• No results found

Schema’s Landschapsmodule

Schema berekening effect op kenmerkende terreinvormen

Dit schema is toegelicht in de hoofdtekst. Vaste invoerbestanden vormen Bodem, Grondwatertrappen, Terreinvormen en de Kenmerkendheid van terreinvormen. Variabele invoer is het nieuwe ruimtegebruik volgens het door te rekenen scenario. Het ruimtegebruikbestand verschilt per scenario en moet worden gekoppeld aan het attribuut “Nieuw ruimtegebruik”. Als men in de applicatie de opdracht geeft om een scenario voor het eerst door te rekenen, dan wordt automatisch gevraagd om dit ontbrekende invoerbestand en wordt deze als parameter bij het scenario opgeslagen. Zo kan het zelfde schema voor meerdere scenario’s worden gebruikt.

Kennismatrix Bepaal Maatregelen: voorbeeld 1

Dit is een driedimensionale matrix waarin het ruimtegebruik wordt uitgezet tegen Bodem en Grondwatertrap. De figuur toont de kennistabel voor het ruimtegebruikstype Grasland Groot. Voor grootschalig grasland wordt een optimale inrichting geëist, met bijv. een goede ontwatering of watervoorziening (voor kleinschalig grasland wordt daarentegen geen enkele maatregel voorgesteld, hier wordt ervan uitgegaan dat het gebruik zich aanpast aan de situatie).

Door een ander ruimtegebruikstype te kiezen boven in de tabel (diameter), kan men de kennistabel opvragen voor elk ruimtegebruikstype.

Hier onder volgt nog een voorbeeld van deze tabel, met een andere keuze voor de X-, Y- en Z- as.

Kennismatrix Bepaal Maatregelen: voorbeeld 2

In deze figuur is het bodemtype veen met moerige bovengrond (Z-as) uitgezet tegen het ruimtegebruik (Y-as) en de grondwatertrappen (X-as).

Zo zijn er drie verschillende manieren om de kennismatrix te bekijken, met andere keuzen voor X, Y en Z-as.

Kennismatrix: Bepaal effect op terreinvormen (voorbeeld 1)

In deze matrix worden de verschillende terreinvormen zoals onderscheiden door geomorfologen afgezet tegen de maatregelen. De inhoud van de matrix geeft het effect van de maatregelen op de terreinvormen in 3 waarden: verslechtering (-1), gelijkwaardig (0), en verbetering (1). De laatste komt nauwelijks voor: de meeste maatregelen verstoren de historisch gevormde terreinvormen of hebben geen invloed.

De matrix past niet geheel op de pagina. Het vervolg is op de volgende pagina geplaatst (vanwege plaatsgebrek ontbreekt in de figuur ook de maatregel ontwateren).

Schema berekening effect op herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis

Dit schema laat zien dat het effect op de herkenbaarheid van de ontginningsgeschiedenis wordt bepaald door drie bestanden met elkaar te vergelijken: de huidige herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis, het effect op het kenmerkende ruimtegebruik en het effect op percelering van het scenario.

De attributen in de witte blokjes komen meerdere keren in het schema voor, de berekening daarvan kan worden weg gelaten bij de presentatie.

In dit schema komen 4 kennistabellen voor, die hierna worden weergegeven, van boven naar beneden:

Bepaal effect op herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis

Bepaal effect op percelering

Bepaal effect op kenmerkend ruimtegebruik

Bepaal bovengrond

De bovengrond is een vereenvoudigde versie van het ruimtegebruik, om de grootte van de kennistabel “Bepaal effect op kenmerkend ruimtegebruik” in te perken.

Kennismatrix Bepaal effect op herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis

Hierin wordt de huidige herkenbaarheid ontginningsgeschiedenis (X-as) uitgezet tegen het effect op kenmerkend ruimtegebruik (Y-as) en het effect op percelering (Z-as)

Kennismatrix Bepaal effect op percelering

Deze figuur laat een klein deel zien van de kennismatrix.

Kennismatrix Bepaal effect op kenmerkend ruimtegebruik

Deze figuur laat het effect zien van de verandering in de bovengrond op het kenmerkend ruimtegebruik in landschapstype 13 (Utrechts-Gelders type). Op de Y-as de huidige bovengrond, op de x-as de nieuwe bovengrond volgens het scenario, op de Z-as het historische landschapstype.

Kennismatrix Bepaal bovengrond

Op de X-as de huidige bovengrond, op de Y-as het ruimtegebruik volgens het scenario, de inhoud van de matrix toont de nieuwe bovengrond volgens het scenario.

Deze tabel wordt ook gebruikt om de huidige bovengrond uit het huidige ruimtegebruik te genereren, met als tweede invoer een oudere versie van de bovengrond (of een bovengrond die is afgeleid van de Top10).

NB.

Eigenlijk is de huidige bovengrond bij de meest recente invulling van de kennistabel niet nodig als invoer, omdat het ruimtegebruik in alle gevallen de bovengrond volledig bepaalt (in vorige versies was de huidige bovengrond voor een deel ook bepalend voor de nieuwe bovengrond). Overwogen kan worden om deze matrix te vervangen door een simpele vertaaltabel met alleen het ruimtegebruik als invoer.

Schema berekening effect op schaalklassen

In deze procedure wordt de huidige schaal per cel uitgezet tegen de nieuwe schaal per cel om het verschil tussen de twee te bepalen (het effect). Invoer is het opgaande beplantings- en bebouwingspercentage berekend in Monitoring schaal (zie bijlage 2) en het nieuwe ruimtegebruik volgens het scenario. De berekening van de huidige schaal is identiek aan die in Monitoring Schaal. De resultaatkaart is dan ook identiek bij gebruik van dezelfde bestanden. In de procedure worden 3 verschillende kennistabelen gebruikt:

• Bepaal effect op schaalklassen • Bepaal schaal per cel

• Bepaal nieuwe bebouwing • Bepaal nieuwe beplanting Deze worden hierna weergegeven.

Kennismatrix Bepaal effect op schaalklassen

Kennismatrix Bepaal schaal per cel

Kennismatrix Bepaal nieuwe bebouwing

X-as: huidige bebouwingsklasse

Y-as: nieuw ruimtegebruik volgens scenario Uitvoer matrix: nieuwe bebouwingsklasse volgens scenario

Kennismatrix Bepaal nieuwe beplanting

X-as: huidige beplantingsklasse

Y-as: nieuw ruimtegebruik volgens scenario Uitvoer matrix: nieuwe beplantingsklasse volgens scenario

Schema berekening effect op zeer open gebieden

In dit schema worden huidige en nieuwe zeer open gebieden berekend en met elkaar vergeleken.

Invoer zijn de huidige percentages aan opgaande beplanting en bebouwing (berekend in Monitoring schaal) en het nieuwe ruimtegebruik volgens het scenario. Voor de berekening van de huidige zeer open gebieden wordt dezelfde procedure gevolgd als in Monitoring Schaal. De resultaatkaart is dan ook identiek bij gebruik van dezelfde bestanden.

In dit schema komt een aantal kennistabellen die al eerder zijn getoond (Bepaal Schaal per cel, Bepaal nieuwe beplanting en bebouwing). Hieronder volgen alleen de kennistabellen:

• Bepaal zeer open gebieden

Kennismatrix Bepaal zeer open gebieden

Gridcellen behoren tot zeer open gebieden als de gemiddelde schaal per cel binnen 1,5km =< 2.25 en de gridcel zelf een schaalklasse-per-cel heeft van 1 of 2. Deze matrix is identiek met die in Monitoring Schaal.

Kennismatrix Bepaal effect op zeer open gebieden

In deze matrix is te zien dat er alleen sprake is van een positief effect (toename aan open gebied) als dit geen kleinschalig gebied betreft. Het is echter aanvechtbaar of toename aan open gebied als een positief effect moet worden beschouwd. In de context van deze indicator “zeer open gebieden” wordt dit wel zo gepresenteerd.

Schema berekening effect op kleinschalige gebieden

In dit schema wordt het effect van de nieuwe bebouwing en beplanting op de huidige kleinschalige gebieden berekend en bij elkaar opgeteld. Invoer zijn de huidige percentages aan opgaande beplanting en bebouwing, de huidige kleinschalige gebieden (alle drie berekend in Monitoring schaal) en het nieuwe ruimtegebruik volgens het scenario.

In dit schema komt een aantal kennistabellen die al eerder zijn getoond (Bepaal nieuwe beplanting en bebouwing). Hieronder volgen alleen de kennistabellen:

• Bepaal effect bebouwing op kleinschalige gebieden • Bepaal effect beplanting op kleinschalige gebieden

Kennismatrix Bepaal effect bebouwing op kleinschalige gebieden

X-as: nieuwe bebouwingsklassen volgens scenario Y-as: huidige bebouwingsklassen

Uitvoer matrix: afname/toename/weinig verandering van het huidige kleinschalige karakter Het kleinschalige karakter danken deze gebieden niet aan de bebouwing, maar uitsluitend aan het voorkomen van opvallend veel heggen.

Deze matrix laat zien dat er sprake is van een afname van het kleinschalige karakter van een gebied als de bebouwing toeneemt, en dat er sprake is van een toename van het kleinschalige karakter als bebouwing verdwijnt. Er is weinig verandering als de bebouwingshoeveelheid nagenoeg niet verandert en er is geen effect als het geen kleinschalig gebied betreft.

Kennismatrix Bepaal effect beplanting op kleinschalige gebieden

X-as: nieuwe beplantingsklassen volgens scenario Y-as: huidige beplantingsklassen

Uitvoer matrix: fname/toename/weinig verandering van het huidige kleinschalige karakter Het kleinschalige karakter danken deze gebieden uitsluitend aan het voorkomen van opvallend veel heggen.

Deze matrix laat zien dat er sprake is van een afname van het kleinschalige karakter van een gebied als de beplanting afneemt of dominant wordt, en dat er sprake is van een toename van het kleinschalige karakter als beplanting in zekere mate toeneemt. Er is weinig verandering als de beplantingshoeveelheid nagenoeg niet verandert en er is geen effect als het geen kleinschalig gebied betreft.

Schema’s Belevingsmodule

Schema berekening effect op beleving

Dit is een samenvattend schema voor de bepaling van de effecten op de Beleving. Het laat zien dat de belevingswaarde (huidige en van het scenario) wordt bepaald door de geclassificeerde negatieve waarden af te trekken van de geclassificeerde positieve waarden. Het effect op de belevingswaarde wordt bepaald door de huidige belevingswaarde af te trekken van de belevingswaarde van het scenario.

Kennismatrix Classificeer pos bel. waarden Kennismatrix classificeer negatieve bel. waarden

Deze kennistabellen zijn identiek met die in het BelevingsGIS

De procedures voor het bepalen van de huidige positieve en negatieve belevingswaarden voor het scenario volgen hier na.

Schema berekening huidige positieve belevingswaarde

In deze matrix is te zien dat de indicatoren Natuurlijkheid en de subindicator Water opnieuw worden bepaald, de andere twee indicatoren worden overgenomen van het BelevingsGIS (zie bijlage 3). Dit wordt gedaan om de belevingswaarde van de huidige situatie en van het scenario vergelijkbaar te maken voor deze twee indicatoren.

De belevingswaarde die in KELK wordt berekend wijkt daarmee af van die in het BelevingsGIS. Bij Natuurlijkheid wordt in de nieuwste versie van het BelevingsGIS een (zichtbare) uitstraling van de opgaande beplanting op de omringende cellen (binnen een straal van 500m) meegerekend. Dat gebeurt (nog) niet in de KELK-versie.

In het volgende schema voor de bepaling van de nieuwe positieve belevingswaarde (van het scenario) is te zien dat de indicatoren historische monumenten en reliëf niet veranderen en worden overgenomen van het BelevingsGIS; hiervan wordt (voorlopig) aangenomen dat ze niet veranderen door het scenario.

De kennistabellen die gebruikt worden voor het classificeren van de Positieve belevingswaarde, Natuurlijkheid en Water zijn het zelfde voor de huidige situatie en de nieuwe. Deze worden getoond na het volgende schema.

Schema berekening positieve belevingswaarde van het scenario

Het verschil met de huidige situatie is dat hier een extra stap nodig is om de nieuwe beplanting te bepalen uit het nieuwe ruimtegebruik volgens het scenario. De indicatoren historische monumenten en reliëf worden overgenomen van het BelevingsGIS; hiervan wordt (voorlopig) aangenomen dat ze niet veranderen door het scenario.

De kennistabel voor het bepalen van de nieuwe beplanting is dezelfde als die wordt gehanteerd voor de bepaling van de nieuwe schaal. Hier onder volgen de kennistabellen: • Bepaal natuurlijk met water

• Bepaal natuurlijk • Bepaal water