• No results found

Overgangs- en slotregels

In document Bestemmingsplan Grote Waal (pagina 58-64)

In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.

5.3 Overig

Geometrische plaatsbepaling en verbeelding

Voor het tekenen van de verbeelding is een topografische ondergrond gebruikt. Op de verbeelding wordt met lijnen, coderingen en arceringen aan gronden een bepaalde bestemming toegekend. Binnen een bestemmingsvlak zijn op de verbeelding met aanduidingen nadere regels aangegeven. De verbeelding is volgens IMRO2012 (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) getekend. Dit is een eenduidige en technische methode voor het tekenen van geometrisch bepaalde bestemmingen. Hiermee kan ruimtelijke informatie eenvoudig digitaal uitgewisseld worden met andere overheden en samenwerkingspartners. Ook maakt deze methode het mogelijk om het plan via internet te raadplegen.

6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid 6.1.1 Exploitatieverplichting

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting van een bestemmingsplan minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens bestaat op grond van de Wet ruimtelijke ordening de verplichting om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten, deze moeten kunnen worden verhaald op de initiatiefnemer c.q.

ontwikkelaar. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld.

In het voorliggende bestemmingsplan zijn als enige ruimtelijke ontwikkeling vijf nieuwe bouwvlakken opgenomen aan de Siriusstraat, ter vervanging van de eerder op een net andere locatie opgenomen bouwvlakken. Per saldo worden er 112 woningen extra bestemd. Het verhaal van kosten van de grondexploitatie zijn met het sluiten van een anterieure overeenkomst met Intermaris anderszins verzekerd.

Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen andere nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, waardoor het opstellen van een exploitatieplan niet benodigd is. De kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan worden door de gemeente gedragen.

6.1.2 Conclusie

Gezien het voorgaande wordt het plan financieel uitvoerbaar geacht.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan “Grote Waal” is opgesteld om te voorzien in een eenduidige en uniforme juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing binnen het plangebied. Er is qua systematiek aangesloten bij het meest recente bestemmingsplan binnen de gemeente Hoorn. In de regeling die is opgenomen in het bestemmingsplan zijn de vigerende rechten vastgelegd. De regeling is verruimd ten aanzien van de erfbebouwings- en gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming wonen. Voor winkelcentrum de Grote Beer is een verruiming opgenomen ten aanzien van de toegestane functies. Er worden nu ook mogelijkheden geboden voor de vestiging van lichte bedrijvigheid in winkelcentrum de Grote Beer. Gelet hierop wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht.

6.3 Handhaving

De aandacht voor handhaving neemt de laatste jaren sterk toe. Zowel de hogere overheden als de burgers spreken de gemeente in toenemende mate aan op het handhaven van de eigen regels en de rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over de verplichtingen die gemeentebesturen hebben om de eigen regelgeving te handhaven. Het bestemmingsplan vervult een aantal functies op het gebied van handhaving. Een bestemmingsplan is toekomstgericht. Het geeft een beeld van de te verwachten ruimtelijke ontwikkelingen en verwoordt het gemeentelijk beleid ten opzichte van de ontwikkelingen. Eveneens functioneert het bestemmingsplan als toetsingskader voor

bouwplannen en andere werkzaamheden. Hierdoor is het bestemmingsplan bindend voor burgers, bedrijven, instanties en overheid. Om ervoor te zorgen dat handhaving van het bestemmingsplan in de praktijk met succes kan worden afgedwongen, dient aan het volgende te worden voldaan:

• De regels en het kaartmateriaal moeten duidelijk en overzichtelijk zijn;

• Regels moeten zodanig zijn dat duidelijk is wanneer er sprake is van een overtreding en overtredingen moeten herkenbaar/zichtbaar én controleerbaar zijn;

• Het plan dient uitvoerbaar te zijn.

De grondslag voor een goed werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een grondige inventarisatie van de feitelijke situatie (grondgebruik, bebouwing) van het plangebied bij de opstelling van het bestemmingsplan en een deugdelijk mutatiesysteem bij de uitvoering van het bestemmingsplan. Onderdeel van dit mutatiesysteem is een goede registratie van verleende omgevingsvergunningen. Bij de opstelling van dit bestemmingsplan heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de feitelijke situatie. Daarnaast vindt registratie plaats van verleende omgevingsvergunningen.

Handhaving kan plaatsvinden via publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke weg. Dit laatste is afhankelijk van het Openbaar Ministerie. In het ruimtelijk bestuursrecht is de gemeente op grond van de Gemeentewet bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang ten aanzien van ontwikkelingen die strijdig zijn met de bepalingen van het bestemmingsplan. Deze vormen van handhaving vallen onder de zogenoemde repressieve handhaving. Hiermee wordt gedoeld op de middelen en/of het instrumentarium waarmee de gemeente naleving kan afdwingen, dan wel tegen normafwijkend gedrag correctief kan optreden.

Daarnaast wordt onderscheiden de preventieve handhaving. Deze komt voornamelijk tot uitdrukking in het toezicht op het gebruik van gronden en gebouwen. Preventieve handhaving geschiedt over het algemeen door informele middelen waaronder bijvoorbeeld informeel contact tussen de met handhaving belaste personen en de grondgebruikers. Hoewel het effect van dergelijke middelen niet goed meetbaar is, wordt aan deze middelen toch zeker betekenis toegekend.

Daarnaast zijn in het bestemmingsplan instrumenten van toezicht opgenomen. Gedoeld wordt op afwijkingsbevoegdheden, de bevoegdheid nadere eisen te stellen en de mogelijkheid omgevingsvergunningen te verlenen. Deze instrumenten maken een toetsing mogelijk voordat met de beoogde activiteit (bouwen, gebruiken, het verrichten van werken en/of werkzaamheden) een aanvang wordt gemaakt. De te nemen besluiten op basis van de genoemde bevoegdheden dienen te berusten op een deugdelijke motivering.

7 Procedure

7.1 Voorbereidingsfase 7.1.1 Overleg

Conform artikel 3.1.1. van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de Rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

In het kader van het vooroverleg is het voorliggende bestemmingsplan toegezonden aan diverse overlegpartijen. Gedurende de reactietermijn zijn twee overlegreacties ingekomen, van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de RUD. Naar aanleiding van de voorgenoemde overlegreacties is het bestemmingsplan op onderdelen aangepast c.q.

aangevuld.

7.1.2 Inspraak

Het bestemmingsplan gaat uit van het vastleggen van de vigerende rechten. De regeling is verruimd ten aanzien van de erfbebouwings- en gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming

‘Wonen’. Voor winkelcentrum de Grote Beer is een verruiming opgenomen ten aanzien van het aantal toegestane functies. Het is nu ook mogelijk om lichte bedrijvigheid in winkelcentrum de Grote Beer te vestigen. Omdat deze wijzigingen van ondergeschikte aard zijn, is besloten de fase van het voorontwerp over te slaan en direct het ontwerpbestemmingsplan op te stellen. Zodoende is de mogelijkheid tot inspraak overgeslagen, wel konden er zienswijzen worden ingediend.

7.2 Ontwerpfase

Na afronding van het vooroverleg startte de formele bestemmingsplanprocedure. De aanpassingen die volgden uit de overlegreacties van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de RUD zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ook zijn er enkele ambtshalve aanpassingen doorgevoerd.

Het ontwerpbestemmingsplan is gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Van de ingediende zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is een nota opgesteld die opgenomen is in bijlage 5 van de toelichting. De belangrijkste wijziging naar aanleiding van deze zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is het direct bestemmen van de nieuwe woningbouw aan de Siriusstraat.

7.3 Vaststellingsfase

Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft het plan op 11 juli 2017 gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp.

Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking.

Van Nelle Ontwerpfabriek Gebouw Thee 0

Van Nelleweg 3042 3044 BC Rotterdam T 010 433 00 99 F 010 404 56 69

In document Bestemmingsplan Grote Waal (pagina 58-64)