• No results found

Op basis van de GCN-kaarten en additionele lokale bijdragen wordt in deze paragraaf een inschatting gegeven van het aantal overschrijdingen van de grenswaarde voor de daggemiddelde PM10-concentratie. Bij de bespreking worden de onzekerheden in de concentraties meegenomen en

wordt gesproken in termen van kansen op overschrijding van de grenswaarde (zie paragraaf 2.3). Voor PM10 geldt een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 40 μg m-3 en een

grenswaarde voor de daggemiddelde concentratie van 50 μg m-3. Deze laatste grenswaarde mag

maximaal 35 dagen per jaar worden overschreden. In deze rapportage wordt alleen getoetst op de grenswaarde voor de daggemiddelde concentratie omdat die strenger is dan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie. In de nieuwe EU-regelgeving moet vanaf 2008 aan de PM10-grenswaarden worden voldaan. De Nederlandse regering zal medio 2008 de Europese

Commissie op de hoogte stellen dat zij derogatie wil toepassen voor PM10. Als de Commissie

geen bezwaar maakt kan Nederland, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit de richtlijn, derogatie van drie jaar toepassen. Hiervan uitgaande wordt in deze paragraaf 2011 als richtjaar genomen voor het toetsen van de PM10-concentratie aan de grenswaarde.

Het ruimtelijke patroon van de kans op overschrijding van de grenswaarde voor de daggemid- delde PM10-concentratie is berekend met Luvotool voor 2007 (Figuur 2.6) en, op basis van

het voorgenomenbeleidscenario, voor 2011 (Figuur 2.7). De figuren illustreren de afname van het aantal overschrijdingen als gevolg van het (inter)nationale beleid. Het uiteindelijke aantal overschrijdingen hangt af van het effect van lokale maatregelen die in deze figuren niet zijn meegenomen, en de werkelijke meteorologische situatie in 2011. De hoogste PM10-concentraties

(grootschalige + lokale bijdragen) komen voor in Amsterdam, Rotterdam, IJmuiden en Hoek van Holland gekoppeld aan industriële en havenactiviteiten, in de landbouwgebieden in voorna- melijk Noord-Brabant, Limburg en Gelderland en in straten in grote steden en binnen een paar honderd meter van drukke snelwegen. De berekening laat zien dat in 2007 de PM10-grenswaarde

waarschijnlijk (kans 66% of groter) is overschreden langs de snelwegen rondom Utrecht en in mindere mate Rotterdam. De berekende concentratie ligt langs meerdere snelwegen in het midden en zuiden van Nederland rond de PM10-grenswaarde (gele gebied in Figuur 2.6). Voor

deze rijkswegen is de kans fifty-fifty dat de grenswaarde is overschreden.

Het patroon van kansen op overschrijdingen van de PM10-grenswaarde voor de daggemiddelde

concentratie langs snelwegen en in straten in steden (Figuur 2.6) verschilt enigszins van het patroon van de overschrijdingen van de NO2-grenswaarde voor de jaargemiddelde concentra-

tie. De kans op overschrijding van de PM10-grenswaarde in 2011 is zowel bij snelwegen als

in straten groter dan de kans op overschrijding van de NO2-grenswaarde in 2015. Hoewel de

bijdrage van verkeer aan de totale PM10-concentratie kleiner is dan bij de totale NO2-concentra-

tie ligt de grootschalige concentratie van PM10 dichter bij de grenswaarde, waardoor een lokale

bijdrage eerder tot overschrijding van de grenswaarde leidt.

Langs ongeveer 20 km snelweg is de PM10-grenswaarde in Nederland waarschijnlijk overschre-

den in 2007 en langs ongeveer 750 km lag de berekende concentratie rond de grenswaarde (Figuur 2.8). In 2011 is, op basis van het voorgenomenbeleidscenario, het berekende aantal kilo- meters waar de grenswaarde langs snelwegen waarschijnlijk wordt overschreden gereduceerd tot minder dan 20 km en het aantal kilometers waar de concentratie rond de grenswaarde ligt, gereduceerd tot ongeveer 200 km. Dit zijn reducties van 60-70% ten opzichte van de berekening voor het jaar 2007.

Bij de snelwegen rond de grote steden is het percentage weglengte met overschrijding van de grenswaarde hoog. Rond de stad Utrecht is dit in 2007 bijna 100% en dit lijkt in 2011 ook het meest hardnekkig rond de stad Utrecht te zijn. Net als bij NO2 is de berekende kans op over-

schrijding van de PM10-grenswaarde langs de A12 ten westen van Utrecht tussen 2010-2015

groter dan in 2007. De oorzaak hiervan is een toename in de verkeersintensiteit op dit wegvlak berekend met het LMS.

In straten binnen de bebouwde kom is in 2007 totaal voor Nederland ongeveer 50 km weglengte waar de PM10-grenswaarde waarschijnlijk is overschreden (Figuur 2.9). Bij ongeveer 900 km

straten lag de berekende concentratie rond de PM10-grenswaarde. Het totaal (rood+geel) is onge-

veer 5% van de doorgerekende wegen (grotendeels vanaf het niveau van ontsluitingswegen van wijkdelen, soms gedetailleerder). Voor 2011 ligt op basis van het voorgenomenbeleidscenario de berekende concentratie bij ongeveer 150 km rond de PM10-grenswaarde. Dit is een reductie van

80-90% ten opzichte de berekening voor het jaar 2007.

Het verschil in kans op overschrijdingen tussen het vaststaandbeleidscenario en het voorgeno- menbeleidscenario is beperkt, zowel voor 2011 als 2015. Dit is in overeenstemming met het beperkte verschil in grootschalige PM10-concentratie van ongeveer 0,5 μg m-3 gemiddeld over

Nederland in 2011 (paragraaf 6.1) en met de onzekerheden in berekende concentraties. Het aanvullendbeleidscenario (hier niet weergegeven) geeft resultaten die dicht liggen bij die van het voorgenomen beleidscenario door het kleine verschil in PM10-concentratie van gemiddeld

0,3 μg m-3 in 2011. Al deze scenario’s zijn gebaseerd op het Global Economy scenario (para-

graaf 4.7). In paragraaf 6.4 staat het verschil tussen de concentraties op basis van het Global

Economy en het Strong Europe scenario. Op basis van deze verschillen wordt geconcludeerd dat het gebruik van het Strong Europe scenario geen significant andere inschatting van de over- schrijdingen zal geven dan hier gepresenteerd.

Het aantal berekende overschrijdingen van de grenswaarde langs stadswegen was in 2007 lager dan in 2006, door lagere gemeten PM10-concentraties op regionale stations (LML, 2008). Ten

opzichte van de rapportage uit maart 2007, is het berekende aantal overschrijdingen in 2011 nu iets lager langs snelwegen en ongeveer gelijk voor straten in steden.

Tegen 2015, met significant lagere verkeersemissies ten gevolge van de Euro-normen voor wegverkeer, zijn er naar verwachting zo goed als geen overschrijdingen van de grenswaarde meer langs snelwegen en stadswegen, afgezien van mogelijk langs een erg klein aantal drukke snelweglocaties en stadswegen. Dit is de verwachting op basis van zowel vaststaand, als voorge- nomen beleid en rekening houdend met de onzekerheden in de berekende overschrijdingen. In hoeverre in de periode 2010-2020 daadwerkelijk overschrijdingen van de grenswaarde plaats- vinden hangt mede af van het effect van lokale maatregelen en van onvermijdelijke meteorologi- sche fluctuaties.

De berekende overschrijdingen van grenswaarden bevatten aanzienlijke onzekerheidsmarges, veroorzaakt door de onzekerheid in de emissies, verkeersvolumes op de individuele wegen, modelparameters, et cetera. De onzekerheid in de afname/toename van het aantal overschrijdin- gen tussen twee zichtjaren en tussen de verschillende scenario’s is echter veel kleiner aangezien de onzekerheden gecorreleerd zijn.

2007 0 200 400 600 800 1000 km

Overschrijding PM10-grenswaarde op stadswegen

2011 vaststaand beleid voorgenomen beleid 2015 vaststaand beleid voorgenomen beleid Rond de grenswaarde ('fifty-fifty' kans) Waarschijnlijk overschrijding (kans meer dan 66%)

Figuur 2.9 Aantal kilometers stadsweg met kans op overschrijdingen van de grenswaarde voor de daggemiddelde PM10-concentratie berekend met Luvotool.

2007 0 200 400 600 800 1000 km

Overschrijding PM10-grenswaarde langs snelwegen

2011 vaststaand beleid voorgenomen beleid 2015 vaststaand beleid voorgenomen beleid Rond de grenswaarde ('fifty-fifty' kans) Waarschijnlijk overschrijding (kans meer dan 66%)

Figuur 2.8 Aantal kilometers snelweg met kans op overschrijdingen van de grenswaarde voor de daggemiddelde PM10-concentratie berekend met Luvotool.