• No results found

Meetbare resultaten aantal jeugdgroepen/jeugdoverlast

5.4 Overige effecten

Naast het primaire en secundaire doel van de straatcoachaanpak kwamen in het onderzoek een aantal andere kwalitatieve effecten naar voren.

Toeleiding jongeren naar hulpverlening

Met name Venlo richt zich in zijn aanpak tevens op ‘zachtere’ doelstellingen zoals ‘het vergroten van ontwikkelingskansen van jongeren’ of ‘jongeren in de goede richting bewegen’. De resultaten op deze doelstellingen zijn moeilijk te kwantificeren. In ruim een jaar,37hebben de straatcoaches daar 25 jongeren toegeleid naar zorg, opleiding of werk. Of dit de effectiviteit van de aanpak op deze doelstelling aantoont, kunnen we niet beoordelen aan de hand van deze informatie. De drie andere verdiepingsgemeenten hadden geen doelen op dit vlak en hier werden dan ook geen resultaten gerapporteerd.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

37 April 2009-augustus 2010. Uit: E. van Marissing (2010). Evaluatie van de straatcoaches en de rol van de jeugdregisseur in Ven-lo. Inventarisatie van de gepercipieerde effecten in de periode 2009-2010. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Verbeterde informatiepositie gemeente en politie

Een belangrijk effect van de straatcoachaanpak voor de ketenpartners is de ver-beterde informatiepositie. Met name voor politie en gemeenten bieden de straatcoaches nieuwe informatie over jongeren: waar ze zich ophouden en wanneer, met wie ze omgaan (jeugdgroepen), wat hen bezighoudt. De politie kan deze informatie gebruiken voor opsporingsdoeleinden en bij de aanpak van misdrijven. Wat de verbeterde informatiepositie exact oplevert voor de politie, in termen van meer opgeloste delicten bijvoorbeeld, is niet vast te stel-len. De doeleinden waarvoor de gemeenten de input van de straatcoaches gebruiken, zijn minder duidelijk. In verschillende gemeenten gebruiken ze de input om door te spelen aan zorgpartners, die kunnen bepalen of hulpverlening (aan het gezin) nodig is.

Een kanttekening bij dit resultaat is de waarde van de informatie: informatie van de straat is niet altijd betrouwbaar. Straatcoaches krijgen hun informatie van jongeren die vaak geen betrouwbare informanten zijn.

Verbeterde samenwerking ketenpartners

Zoals vaak in projecten en aanpakken waarin ketenpartners een hernieuwde samenwerking aangaan, is ook in de straatcoachaanpak een verbeterde samen-werking een neveneffect, zo bleek uit de interviews. Vooral de samensamen-werking tussen gemeente en politie wordt hierbij genoemd. Deze partijen worden door de straatcoachaanpak gedwongen samen aan tafel te gaan zitten en afspraken te maken over de aanpak van overlast, waar de politie het idee had hier voorheen alleen voor te staan.

Gemeente neemt regierol

Straatcoaches worden ingezet in opdracht en vaak ook onder regie van de gemeenten. Hiermee nemen de gemeenten een grote rol in de aanpak van over-last, waar ze dit voorheen vaak bij de politie neerlegden. Aan deze verandering kleven voor- en nadelen.

De politie is hier overwegend positief over. Door de aanwezigheid van straatcoaches hoeft de politie zich minder bezig te houden met overlast en heeft ze haar handen vrij voor andere taken. De politie vindt dit prettig, omdat jeugdoverlast niet tot haar prioriteiten behoort.

Deze terugtrekkende beweging van de politie wat betreft overlastbestrijding zorgt voor extra druk bij gemeenten om dit aan te pakken. Ketenpartners

vin-den het positief dat gemeenten meer verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van overlast. Aan de andere kant bezorgt dit gemeenten veel extra kosten. Het is de vraag of de gemeenten, als de Rijksgelden in de toekomst wegvallen, deze taak blijvend op zich kunnen nemen, en zo niet, of de politie dan weer haar taak terugpakt. Recent zijn er ontwikkelingen zichtbaar waaruit blijkt dat de politie in Amsterdam al terrein probeert terug te winnen. Twee wijkteamchefs in Amsterdam-West communiceerden dat ze zich weer meer op de overlast wil-len richten ‘in plaats van het aan de straatcoaches over te laten’.38

Betere bezetting jongerencentra

Een ander effect dat werd genoemd, is dat in Haarlemmermeer en Maassluis door de acties van straatcoaches de bestaande jongerencentra beter worden bezocht. Waar deze voorzieningen regelmatig te weinig benut worden door de jongeren, draagt het wegsturen van de jongeren op straat bij tot bezetting van de centra. Eigenlijk is het een taak van jongerenwerk om jongeren naar de voor-zieningen te trekken en het is opvallend dat straatcoaches hier wel in slagen.

Waterbedeffect

De inzet van straatcoaches in een wijk kan leiden tot een verbetering in die wijk, maar een verplaatsing van de problematiek naar een andere, naastgelegen wijk. Dit effect noemt men het waterbedeffect. In Amsterdam is dit effect aan-gepakt door de straatcoaches niet meer alleen wijkgebonden te laten werken, maar ze mee te laten bewegen met de groepen. Ze werken dus wijkoverstij-gend. In kleinere gemeenten, zoals Maassluis, kan het waterbedeffect gevolgen hebben voor andere, omringende gemeenten.

5.5 Conclusie

Primair doel van de straatcoachaanpak is het terugdringen van overlast door jeugd-groepen. In de gemeenten Amsterdam en Utrecht, die als eerste gestart zijn met de aanpak straatcoaches, zien we dat het aantal jeugdgroepen in de tijd dat straatcoaches actief zijn ingezet, substantieel is afgenomen. Alle andere

resulta-––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

38 De Pers, 6 juni 2011.

ten zijn lastig meetbaar. Zo laat jeugdoverlast zich moeilijk kwantificeren en meten en zijn er bovendien te weinig betrouwbare en vergelijkbare gegevens beschik-baar om conclusies uit te trekken.

Welk effect straatcoaches hebben op de (on)veiligheidsgevoelens van bewoners en ondernemers (secundaire doelstelling) kunnen we aan de hand van cijfers niet vaststellen. Verschillende respondenten zeiden in de interviews dat er aanwij-zingen zijn dat bewoners en ondernemers zich veiliger voelen door de straat-coaches, maar een onderbouwing hiervoor is er niet.

In het onderzoek kwamen ook andere effecten van de straatcoachaanpak naar voren. Op het gebied van toeleiding van jongeren naar hulpverlening of dag-besteding rapporteert alleen Venlo beperkte resultaten.

De informatiepositie is volgens gemeenten tot op zekere hoogte verbeterd. Bij de betrouwbaarheid van de gegevens zetten sommige gemeenten hun vraagte-kens, maar de input biedt nuttige informatie. Ook de informatiepositie van ketenpartner politie verbetert door de straatcoaches. De informatiepositie van hulpverleningspartners verbeterde in mindere mate. De informatie sluit inhou-delijk vaak niet aan bij hun behoefte. Daarnaast is de samenwerking tussen keten-partners verbeterd.

De gemeente heeft de regie op de overlastaanpak (grotendeels) van de politie overgenomen. Enerzijds is dit positief, omdat de gemeente daarmee haar ver-antwoordelijkheid neemt en de politie meer tijd overhoudt voor prioriteiten.

Anderzijds bestaat het risico dat als straks de Rijksgelden op zijn, gemeenten geen middelen meer hebben om deze taak uit te voeren. Het is dan maar de vraag of de politie de taak weer overneemt. Andere effecten in de gemeenten uit het verdiepingsonderzoek zijn een betere bezetting van jongerencentra en een waterbedef-fect van overlast richting naastgelegen wijken.

Slotbeschouwing 6

In dit hoofdstuk formuleren we – gestuurd door het materiaal uit het onderzoek en onze bredere expertise over dit onderwerp – een aantal gedachtelijnen en conclusies over hoe de straatcoaches er op dit moment voor staan. Met het oog op de toekomst verbinden we aan deze conclusies steeds een of meerdere aan-bevelingen. Het referentiekader van de conclusies in deze slotbeschouwing is de hoofdvraag van het onderzoek: is de straatcoach een nieuw fenomeen en vormt hij een aanvulling op de bestaande aanpak van jeugdoverlast?

De focus van dit onderzoek lag op de verschillende verschijningsvormen van de straatcoachaanpak. Ook hebben we getracht een eerste indruk te krijgen van de resultaten. Vanwege de uiteenlopende verschijningsvormen is het niet moge-lijk om een algemene uitspraak te doen over de effectiviteit van de straat-coachaanpak. We zijn geneigd om de aanpak voorzichtig als positief te bestem-pelen. Dit baseren we vooral op de vermindering van het aantal jeugdgroepen (in Amsterdam en Utrecht) en de ervaringen van ketenpartners die in de inter-views naar voren kwamen. Zij rapporteerden een positief effect van straat-coaches op het terugdringen van jeugdoverlast, zagen hun informatiepositie verbeteren en sommigen waren van mening dat bewoners/winkeliers zich vei-liger voelden. De opbrengsten wijzen erop dat met name de ‘nieuwe’ elementen van de straatcoachaanpak effect hebben.