5.1 Inleiding
Uit de analyse van de bestaande situatie (hoofdstuk 2), het beleidskader en de milieurandvoorwaarden, kan een aantal wensbeelden worden afgeleid vanuit de verschillende (sectorale) aspecten. Deze kunnen tegenstrijdig met elkaar zijn. In het op te stellen bestemmingsplan wordt voor de bestemmingslegging en de bouwmogelijkheden uitgegaan van de bestaande situatie. Het uitgangspunt is dat het bestemmingsplan conserverend van aard is. In het plangebied worden ontwikkelingen uitsluitend mogelijk gemaakt indien hierover afzonderlijk besluitvorming heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld naar aanleiding van de Strandnota of de structuurvisie Camperduin). Uiteraard geldt het voorgaande niet voor (kleinere) ontwikkelingen op perceelsniveau. Hoewel het onderhavige bestemmingsplan dus hoofdzakelijk conserverend van aard is, zal de vertaling van de op 5 maart 2015 vastgestelde 'Strandnota voor iedereen' en de structuurvisie Camperduin in dit bestemmingsplan worden meegenomen. Dit wil niet zeggen dat er in de nabije toekomst geen ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Deze ontwikkelingen zullen middels een eigen/afzonderlijke bestemmingsplanproces hun beslag krijgen.
Een van de ontwikkelingen die mogelijk wordt gemaakt is de vertaling van de verplaatsing van het evenementenbureau De Jongens uit Schoorl vanuit het onderkomen direct achter de dijk van Camperduin.
De huidige oppervlakte voor de uitvoering van de activiteiten van De Jongens uit Schoorl bedraagt ongeveer 648 m². Door het project Kust op Kracht is DJUS in een nadeliger positie gekomen doordat de afstand van de locatie van waaruit zij hun activiteiten organiseren naar het strand dusdanig groot geworden is dat het bedrijf verplaatst dient te worden naar het strand van Camperduin. Op strand van Camperduin wordt een nieuw sportactiviteitencentrum voor De Jongens uit Schoorl mogelijk gemaakt van in totaal 500 m². Van deze oppervlakte mag maximaal 500 m² gebruikt worden voor de organisatie van sport‐ en spelactiviteiten en voor de ontvangst en instructie van deelnemers en de opslag van bijbehorende materialen. Daarnaast mag maximaal 250 m² worden aangebouwd en gebruikt voor openbare voorzieningen zoals openbare toiletten, douches, kleedruimtes en lockers. De verplaatsing van De Jongens uit Schoorl naar het strand van Camperduin genereert geen extra verkeersbewegingen omdat het hier gaat om een verplaatsing van het bestaande bedrijf. De maximaal toegestane oppervlakte van 500 m² voor het sportactiviteitencetrum en de maximaal toegestane oppervlakte van 250 m² voor openbare voorzieningen geldt ook voor het sportactiviteitencentrum in Hargen aan Zee. Voor beide sportactiviteitencentra geldt ook dat zij aan deelnemers aan de door hun georganiseerde activiteiten eten en drinken (niet alcoholisch) mogen leveren.
5.2 Ruimtelijke uitgangspunten
In het algemeen is het toeristische en natuurlijke karakter van het duingebied uitgangspunt voor het bestemmingsplan. Hierna wordt nader ingegaan op enkele aspecten van de ruimtelijke structuur.
5.2.1 Strand
Voor het strand geldt dat de bestaande strandpaviljoens met 20% mogen worden uitgebreid ten opzichte van de afgesloten contracten in 2007, tot een maximum van 750 m². De gemeente wil graag innovatieve initiatieven op het strand stimuleren. Deze initiatieven moeten de aantrekkingskracht van het strand versterken. De initiatieven zullen met een aparte procedure mogelijk worden gemaakt, aangezien het op dit moment onvoldoende duidelijk is welke initiatieven zich zullen aandienen.
5.2.2 Duingebied
In het duingebied komen verspreid enkele bedrijfswoningen, (recreatie)woningen en beheergebouwen voor. De bouw van nieuwe beheergebouwen blijft mogelijk, maar zal in de praktijk alleen noodzakelijk zijn ten behoeve van vervanging van verouderde gebouwen. De bestaande (recreatie)woningen in het gebied mogen blijven bestaan, maar de bouw van nieuwe (recreatie)woningen is uitgesloten.
5.2.3 Waterhuishouding
Vertaling beleid water naar bestemmingsplan
De gemeente en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier streven gezamenlijk naar een duurzaam waterbeheer. Met het oog op de te verwachten klimaatverandering (nattere winters, drogere
Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet‐uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's‐houdende materialen), zowel gedurende de bouw‐ als de gebruiksfase.
Aangezien in het plangebied infiltratie plaatsvindt, zijn maatregelen om wateroverlast te voorkomen nauwelijks relevant. In de duinzoom achter de duinen zijn door het schone kwelwater, afkomstig uit de
5.2.4 Cultuurhistorie en archeologische waarden
Advies voor het plangebied als geheel, archeologieregimes en ‐criteria
Op basis van verschillende bureauonderzoeken van de Stichting Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord‐
Holland is een algemene beleidskaart opgesteld voor de hele gemeente Bergen, waarin de verschillende archeologische regimes zijn opgenomen. De van toepassing zijnde archeologische regimes zijn vertaald naar de regels door middel van de dubbelbestemmingen 'Waarde ‐ Archeologie ‐ IV'.
Bekende archeologische waarden worden verder beschermd vanuit de Monumentenwet. In het plangebied komen verder nog drie oorspronkelijke stolpboerderijen voor. Deze gebouwen mogen niet veranderd worden van vorm. Wel mag, onder voorwaarden, een gebouw gesplitst worden in meerdere woningen.
5.3 Functionele structuur
5.3.1 Horeca en recreatie Horeca
In het plangebied komt horeca voor in de vorm van een hotel, een restaurant en strandpaviljoens. De horeca is gericht op het toerisme. Het beleid is gericht op behoud en van het bestaande horeca‐aanbod.
Voor het plangebied geldt dat jaarrondexploitatie van strandpaviljoens mogelijk is tussen kilometerpaal 26 en 27,5 en 28,5 en 29,5. De eisen van het Hoogheemraadschap zullen daarbij leidend zijn voor de exacte plaatsbepaling van de bebouwing.
Hotels
De in het plangebied voorkomende hotel is aan de oostzijde van het plangebied gelegen. Het algemeen beleid is gericht op behoud en verbetering van het aanbod. Dit beleid is echter vooral gericht op de kernen. Nieuw vestiging in de duinen is niet aan de orde. Het uitbreiden van bestaande vestigingen is mogelijk, mits een en ander ruimtelijk aanvaardbaar is.
5.3.2 Wonen
De woonfunctie is in het plangebied beperkt tot enkele locaties. Tot de woonfunctie dienen ook de aan‐
huis‐gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gerekend te worden. Uitgangspunt hierbij is dat de woonfunctie primair in stand dient te blijven en dat extra bouwmogelijkheden voor deze functies in beginsel niet zijn toegestaan.
5.3.3 Maatschappelijke en culturele voorzieningen
De bestaande maatschappelijke voorzieningen dienen behouden te blijven. Uitbreiding van het aantal locaties voor maatschappelijke voorzieningen is niet aan de orde.
5.3.4 Verkeer en parkeren
Vanwege de zeer hoge parkeerdruk op de openbare weg geldt dat voor nieuwe ontwikkelingen als voorwaarde wordt gesteld dat voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. Omdat het bestemmingsplan consoliderend van aard is, zijn er geen nieuwe ontwikkelingen waarvoor verantwoording van de parkeerbehoefte nodig is.