• No results found

Productiviteit en kosten

In document DE RECHTSPRAAK (pagina 46-49)

groepprijs en minutentarieven

B. Productie in aantal zaken

2.1.3 Productiviteit en kosten

Tabel 6 laat zien hoe de gemiddelde personele bezetting en het volume afge­

handelde zaken zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. In de bezettings­

cijfers, zoals gepresenteerd in paragraaf 2.2, is te zien dat de personeelsomvang eind 2020 licht hoger was dan eind 2019. De capaciteitsuitbreiding van de afgelopen jaren is nodig voor het verlagen van de werkdruk, het kunnen werken volgens de professionele standaarden en om rekening te houden met natuurlijk verloop (vervangingsvraag). De gemiddelde bezetting, zoals hier wordt gebruikt, is van 2019 naar 2020 licht toegenomen (3,4 procent). Omdat tegelijkertijd het zaakvolume (werklast) afnam (­14,6 procent), geldt dat de arbeidsproductiviteits­

indicator als resultante afnam (­17,4 procent) ten opzichte van 2019.

De coronacrisis is van grote invloed geweest op de productiviteit in 2020.

Om de achterstanden niet te ver te laten oplopen, is extra personeel ingezet (bijv. om stukken te digitaliseren). Hierdoor zijn de productiviteitscijfers niet vergelijkbaar met eerdere jaren.

telefonisch contact gelegd worden met de betrokken partijen. De live mediations konden echter pas gepland worden als de beperkende maatregelen niet meer zouden gelden. Voor mediation naast rechtspraak zijn de mogelijkheden van online­mediation om die reden onderzocht en voor de duur van de coronacrisis staat het de mediationbureaus, mediators en partijen vrij (met inachtneming van een aantal waarborgen) gebruik te maken van de mogelijkheid om mediations op afstand (lees: online) te laten plaatsvinden. Voor mediation in strafzaken behoort online mediation niet tot de mogelijk heden, gezien de bijzondere situatie van mediation in strafzaken, omdat dit onvoldoende kwaliteitswaar­

borgen biedt.

Van alle verwijzingen (landelijk) leidde 72,5 procent ook daadwerkelijk tot de start van een mediation. Dat is een fractie meer dan in de afgelopen jaren het geval was.

Het percentage van het aantal mediations, dat met volledige of gedeeltelijke overeenstemming werd afgesloten, is gelijk gebleven: 66 procent. Voor alle rechts gebieden samen lag het percentage volledige overeenstemming (al dan niet met afspraken over schadevergoeding) op 58 procent en het percentage gedeeltelijke overeenstemming op 8 procent. Een belangrijke oorzaak van dit hoge slagingspercentage is het grote aandeel van Mediation in strafzaken (MiS), waar dit percentage al jaren zeer hoog is: ruim 85 procent van de mediations in strafzaken werd met volledige of gedeeltelijke overeenstemming afgesloten (80,5 procent resp. 4,7 procent). Het belangrijkste argument voor de rechter om de zaak naar een mediator te verwijzen is het feit dat partijen in de toekomst met elkaar verder moeten (bijna 52 procent). Ook de gedachte, dat een rechter­

lijke uitspraak geen echte oplossing biedt voor het conflict, wordt regelmatig als reden genoemd (41,5 procent).

Voor de deelnemende partijen zijn het advies van de rechter (43 procent), de relatie met de wederpartij (19 procent) en de verwachting, dat mediation een betere oplossing zal bieden dan een uitspraak van de rechter (11 procent) de meest genoemde redenen om voor mediation te kiezen.

Tabel 7: Index reële kosten en zaaksvolume per ingezette euro 2016-2020 (2016 = 100)

2016 2017 2018 2019 2020 Groei 2020 (%)

Personele kosten 100 98 95 96 97 1,3%

Overige (materiële) kosten 100 85 82 86 88 1,9%

Totale kosten 100 94 91 93 94 1,4%

Gewogen zaaksvolume 100 94 88 86 73 -14,6%

Zaaksvolume per ingezette euro:

kostenproductiviteit 100 99 96 92 77 -15,8%

2.1.4 Werkvoorraden

Alle gerechten hebben een zogenoemde werkvoorraad. Dit zijn zaken die wachten op behandeling, of zijn binnengekomen, maar nog niet zijn afgedaan.

Tabel 8 toont de werkvoorraadontwikkeling per rechtsgebied. De totale werk­

voorraad nam in 2020 toe met ruim 22.500 zaken ten opzichte van de voorraad een jaar eerder (plus 6 procent).

Bij de rechtbanken is de toename van de werkvoorraad vooral zichtbaar bij bestuurs zaken en bij kantonstraf (overtredingen en Mulderzaken). De werkvoorraad bij handelszaken nam af. De oorzaak hiervan is de mutatie van de insolventiezaken:

er is een beperktere instroom en een grotere uitstroom.

Bij de gerechtshoven nam de werkvoorraad licht toe. Een verschuiving is wel zichtbaar: de voorraad straf zaken neemt toe en de voorraad civiele zaken en belastingzaken neemt af.

Bij het CBb en de CRvB is de voorraad gedaald. Bij beide bijzondere colleges is de voorraad met ongeveer 1.000 zaken afgenomen. Bij het CBb is de relatieve daling ten opzichte van het voorgaande jaar het grootst. Bij het CBb is de absolute afname van de voorraad het grootst bij zaken die betrekking hebben op meststoffenwetgeving. Bij het CRvB is de absolute afname van de voorraad het grootst bij zaken die betrekking hebben op arbeidsongeschiktheid.

Tabel 6: Index personele bezetting, gewogen zaaksvolume en arbeidsproductiviteit 2016-2020 (2016 = 100)

2016 2017 2018 2019 2020 Groei 2020 (%) Gemiddelde bezetting rechters

en raadsheren 100 103 107 107 108 1,5%

Gemiddelde bezetting

ondersteuning 100 102 103 104 108 4,0%

Gemiddelde bezetting totaal 100 102 104 105 108 3,4%

Gewogen zaaksvolume 100 94 88 86 73 -14,6%

Zaaksvolume per arbeidsjaar:

arbeidsproductiviteit 100 92 84 82 68 -17,4%

Tabel 7 geeft een beeld van de kostenontwikkeling, gecorrigeerd voor inflatie van lonen en prijzen bij de overheid. De totale voor inflatie gecorrigeerde kosten die de Rechtspraak heeft gemaakt, zijn in 2020 toegenomen met 1,4 procent. Zowel de personele kosten als de materiële kosten namen toe, zij het in verschillende mate. Omdat het zaakvolume in 2020 afnam, terwijl de kosten licht toenamen, zijn de kosten voor een vergelijkbare hoeveelheid zaken in 2020 gestegen. Over de periode 2016­2020 nam het gewogen zaakvolume af. Van 2019 naar 2020 is de afname 14,6 procent. Een toenemend kostenniveau gecombineerd met afnemende gewogen zaakzwaarte, betekent dat de kosten­

productiviteit afneemt (15,8 procent afname in 2020 ten opzichte van 2019).

Tabel 8: Werkvoorraadontwikkeling 2019-2020 (afgerond op tientallen)

Werkvoorraad

eind 2019 Ontwikkeling werkvoorraad 2019

Werkvoorraad

eind 2020 Ontwikkeling werkvoorraad 2020 gerelateerd aan

instroom

vergeleken met voorraad 2018

gerelateerd aan instroom

vergeleken met voorraad 2019 Rechtbanken

Civiel 82.590 -2% -7% 77.770 -2% -6%

- Handelszaken 46.740 -18% -15% 41.020 -15% -12%

- Familiezaken 33.470 1% 6% 34.450 1% 3%

- Beslissing president /civiel algemeen 2.380 0% -3% 2.300 0% -3%

Bestuur 55.190 6% 13% 69.700 15% 26%

- Bestuurszaken 20.410 5% 9% 24.860 13% 22%

- Vreemdelingenzaken 10.110 6% 35% 10.960 3% 8%

- Belastingzaken 24.670 8% 9% 33.880 30% 37%

Strafzaken1) 54.090 0% 0% 56.620 2% 5%

Kanton 141.090 -1% -7% 153.210 1% 9%

- Handelszaken 33.870 1% 11% 40.290 2% 19%

- Familiezaken 91.900 -1% -6% 87.830 -1% -4%

- Beslissing president /civiel algemeen 580 1% 5% 670 2% 16%

- Strafzaken + Mulderzaken 14.740 -8% -34% 24.420 15% 66%

Gerechtshoven

Civiel 10.460 -4% -5% 10.120 -3% -3%

- Handelszaken 7.390 -10% -8% 7.160 -4% -3%

- Familiezaken 3.070 3% 6% 2.960 -2% -4%

Belastingzaken 5.200 28% 38% 4.610 -16% -11%

Strafzaken 22.950 5% 7% 24.270 5% 6%

CRvB 8.670 -26% -14% 7.730 -21% -11%

CBb 3.180 4% 3% 2.070 -88% -35%

Totaal werkvoorraad 383.420 -0,6% -2% 406.100 2% 6%

1)Voorraad ter zitting gebrachte zaken.

Binnen de Rechtspraak heeft het project doorlooptijden Rechtspraak nieuwe standaarden voor de duur van zaken opgeleverd die de huidige normen vanaf 2022 zullen vervangen. Dit jaar wordt nog gerapporteerd op basis van de oude normen.

In deze paragraaf is de stand van zaken te vinden over de duur van rechtszaken voor de Rechtspraak als geheel. Voor het CBb en de CRvB zijn geen normen voor doorlooptijden vastgesteld, maar wordt wel over de gemiddelde doorloop­

tijden gewaakt.

In 2020 is vanwege de coronacrisis een groot aantal fysieke zittingen niet doorgegaan. Een logisch gevolg hiervan is dat de afhandeling van veel rechts­

zaken vertraging heeft opgelopen. Veel doorlooptijden zijn dus langer geweest dan anders, zoals ook blijkt uit de cijfers in dit hoofdstuk.

Landelijk totaalbeeld

De afgelopen 5 jaar is de gemiddelde duur van rechtszaken (gewogen op de aantallen in 2020) toegenomen: bij de rechtbanken met 13 procent en bij de gerechtshoven met 27 procent. Oorzaken hiervoor zijn tekort aan rechters en raadsheren en in 2020 de zittingsuitval als gevolg van de coronacrisis. Er zijn grote verschillen zichtbaar tussen gerechten en zaakstromen.

2.1.5 Kwaliteitsnormen

In document DE RECHTSPRAAK (pagina 46-49)