• No results found

Overgangsrecht Bouwwerken

In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met ontheffing van burgemeester en wethouders.

Gebruik

De eerste drie delen van dit artikel betreffen de (reducerende) overgangsregels met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het

bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht krijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is.

Artikel 15 Slotregel

Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het onderhavige bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Met het onderhavige bestemmingsplan worden diverse woningen mogelijk gemaakt. In alle gevallen betreft het particuliere kavels. De kosten voor de bouw, aansluiting op de riolering enzovoorts, zijn voor de ontwikkelaar.

Met betrekking tot de relatie met de grondexploitatieregeling in de Wro, wordt opgemerkt dat er sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 2 Wro juncto artikel 6.2.1a Bro, maar er geen kosten voor de gemeente met de ontwikkeling gemoeid zijn. Om deze reden is geen exploitatieplan nodig, omdat het totaal van de exploitatiebijdragen minder bedraagt dan € 10.000,-.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan is direct als ontwerp tervisie gelegd, vanaf 1 mei 2014 tot en met 11 juni 2014.

Voorafgaand aan de tervisielegging is een informatieavond georganiseerd voor de omwonenden (op 23 april 2014). De gemeente heeft ervoor gekozen geen inspraakprocedure te doorlopen, aangezien in het voorgaande bestemmingsplan sprake was van de mogelijkheid 8 woningen te realiseren. Tegelijk met de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan heeft het vooroverleg met de overlegpartners

plaatsgevonden.

Tijdens de periode van tervisielegging zijn geen zienswijzen ingediend. Wel is door het

Hoogheemraadschap een overlegreactie ingediend. Deze overlegreactie wordt hieronder behandeld.

Inhoud overlegreactie Hoogheemraadschap

Vanuit het integrale waterbeheer, zijn er diverse punten die bij verdere ontwikkeling nadere aandacht behoeven. De ontwikkeling van deze locatie grenst aan water waar het hoogheemraadschap het onderhoud (maaien en baggeren) op uitvoert. Om die redenen zal ook een watervergunning moeten worden aangevraagd en worden we graag goed betrokken bij de ontwikkeling van dit plan. Het hoogheemraadschap geeft in die hoedanigheid het wateradvies en input voor de aanvraag van de watervergunning. Het bestaande gemengde rioolstelsel wordt omgebouwd naar een gescheiden systeem.

Wij juichen de omvorming van een gemengd rioolsysteem naar een gescheiden systeem van harte toe.

In het vervolgtraject krijgen wij graag inzicht welke oppervlakken naar het oppervlaktewater zullen afvoeren en waar het lozingspunt komt.

Gezien de grondwaterstand en het waterpeil, is het mogelijk om hemelwater lokaal te infiltreren. Om uitspoeling naar diepere delen in de bodem -en uitspoeling naar het oppervlaktewater te voorkomen, kan dit echter alleen onder voorwaarde er op die locatie(s) geen bodemverontreiniging aanwezig is. Uit het bodemonderzoek zijn verhoogde waarden van o.a. PAK's aangetroffen ter plaatse waar het oude schoolplein was gesitueerd. Graag zien we bij verdere uitwerking terug op welke wijze hiermee wordt omgegaan.

Als gevolg van de sloop van de oude school en de ontwikkeling en bouw van de woningen, is er verandering van het totaal aan verhard oppervlak.

Op bladzijde 26 wordt het toekomstige watersysteem beschreven. Als conclusie is beschreven dat er geen compensatie nodig zal zijn. Wij kunnen ons voorstellen dat dit, gezien de oude bestemming met het schoolgebouw en het schoolplein, aannemelijk is. Echter wordt dit onze optiek in deze fase nog onvoldoende is onderbouwd/ toegelicht.

Bij de nadere detaillering zien we dit graag in de aanvraag voor de Watervergunning toegelicht middels maatvoering op tekening en met een berekening. Uiteraard mag hierbij de oorspronkelijk aanwezige verharding, waarvan het hemelwater direct afstroomt naar het oppervlaktewater of naar het riool, in mindering worden gebracht op het te compenseren verhard oppervlak. Graag krijgen we in de uitwerking meer inzicht in het daadwerkelijke aantal vierkante meters aan verhard oppervlak.

In de toekomst is het in principe de bedoeling dat het beheer en onderhoud van de stedelijke watergangen naar het hoogheemraadschap zal worden overgedragen. Met het oog op de

randvoorwaarden en eisen voor die overname is het van belang dat er langs de watergang ten behoeve van het onderhoud een onderhoudsstrook van minimaal 5 meter breed aanwezig is. Om de

bereikbaarheid in de toekomst te kunnen garanderen, adviseren wij om die grond langs de watergang in eigendom van de gemeente te houden.

Reactie gemeente

Bij de nadere uitwerking zal verder aandacht besteed worden aan het afvoeren van het water,

lozingspunten, aanpassingen verhard oppervlak en infiltratie. Ten aanzien van het verhard oppervlak: in de oude situatie was er sprake van een verharding van iets meer dan 2.200 m² verharding. In de

toekomstige situatie wordt een weg aangelegd van 470 m² en hebben de woningen een oppervlakte van in totaal maximaal 750 m². Dit betekent dat, zolang er niet meer dan 160 m² per perceel wordt verhard, er sprake blijft van een afname van het verhard oppervlak.

Het grootste deel van de gronden binnen het plangebied zijn niet in eigendom bij de gemeente. Het water en de groenstrook die hier langs ligt, zijn grotendeels in eigendom bij de ontwikkelende partij.

Voor zover de gronden in eigendom van de gemeente zijn, blijven zij dat. In die zin wordt voldaan aan de aanbeveling, waarbij wel wordt aangegeven dat in de huidige situatie de gemeente geen

onderhoudsstrook van minimaal 5 m in eigendom heeft.

Het Hoogheemraadschap wordt bij de verdere planvorming betrokken. De reactie leidt verder niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.