die een gebrek hebben in de spraak; het is zelfs zelden dat men eene doove vrouw
aantreft. - En nochtans bewaren de vrouwen beter een geheim dan de man;
voorbeelden: Lena bij de Atheners, Epitaris by de Romeinen. - God heeft den man
begunstigd met de vrouw als met eenen zegen; ook heeft hij wel rede om zich te
verheugen, die in deze wereld eene goede vrouw bekomen heeft; enz. - Het is
Adam, die de schuld is van ons verderf; immers God had aan hem, niet aan de
vrouw, verboden van de verbodene vrucht te eten, mits zij niet geboren was ten
tijde van dit verbod. God heeft aan de vrouw niet verweten dat zij van de verbodene
vrucht gegeten had, maar dat zij, verleid door de slang, den man gelegenheid gaf
om ervan te eten; de vrouw zondigde uit argeloosheid, de man met beraden wil.
-God heeft, om de wereld van de erfzonde te zuiveren, uit ootmoedigheid de natuur
des mans
men, niet die der vrouw; ook heeft God aan het serpent deze woorden toegesproken:
‘dat de kop der slang zou verpletterd worden door het nageslacht der vrouw.’ - God
heeft niet gewild de zoon van een man, maar wel die eener vrouw te wezen. - God
heeft zich, na zijne verrijzenis, niet aan mans vertoond, maar wel aan vrouwen.
-De vrouwen zijn standvastiger geweest in hunne geloofsbelijdenis dan de mans;
ten voorbeelde de maagden Blandina, Maxima, Corinthes, Sophronia, Dorothea en
Tharbua. - De vrouwen overtreffen in standvastigheid de Curiussen, de Camillen,
de Fabiussen; bij voorbeeld: Euphrosina, Flavia, Ammonora, de moeder der
Machabëers, Magdalena, Pricilla, enz. - Aristoteles zegt dat de mans edeler, wijzer,
sterker zijn dan de vrouwen; nochtans werd Adam overwonnen door Eva, Samson
door Dalila, Loth door zijne dochters, David, Salomo en Job door de vrouwen.
-Voortreffelijkheid der vrouwen bewezen door Rachel, Rebecca, Joël, Judith. - De
Heilige Schriftuur leert ons dat menige mans gedoemd geweest zijn tot de helle, zij
meldt echter geene vrouwen. - Houwaert bewijst door het voorbeeld der dieren dat
het vrouwelijk geslacht het mannelijke overtreft; alzoo zijn de arend, de koning der
vogels, en de Phoenix, vrouwelijke wezens
(1). - De mans vonden de zwartekunst uit
en sloten de eersten een verdrag met den duivel; Sodoma en Gomorrha vergingen
door de zonden der mans; voorbeelden van eene menigte vermaarde mannen der
oudheid die gezondigd hebben door vleeschelijken lust. Dus overtreffen de vrouwen
de mans door de eerbaarheid der zeden. - Menige vrouw heeft gedoogd dat haar
man eene bijslaapster had, zooals Sara en Rachel; maar wie is de
(1) Aquila, ja, maar Phoenix niet.
man die zoo toegevend wezen zou als zij? - Getrouwheid der vrouwen bewezen
door Argia, Abigaïl, Artemisia, Porcia, de vrouw van Cato, Cornelia, de vrouw van
Gracchus, Julia, die van Pompeius. - Kuischheid der vrouwen bewezen door de
geschiedenis van de heilige Susanna, van Emmia, en van Cunegondis, de
echtgenoote van den Duitschen Keizer Hendrik den Manke, enz. enz. - De vrouwen
hebben de zeven vrije kunsten uitgevonden. Nicostrata de schrijfkunst, Ceres het
graan, Arachne de spinkunst, en zij leerde ook aan Pamphilia de kunst van tapijten
te maken, en het fluweel en de zijde te weven; Tanaquil schiep een groot vermaak
in te naaien, te spinnen en te weven; Artemysis heeft wonderen verricht met de
geneeskracht der kruiden; Combe vond de kunst uit om wapens te maken en de
koperen en metalen oorlogs-kleedijen; de dochter van Agatodis vormde, bij middel
van het vuur, de eerste pottebakkers waren; Glyceris maakte de eerste kronen van
bloemen en lauriers; Diana richtte de eerste de honden af voor de jacht; Atalanta
doodde de eerste een everzwijn; Britomartis vond de eerste het netwerk uit; Helena
den drank tegen de zwaarmoedigheid; de Amazonen leerden de paarden te berijden
en te bedwingen; Hecate ontdekte het gif welk men aconiet heet; Circe en Mede
hebben wonderen verricht met de kruiden, hebben draken en slangen bedwongen,
de maan doen achteruitgaan en rivieren naar hunne bron doen terugkeeren; de
dochter van Platis vond, in het eiland Coo, de kunst uit om te breien; Noëma naaide
de eerste lakenkleederen; Dela bewerkte de eerste het koper; Medea blankette de
eerste hare wangen; Caja maakte het eerste koninklijk gewaad; Polyhymnia schiep
de rederijkkunst; Fabiola stichtte de eerste gasthuizen; Livia kon, door eene fijne
kunstgreep, kuikens voortbrengen zonder eieren onder
de hen te leggen; Isis vond de klokken uit; Vesta bouwde de eerste huizen; Circe
ontdekte de geneeskracht der kruiden; Penthesilea vond schild en bijl uit. en de
edele Trojaansche vrouwen dachten den zoen uit om de gramschap hunner mans
te stillen; Bellona vond de wagens en dijssels uit; Melissa ontdekte de bijen en den
honingraat; Thamiris maakte te Athene het afbeeldsel van Diana; Cratinax muntte
te Eleusis in dezelfde kunst uit; Pallas vond het weefgetouw uit, de krijgskunst en
de klankmaat, de kunst om de olie te persen, en de schepen op zee te sturen. Wie
zijn de mans, die op zulke uitvindingen roemen kunnen? - De spraakleeraars beweren
de vrouwen te overtreffen in welsprekendheid; wij leeren de welbespraaktheid beter
van onze moeders. - De vrouwen overtroffen de mans ook in de kunst der
voorzegging, in wijsheid en goeden raad; voorbeelden. - De eerste gedachte der
vrouw is altoos beter dan de overpeinsde gedachten des mans; derhalve ‘moest
men aan de vrouwen ook toelaten hunne meening in de beraadslagingen te uiten’;
hij, die er de vrouwen uitsluit sluit er dikwijls met hen de gratie Gods uit; indien men
naar de vrouwen luisterde, zou er nooit oorlog zijn; de vrouwen zouden beter een
land bestieren ‘dan de mans het onzer dagen doen’. Zouden zij het land slechter
kunnen bestieren? De tweedracht heerscht overal, behalve in Engeland, waar eene
vrouw op den troon zit. - Twee vrouwen werden, door hunne wetenschap en
welsprekendheid, aan het hoofd der twee aanzienlijkste staten der wereld gesteld,
‘de pausin Johanna’ en de keizerin Theodosa. - De groote territoriale
wereldverdeelingen hebben den naam van drie vrouwen bekomen: Azië, Lybië en
Europa. - De meisjes bereiken eer hunnen wasdom dan de jongens; de meisjes
mogen testeeren op twaalfjarigen
ouderdom, de jongens mogen het eerst op hun veertiende jaar; men ontvoogt de
In document
Nederlandsch Museum. Tweede reeks. Jaargang 2 · dbnl
(pagina 106-110)