• No results found

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van groepsgesprekken met aanbieders van voorzienin-gen op terrein van wonen, welzijn en zorg in Gouda en Schoonhoven. Tijdens de groepsge-sprekken is eerst het huidige gebruik van de voorzieningen door Marokkaanse ouderen vanuit het perspectief van de aanbieders besproken. Vervolgens is nagegaan welke knelpunten zich voordoen. Tenslotte zijn oplossingsgerichte activiteiten verkend.

Er zijn twee bijeenkomsten georganiseerd met aanbieders van zorg-, welzijns- en woonvoorzie-ningen. De bijeenkomst in Gouda is bezocht door acht aanbieders, de bijeenkomst in Schoon-hoven is bezocht door drie aanbieders. Bij beide bijeenkomsten is er eerst informatie verschaft over het onderzoek en de groepsgesprekken met Marokkaanse ouderen. Als eerste is vervol-gens aan de orde gesteld de vraag naar het huidige gebruik van voorzieningen door Marok-kaanse ouderen en de knelpunten die zich daarbij voordoen. Daarna is ingegaan op mogelijke oplossingsgerichte activiteiten.

5.2 Op welke wijze maken allochtone ouderen gebruik van de voorzieningen en dien-sten in Gouda en Schoonhoven?

De aanwezigen herkennen de in de gesprekken met Marokkaanse ouderen aangesneden pro-blemen. Eén van de aanwezigen formuleert het als volgt: “De ouderen kennen de voorzieningen niet en de instellingen kennen de ouderen niet”. De aanwezige aanbieders van zorg- en wel-zijnsvoorzieningen zeggen weinig zicht te hebben op de wensen en interesses van Marokkaan-se ouderen en hebben in het verleden teleurstellende ervaringen opgedaan met het peilen van de behoeften en wensen van de oudere Marokkanen.

Er zijn in Gouda weinig contacten met zelforganisaties, hoewel men wel op de hoogte is van de initiatieven van het R&M project. Het instituut Sociaal Raadslieden heeft vanuit het verleden de meeste contacten opgebouwd met oudere Marokkanen. Naar schatting 90% van het cliënten-bestand bestaat uit Marokkanen.

In Schoonhoven heeft het meldpunt de meeste contacten met oudere Marokkanen. De woning-corporatie onderhoudt contacten met Marokkaanse gezinnen die woningen huren van de wo-ningcorporatie, met name in Schoonhoven Noord.

De aanwezigen komen met voorbeelden van initiatieven die zijn ondernomen vanuit de aanbie-ders waarbij de oudere Marokkanen uiteindelijk afhaken. Voorbeelden zijn bezoek aan verzor-gingshuizen, zwemmen, gymnastiek. Men heeft weinig zicht op de oorzaak van het afhaken. In de meeste gevallen gaat het om initiatieven die niet samen met de groep oudere Marokkanen georganiseerd zijn. De Commissie Ouderenbeleid Schoonhoven heeft wel pogingen gedaan om de belangstelling te peilen voor de cursussen die door hen worden aangeboden, maar kreeg weinig respons. Van belang zijn de ervaringen die vanuit de Vierstroom en de RPCP Midden-Holland zijn opgedaan met het organiseren van initiatieven voor allochtone mantelzorgers, waaruit blijkt dat het wel mogelijk is om allochtonen te bereiken.

Wonen

De woningcorporaties in Gouda hebben weinig zicht op de wensen van oudere Marokkanen. Zij hebben ervaringen opgedaan met het betrekken van oudere Marokkanen bij herhuisves-tingstrajecten, waarbij uiteindelijk gekozen is voor een individuele benadering omdat voorlich-tingsbijeenkomsten niet bleken te werken. Zij hebben geen ervaring met samenwerking met organisaties van Marokkanen.

In Schoonhoven-Noord zijn er in het kader van de renovatie bijeenkomsten geweest die per blok in een woning werden georganiseerd. Op die bijeenkomsten waren Marokkanen wel aan-wezig. Op de bijeenkomsten die vervolgens door het buurtcomité zijn georganiseerd bleef men weg. Binnenkort wordt in Schoonhoven een enquête gehouden onder alle ouderen over wonen en zorg. Daar worden oudere Marokkanen ook bij betrokken.

Voor de eerste generatie speelt de behoefte aan de nabijheid van de kinderen. De verwachting is dat de tweede en derde generatie daar anders over denkt. De woningcorporaties kunnen inspelen op de behoefte aan de nabijheid van mantelzorg door het bouwen van kangoeroewo-ningen (zie hoofdstuk 6). De woningcorporaties zijn echter huiverig voor de verdere invullen van deze ideeën zolang de oudere Marokkanen zich niet duidelijk uitspreken. Datzelfde geldt voor het idee van groepswonen van ouderen. Als nadeel van de bestaande initiatieven voor groeps-wonen in Gouda (voor autochtone inwoners) wordt naar voren gebracht dat het veel vergt van de toekomstige bewoners. Er zijn wel initiatieven genomen in Vreewijk om de bestaande wo-ningvoorraad te verbeteren door bijvoorbeeld het inbouwen van liften. De conclusie van de bei-de vertegenwoordigers van bei-de woningcorporaties in Gouda is dat er behoefte is aan een goed georganiseerde gesprekspartner, die de wensen van de oudere Marokkanen kan verwoorden.

Dan zijn er veel mogelijkheden om in te spelen op bestaande wensen.

In Schoonhoven zijn de mogelijkheden beperkt om initiatieven op het terrein de woningbouw te realiseren. In Noord zijn alleen ééngezinswoningen. Ruimte om nieuwe woningen te bouwen is er niet. Er wordt wel gedacht aan initiatieven op het terrein van wonen en zorg. Van het huidige aanbod aan verzorgings- en verpleeghuizen of verzorgingsflats wordt door oudere Marokkanen geen gebruik gemaakt.

Zorg

Op het moment dat de behoefte aan zorg zich aandient staan de Marokkaanse ouderen open voor informatie van de aanbieders, zo is hun ervaring. Dan werkt de persoonlijke informatie het beste. Informatie via boekjes en folders heeft weinig effect. Soms wordt er gebruik gemaakt van cassettebandjes in het Berbers (b.v. in wijkcentrum het Wiel in Gouda). Ook worden videoban-den gebruikt. In de verzorgings- en verpleeghuizen in Gouda zijn enkele Marokkaanse vrouwen opgenomen. Bij de dagvoorziening van deze zorgaanbieders zijn oudere Marokkanen nog niet gesignaleerd. Men vraagt zich af of huisartsen Marokkaanse ouderen doorverwijzen naar ver-pleeg- en verzorgingstehuizen. Langzamerhand werken wel meer Marokkaanse meisjes in de verzorging. Voor sommige Marokkaanse vrouwen is dat echter een bedreiging: men is bang voor roddel.

Welzijn

Voor de aanbieders blijkt het vooral moeilijk om Marokkaanse vrouwen te bereiken, omdat zij meestal niet alleen over straat (mogen) gaan. In het Centrum Buitenlandse Vrouwen in Gouda komt maar een beperkte groep Marokkaanse vrouwen. Er bestaat ook de indruk dat sommige vrouwen het niet prettig vinden als de hulpverlening bij hen op bezoek komt. Aan de andere kant blijken binnen het R&M gebouw ook laagdrempelige activiteiten voor vrouwen aantrekkelijk te zijn. Het consultatiebureau is vaak een plek waar vrouwen contacten hebben met hulpverle-ners en maatschappelijk werkenden.

5.3 Op welke wijze en door wie kunnen de gesignaleerde problemen opgelost worden in Gouda en Schoonhoven?

De vertegenwoordigers van de woningcorporaties in Gouda verwijzen naar de wijkontwikke-lingsplannen voor de gebieden Korte Akkeren en Oost. De verwachting is dat eind van dit jaar men tot eerste bouwplannen kan komen. Over anderhalf tot twee jaar zal het concreter worden.

In Oost zou mogelijk ook iets voor Marokkaanse ouderen opgezet kunnen worden. Het is echter volgens de corporaties een langdurig proces omdat je van veel partijen afhankelijk bent. De plekken waar gebouwd zal worden en veranderingen zullen plaatsvinden, zijn aangewezen. De gemeente zal eerst aangeven wat de randvoorwaarden zijn voor bijvoorbeeld verbindingen van

de wijken. Er zijn nog geen contacten met R&M of het Marokkaans Platform geweest. Het is nu nog niet concreet, dus zal het niet aanspreken.

De woningcorporaties in Gouda zien wel veel mogelijkheden. Als de eerste generatie oudere Marokkanen opgevolgd wordt door een generatie die meer ingeburgerd is, kunnen de woningen zo aangepast worden.

De aanwezige vertegenwoordigers van de woningcorporaties hebben de indruk dat er weinig verschil is qua wensen van de allochtonen en de autochtonen met betrekking tot de plattegrond van de woning. Een dichte keuken is een belangrijke wens. Ook aan een goede inrichting van de openbare ruimte wordt volgens hen veel waarde gehecht. In Gouda wordt ook geëxperi-menteerd met levensloopbestendige woningen. Dit soort woningen zouden ook voor oudere Marokkanen geschikt gemaakt kunnen worden.

In het kader van de verbetering van de communicatie tussen hulpverlener en cliënt wordt door de aanwezigen veel verwacht van de voortzetting van het project Voorlichter eigen taal en cul-tuur. Deze voorlichters werden sinds 1991 bij gezondheidscentra ingezet om de communicatie met Marokkaanse patiënten te bevorderen. Enkele Marokkaanse vrouwen waren speciaal voor deze taak opgeleid. Het project is afgebouwd omdat er geen perspectief was op structurele financiering. De betrokken huisartsen en ouderen waren zeer ingenomen met deze voorziening.

De voorlichters zijn vervolgens op ad hoc basis ingezet door de Vierstroom om de communica-tie met oudere Marokkaanse cliënten te verbeteren.

Het RPCP Midden-Holland heeft het initiatief genomen om samen met het NIGZ onderzoek te doen naar een structurele inbedding van allochtone zorgconsulenten in de eerstelijnszorg in onder meer Gouda en Schoonhoven.

Volgens de aanwezige vertegenwoordigers in Schoonhoven zou een allochtone zorgconsulent het beste ondergebracht kunnen worden bij het Meldpunt dat in Schoonhoven, met name voor ouderen al een belangrijke functie heeft. Vandaar uit zou informatie kunnen worden verschaft over de gezondheidszorg, over het aanbod aan welzijnsvoorzieningen en informatie over wo-nen.

5.4 Slotsom

De contacten tussen oudere Marokkanen en de meeste aanbieders van zorg- welzijns- en woonvoorzieningen zijn beperkt. Men kent elkaar slecht. De aanwezige vertegenwoordigers hebben geen inzicht in de vragen en de wensen van oudere Marokkanen in Gouda en Schoon-hoven op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Dat belemmert de ontwikkeling van een vraaggericht aanbod. Er zijn ook nauwelijks contacten met organisaties van Marokkanen. In het recente verleden zijn teleurstellende ervaringen opgedaan met het leggen van contacten met oudere Marokkanen.. Een uitzondering op dit beeld zijn de initiatieven die genomen zijn door RPCP Midden-Holland en De Vierstroom in het kader van het project Allochtone Mantelzor-gers..

De woningcorporaties hebben ook weinig zicht op de wensen van oudere Marokkanen. Ook de woningcorporaties hebben enkele teleurstellende ervaringen opgedaan bij het leggen van con-tacten met oudere Marokkanen. Hierbij moet echter aangetekend worden dat daarbij gebruik is gemaakt van methodes (voorlichtingsbijeenkomsten) die oudere Marokkanen minder aanspre-ken. De woningcorporaties zien wel kansen om de komende twee jaar initiatieven voor oudere Marokkanen te realiseren, mits er een goede gesprekpartner is die de wensen van de oudere Marokkanen kan verwoorden. Er wordt door de woningcorporaties veel verwacht van de wijk-ontwikkelingsplannen in Korte Akkeren en Oost.