• No results found

Paragraaf Bedrijfsvoering

In document 2020-2023 (pagina 86-89)

Maatwerkdienstverlening 18- / Geëscaleerde zorg 18-

4.5 Paragraaf Bedrijfsvoering

Algemeen

De inrichting van de bedrijfsvoering vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het college. De raad oefent via zijn budgetrecht invloed uit op de gemeentelijke bedrijfsvoering: met de vaststelling van de begroting stelt de raad het bedrag vast dat het college voor dat doel beschikbaar heeft. De paragraaf bedrijfsvoering beoogt op hoofdlijnen kaders te stellen ten aanzien van het beleid met betrekking tot de bedrijfsvoering.

Kaders voor het bedrijfsvoeringsbeleid

Net als in vorige begrotingen formuleert deze paragraaf van de programmabegroting een aantal indicatoren aan de hand waarvan de raad vanuit zijn controlerende rol kan toetsen of de sturing door het college zich binnen de gestelde hoofdkaders beweegt.

Deze indicatoren zijn:

▪ Het college geeft gestalte aan de bedrijfsvoering met inachtneming van de geldende externe regelgeving en van de door de raad vastgestelde regels en normeringen zoals deze programmabegroting en verordeningen ex artikel 212 en 213 van de Gemeentewet. De verklaring en het controleverslag van de accountant bij de gemeentelijke programmarekening vormt een belangrijke graadmeter voor beantwoording van de vraag of het college in deze opdracht is geslaagd. Zowel wat betreft de ‘getrouwheid’ van de jaarrekening als wat betreft de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen;

▪ Het college heeft de informatieveiligheid op orde, blijkende uit de rapportage zelfevaluatie ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) die wordt opgesteld ten behoeve van het toezicht door de gemeenteraad en het toezicht door externe toezichthouders;

▪ De huidige organisatiestructuur volgens het zogenoemde bloemmodel blijft in stand. Het college richt zich op een zich organisch ontwikkelende organisatie en streeft naar het voorkomen van reorganisaties en gedwongen ontslagen;

▪ De omvang van de ambtelijke organisatie staat in verhouding tot het takenpakket, waarbij naast kwaliteit en doelmatigheid ook optimale efficiëntie onverminderd uitgangspunt zijn;

▪ De gemeente vervult als overheidswerkgever een voorbeeldrol als goed werkgever en betrekt vanuit deze doelstelling werknemersvertegenwoordigingen nauw bij de ontwikkeling van het personeels- en organisatiebeleid; het personeelsbeleid is er op gericht dat het ziekteverzuim niet hoger is dan 5%.

Omvang formatie

De ambtelijke formatie omvat in 2020 volgens de raming 196,9 fte (voltijdsfuncties), waarvan 2,5 fte griffiepersoneel. Nog niet in de cijfers meegenomen is de aanstaande formatieve uitbreiding voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Hiermee zal naar verwachting circa 3,5 fte gemoeid zijn. Van de totaalformatie heeft 5,1 fte een tijdelijk/projectmatig karakter, namelijk 2,7 fte projectteam Voorst onder de Loep, 0,9 fte projectleider koploperproject cliëntondersteuning, 0,8 fte uitvoering Addendum nota Duurzaamheid en 0,7 fte uitvoering Actieplan Huisvesting en Integratie Statushouders.

De ambtelijke formatie heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (cijfers exclusief griffiepersoneel):

De formatietoename in 2020 vloeit in de eerste plaats voort uit de opname in de salarisstaat van de projectmatige formatie (2,7 fte Voorst onder de Loep en 0,9 fte koploperproject cliëntondersteuning), dit in verband met de (langere) doorlooptijd van deze projecten. Formatieversterking heeft plaatsgevonden op de beleidsvelden openbare orde en veiligheid (onder andere aanpak ondermijning) en bewerking en digitalisering van het archief.

Loonsomuitgaven

De raming van loonsomuitgaven voor 2020 is als volgt:

Aantal FTE's Aantal pers. Totaal

jaarwedde Totaal

toelagen Totaal sociale

lasten Totale loonkosten Bestuur

Raad 19 233.165 31.533 264.699

College 5 411.132 41.671 452.803

Voorm. bestuurders 14 158.059 1.131 159.190

Totaal 38 569.191 233.165 74.335 876.692

Ambt. organisatie

Griffie 2,52 3 160.003 6.478 38.475 204.957

Ambtenaren 194,39 224 10.906.241 435.012 2.938.223 14.279.477

Totaal 196,91 227 11.066.244 441.491 2.976.699 14.484.433

Totaal salariskosten 196,91 265 11.635.435 674.656 3.051.034 15.361.125

Bestuurlijke loonsomlasten

Ten opzichte van de begroting 2019 zijn de bestuurlijke loonsomlasten toegenomen met ruim € 40.000. Belangrijkste oorzaak is de salarisontwikkeling voor collegeleden.

Collegeleden volgen de arbeidsvoorwaarden van de sector Rijk. De CAO 2018-2020 voor deze sector behelst een salarisontwikkeling van in totaal 7%. Deze stijging werkt door in de salarislasten voor 2020.

Ambtelijke loonsomlasten

De ambtelijke loonsomlasten zijn € 14.484.000 . Dit is ten opzichte van de begroting 2019 een toename met € 1,2 miljoen. Deze loonsomstijging heeft drie oorzaken: ten eerste zijn de loonsomlasten van de projecten Onder de Loep en het koploperproject

projecten beschikbaar zijn. Een tweede verklaring van de stijging van loonsomlasten is de salarisontwikkeling voor het ambtelijk personeel dat voortvloeit uit de CAO 2019 - 2020 waarover medio 2019 een akkoord is bereikt. Het financieel effect van deze CAO voor 2020 is € 685.000. Een derde verklaring voor de stijging zijn de

hierboven genoemde doorgevoerde formatieversterkingen. Nog niet in de loonsomstaat opgenomen zijn de lasten die voortvloeien uit de formatie voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. Deze lasten gaan worden gedekt uit de voor dit doel te ontvangen inkomsten, te weten de rijkssubsidie voor uitvoering van de Wsw en de detacheringsopbrengsten.

Personeel en organisatie

Net als voorgaande jaren is het van belang te blijven investeren in aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, vooral voor de jongere generaties. Het bieden van ruimte voor flexibele werktijden, thuiswerken, het beschikbaar stellen van eigentijdse werk-en communicatiemiddelwerk-en werk-en het ondersteunwerk-en werk-en faciliterwerk-en van opleidings- werk-en loopbaanplannen maken onderdeel uit van die maatregelen.

Op 1 januari 2020 wordt met de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren een belangrijke wijziging in de rechtspositie van het

gemeentepersoneel ingevoerd. De wijzigingen zijn zorgvuldig voorbereid maar zullen ook in 2020 nog veel aandacht vragen.

Informatiebeleid en automatisering

Informatisering en informatieveiligheid vormen meer en meer de bepalende succesfactoren voor de kwaliteit van de dienstverlening aan de samenleving. Aan de integriteit, beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van gegevens worden dan ook steeds hogere eisen gesteld. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen gaan per 1 januari 2020 over op één uniform normenkader voor informatiebeveiliging:

de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO is een doorontwikkeling van de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) en legt meer nadruk op risicomanagement. Dit vereist, nog meer dan nu, een continu proces van identificatie en beoordeling van risico’s om te bepalen wat nodig is om informatie adequaat te beschermen.

Zaakgericht werken legt de basis voor toekomstige dienstverlening. Door alle processen eenduidig vast te leggen is goede ontsluiting via een Klant Contact Centrum, een Persoonlijke Internet Pagina maar ook het bieden van een integraal klantbeeld mogelijk. Ook voor het leveren van sturingsinformatie, verantwoording, beveiliging en juiste archivering is dit essentieel. Hoewel dit niet het werk inhoudelijk beïnvloedt heeft dit wel invloed op de manier van werken. Om dit te faciliteren is implementatie van een Zaaksysteem nodig.

ICT-uitgaven Rekening

2018 Begroting

2019 Begroting 2020

Aanschaf duurzame goederen 11.667 10.603 10.751

Onderhoud 643.529 636.910 676.247

Telefonie, verzekeringen 110.243 109.107 110.634

Overige kosten 94.937 75.378 76.433

Kapitaallasten 362.770 346.596 336.623

Totaal lasten 1.223.146 1.178.594 1.210.688

Overige inkomsten 38.219 28.808

-Totaal baten 38.219 28.808

-Saldo 1.184.927 1.149.786 1.210.688

In document 2020-2023 (pagina 86-89)