• No results found

Periode van 1914-1945

In document In land(schap)sbelang (pagina 41-46)

Na de mobilisatie in augustus 1914 bestond het veldleger uit vier infanteriedivisies en één

cavaleriebrigade. In eerste instantie was het veldleger hoofdzakelijk gestationeerd in het midden van het land, maar als gevolg van het oorlogsverloop, waarbij het grootste gevaar voor de

Nederlandse neutraliteit in Zuid-Nederland lag, werd het veldleger grotendeels verplaatst naar het zuiden. Ook het hoofdkwartier van het veldleger werd verplaatst van Den Haag naar Oosterhout bij

69 NL-HaNA, Oorlog/Verbaalarchief, 2.13.01, inv.nr. 3650. 70 NL-HaNA, Oorlog/Verbaalarchief, 2.13.01, inv.nr. 3961. 71 NL-HaNA, Oorlog/Verbaalarchief, 2.13.01, inv.nr. 4127. 72 NL-HaNA, Oorlog/Verbaalarchief, 2.13.01, inv.nr. 3961. 73 NL-HaNA, Oorlog/Verbaalarchief, 2.13.01, inv.nr. 3745.

Breda. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de sterkte van het veldleger steeds verder opgevoerd en de bewapening verbeterd. In 1918 was de sterkte van het leger opgelopen tot 450.000 man.74 Omdat Nederland niet betrokken was geraakt bij de Eerste Wereldoorlog, trok men daaruit de conclusie dat de gewapende neutraliteit of zelfstandigheidspolitiek en het daarop gebaseerde veiligheidsbeleid de juiste keuze was geweest. Om deze reden werd de negentiende-eeuwse neutraliteitspolitiek voortgezet en veranderde er inhoudelijk weinig in de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.75

In de periode vanaf 1920 tot 1936 werd het leger onder druk van bezuinigingen en de crisisjaren weer ingekrompen tot ca. 250.000 man, dit mede door de Nieuwe Dienstplichtwet van februari 1922, waarbij een algemene dienstplicht werd ingevoerd. Ook bij de uitrusting en de bewapening stagneerde de ontwikkeling van de landmacht. De Stelling van Amsterdam, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de andere stellingen van de Vestingwet 1874 werden samengevoegd tot de Vesting Holland. Het veldleger werd steeds mobieler door de oprichting van een regiment Wielrijders en de Lichte Brigade.76

Het jaarlijkse contingent dienstplichtigen en de opkomstduur werden eind jaren dertig van de vorige eeuw verhoogd. Hierdoor nam de legeromvang toe en de noodzaak voor de uitbreiding van bestaande kazernes en de realisatie van nieuwe kazernes. In de periode 1938-1940 werden vijftien bestaande kazernes uitgebreid en vierentwintig nieuwe gebouwd, de zogenaamde grensbataljon- of Boostkazernes.77 Ook werden er nieuwe linies aangelegd of oude linies weer hersteld, zoals de Maas- en IJssellinie, de Grebbelinie en de Peel-Raamstelling, dit gecombineerd met de aanleg van honderden kleine groepsschuilplaatsen of kazematten (afb. 2.7). Ondanks al deze maatregelen en de extra financiële uitgaven voor het reorganiseren en moderniseren van het leger vanaf 1936, voor het aanschaffen van artillerie, luchtafweergeschut, vliegtuigen, munitie, tanks en

pantserwagens, beschikte het Nederlandse leger bij de inval van het Duitse leger op 10 mei 1940 over onvoldoende verdedigingskracht.78

74 Bruijn et al., 2003, blz. 323-324. 75 Bruijn et al., 2003, blz. 329. 76 Bruijn et al., 2003, blz. 324-327.

77 Oosterboer, F., 2016, Kazernebouw in Nederland, achtergronden en architectuur, herziene versie dd. 7 maart 2016, uitgave: http://jeoudekazernenu.nl blz. 14-18.

Afbeelding 2.7 Een beeld van de Peel-Raamstelling, ter hoogte van Langenboom, met het Peel- of Defensiekanaal en twee van de vele kazematten (nr. 37 en 38). De Peel-Raamstelling loopt van de Zuid-Willemvaart aan de Belgische grens bij Weert tot de voormalige garnizoensstad Grave aan de Maas en is gerealiseerd in de periode 1939-1940. René Eijsermans, http://stichtingsporenvandeoorlog.nl

In deze periode zijn de oefen- en schietterreinen voornamelijk ontstaan in de periode direct na de Eerste Wereldoorlog tot in het midden van de jaren twintig, enkele oefen- en schietterreinen uit deze periode zijn, zie ook het overzicht in bijlage 1 en 2:

- het voormalige oefen- en schietterrein Donderen, gelegen tussen Donderen en Norg in Drenthe;

- het oefenterrein Joost Dourlein, gelegen aan de zuidpunt van Texel; - het oefenterrein Sparrendaal, gelegen nabij Ermelo op de Veluwe;

- het oefenterrein Woensdrechtse heide, nabij Bergen op Zoom in Noord-Brabant; - het oefen- en schietterrein de Dellen, gelegen nabij Maastricht;

Er is meestal een relatie met de in de nabijheid gelegen kazernes in de steden. Soms betreft het terreinen die een gecombineerde functie hebben als schiet- en oefenterrein en als tijdelijk kamp. Zoals het in 1921 aangekochte oefen- en schietterrein Donderen, waarop naast de aanduiding ‘kamp van Donderen’ ook schietbanen en militair ‘oefeningsterrein’ vermeld staat (afb. 2.8).79

Afbeelding 2.8 Oefen- en schietterrein en Kamp van Donderen, gelegen tussen Norg en Donderen in het noorden van Drenthe, het militair terrein is aangeduid in de periode 1928 tot 1956. Direct ten zuiden van het Kamp van Donderen staat op de kaart aangeduid ‘Voorm. Romeinse Legerplaats’. Topografische kaart 1928 en 1956 (12W).

Opvallend is dat op het oefenterrein Woensdrechtse heide ten zuiden van Bergen op Zoom, in het jaar voor de aanduiding van militair oefenterrein, op het Bonneblad (1909, nr. 661) bosbeplanting aanwezig was. Zodra de aanduiding militair oefenterrein verschijnt op de kaart (Bonneblad 1918, nr. 661) betrof het echter een open terrein en bestond de begroeiing uit heide (afb. 2.9). Voor de inrichting als oefenterrein is blijkbaar de aanwezige bosbeplanting verwijderd en omgevormd naar een open terrein en/of heide. Afgezien van het verdwijnen van de bospaden is er weinig aan de terreininrichting veranderd. Hetzelfde geldt voor het oefenterrein Sparrendaal, tegenwoordig onderdeel van het OT Ermelose heide, nabij Ermelo. Op het Bonneblad van 1918 (nr. 372) is ter plaatse van het toekomstige oefenterrein voornamelijk bos aanwezig. Echter op de topografische kaart van 1932 (26O) bestaat het terrein grotendeels uit heide, met centraal gelegen enkele kleine naaldbossen. Ook hier is na de aankoop in 1925 het terrein omgevormd van bos naar heide.80

Afbeelding 2.9 Het oefenterrein Woensdrechtse heide, gelegen ten zuiden van Bergen op Zoom. Op de bovenste afbeelding, voor de inrichting en gebruik als oefenterrein, is op het Bonneblad van 1909,

staat het militair oefeningsterrein, inclusief de begrenzing, aangeduid met in het centrale deel heide en aan de randen is nog bosbeplanting aanwezig. Bonnebladen 1909 en 1918 (nr. 661).

In document In land(schap)sbelang (pagina 41-46)