• No results found

Positie en salaris 2018 (2017) (in euro’s)

In document Beloningsonderzoek 2018 Accountancy (pagina 25-46)

Positie Minimum Maximum

accountant 10.000 42.500 - 37.500

(32.500)

accountant 10.000 75.000 47.500

(47.000)

supervisor 28.750 75.000 54.000

(53.000)

Manager 37.500 95.000 62.000

(61.500) Senior manager 47.500 137.500 76.500

(73.000)

84.500 (83.500)

55.000

(65.000)

-Director 55.000 225.000 100.500

(107.000)

115.000

(109.000) 85.000 (-)

-Partner/vennoot 10.000 475.000 100.500 (84.000)

42.500 175.000 87.500 (96.500)

10.000 175.000 70.500 (90.000)

93.500 (77.000)

-

(24.000)

-KLEINE EN GROTE KANTOREN

Net als in voorgaande jaren blijken studenten als beginnend assistent bij een groot kantoor gemiddeld meer te verdienen dan bij een middelgroot of kleiner kantoor. Niet verwonderlijk dat de grote kantoren, mede daarom, geliefd zijn als eerste werkgever binnen het accountantsvak.

Vanaf de functie van senior manager worden beloningsverschillen nog duidelijker zichtbaar:

grotere kantoren betalen gemiddeld beter. Een voorbehoud hierbij: op het niveau van director

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 25

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 25 23-10-18 09:3723-10-18 09:37

26 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

en partner zijn de aantallen AA’s bij grote kantoren te gering voor betrouwbare uitspraken.

Bij kleine kantoren geldt datzelfde voor RA’s op het niveau van senior manager en director.

Op partnerniveau zijn de verschillen wederom het grootst. RA-partners bij grote kantoren ver-dienen gemiddeld (veel) meer dan partners bij kleinere kantoren. Bij de grote kantoren verdient vijftig procent van de partners meer dan twee ton per jaar, bij middelgrote kantoren is dit tien procent en bij kleine kantoren is dit 6,7 procent. Van de partners van grote kantoren geeft dit jaar niemand aan meer dan vijf ton per jaar te verdienen.

Bij de kleine kantoren steeg het gemiddelde RA-partnersalaris van € 98.000 naar € 113.500.

Bij de middelgrote kantoren steeg het partnerinkomen van € 134.000 naar € 137.000. En bij de grote kantoren stegen de (RA-)partnersalarissen van gemiddeld € 222.500 naar € 237.500.

Voor AA-partners steeg het salaris bij kleine kantoren van € 79.000 naar € 81.000, bij middelgrote kantoren van € 93.000 naar € 116.500. Bij grote kantoren is het aantal AA-partners in dit onderzoek te klein om conclusies te trekken.

Positie Klein Middelgroot Groot

AA RA AA RA AA RA

Beginnend assistent - - - - - 37.500

Gevorderd assistent 52.500 55.000 45.000 - 42.000 37.500

Controleleider/

supervisor 54.000 55.000 54.500 56.000 52.000 50.000

Manager 60.000 63.000 62.500 64.500 62.000 63.000

Senior manager 71.500 81.500 77.500 82.500 77.500 88.500

Director 55.000 99.000 99.000 101.000 125.000 124.500

Partner 81.000 113.500 116.500 137.000 268.000 237.500

Positie Klein Middelgroot Groot

Student AA Student RA Student AA Student RA Student AA Student RA

Beginnend assistent 31.000 27.000 31.000 32.000 31.500 34.000

Gevorderd assistent 40.500 37.500 36.500 37.500 37.000 37.500

Controleleider/

supervisor 51.500 47.000 46.500 46.500 46.500 46.500

Manager 55.000 61.500 48.500 58.000 65.000 59.500

Senior manager - - 55.000 - -

-Director - - - - -

-Partner - - - - -

-Kantoorgrootte, positie en salaris van AA’s en RA’s 2018 (in euro’s)

Kantoorgrootte, positie en salaris van studenten 2018 (in euro’s)

IETS MINDER VARIABELE BELONINGEN

Het deel van de respondenten dat een (deels) variabele beloning krijgt, ligt dit jaar opnieuw iets lager dan vorig jaar. Van alle respondenten ontvangt 52,2 procent een variabel beloningsdeel, vorig jaar was dit 54,7 procent en in 2016 nog 57 procent. Het daalt dus iets.

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 26

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 26 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

27 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

Bij de AA’s liggen deze percentages onder het gemiddelde; daar krijgt

42,7 procent een variabel beloningsdeel (2017:

41,1 procent, 2016: 40,3 procent, 2015: 44,4 procent), in de vorm van een bonus

(19,1 procent), winstuitkering (16,5 procent) of ander variabel element (4,2 procent).

Het aantal RA’s met een variabel beloningsdeel is met 70,9 procent duidelijk groter (2017: 72,1 procent, 2016: 74,3 procent, 2015: 70,8 pro­

cent). De meeste RA’s (46 procent)

die variabel worden beloond, ontvangen dat variabele beloningsdeel in de vorm van een bonus. 22,4 procent krijgt het als winst­

uitkering en 2,8 procent op een andere manier.

De zeer hoge variabele beloningen (meer dan € 100.000) zijn sinds 2012 zowel bij AA’s als RA’s in loondienst vrijwel verdwenen. Dat geldt ook dit jaar weer. Bij de hogere variabele bedragen die RA’s ontvangen speelt het verschil in kantoorgrootte waarschijnlijk mee; RA’s werken immers vaker bij grote kantoren.

AA

Variabele beloning (alleen loondienst, in procenten)

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 27 23-10-18 11:05

28 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

PARTNERBELONING

Ook bij de variabele partnerbeloningen is traditiegetrouw sprake van fl inke verschillen tussen AA’s en RA’s. Van de AA-partners ontvangt 6,2 procent per jaar een variabele beloning van meer dan € 100.000 en 1,2 procent zelfs meer dan twee ton. Bij de RA’s krijgt 30,9 procent een varia-bele beloning tot een ton, elf procent tot twee ton en 1,8 procent zelfs meer dan drie ton. Van de RA-partners is het percentage dat aangeeft meer dan een ton variabele beloning te krijgen weer iets hoger dan vorig jaar. Het percentage dat aangeeft voor meer dan drie ton variabel te worden beloond is daarentegen fl ink lager dan vorig jaar. Bij de RA’s lag het in 2017 op respectievelijk 23,4 en negen procent. In 2016 op respectievelijk 24,3 en 3,8 procent.

AA

Variabele beloning partners (in procenten)

De totale beloning van RA-partners ligt ook op een hoger niveau dan die van AA-partners. Van de RA-partners verdient 51 procent (vorig jaar 35,8 procent) meer dan twee ton (salaris plus variabele beloning), bij de AA-partners is dat 11,5 procent. In de hogere beloningsregionen wordt dat verschil sterker. Omgekeerd verdient een veel groter percentage AA’s minder dan een ton (62,8 procent tegen 12,2 procent van de RA’s). Ook hier speelt het verschil tussen grote en kleine kantoren waarschijnlijk een rol.

Het percentage grootverdieners onder de partners lijkt vergeleken met het onderzoek van 2017 weer gestegen, maar er is sprake van schommelingen. In 2017 verdiende 4,6 procent (AA-partners) en 26,4 procent (RA-partners) meer dan € 250.000. Dit jaar is het respectievelijk 5,1 en 34,7 procent.

In 2017 ontving 7,5 procent van de RA-partners een half miljoen euro of meer. Dit jaar geeft 8,2 procent van de RA-partners aan een half miljoen of meer te ontvangen.

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 28

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 28 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018 29

Totale beloning partners AA/RA (salaris + variabel, in procenten)

SALARISONTWIKKELING EN -VERWACHTING

Opnieuw zagen de meeste openbaar accountants hun salaris stijgen, dit jaar met gemiddeld 5,3 procent; minder dan de 6,1 procent stijging die in 2017 werd gehaald. Deze salarisontwikkeling is over de hele linie te zien. De RA’s gingen er weer sterker op vooruit dan hun openbare AA-collega’s: gemiddeld vijf procent tegenover 3,2 procent.

Van de RA’s ontving 32,6 procent nul tot drie procent salarisverhoging. Vorig jaar was dat 32,3 procent. Bij minder RA’s dan vorig jaar daalde het inkomen: 5,4 procent (vorig jaar 7,1 procent).

23,1 procent ging er zes tot tien procent op vooruit (2017: 19,7 procent) en 14,6 procent meer dan tien procent (2017: zeventien procent). De salarisontwikkeling lijkt dus positiever dan vorig jaar.

Bij de AA’s was de stijging met respectievelijk 46 procent, 17,6 procent en 6,9 procent eveneens iets positiever dan vorig jaar (2016: 47,8 respectievelijk 13,7 en negen procent). Bij 6,3 procent van de respondenten daalde het inkomen, in 2017 was dit 10,1 procent van de AA’s.

En dan de toekomstverwachtingen ten aanzien van het salaris. De AA’s verwachten de komende vijf jaar 10,7 procent in salaris te stijgen, de RA’s gemiddeld 20,3 procent. Deze verwachtingen zijn iets lager dan vorig jaar en weer gelijk aan 2016 (12,1 en 22,2 in 2017 en tien en twintig procent in 2016).

Van de AA’s denkt 7,7 procent van de respondenten er in de komende vijf jaar fors - meer dan een kwart - op vooruit te gaan. Een klein percentage (twee procent) verwacht zelfs een salaris-stijging van meer dan de helft. Deze percentages zijn iets lager dan in 2017. Bij de RA’s gaat liefst 26 procent voor meer dan een kwart aan salarisstijging in vijf jaar, 6,6 procent hoopt zelfs op zeker de helft hoger. Deze percentages zijn eveneens iets lager dan die in 2017 (31 en 9,9 procent).

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 29

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 29 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

30 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

Hoeveel bedroeg uw salarisverhoging? AA/RA (in procenten)

AA RA

Daling 0% 1-10% 11-25% 26-50% 51-100% >100%

3,4

Verwachte salarisverhoging komende vijf jaar (in procenten)

SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN

Naast het salaris zijn er de secundaire arbeidsvoorwaarden. De meeste openbaar accountants ontvangen een onkostenvergoeding (74,3 procent). Bij het grootste deel van de respondenten met een onkostenvergoeding (84,7 procent) bedraagt die minder dan € 100 per maand.

Al heeft de jonge generatie naar verluidt andere prioriteiten, ook de leaseauto blijft gangbaar als secundaire arbeidsvoorwaarde: 75,5 procent van de openbaar accountants heeft er één ter beschikking. Dat is fractioneel lager dan vorig jaar (2017: 76 procent).

Iets meer accountants dan vorig jaar (nu 43,9 procent, 2017: 41,1 procent) hebben een auto met een leasebedrag van tussen de € 500 en € 750 per maand. Bij 26,6 procent ligt dit tussen de € 250

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 30

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 30 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018 31

en € 500 en bij 19,3 procent tussen de € 750 en € 1.000 per maand. Van de leaserijders betaalt 72,9 procent een eigen bijdrage. Ten opzichte van vorig jaar lijken leaserijders goedkoper te rijden. De echte hype van bijtellingsvriendelijke auto’s is voorbij, door gewijzigde fi scale regels.

Alleen volelektrisch rijden is nog fi scaal vriendelijk.

Bij 83,7 procent van de respondenten betaalt de werkgever het pensioen volledig of deels. Dat is iets hoger dan vorig jaar, maar het schommelt wat (2017: 82,9 procent, 2016: 86,4 procent).

En dan het studieverlof. Het aantal respondenten met extra studieverlofdagen stijgt de laatste jaren. Jarenlang lag het rond de 25 procent, maar in 2016 groeide het percentage naar 28,3 procent, in 2017 naar 32,1 en dit jaar is dit 36,9 procent.

PARTTIMEN: PRAKTIJK, WENSEN EN MOGELIJKHEDEN

Van alle openbaar accountants werkt 15,9 procent parttime (36 uur of minder per week). Bij de vrouwen is dat 30,8 procent. Over het geheel wordt er iets minder parttime gewerkt dan vorig jaar (2017: 17,2 procent).

Het verschil tussen parttime werkende RA’s en AA’s is dit jaar met 16,9 en 26,6 procent weer iets groter (2017: 17,6 en 25 procent). Bij kleine kantoren wordt nog altijd duidelijk vaker in deeltijd gewerkt dan bij middelgrote kantoren. Bij kleine kantoren werkt 25,9 procent parttime, bij mid-delgrote is dat 23,9 procent (2017: respectievelijk 28,6 en 23,5 procent). Bij de grote kantoren ligt het percentage duidelijk lager: 8,1 procent, een lichte stijging ten opzichte van 2017 (7,6 procent).

Ook zijn kleine kantoren fl exibeler als het gaat om de mate van parttime werken. 22,2 procent werkt er 25 tot 36 uur per week. Bij grote kantoren is dat 7,5 procent. Middelgrote kantoren zitten hier tussenin met 19,5 procent.

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 31

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 31 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

32 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

Lange tijd gaf ons onderzoek aan dat gemiddeld eenderde van alle fulltimers liever in deeltijd wilde werken, maar de laatste paar jaren is dat percentage gestegen naar rond veertig procent.

In 2017 was dat 41,3 procent. Dit jaar geeft liefst 44,2 procent van de fulltimers aan liever part-time te willen werken, waarmee je dus gerust van een trend kunt spreken. Dat geldt nog sterker bij AA-accountants dan bij de RA’s; bij de AA’s wil 44,7 procent graag parttime werken, van de RA’s heeft 37,8 procent een dergelijke wens. Bij de vrouwen leeft de deeltijdwens met 55,8 procent duidelijk sterker dan bij mannen (40,7 procent).

Gevraagd naar de reden van het niet in praktijk brengen van hun deeltijdwensen, antwoorden respondenten vaak met ‘niet mogelijk in mijn functie’ (29,2 procent) en ‘vanwege fi nanciën’

(24,8 procent). Daarnaast denkt meer dan eenderde (37,8 procent) dat dit wel mogelijk is, maar heeft men het gewoonweg nog niet gevraagd.

Vooral bij grote kantoren wordt ook het argument ‘schade voor de carrière’ gebruikt als een belangrijke belemmering voor parttime werk (29 procent). Bij middelgrote kantoren is dat argu-ment door achttien procent van de respondenten genoemd. Bij kleine kantoren is dit 14,5 procent.

Aantal uur

kantoor AA RA Man Vrouw Totaal

39-40 uur 71,2% 75,9% 91,3% 71,0% 82,6% 88,7% 68,5% 82,9% (81,1%)

37-38 uur 2,9% 1,2% 0,6% 2,4% 0,6% 1,4% 0,6% 1,2% (1,0%)

Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% (100,0%)

Aantal contractuele uren per week 2018 (2017)

Waarom kunt u parttime werken niet realiseren 2018

Klein kantoor

Middelgroot kantoor

Groot

kantoor Man Vrouw Totaal

Niet mogelijk in mijn

huidige functie 30,3% 23,7% 32,0% 30,2% 26,5% 29,2%

Werkgever doet daar

moeilijk over 13,2% 9,3% 12,1% 11,9% 10,5% 11,5%

Vanwege fi nanciën 19,7% 29,9% 23,1% 28,1% 16,6% 24,8%

Mijn partner werkt al

parttime 2,6% 9,3% 4,4% 8,2% - 5,7%

Schadelijk voor mijn

carrière 14,5% 18,0% 29,0% 22,2% 27,1% 23,8%

Vanwege studie 7,9% 10,8% 15,4% 9,8% 20,4% 13,0%

Waarschijnlijk kan het wel

maar niet aangegeven 32,9% 39,7% 37,9% 37,7% 38,1% 37,8%

Anders 5,3% 5,7% 4,4% 4,4% 6,1% 4,9%

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 32

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 32 23-10-18 09:4523-10-18 09:45

ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018 33

OVERWERK

Opnieuw, net als in voorgaande jaren, wordt er bij grote kantoren het meest overgewerkt:

gemiddeld 8,2 uur per week (vorig jaar 8,3 uur). Bij de kleine kantoren is dat gemiddeld 6,9 uur (vorig jaar 7,4) en bij de middelgrote gemiddeld 6,9 uur (vorig jaar 6,7).

Het aantal mensen in de openbare praktijk dat helemaal niet overwerkt is nog verder gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Tussen 2013 en nu zakte het percentage niet-overwerkers van 6,6 naar 2,9 procent dit jaar (2017: 3,2 procent, 2016: 3,5 procent). Mannen werken nog altijd vaker en meer over dan vrouwen.

Jarenlang leken overuren steeds minder te worden uitbetaald, maar vorig jaar werd die trend doorbroken en dat heeft zich dit jaar voortgezet. Bij de grote kantoren krijgt 7,5 procent een overwerkvergoeding, bij middelgrote en kleine respectievelijk 9,4 en 9,3 procent. Vorig jaar was dat respectievelijk bij 5,9, 7,1 en 4,8 procent. Toch gaat het nog altijd om lage percentages, zeker voor wie beseft dat in 2010 nog respectievelijk 51,2, 60,8 en 40,7 procent van de medewerkers een vergoeding kreeg voor gewerkte overuren. De economische teruggang heeft dat teniet gedaan. En ondanks de bloeiende economie van nu lijken dergelijke percentages voor overwerkvergoedingen nog ver weg.

Compensatie in de vorm van vrije dagen is duidelijker meer geaccepteerd. 61,1 procent van de respondenten krijgt overuren op die wijze gecompenseerd (2017: 64,8 procent). Nu nog de tijd vinden om die gecompenseerde uren te kunnen opmaken…

Kantoorgrootte en overuren 2018 (2017)

Aantal overuren per week Klein kantoor

Middelgroot kantoor

Groot

kantoor Man Vrouw Totaal

0 uur 7,4% 3,0% 1,5% 2,5% 3,9% 2,9% (3,2%)

Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% (100,0%)

THUISWERKEN

Vorig jaar leek het er even op dat de thuis-werkhype over zijn hoogtepunt heen was;

in 2016 gaf nog 69,6 procent van de respon-denten aan thuis te kunnen werken, in 2017 was dat gedaald naar 61,5 procent. Dit jaar is er weer sprake van een lichte stijging (63,6 procent), dus het schommelt wat.

Opvallend is wel dat zowel bij kleine als bij grote kantoren het percentage respondenten dat aangeeft (bijna) nooit thuis te werken dit jaar fl ink is gestegen.

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 33

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 33 23-10-18 09:4623-10-18 09:46

34 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

Van de RA’s werkt 75,6 procent een aantal uren in de week thuis, van de AA’s 63,1 procent.

Respondenten die aangeven een aantal uren per week thuis te werken doen dat gemiddeld 2,9 uur per week, vorig jaar was dit 2,7 uur gemiddeld.

Hoeveel uur per week werkt u thuis? (alleen loondienst) 2018 (2017)

Klein kantoor Middelgroot kantoor Groot kantoor

(Bijna) nooit 54,1% (42,7%) 38,5% (42,4%) 33,5% (24,7%)

1-4 uur 36,0% (30,7%) 42,8% (39,3%) 39,5% (22,5%)

5-8 uur 7,6% (20,7%) 15,8% (15,5%) 22,2% (43,0%)

9-16 uur 1,7% (4,6%) 2,9% (2,1%) 4,4% (8,1%)

> 16 uur 0,6% (1,2%) 0,0% (0,5%) 0,5% (0,5%)

BALANS WERK-PRIVÉ

Het overgrote deel (73,2 procent) van de openbaar accountants (inclusief studenten) ervaart (veelal) een goede balans tussen werk en privéleven. Voor AA’s geldt dit nog iets sterker dan voor RA’s. Opmerkelijk, zeker voor de jonge generatie, want die balans is al jaren onderwerp van discussie. Zie ook recent onderzoek van NBA Young Profs samen met universiteit Nyenrode.

Het negatieve verband ‘hoe groter het kantoor, hoe lager de tevredenheid’ is ook dit jaar weer aan de orde. Toch is de score bij grote kantoren op het punt van balans tussen werk en privé dit jaar iets hersteld ten opzichte van vorig jaar. 61,5 procent ervaart er (meestal) een goede balans (2017: 60,6 procent, 2016: 64,6 procent). In eerdere jaren was dit overigens beduidend beter (2012: 71,8 procent).

Bij de kleine en middelgrote kantoren is de werk-privébalans dit jaar hersteld, na een dip vorig jaar. Bij kleine kantoren zegt 86,1 procent van de respondenten nu een goede balans te ervaren (2017: 78,8 procent, 2016: 86,6 procent). Middelgrote kantoren scoren met 83,5 procent tussen de grote en kleine kantoren in, ook daar is de balans ten opzichte van vorig jaar weer hersteld (2017: 79 procent, 2016: 83,3 procent).

De ontevredenheid over de balans tussen werk en thuis doet zich onder RA’s (zoals elk jaar) vooral voor op de niveaus van controleleider tot en met manager: de leeftijd van ‘gezin met jonge kinderen’. RA-partners en -directors zijn vaker tevreden dan andere RA’s. Bij AA’s loopt de (on)tevredenheid van partners en andere functieniveaus niet noemenswaardig uiteen.

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 34

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 34 23-10-18 09:4623-10-18 09:46

ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018 35

Ja, zeker Ja, meestal wel Nee, meestal niet

26

In het algemeen ervaar ik een goede balans tussen mijn werk en privéleven (in procenten)

TEVREDENHEID DAALT

Het overgrote deel van de openbaar accountants is (zeer) tevreden over zijn of haar totale pakket arbeidsvoorwaarden. De kantoorgrootte is daarbij zeker van belang. Anno 2018 is bij kleine kantoren 56 procent tevreden, bij de middelgrote 49,9 procent en bij grote kantoren 49,4 procent.

Opvallend hierbij is dat de tevredenheid ten opzichte van voorgaande jaren over de hele linie aanzienlijk is gedaald. Bij kleine kantoren geldt dat in het bijzonder; deze staan nu op een bijna gelijk niveau met middelgrote en grote kantoren (in 2017 was dit respectievelijk 58, 57,4 en 57,2 procent, 2016: 63, 59,1 en 59,2 procent). Die lagere tevredenheid is zeker een zorgpuntje.

De mate van tevredenheid hangt zoals wellicht verwacht ook sterk samen met de functie.

Partners scoren het hoogst met 78,9 procent. Gevorderd assistenten zijn het traditiegetrouw het vaakst ontevreden (22,6 procent).

Opmerkelijk: op elk functieniveau in loondienst, behalve bij de managers, is dit jaar de tevredenheid over het arbeidsvoorwaardelijke pakket gedaald. Zelfstandige RA’s zijn vaker dan andere RA’s gemiddeld uitgesproken tevreden. Bij AA’s is hierin geen verschil te zien.

Beginnend assistent

Gevorderd assistent

Controleleider/

supervisor Manager Senior

manager Director Partner ZMP ZZP Zeer

ontevreden 3,7% 3,0% 2,1% 0,4% - - 0,7% 4,3%

-Ontevreden 18,5% 19,6% 17,2% 9,1% 12,3% 9,5% 2,2% - 5,7%

Neutraal 30,9% 39,6% 31,9% 36,4% 30,0% 21,4% 18,2% 34,8% 25,7%

Tevreden 45,1% 35,8% 45,9% 48,9% 49,2% 57,1% 45,3% 43,5% 40,0%

Zeer

tevreden 1,9% 2,1% 2,8% 5,2% 8,5% 11,9% 33,6% 17,4% 28,6%

Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

Tevredenheid arbeidsvoorwaardelijk pakket 2018

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 35

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 35 23-10-18 09:4623-10-18 09:46

36 ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018

WEG UIT DE OPENBARE PRAKTIJK

Het percentage openbaar accountants dat er over denkt om op termijn hun heil buiten de open-bare praktijk te zoeken, schommelt al jaren rond de vijftig procent. Wel leek de laatste jaren een stijging gaande. In 2012 dacht 48,6 procent na over vertrek uit het openbare vak en dat percentage steeg naar 55,1 procent in 2017. Dit jaar lijkt deze groep weer iets gestegen met 55,9 procent.

Bijna een kwart van de respondenten (22,3 procent) geeft aan pas over meer dan vijf jaar het openbaar beroep te willen verlaten. Beginnend en gevorderd assistenten zijn sterk oververte-genwoordigd in die groep. In totaal denkt respectievelijk 70,4 en 69,1 procent aan vertrek op termijn uit de openbare accountancy. Het verwerven van de partnerstatus lijkt duidelijk minder in trek dan voorheen.

Op het middenniveau van controleleiders is de vertrekneiging ongeveer even groot als vorig jaar. Dit jaar zegt van die groep maar 30,6 procent niet te denken aan vertrek uit het openbaar beroep; bijna zeventig procent doet dat dus (soms) wel.

Bij de managers is dit 52,1 procent, dat percentage schommelt al langer rond de vijftig procent.

Op hoger niveau staat vertrek bij de werkgever duidelijk minder op het lijstje: van de senior managers denkt 27 procent er over om het openbaar beroep te verlaten. Onder de directors is dit 34,4 procent.

Van de AA’s zegt 70,2 procent (vorig jaar 67,9 procent) er zeker van te zijn niet buiten de

openbare accountancy te gaan werken; bij de RA’s is dat 62,4 procent, iets hoger dan voorgaande jaren (2017: 57,9 procent). Vrouwen zijn vaker dan mannen geneigd het openbaar beroep te verlaten (respectievelijk 60,5 en 54 procent).

Partners scoren ver onder het gemiddelde als het gaat om mogelijk vertrek. Slechts 18,5 procent van de partners wil elders gaan werken.

13

Nee Binnen 1 jaar Binnen 1 tot 3 jaar Binnen 3 tot 5 jaar Later dan 5 jaar

Bent u van plan buiten de accountancy te gaan werken? (in procenten)

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 36

42058_Special_Accountant_Beloningsonderzoek 2018_4.indd 36 23-10-18 09:4623-10-18 09:46

ACCOUNTANCY BELONINGSONDERZOEK 2018 37

VERTREK WAARHEEN?

Openbaar accountants die van plan zijn uit de praktijk te vertrekken, willen vooral naar het bedrijfsleven. Bij RA’s is dit 81,6 procent en bij de AA’s 72 procent. Na het bedrijfsleven volgen (op zeer grote afstand) de publieke sector en consultancy/interim management als mogelijke nieuwe werkkringen.

BELANGRIJKSTE VERTREKREDEN: BALANS WERK-PRIVÉ

De redenen om uit het openbaar beroep te willen vertrekken zijn al jaren hetzelfde. De balans tussen werk en privé is en blijft het belangrijkste vertrekargument (39,7 procent). Bij vrouwen speelt dit extra sterk, evenals bij RA-studenten. Bij grote kantoren scoort de spanning tussen werk en privéleven duidelijk hoger als vertrekreden dan bij kleinere kantoren. Bij kleine en middelgrote kantoren worden formalisering en regeldruk ook genoemd als een belangrijke vertrekreden.

Tussen de functieniveaus bestaan wel grote verschillen. De balans tussen werk en privé speelt over de hele linie een rol, maar in de lagere functies duidelijk sterker dan in de hogere.

Ook beloning telt daar extra sterk. Formalisering en regeldruk knellen daarentegen juist vooral op het niveau van manager en hoger.

Man Vrouw AA RA Student

AA Student

RA Partner Klein kantoor

werkzaamheden 11,4% 11,2% 17,1% 11,4% 8,5% 10,9% 17,4% 18,2% 11,9% 10,0% 11,3%

Betere balans

werk-privé 32,1% 54,8% 23,2% 26,3% 21,7% 50,3% 8,7% 24,2% 30,7% 45,9% 39,7%

Beloning 17,3% 10,4% 15,9% 9,6% 33,0% 12,0% 4,3% 18,2% 16,1% 14,1% 15,0%

Toenemende formalisering en regeldruk

20,7% 10,0% 25,6% 30,7% 20,8% 11,3% 34,8% 21,2% 22,0% 14,3% 17,1%

Accountancy is voor mij goede leerschool

9,0% 2,4% 1,2% 6,1% 3,9% 8,6% - 3,0% 6,4% 7,5% 6,8%

Anders 5,2% 4,0% 9,8% 6,1% 4,7% 3,5% 26,1% 10,6% 7,3% 2,8% 4,8%

Belangrijkste reden om buiten openbare accountancy te willen werken?

Beginnend assistent

Gevorderd assistent

Controleleider/

supervisor Manager Senior

manager Director

Inhoud werkzaamheden 10,5% 8,9% 12,7% 13,0% 6,5% 18,2%

Betere balans werk-privé 50,5% 39,5% 44,9% 35,9% 25,8% 18,2%

Beloning 20,0% 19,4% 11,4% 12,0% 3,2% 9,1%

Toenemende formalisering en

regeldruk 4,2% 14,5% 17,8% 22,8% 32,3% 36,4%

Accountancy is voor mij goede

leerschool 5,3% 9,3% 7,6% 5,4% -

-Belangrijkste reden om buiten openbare accountancy te willen werken?

AMBITIE: MANNEN EN VROUWEN

Nog altijd hebben veel openbaar accountants de ambitie om uiteindelijk partner (of director) te

Nog altijd hebben veel openbaar accountants de ambitie om uiteindelijk partner (of director) te

In document Beloningsonderzoek 2018 Accountancy (pagina 25-46)