• No results found

Wij mogen onze bachelorproef uitvoeren in basisschool De Posthoorn te Wevelgem, met als adres Normandiëstraat 57 8560 Wevelgem. De directeur heet Dirk Demeyere en we gaan specifiek aan de slag in de derde kleuterklas van kleuterjuf Veerle Callens. De klas telt 26 kinderen met de leeftijd van vijf tot zes jaar.

Op 27 november 2017 gingen wij voor het eerst op bezoek in de school. Toen hadden we een afspraak met de directeur, de interne coach en een leerkracht die op schoolniveau werkt in de MOS-groep. De school vormt namelijk al enkele jaren een MOS-groep op school. De MOS-groep bestaat dit jaar uit kleuterjuf Mia Herssens (vervangen door juf Veerle Callens), juf lager onderwijs Mariska Bisschop, de kriebeldames, directeur Dirk Demeyere en Christof Verschaete als preventieadviseur. Het MOS-team volgt regelmatig navormingen en geven hun kennis door aan collega’s binnen de school. Ze werken een jaarplanning uit met verschillende thema’s die aan bod moeten komen waardoor ze ook informeren aan leerkrachten die niet in het MOS-team zitten, maar wel de kennis moeten overdragen naar de leerlingen. Het is bijgevolg belangrijk dat wij hen ook contacteren en informeren, voornamelijk de voorzitter juffrouw Mariska (leerkracht in het eerste leerjaar), binnen het bedenken en vormgeven van ontwerpen omtrent duurzame ontwikkeling.

Dit schooljaar werden er al verschillende acties uitgewerkt en uitgevoerd door de MOS-groep. Zo heeft er bijvoorbeeld aan het begin van dit schooljaar al een workshop plaatsgevonden, namelijk ‘Wat is er aan de hand, Viesvuilland?’ waarbij de oudste kleuters en de eerste graad lager onderwijs afval leerden sorteren. Ook deed men mee aan dikke truiendag en aan ‘Tutti Frutti’ waarbij men fruit aanbiedt aan de leerlingen. Ze hebben ook een kindermilieuraad op school waarbij leerlingen uit de derde graad lager onderwijs nadenken over het uitvoeren van verschillende acties omtrent het milieu in de school. Zo hebben zij de dikke truiendag mee helpen organiseren en promoten aan de hand van posters. Ze werken dit jaar zowel rond verkeer als rond energie, de natuur, voeding, milieuvervuiling, kraanwater, dikke truiendag en tuinieren. Deze thema’s worden geïntegreerd doorheen het hele jaar en in de kleuterklassen, doorheen verschillende thema’s. In het lager onderwijs binnen verschillende werothema’s. De deeleconomie komt dit schooljaar aan bod in de ‘Actie Diamant’, op het einde van het schooljaar. Het is een actie die ouders en scholen aanzet om duurzaam om te gaan met schoolmaterialen (MOS Vlaanderen, 2015). De school probeert ook elke maand te werken aan een groene speelplaats. Ze proberen er telkens een nieuw element aan de speelplaats toe te voegen waardoor de speelplaats wat duurzamer wordt.

Kortom, de school besteedt veel aandacht aan de duurzame ontwikkeling. Mede door de MOS- werking, maar ook in de klas valt het op dat er heel wat houten speelgoed te vinden is. Ook op de speelplaats gebruikt men vooral houten speeltoestellen en er is daar ook een compostbak te vinden. De kinderen krijgen drankjes van Oxfam uit glazen flesjes en er is ook een moes- en kruidentuin. De leerkracht besteedt ook aandacht aan insecten en planten en duidt de kleuters erop wanneer zij er geen zorg voor dragen. De leerkracht werkt ook vaak met kosteloos materiaal. Zo mogen de kinderen in de poppenhoek met noten en kastanjes spelen en worden de kinderen op zoektocht door de klas gestuurd om kosteloze materiaal te verzamelen voor hetgeen dat ze willen maken.

38 De school laat ons vrij in de uitwerking van onze bachelorproef. Ze hebben geen specifieke verwachtingen van ons maar we moeten rekening houden met bouwwerkzaamheden op de speelplaats. Het zal niet mogelijk zijn om de speelplaats te gebruiken. Ze verwachten van ons dat we in overleg treden met de MOS-groep zodat zij er eventueel verder op kunnen werken naar de andere leeftijden op de school toe en/of zodat zij er in de komende jaren ook mee verder kunnen werken. Op 9 maart 2018 gingen we voor een tweede keer op bezoek in De Posthoornschool. We maakten voor de eerste keer kennis met juf Veerle en de kinderen uit haar klas. Het viel ons op dat er een digibord aanwezig was in de kring van de klas. Daar mogen we gebruik van maken. Juf Veerle vertelde ons dat sommige spelmaterialen in haar klas tweedehands zijn. Ze probeert daar zelf zoveel mogelijk aandacht aan te besteden, maar de kleuters hebben hier geen weet van. Zij zit zelf sinds dit schooljaar in de MOS-groep.

De kleuters gebruiken ook veel poppen in de klas. Wanneer er tijd over is, mogen de kinderen poppenkast spelen voor elkaar. Sommige kinderen hebben nood aan prikkels en uitdaging. Dat ondervonden we aangezien sommige kinderen een liedje, die ze nog maar een paar keer gehoord hadden, al vanbuiten kenden. Ook herkenden ze een heleboel vlaggen van landen, stelden ze vragen aan de leerkracht naar meer kennis over de landen enzovoort.

Wanneer de kleuters samenwerken of samen spelen, valt het op dat ze zich niet standvastig vasthouden aan bepaalde regels. Er zijn bijvoorbeeld vier kleuters toegelaten aan het digibord, maar ze werken aan de hand van een zandloper. Wanneer al het zand in de zandloper naar beneden gelopen is, is het de beurt aan de volgende kleuter. Er wordt echter regelmatig ruzie gemaakt om wie er eerst aan de beurt is, wie daarna enzovoort. Bovendien beginnen de andere kleuters al op het bord te tikken terwijl zij nog niet aan de beurt zijn. Ook met concreet materiaal komt er af en toe een discussie of ruzie voor. Kortom, kleuters zijn egocentrisch ingesteld en vooral wanneer ze enthousiast zijn, kunnen ze zichzelf niet altijd bedwingen en hun beurt afwachten. Dit komt overeen met de visie op het delen van kleuters (en hun egocentrische houding) in de literatuurstudie.

39