• No results found

Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

2007 Stoffen totaal 4.800 7.000 11

3.9 Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Het ziektebeeld en de determinanten

Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een angststoornis die kan optreden als iemand is blootgesteld aan een schokkende gebeurtenis (trauma) die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebrengt, of die een bedreiging vormt voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen. Bepalend voor het ontstaan van PTSS is dat het slachtoffer geen controle heeft over de gebeurtenis en dat de gebeurtenis

ontwrichtend is. Mensen die lijden aan PTSS gaan de herinnering aan het trauma uit de weg. De symptomen van PTSS zijn herbeleving (nachtmerries of

flashbacks), vermijding van herinneringen en verhoogde waakzaamheid (ernstige prikkelbaarheid, slaapstoornissen en hevige schrikreacties). De belangrijkste risicofactor voor PTSS is uiteraard het meemaken van een schokkende gebeurtenis, zoals een traumatische oorlogservaring, een natuurramp, een vliegtuigongeluk, een terroristische aanslag, aanranding, verkrachting en beroving met geweld. Ook de confrontatie met iemand anders die ernstig gewond is of gedood, kan leiden tot PTSS. Niet iedereen die een trauma meemaakt, ontwikkelt PTSS. De kans om deze stoornis te ontwikkelen hangt af van het type trauma, de leeftijd waarop men het trauma meemaakte en het bestaan van andere angststoornissen voorafgaand aan het trauma. Determinanten van PTSS zijn zowel factoren die de kans op een trauma vergroten als ook factoren om na een trauma PTSS te ontwikkelen. Zo lopen mannen meer kans op een trauma, maar als het trauma heeft plaatsgevonden lopen juist vrouwen meer kans om PTSS te ontwikkelen. Behalve mannen hebben ook laagopgeleiden, jongeren, extraverte mensen, mensen met gedragsproblemen en mensen met psychische stoornissen meer kans om een trauma mee te maken. De veroorzakende traumata van PTSS kunnen zowel in de arbeids- als in de privésituatie gelegen zijn. PTSS als beroepsziekte komt onder andere voor bij personeel van hulpdiensten (politie, brandweer en ambulancepersoneel), uit de publieke sector (bijvoorbeeld baliemedewerkers of veiligheidsemployés) en in de gezondheidszorg (NCvB, 2010).

Ziektelast door PTSS in 2007

De prevalentie van PTSS wordt geschat op 1,5% van de volwassen Nederlanders (Schoemaker & De Ruiter, 2004). Dit lijkt een onderschatting: in de ESEMeD- studie wordt voor Nederland een prevalentie van PTSS in het afgelopen jaar van 2,63% genoemd voor personen van 18 jaar en ouder, overall werd een

prevalentie van 1,1% gevonden (Darves-Bornoz et al., 2008). De Vries en Olff (2009) schatten de lifetime-prevalentie van PTSD hoger: 7,4%. Uitgaande van de resultaten uit de recentere onderzoeken (Darves-Bornoz et al., 2008; De Vries & Olff, 2009) lijkt een schatting van de prevalentie van PTSS in Nederland van 2,63% een reëlere schatting (en mogelijk een onderschatting). Dit betekent dat afgerond 290.400 mensen in de potentiële beroepsbevolking PTSS hadden in 2007 en 192.200 mensen in de werkzame beroepsbevolking. PTSS valt onder ICD-code F43.1. In de CBS-Doodsoorzakenstatistiek wordt in 2007 voor ICD- code F43 (Reactie op ernstige stress en aanpassingsstoornissen) 1 sterfgeval genoemd. Aangezien we niet weten of deze persoon tot de werkzame

beroepsbevolking behoort en of deze is overleden aan PTSS of aan andere ernstige stress of aanpassingsstoornissen en in de jaren 2005, 2006, 2008 en 2009 geen sterfgevallen zijn gemeld in de leeftijd van 15-65 jaar voor deze code, gaan we ervan uit dat er geen sterfgevallen waren voor PTSS in 2007. Met een wegingsfactor voor PTSS van 0,113 (Eysink et al., 2007) komt de ziektelast van PTSS voor de potentiële beroepsbevolking dan uit op 32.800 DALY’s. Binnen de werkzame beroepsbevolking is de ziektelast door PTSS 21.700 DALY’s.

Ziektelast van PTSS door arbeid in 2007

Hoewel één soort arbeidsgerelateerde risicofactor tot PTSS leidt, namelijk trauma, kan deze uit veel verschillende typen bestaan. Het overgrote deel (87%) van PTSS door het werk wordt veroorzaakt door ‘traumatische ervaringen, agressie en intimidatie’ (NCvB, 2011). Een heel klein deel wordt veroorzaakt door andere psychosociale factoren zoals werkrelaties, pesten, arbeidsconflicten. Volgens De Vries & Olff (2009) hebben werkenden 0,5 keer zoveel kans op het ontwikkelen van PTSS als niet-werkenden. Uit de literatuur wordt niet duidelijk hoe groot het risico is op PTSS na een werkgerelateerd trauma en hoeveel werknemers er potentieel een trauma kunnen meemaken. Het is dus niet mogelijk om de ziektelast van PTSS te berekenen als gevolg van werkgerelateerde blootstelling aan trauma. De maximale ziektelast van PTSS als gevolg van werkgerelateerde blootstelling komt overeen met 21.700 DALY’s (zie ‘ziektelast door PTSS’). Hierbij weten we niet welk deel van de ziektelast is veroorzaakt door het werk. De schatting van 21.700 DALY’s is de maximale arbeidsgerelateerde ziektelast en is een overschatting als we deze ziektelast in zijn geheel toeschrijven aan arbeid.

Een andere manier om naar de ziektelast van PTSS als gevolg van blootstelling op het werk te kijken, is uitgaan van het aantal nieuwe gevallen van PTSS die in de periode 2007-2010 door de bedrijfsartsen zijn gerapporteerd (gemiddeld 83 nieuwe gevallen per jaar) (NCvB, 2011). Uitgaande van een onderrapportage van 10% (niet alle bedrijfsartsen melden alle gevallen), een bereik van 66% van de bedrijfsarts (34% van de werknemers ziet voor arbeidsgerelateerde klachten alléén de huisarts) (Andrea, 2003) en 12% van de mensen die een of meerdere traumata meemaken (en dus mogelijk PTSS hebben) daadwerkelijk hulp zoekt bij de arts (Mol, 2002), komt de geschatte jaarlijkse incidentie neer op afgerond 1.200 nieuwe gevallen. Als we aannemen dat 33% van alle nieuwe gevallen van PTSS chronisch is (Kessler et al., 1995; Breslau et al., 1998), de lengte van de gemiddelde loopbaan 22,5 jaar (Mortelmans et al., 2005) en de kans op PTSS gelijkmatig verdeeld over de loopbaan, dan komen we uit op een prevalentie van afgerond 4.300. Dit komt overeen met een ziektelast van afgerond 500 DALY’s. Dit is waarschijnlijk een onderschatting vanwege onze aannames. De ziektelast van PTSS als gevolg van werkgerelateerde blootstelling aan trauma ligt dus ergens tussen 500 en 21.700 DALY’s (gemiddeld 11.100 DALY’s).

Ziektelast van PTSS door arbeid in 2020

Als we veronderstellen dat de prevalentie van PTSS in de bevolking voor 2020 overeenkomt met de prevalentie voor 2007 (2,63%; Darves-Bornoz et al., 2008), dan schatten we de (maximale) ziektelast van PTSS in de werkzame beroepsbevolking van ongeveer 7.987.000 werkenden op 23.700 DALY’s. Hierbij weten we niet hoe groot het aandeel van de ziektelast is als gevolg van

werkgerelateerde blootstelling. Voor ziektelastschattingen van PTSS als gevolg van werkgerelateerde blootstelling in 2007 keken we ook naar het aantal meldingen van PTSS door bedrijfsartsen om een ondergrens te schatten voor de werkgerelateerde ziektelast van PTSS. Het aantal meldingen voor 2020 is uiteraard nog niet bekend. Uit de meldingen van de bedrijfsartsen tussen 2001- 2010 is geen patroon te herkennen, er zijn zowel uitschieters naar boven als naar beneden. In de periode 2001-2010 zijn er gemiddeld afgerond 85 (range 54-117) PTSS-meldingen gedaan. Ervan uitgaande dat dit in de periode 2011- 2020 niet wezenlijk zal veranderen, evenals de overige aannames (zie ‘ziektelast PTSS in 2007’), schatten we de ziektelast als gevolg van werkgerelateerde blootstelling op afgerond 500 DALY’s. De ziektelast van PTSS als gevolg van werkgerelateerde blootstelling ligt in 2020 tussen 500 en 23.700 DALY’s (gemiddeld 12.100 DALY’s).