• No results found

7 Kansruimte voor het NGB

7.1 Persoonlijk leiderschap op verschillende schaalniveaus

Op alle schaalniveaus heeft de transformatie van landbouw betekenis en vraagt een actieve rol van alle betrokkenen. Als één van de partijen het aandeel niet neemt, heeft dat effect voor de andere partijen (in tempo, in belasting, in haalbaarheid). Oplossingen van de ontstane impasse kan alleen als partijen mee willen werken. Het gaat hierbij om onderscheid te maken naar discussie en oplossingen op verschillende schaal (en bestuurs-) niveaus. In het vervolgproces is het van belang een meer helder onderscheid te maken naar de rol en verantwoordelijkheid van verschillende actoren. Hieronder bespreken we de verschillende schaalniveaus en de bijbehoren actoren.

Nationaal:

Kansruimte ligt in het debat over duurzame Landbouw in Nederland met betrekking tot gezondheid, mestbeleid en wenselijkheid van de industriële vleesproductie. De collectieve dimensies van de maatschappelijk beeldvorming over voedsel moet daarmee recht worden gedaan.

De discussie over wenselijkheid niet voeren is te zien als een vorm van afwenteling op ondernemers zoals die van het NGB. Tot dusver wordt dit gespreksonderwerp in het midden gelaten, en werd het debat nog te weinig pro-actief gevoerd. Het uit de weg gaan van het debat, komt neer op ondersteuning van de logica van de markt. De agrariërs worden dan bijna automatisch gedwongen in de richting van een schaalsprong. Deze ambivalentie tussen duurzame landbouw propageren, in het midden laten wat dat is en vervolgens innovatieve megabedrijven steunen is op zijn

minst verwarrend en potentieel schadelijk voor het vertrouwen in de overheid. De discussie over de intensieve veehouderij in Nederland wordt weliswaar gevoerd maar onvoldoende fundamenteel en tot nu toe niet of nauwelijks op het nationale niveau. De discussie wordt 'bochtje buitenom' gevoerd. Dat is op termijn eroderend voor het overheidsgezag.

De rijksoverheid kan een verbindende forumdiscussie organiseren waarin het de eigen positie ook dient te beargumenteren. Een eerste aanzet om te komen tot een dergelijke positie bepaling kan worden gevonden in het concept van de „metropolitan agriculture‟ zoals TransForum die probeert te ontwikkelen. Dit concept heeft het in potentie in zich om de verschillende discoursen te overstijgen, en de discussie over de verschillende typen landbouw in Nederland te faciliteren.

De sector heeft een verantwoordelijkheid als het gaat om communiceren van het belang van de sector, maar ook over de onzekerheden rondom zaken als fijnstof en MRSA. Meer onderzoek is hier noodzakelijk. De angst van burgers hierover afdoen als louter irrationaliteit draagt daaraan niets bij. Als de huidige onzekerheid blijft bestaan dan ontstaat er langzaam het beeld dat een duurzaam intensief veehouderijbedrijf gevaarlijk is. Van het georganiseerde niveau, de ZLTO en de LLTB wordt een actieve rol

gevraagd. Provinciaal

Kansruimte op het provinciale niveau ontstaat wanneer een dialoog wordt gevoerd over „tweesporen landbouw‟ en de wijze waarop dit in het kader van de reconstructie gefaciliteerd kan worden. De provincie kiest nu een procedurele rol en is vooral uitvoerder. Met de reconstructie is in Limburg een inhoudelijke positie ingenomen en vervolgens is niet meer gekeken hoe dat proces zich voltrekt. Enkele geïnterviewden plaatsten de discussie rondom het NGB nadrukkelijk in een bredere discussie rondom de gevolgen van de reconstructie. De reconstructie en de ontwikkeling van de LOG‟s heeft voor velen onvoorziene gevolgen gehad in de vorm van de opkomst van de megastallen. De discussie overstijgt hiermee het niveau van regelgeving en planologische procedures.

Lokaal:

De actoren op het lokale niveau zijn de gemeente, de ondernemers, maar ook Behoud de Parel en een groep huisartsen. De kansruimte ontstaat bij inpassing van NGB in het landschap (een goed ontwerp), oplossing van de verkeersvraagstukken, planologische inpassing en communicatie met de bevolking over de accumulatie van de

ontwikkelingen in Grubbenvorst. De gemeente zou dus ook de afwegingen rondom het NGB breder moeten trekken. Lokale bestuurders moeten als eerste en vooral uitgaan van hun eigen bevolking en de belangen zoals die door hun burgers worden

geformuleerd. Een gebiedsbrede visie op het buitengebied kan daarbij helpen. In deze visie moet dan een afweging worden gemaakt tussen de verschillende initiatieven die daar spelen en de inhoudelijke argumenten voor lokale werkgelegenheid, het

Voor Behoud de Parel zelf geldt dat men momenteel twee tegengestelde signalen uitzendt: ten eerste dat men in gesprek wil blijven en serieus genomen wil worden in de eigen bezwaren, maar tegelijkertijd dat men er alles aan zal doen om het initiatief te blokkeren, desnoods via de juridische weg richting de Raad van State. Enige zelfreflectie is wenselijk, want in de huidige situatie werkt het wantrouwen het

ontdekken van een gedeelde noemer tegen. Verder verdient de aanbeveling die Peter Smeets doet in zijn proefschrift aandacht om een tijdelijke financiering van Behoud de Parel voor het opzetten van een secretariaat. Dit kan een eerste stap zijn om het vertrouwen te herstellen en te laten zien dat de inspanningen van de vereniging serieus worden genomen, zonder dat daarmee een uitspraak wordt gedaan over de opinies van de Vereniging. Het is vanuit dit perspectief betreurenswaardig dat de eerdere

maandelijkse gesprekken tussen de verantwoordelijke wethouder en Behoud de Parel zijn gestopt.

Bij de ondernemers van het NGB is het besef dat de „licence to produce‟ gekoppeld is aan verdiensten op gebied van duurzaamheid duidelijk aanwezig. Voor relatieve buitenstaanders blijft het vreemd dat er zo veel emotionele waarde door de

ondernemers wordt gehecht aan het plaatsen van het NGB op een LOG, alsof plaatsing op een industrieterrein het agrarisch-industriële karakter van het NGB volledig teniet zou doen.

De bereidheid tot communiceren over initiatieven, via transparante productinformatie brengen de initiatiefnemers duidelijk tot uitdrukking. Het risico bestaat echter wel dat deze vorm van communicatie wel een grote mate van „zendingsdrang‟ uitgaat: “Ik zal het nog een keer uitleggen”. Tegelijkertijd is deze gedrevenheid waarschijnlijk echter eerder een pluspunt dan een minpunt, aangezien in het gesprek met Behoud de Parel verschillende keren is aangegeven dat men met de ondernemers achter het NGB eigenlijk relatief weinig problemen heeft. De oprechtheid van iemand als Marcel Kuijpers komt ook bij Behoud de Parel goed over.