• No results found

Pastoraat is een kerkelijke activiteit waarin het draait om hoe God met mensen omgaat en omgekeerd. De zorg voor mensen maakt ook deel uit van de opbouw van een geloofsgemeenschap. Het Rijk van God schept nieuwe sociale verbanden, die de kring van gezin, familie, gelijkgezinden en partijgangers overstijgen: verbanden van vriendschap, broeder en zusterschap. Vanuit kerkelijk perspectief kan pastorale zorg daarom kortweg worden omschreven als‟ omzien naar elkaar‟ vanuit Gods omzien naar mensen (Lc. 1: 7,8, e.v.)

De praktijk wijst echter uit dat pastoraat aan mensen die langdurig in een instelling verblijven vaak wordt overgeheveld naar de geestelijke zorg in betreffende instelling.

1. Aan wie vindt u, uitgaand van een ecclesiaal motief, dat u zorg zou moeten verlenen?

(Ecclesiaal motief: Wie lid is van de gemeente heeft recht op huisbezoek. Persoonlijke aandacht van de leden voor elkaar is met deze gemeenschap – als lichaam van Christus- gegeven. Zo wordt de gemeente gebouwd.)

In veel van de vragen komt naar voren dat pastoraat er is en belangrijk is, maar waar is de taak van de professional. Ik vind het belangrijk dat de kerk tijd besteedt aan bezoekwerk, dat mensen mensen zien. Maar dat staat los van de vraag of ik dat bezoekwerk moet doen. Dat geldt met name in de instellingen zeer sterk. Toen ik hier pas kwam kreeg ik een lijstje van namen van mensen die in een verpleeghuis verbleven met het verzoek deze te bezoeken. Ik vroeg dan: Maar daar is toch een pastor? Ja, maar mensen vinden het fijn om verbonden te blijven met deze gemeente. Prima dat ze gemeentelid blijven en het is goed dat mensen vanuit de gemeente daar naar toegaan, maar als daar een huispastor is denk ik dat mijn taak toch meer ligt in de gemeente waar mensen ook vaak alleen zijn en moeite en zorg ervaren.

2. Als u bezoekwerk doet in het WoonZorgCentrum, welke mensen bezoekt u dan?

In principe bezoek ik de gemeenteleden na hun verhuizing nog één keer en draag het dan over aan de instellingspastor. Daarbij als het om psychogeriatrische bewoners gaat is het weinig zinvol om daar eens per jaar te komen.

Alleen in verpleeghuis de W. (vooral somatisch gericht) bezoek ik mensen 1-2x per jaar. Er is daar wel een instellingspastor maar qua identiteit is het een bijzondere instelling is. Tot voor kort waren onze gemeenteleden daar bijvoorbeeld uitgesloten van het Avondmaal.

3. Is uw bezoek een eigen initiatief of een reactie op een verzoek?

In deze instellingen is het alleen op verzoek.

4. Ervaart u pastoraat (dan wel geestelijk verzorging) verlenen aan ouderen in een WZC anders dan pastoraat aan ouderen in een kerkelijke gemeente?

Zo ja, wat is er anders? Ik kom ook in een seniorencomplex (daar woon je in principe zelfstandig), daar leven mensen meer bij de dood, maandelijks is er wel een uitvaart. In een WZC komt dit in meer geconcentreerde mate voor. Dat is anders dan gewoon in een wijk waar het zich minder opdringt. Maar ik denk dat het meer met de leeftijdsfase te maken heeft dan met de plaats waar mensen zijn. Ik realiseer me wel dat dat anders is voor mensen die op revalidatieafdeling in WZC verblijven.

Zo nee, kunt u dat toelichten? 5. Hoe ervaart u pastoraat in een WZC?

a. Loopt u tegen zaken aan waar u moeite mee hebt?

Nee, in praktische zin is het eigenlijk veel makkelijker. Als ik in de wijk bij iemand kom die langzaamaan de weg aan het kwijtraken is, is het veel moeilijker om binnen te komen. Bovendien kun je in een WZC de verzorgende even aanschieten met eventuele vragen.

b. Loopt u wellicht tegen meer zaken aan dan „instellingspastores‟/ geestelijk verzorgers?

6. Als we ervan uitgaan dat een mens pastorale, psychische, sociale en fysieke zorg nodig heeft: a. Hoe ervaart en waardeert u de zorg die bewoners in het WZC krijgen?

53

Ik geef soms mijn praktische bevindingen wel even door. Maar we spreken niet over ethische vraagstukken.

c. Zo ja, hoe ervaart u dat?

d. Zo ja, op wiens initiatief gebeurt dat?

e. Zo ja, is dat contact gestructureerd of op „toevallige‟ basis? f. Zo nee, mist u dat contact?

Nee, ik zit daar niet echt op te wachten. Soms kan het helpen om in een paar woorden even een beeld te krijgen bij bv. een psychogeriatrische bewoner. Maar inmiddels drijf ik ook wel op mijn ervaring. Bovendien is mijn ervaring dat de meisjes die aan de bedden werken ook vaak weinig kennis en ervaring hebben om mij advies te geven.

7. Speelt u een (belangrijke) rol in ethische en identiteitsdiscussies. a. Zo ja, in hoeverre wordt u betrokken bij ethische vraagstukken. b. Zo ja, wat voor soort vraagstukken betreft het?

c. Zo nee, hoe ervaart u dat?

8. Leidt u vieringen, Bijbelstudies of gesprekskringen in het WZC? a. Hoe ervaart u dit?

Ja, het is veel directer, veel dichterbij. Mensen in diverse stadia van helderheid. In zo‟n viering kun je mensen persoonlijk aanspreken, dat doe je niet in een gewone kerkdienst. Ik zoek bekende verzen die mensen vaak uit hun hoofd mee kunnen zingen. Het zijn vaak oecumenische diensten dus er zit ook wel een element in vanuit de katholieke traditie. Het is mooi om te zien hoe mensen dan met elkaar delen en contact maken.

b. Zijn deze wezenlijk anders dan in een kerkelijke gemeente? 9. Hoe beoordeelt u het werk van de Geestelijk Verzorgers?

a. Ziet u geestelijke verzorging in een WZC als een specialisatie?

b. Zo ja, heeft u hiervoor specifieke opleidingen gevolgd? of bent u een predikant die naast een kerkelijke gemeente een WZC bediend en dus, zonder dit denigrerend te bedoelen, bezig bent op eigen ervaring?

Het is een specialisatie. Dat betekent dat je moet studeren maar ook dat het je moet liggen. Sommigen zullen dat dus nooit leren. Het gaat om feeling hebben. Eigenlijk moet je die affiniteit en feeling al in huis hebben voordat je aan de studie begint. Met betrekking tot vaardigheden:

- moet je openstaan voor het non-verbale;

- niet op resultaat gericht zijn, maar er willen zijn. Je komt veel in aanraking met de basisvragen Ik ben die Ik ben. Dan merk je dat die Godsnaam ook iets zegt over een mensen naam. Jij mag er zijn ondanks of met al je gebreken;

- Je kunt niet veel doen aan gemeenteopbouw, maar je kunt wel veel voor het instituut betekenen.

10. Meer en meer geld in de zorg lijkt te worden besteed aan de gevolgen van marktwerking en niet aan integrale zorg zelf. De geestelijke zorg biedt een welkome bezuinigingspost in de afweging van meer verzorgende handen aan het bed enerzijds of een geestelijk verzorger anderzijds. Met als gevolg dat de geestelijke zorg mogelijk weer wordt teruggeschoven naar de kerken.

a. Wat vindt u daarvan?

In wezen is dit een kerkenraadvraag. Dat betekent dat je dingen als catechese of bovenplaatselijk werk minder kunt doen. Het moet uit de lengte of uit de breedte komen. Daar moet op kerkenraadniveau een besluit over worden genomen.

Tegelijkertijd zullen dan andere, niet-kerkleden in een gat vallen omdat daar dan geen zorg voor is. Door minder mogelijkheden krijgen mensen het steeds zwaarder. Enerzijds zie je mensen geestelijk door blijven groeien in de periode dat ze daar wonen. Anderzijds zie je dat sommige mensen heel moeilijk met hun tegenslagen om

54

kunnen gaan omdat het met gebed niet te verhelpen blijkt. Iets wat ze wel altijd hadden gedacht. En dan is het de professional die in de instelling werkt die iets heel anders kan dan de gemeentepastor. Ook zijn er mensen die niets meer met geloof hadden en het in de instelling langzaamaan terugvinden, door bijvoorbeeld het zingen van een lied dat ze vroeger hebben geleerd.

Zo bezien zijn gemeentepastoraat en instellingspastoraat zijn twee dingen naast elkaar

b. Vindt u dat geestelijke verzorging voor bewoners in een WZC een meerwaarde heeft t.o.v. de pastorale zorg die vanuit de kerk kan worden gegeven?

Kunt u dit in een paar zinnen motiveren?

Ja, het heeft meerwaarde. Ik heb net de ervaring bij mijn eigen vader met een herdenkingsbijeenkomst. Dit wordt dan geleid door iemand die zowel de overledenen, als de medewerkers als de medebewoners kent, dit was een hele mooie en waardevolle ervaring. Dat organiseer je zo niet in de kerk. Het goed om kunnen gaan met de geriatrische bewoners maakt het tot een vak apart.

55