een afwegingsproces van de professional. Je kijkt naar de behoefte van de cliënt, je raadpleegt je eigen expertise bij de hulpvraag en vervolgens zoek je naar wetenschappelijke kennis over het probleem.” Men gebruikt mede om deze reden vaak ook de iets relativerender term ‘evidence informed’

in plaats van ‘evidence based’.

Probleemgericht werken aan High Impact Crime

103