• No results found

Zonder een toeristisch beleid zou het toerisme in Vlissingen een andere ontwikkeling hebben doorgemaakt. De gemeente Vlissingen voert een toeristisch beleid uit, met als doel het toerisme verder te ontwikkelen. In een toeristisch beleid wordt vaak ook geprobeerd rekening te houden met (de welvaart van) de burgers, omdat de ontwikkeling van toerisme ook negatieve effecten voor de lokale bevolking kan hebben. Middels allerlei projecten en maatregelen wordt dit beleid uitgevoerd. Zo doet de gemeente aan citymarketing, er wordt geprobeerd Vlissingen op een bepaalde manier neer te zetten. In dit geval wordt geprobeerd Vlissingen neer te zetten als een culturele en historische stad, de maritieme beleving vormt daar een van de belangrijkste onderdelen van. De attitudes die de individuen woonachtig binnen het centrum over het toeristisch beleid hebben zijn erg verdeeld.

Citymarketing: de maritieme beleving als speerpunt

Over het algemeen zijn beide onderzochte inwonersgroepen positief over de citymarketing van Vlissingen, het uitstralen van de historische en maritieme beleving. Daarnaast zijn beide groepen ook van mening dat de maritieme beleving nog beter ontwikkeld en gepromoot kan worden: ‘’ Maar ook in de binnenstad zouden ze veel meer die maritieme uitstraling mogen hebben. Van een leuke

kustplaats. En het culturele, vind ik ook dat ze nog veel meer aan zouden kunnen doen’’ (Peter, werkzaam in de toeristische sector). Door de maritieme en historische beleving te verbeteren kan Vlissingen een betere naamsbekendheid krijgen waardoor er meer toeristen getrokken kunnen worden.

Leegstand en verpaupering

Een punt waarop van beide inwonersgroepen commentaar komt is de leegstand, maar beide

groepen hebben een andere attitudevorming over dit probleem. De inwoners binnen het centrum en de boulevard geven de gemeente, al dan niet terecht, de schuld van de leegstand, verpaupering, en slechte architectuur in het centrum. Dit duidt op een verband tussen het wonen in het centrum en het hebben van negatieve attitudes over leegstand en verpaupering. De inwoners in de buitenwijken geven niemand de schuld, en geven tevens aan dat er al maatregelen plaatsvinden om de binnenstad op te knappen en leegstand te bestrijden. Alleen de vele nieuwbouwprojecten lijken daar volgens een van de respondenten tegenstrijdig aan te zijn: ‘’ Ja, ze zijn nu heel druk bezig geweest met het Scheldekwartier. Ze richten het niet echt op toerisme maar ze richten het op gewone mensen om er te gaan wonen. En ik weet niet waarom. Want er is heel veel leegstand in Vlissingen. Er zijn gigantisch veel huizen te koop en ze bouwen hele nieuwe complexen. Dus ik denk, het is toch een beetje verspilling van het geld. Dat hadden ze beter neer kunnen zetten’’ (Marieke, werkzaam als taxichauffeur voor vaste klanten).

Betrokkenheid bij en tevredenheid over het toeristisch beleid

De inwoners in de buitenwijken zijn daarnaast nauwelijks betrokken bij het toeristisch beleid, maar dat vinden zij prima aangezien zij daar geen belangen bij hebben. Doordat zij niet betrokken worden bij het toeristisch beleid heeft een groot deel van hen ook geen beeld over het beleid. Sommigen zijn negatief over het beleid omdat ze vinden dat het niet toeristisch gericht is, anderen zijn wel positief over het beleid omdat ze vinden dat de gemeente wel inzet op toerisme. Andere ontwikkelingen die bijdragen aan de tevredenheid over het toeristisch beleid zijn de verkeersoplossingen die uitgevoerd zijn: ‘’ als er een file staat hier voor de stoplichten verder op, dan hoor je het gebrom van de auto’s.

33 Maar dat is al een groot deel opgelost met de rotonde die daar ligt’’ (Carla, werkzaam op een

huisartsenpost). Er lijkt dan ook een verband te zijn tussen het niet betrokken zijn bij het toeristisch beleid en het niet hebben van een beeld over het beleid. Binnen de groep inwoners woonachtig binnen het centrum heerst veel verdeeldheid over de tevredenheid over het beleid en de betrokkenheid bij het beleid. Zij geven aan dat er pas door de gemeente geluisterd wordt na bemoeienissen van de lokale bewoners. Daarnaast zouden het altijd dezelfden zijn die zich met het beleid proberen te bemoeien, deze worden door de gemeente dan ook tamelijk genegeerd. Daarnaast vindt een aantal dat er juist te veel rekening met de burgers wordt gehouden, en dat dit misschien ook niet nodig is vanuit een democratisch oogpunt: ‘’ Ik vind dat de gemeente zelfs veel te veel luistert en rekening houdt met de bewoners, in het toeristisch beleid. Ik vind dat er daar een heleboel dingen niet gebeuren, omdat de echte Vlissinger dat misschien niet wil. Of omdat het meer overlast zou betekenen. Terwijl ik denk, sommige dingen moet je gewoon ontwikkelen als je een toeristische stad wilt zijn’’ (Peter, werkzaam in de toeristische sector). Daarbij wordt door een van de respondenten uit het cetrum wel verteld dat de informatievoorziening van de gemeente naar de inwoners toe prima is. Doordat de attitudes over de betrokkenheid binnen deze groep verdeeld zijn, zijn hun attitudes over de tevredenheid over het toeristisch beleid ook verdeeld. De weinige

investeringen en de tegenwerking van evenementen en het milieubeleid zijn daar belangrijke oorzaken van. Binnen deze groep komen positieve attitudes over het beleid voort uit het feit dat sommigen het idee hebben dat er wel naar heb geluisterd wordt en doordat een deel het niet nodig vindt bij het beleid betrokken te worden. Er is dan ook verband tussen het hebben van belangen bij het toeristisch beleid en het betrokken zijn bij het toeristisch beleid.

34