• No results found

Planning volgend werkjaar

Welke prioriteiten/voornemens/wensen ziet u voor het volgende werkjaar in de parochie(ploeg)?

5. Opmerkingen (voor alle elementen die eerder nog niet aan bod kwamen) 5.1. Dienst Parochiepastoraal

Welke verwachtingen hebt u tav. de Dienst Parochiepastoraal?

(bv. ivm vorming, vormingsdagen voor parochieploegen, begeleiding ter plaatse, …)

5.2. Andere…

BIJLAGE 2

Een preek op de derde zondag van Pasen C-jaar 2013 in de Vijf Torens Bij Johannes 21, 1-19.

Vandaag een merkwaardig stukje evangelie. Het zijn de laatste verzen uit het evangelie van Johannes. Eigenlijk stopte het evangelie van Johannes al een regeltje voor de tekst waar wij vandaag begonnen zijn met lezen. Een ijverige schrijver vond het nodig nog iets toe te voegen, en om meer gezag aan zijn tekst toe te kennen deed hij of het van Johannes was. Ook al is de tekst niet meer van de evangelist, hij is even boeiend, want het geeft een goed inzicht in de evolutie van de eerste kerk en de manier waarop men zich ging organiseren. Het doet mij ook vragen stellen naar vandaag.

Op gevaar af schools te zijn – maar dat moet u mij maar vergeven, want ik ben nu eenmaal ooit opgeleid om onderwijzer te worden – wil ik toch wijzen op enkele merkwaardigheden in de tekst. Allereerst voel je dat het minder om de verrezen Jezus gaat, maar vooral om Petrus en de geliefde leerling en de

verhouding tussen die twee. Uit de regels tekst die nog volgen op het stukje tekst dat wij vandaag lezen, kun je opmaken dat beiden gestorven zijn. En toch blijft er een probleem voor de lokale geloofsgemeenschappen. De jonge kerk was zich

beginnen organiseren en daarbij kreeg Petrus een vooraanstaande plaats. Hij is de actieve die, zoals in het verhaal, uit eerbied voor Jezus zijn kleed aantrekt en over boord springt om naar Jezus te gaan. De geliefde leerling is een meditatieve, mystieke figuur, die op de achtergrond blijft. Maar, weer volgens de tekst, is hij het die Jezus herkent.

Je moet de tekst ook als een symbolisch verhaal beluisteren. Het is nacht en de leerlingen vangen niets. De kerkgemeenschap herkende zich in de leerlingen in de boot, zwoegend zonder wervend te zijn. Je krijg de indruk dat het niet om een groep aan het meer van Galilea gaat, maar om een gemeenschap die eucharistie viert, niet met brood maar deze keer met vis.

En dan denk ik: het is van in het begin al van dattum: kerk worden is een problematisch gebeuren. Al van bij het prille begin zitten christenen te wroeten met de organisatievorm van de kerk. We hoeven ons op dat punt niet meer zorgen te maken dan nodig is. Pauskeuze: het geeft spanningen van de eerste dag. Het beleid van bisschoppen: er is altijd al een beetje voor en tegen geweest. Waar ik mij meer zorgen over maak is dat twee andere elementen – die van bij het begin van de kerkgemeenschap van belang geweest zijn – misschien nu niet meer in onze context passen. In onze wereld van privacy en individualisme is gemeenschap en

gemeenschapsvorming minder van tel.

In onze wereld regeert niet een godsdienst of een politiek systeem ons doen en laten, maar winst. In onze wereld zijn gemeenschapsvorming rond de

eucharistische tafel dus niet meer modern. En soms vraag ik mij af of wij, die hier uitdrukkelijk wel zijn, die eerste inspiratie van het begin van een kerk van Jezus van Nazareth nog wel een beetje tot de onze willen maken? Blijven wij steken in wat we altijd al gedaan hebben of zijn wij geïnteresseerd in de opbouw van een

geloofsgemeenschap? Horen wij Jezus’ oproep om het net aan de andere kant uit te gooien, al gooiden vissers al generaties lang het net aan de andere kant uit. Mijn punt is in onze context van vandaag: blijven wij vasthouden aan gebouwen met inherent kleinere groepen of zullen we medestanders zoeken en daarmee, misschien op andere plekken eucharistie vieren om vanuit dat vieren het lichaam van Christus vorm te geven?

BIJLAGE 3

Kerkopbouw in de wissel Bisdom Gent

KERKOPBOUW

Inleiding

- Een bescheiden kerk, een kleinere kerk, een belijdende kerk, een open kerk - volop ‘onderweg’

o Enkele elementen uit een vorige gestalte van kerk zullen we ongetwijfeld moeten loslaten …

o … om in andere dan weer te investeren (kerkopbouw!)

Enkele accenten

Van … Naar …

1. … een kerk die zich te vaak in een rol geduwd weet van louter

‘service-instituut’

… een kerk die voluit missionair wil zijn: gastvrij en authentiek

2. … een veelheid van kleine groepjes die (soms) op zondag vieren

… de ervaring van een samengeroepen gemeenschap (van gemeenschappen) die op zondag op een/enkele vaste plaats(en) in het dekenaat de eucharistie viert als

‘hoogtepunt’ en ‘bron’

3. … catechesepraktijk louter voor kinderen en in het kader van de initiatiesacramenten

… een catechumenale gemeenschap die investeert in initiatie en gelovige groeikansen voor iedereen (praktiserenden zowel als zoekers en nieuwkomers)

4. … een geheel onzichtbare – niet zelden schijnbaar ‘uitbestede’,

‘gecondenseerde’ – kerkelijke dienstbaarheid

… dienstbaarheid als grondhouding van een gelovige gemeenschap, vertaald in een visie én de structurele alertheid voor concrete noden

5. … een dekenaat als louter administratieve entiteit, een verzameling eigenstandige parochies

… een dekenaat als één (of 2/3) grote parochie(s) met verschillende ‘kerkplekken’, gedragen door 1 collegiale equipe pastores (vrijgesteld en vrijwilligers)

Meer concreet