• No results found

GEBIEDSGERICHTE CRITERIA 5. OUDE WINSCHOTERDIEP

CRITERIA 5. OUDE WINSCHOTERDIEP

ARKEN EN SCHARKEN

• Arken en scharken zijn consequent ontworpen, gaan zorgvuldig om met schaal, gevelcompositie en materiaal, overeenkomstig met en afgestemd op de gevels en verhoudingen in de omgeving;

• de bouwvolumes van woonschepen zijn zodanig geordend, de gevels der-mate geleed, dat zij in maat en schaal aansluiten op de verkavelingsstructuur en volumeopbouw van bebouwing in de omgeving;

• grootschalige woonschepen houden rekening met de schaal van de omge-ving en met de structuur van rooilijn, kavelbreedte en bouwhoogte;

• de gevelcompositie van arken en schar-ken is consequent en ritmisch van aard, conform de bebouwing in de omge-ving: de verweving van een verticale en horizontale gevelindeling en -geleding bepalen de kwaliteit van de gevel; • de gevels van arken en scharken zijn

representatief van aard en gaan een

CONTEXT

• Authentieke schepen, arken en schar-ken zijn zich bewust van het straatbeeld en reageren in schaal en vormgeving nadrukkelijk op de kenmerken van de omgeving;

• woonschepen gaan zorgvuldig om met de historische, ruimtelijke structuur en fijnmazige verkaveling, zowel die van het water als ook die van de aangren-zende oevers, straten en bebouwing; • woonschepen houden rekening met de

architectonische, stedenbouwkundige en landschappelijke eenheid in het gebied;

• de collectieve visuele kwaliteit is be-langrijk, maar een individuele uiting van de woonschepen is mogelijk, mits afgestemd op het stedelijk profiel en op het samenhangende beeld van water, oever, straat, bebouwing;

• erfafscheidingen en schuren op de oe-vers zijn onderdeel van een totaalont-werp, afgestemd op de kenmerken van het stadsbeeld.

DEEL 3.2 GEBIEDSGERICHTE CRITERIA: 5. WINSCHOTERDIEP

DEEL 3.2 GEBIEDSGERICHTE CRITERIA: 5. OUDE WINSCHOTERDIEP

duidelijke, ruimtelijke relatie aan met de straat;

• net als bebouwing in de omgeving kunnen arken en scharken uitbundig worden vormgegeven, op basis van een grote architectonische diversiteit en rijkdom.

UITWERKING

• Variatie in materiaal- en kleurgebruik vindt plaats binnen een duidelijke compositie en richt zich op de gevelge-leding en eenheid in de omgeving; • materiaalgebruik, kleur en detaillering

zijn verfijnd (ze ondersteunen het ont-werp) en afgestemd op de omgeving, passend binnen het kleurenspel van ontwerp en context.

GEBIEDSGERICHTE

CRITERIA

6. HOENDIEP (TEN

OOSTEN VAN DE

RINGWEG)

AMBITIE

Het eerste deel van het Hoendiep, van het Eendrachtskanaal tot aan de Laan 1940-1945 (ringweg) vertoont veel ruim-telijke en structurele overeenkomsten met het Oosterhamrikkanaal, het Oude Winschoterdiep en het Reitdiep. Ook zijn er verschillen: dit deel wordt gekenmerkt door twee ruimtelijk en functioneel totaal verschillende zijden.

De noordzijde past in het beeld van de overige kanaalvakken uit deze periode, waar een vroeg twintigste-eeuws, samen-hangend bebouwingsbeeld het kanaal begeleidt. De bebouwing vormt een helder langgerekt straatprofiel en onder-steunt het Hoendiep met een eenduidige,

lineaire compositie. De architectuur staat in het teken van het stedenbouwkundig beeld en is als geheel expressief vormge-geven. De bebouwing heeft een horizon-tale indeling en geleding, die bijdragen aan het collectieve straatbeeld waaraan de individuele woning is ondergeschikt. Afgezien van een schoolcomplex, wordt de zuidzijde van het kanaal daarentegen gekenmerkt door een grote groene zone, die al decennia op ontwikkeling wacht. Het begin van het (huidige) Hoendiep, daar waar het aansluit op het Eendrachts-kanaal, vertoont meer historische diver-siteit, met de lintbebouwing langs het gedempte deel van het diep en de late negentiende-eeuwse bebouwing van de 75

76 Schildersbuurt, beide onderdeel van het beschermd stadsgezicht Schildersbuurt. Hier vangen we met pakhuizen Fries-land en Overijssel, als ook met royale koopmanshuizen een glimp op van de betekenis die het Hoendiep sinds de late middeleeuwen voor Groningen had. Kenmerkend voor het beschermd stads-gezicht is de overgang van een spontane naar een planmatige stedelijke ontwik-keling. De architectuur is hier gevarieerd maar samenhangend en heeft een duide-lijke ruimteduide-lijke en functionele relatie met het Hoendiep.

Door het ruime profiel en het vooral ver-keerskundige karakter van de begeleiden-de straat, als ook het extensieve groen op de oever, is de relatie tussen de bebou-wing en de woonschepen gering, al doen de secundaire bouwwerken van schuttin-gen en schuren wel erg nadrukkelijk mee in het straatbeeld. Er is bijna geen ruim-telijke relatie tussen de waterstructuur en de straat met woningbouw. Het straat-profiel is ‘vol’: bebouwing-stoep-ventweg met parkeren-groenstrook met bomen-rij-dubbele rijbaan-groenstrook met bo-menrij-oever. Water en straat functione-ren niet als één ruimtelijk systeem, vooral ook door de vaak uitgebreide bebouwing op de oevers. Dichterbij de stad is de sa-menhang in het profiel sterker en worden de historische land- en waterweg weer meer op elkaar betrokken.

In het kanaalvak liggen vooral arken, hier en daar afgewisseld door een schark of authentiek schip. Liefst vervangen we ze op termijn door schepen, zeker in het eerste deel nabij de aansluiting op het Eendrachtskanaal. De kwaliteit en uitstra-ling van de woonschepen moeten goed worden afgestemd op de ruimtelijke kenmerken van de context. We ambiëren zorgvuldig ontworpen arken en scharken, bescheiden en terughoudend in uitstra-ling, afgestemd op het groene karakter van de zuidzijde en oevers, als ook op het collectieve stadsbeeld van de noordzijde. Het oevergebruik is conform bestem-mingsplan en sneltoetscriteria, zodat het profiel een betere ruimtelijke en visuele relatie tussen bebouwing en water moge-lijk maakt.

GEBIEDSGERICHTE CRITERIA