• No results found

Overwegingen voor het opnemen van extra broedvogelsoorten

Voor broedvogels zijn tot nu toe geen soorten opgenomen die (tot voor kort) niet (meer?) in Nederland broeden. Hier volgt een korte bespreking van alle soorten die mogelijk in aanmerking komen. Het betreft bossoorten die hier ooit hebben gebroed of hier zouden kunnen broeden. Per soort is een aantal argumenten opgesomd om de soort wel of niet op te nemen. Voor de actuele status van de soorten is de pas uitgekomen nieuwste editie van de Avifauna van Nederland (1999, 2001) geraadpleegd. De habitatbeschrijving is meestal ontleend aan Svensson & Grant, vertaald door Van den Berg et al. (1999).

Zwarte Ooievaar

Soort van uitgestrekte oude, rustige bossen met ondiepe wateren. Dichtstbijzijnde broedgebieden in de Ardennen. Meer gevoelig voor beheer op landschapsschaal (grote eenheden natuur >10.000 ha) dan voor bosbeheer. Twijfelgeval. Soort niet te schuw voor vestiging in Nederland?

Zeearend en andere (bos)arenden

Hiervoor geldt in nog sterkere mate dat ze afhankelijk zijn van natuurlijke landschappen of situaties met veel voedsel (visvijvers) en niet zozeer van bosbeheer. Dichtstbijzijnde broedgebieden Noord-Duitsland, Polen. Nederlandse natuurgebieden te klein? Niet meenemen.

Zwarte Wouw

Uit het buitenland bekend als ‘vuilnisbeltenbeest’. Nederlands broedgeval bij een drukke recreatieplas. Broedt in bomen. Bosvogel? Niet meenemen.

Auerhoen

Soort van rustige, uitgestrekte, structuurrijke oude naaldbossen, die overal in Europa achteruit gaat. Hoort de soort thuishoort in ons natuurlijke bos? Vestiging onrealistisch. Niet opnemen.

Hazelhoen

Boshoen van dichte gemengde bossen en loofbossen. Liefst vochtig. Afgevoerd van de Nederlandse soortenlijst omdat ze te lang niet meer is waargenomen. Dichtstbijgelegen broedgebieden in ZO-Belgie. Areaal krimpt in. Vestiging onrealistisch. Niet opnemen.

Kraanvogel

Broedvogel van moerassen in bossen, aan meren en langs rivieren met oeverbossen. Broedt ook in bos maar prefereert open landschap. Eerste mogelijke broedgeval in Fochteloerveen. Soort neemt toe in Noord-Duitsland.

Bosruiter en Witgat

De bosruiter is meer een soort van hoogvenen en moerassen in taiga dan een echte bossoort. Niet opnemen. De Nederlandse broedgevallen van de Witgat zijn omstreden. Soort broedt in ondergelopen bossen, venen en moerassen. Neemt wat toe in Noord-Duitsland. Vanwege Noordoostelijke verspreiding niet opnemen. Oehoe

Broedvogel van bossen en bergachtig terrein. Broedgevallen in steengroeve in Zuid- Limburg. Broedt ook in België voornamelijk in steengroeves. Twijfelgeval. In het Nederlandse bos afhankelijk van zeer grote natuurlijke holen. Vaak verkeersslachtoffer. Ontwikkeling populatie realistisch in Nederland?

Ruigpootuil

In tegenstelling tot dwerguil niet vooral naaldbosbewoner. Verspreiding vertoont in Duitsland sterke relatie met oude (loofbos) kernen met veel natuurlijke holtes in bomen. Populaties fluctueren sterk onder invloed van muizenplagen. Afhankelijk van natuurlijke open plekken in het bos, liefst vochtig. Broedt in de Ardennen en heeft ook in Drenthe gebroed (vestiging vanuit Lunenburgerheide). Opnemen.

Grijskopspecht

Broedt vooral in loof- en gemengde bossen met veel dode bomen, vaak nabij water, open plekken en bosranden.

Soort neemt toe in Duitsland, evenals het aantal waarnemingen in Nederland. Opnemen

Middelste Bonte Specht

Sterk aan oud loofbos met veel staand dood hout gebonden boomspecht. Soort neemt toe in Noordwest, Midden en Oost-Europa en heeft sinds enige tijd een populatie van 10-15 paren in Zuid-Limburg. Opnemen.

Witrugspecht

Net als de grijskopspecht een soort van structuurrijke oude bossen met veel dode bomen, op rijke vochtige bodems, maar geen grondspecht (mieren) maar boomspecht. Broedt langs de kust in Noorwegen. Klimaat lijkt geen belemmering voor voorkomen in Nederland. Verspreidingsgebied krimpt in. Vestiging niet realistisch. Niet opnemen.

Krekelzanger

Broedt in dichte vrij hoge opslag langs rivieren en in randen van moerassen; Vaak in ondergelopen rivierbossen en in dicht struikgewas op open plekken in bos. Soort neemt toe in Noord-Duitsland en wordt tegenwoordig jaarlijks waargenomen in Nederland. Opnemen.

Kleine Vliegenvanger

Broedvogel van bij voorkeur structuurrijke oude loofbossen met water. Soort breidt langzaam uit naar het westen vanuit midden Europa en aantal waarnemingen in Nederland sterk toegenomen. Nog geen echt bevestigd broedgeval. Opnemen

Withalsvliegenvanger

Zuidoostelijke zustersoort van Bonte Vliegenvanger. Broedvogel in Noord-Frankrijk en Zuid-Duitsland, maar ook op Oland in Zweden. Heeft hoge dichtheden in structuurrijke oude ooibossen. Aantal waarnemingen in Nederland neemt af. Niet opnemen.

Taigaboomkruiper

De ondersoort kortsnavelboomkruiper broedt sinds enige tijd in Zuid-Limburg in loofbos met veel oude bomen en staand dood hout. Neemt toe. Soort vertoont ook over de grens in Duitsland sterke binding met oude rijk gestructureerde loofbossen. Opnemen

Klapekster

Soort van grootschalige natuurlijke open plekken in bos. Meer heidesoort dan bossoort. Niet opnemen.

Raaf

Na uitsterven door vervolging, met succes geherintroduceerde soort in Nederland. Sterk afhankelijk van al of niet natuurlijk aanwezige kadavers of resten van dode dieren in het bos. Opnemen.

Roodmus

Net als de Krekelzanger sterk aan structuurrijke randen van vochtige rijke bossen gebonden soort. Heeft na uitbreiding in Noord-Duitsland vaste voet aan de grond gekregen op de Waddeneilanden en breidt zich verder uit.

Geraadpleegde literatuur

Berg, A.W. van der & C.A.W. Bosman, 1999. Zeldzame vogels van Nederland. Avifaunua van Nederland 1. GMB Uitgeverij, Haarlem.

Bijlsma, R., C. Camphuysen & F. Hustings, 2001. Algemene en schaarse vogels van Nederland. Avifaunua van Nederland 2. GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij, Haarlem/Utrecht.