Het derde niveau van kennisdeling dat in dit onderzoek wordt besproken, is het organisatieniveau. Op dit niveau wordt gekeken naar de karakteristieken van de afzonderlijke organisaties binnen het netwerk. Er zijn op organisatieniveau twee condities te onderscheiden: De noodzaak tot samenwerking in netwerken en de organisatiecultuur van de organisaties op het gebied van samenwerking.
5.3.1 Noodzaak tot samenwerken
De eerste conditie op organisatieniveau, is de noodzaak voor organisaties om samen te werken met anderen in netwerken. Om hier een beeld bij te vormen, is allereerst gevraagd naar de mate waarin organisaties afhankelijk zijn van de middelen van andere organisaties. Hierop gaven tien respondenten aan afhankelijk te zijn van andere organisaties voor wat betreft hun middelen. ‘Wij zetten onze eigen
mankracht in, maar als je bepaalde doelstellingen wil realiseren, moet je het uiteindelijk samen doen. Als je samen middelen en menskracht bij elkaar brengt, kan je meer realiseren’ (Respondent 1, Openbaar Bestuur). Aan deze tien respondenten is vervolgens gevraagd van welke organisaties en van
welke middelen hun organisatie afhankelijk is. Deze afhankelijkheid van middelen en andere organisaties wordt in onderstaande tabel 8 per organisatie weergegeven.
Tabel 8, Afhankelijkheid van middelen andere organisaties
Respondent Organisatie Afhankelijkheid van wie? Afhankelijkheid van wat voor middelen?
1 Fontys Hogescholen Verschillende organisaties Vormen van één vuist
richting provincie 2 Gemeente Best Gemeente Oirschot Verschillende organisaties Provincie/ Rijk Vertegenwoordigen van één regio naar buiten
Financiële middelen
3 Brabants – Zeeuwse
Werkgeversvereniging
Verschillende organisaties Financiële middelen, menskracht en kennis
4 Metropoolregio
Eindhoven
21 gemeenten Financiële middelen
Bijeenbrengen van kennis en uitvoeringskracht 5 Brainport Development 21 gemeenten Verschillende organisaties Financiële middelen
Bereidheid uit te spreken waar men naartoe wil
35
6 Gemeente Waalre Verschillende organisaties Capaciteit, handjes om
projecten uit te voeren
7 Bibliotheek Eindhoven Gemeente Eindhoven
Stichting cultuur Eindhoven
Financiële middelen Financiële middelen 9 Gemeente Son en Breugel Provincie/ Rijk Verschillende organisaties Financiële middelen Kennis om doelen te bereiken
11 Gemeente Eindhoven Gemeenten
Brainport
Werkgelegenheid
Vormen van één regio naar buiten 12 Metropoolregio Eindhoven 21 gemeenten Provincie Financiële middelen Wetgeving
Uit deze tabel blijkt dat twee soorten middelen vooral worden genoemd door de respondenten. Allereerst wordt aangegeven dat de organisaties van andere organisaties afhankelijk zijn van (het verkrijgen van) financiële middelen. Daarnaast wordt de samenwerking in de regio gezien als een mogelijkheid om een gezamenlijke uitstraling te hebben in de richting van de provincie, het Rijk en internationaal.
Naast de respondenten die aangeven wel afhankelijk te zijn van middelen van andere organisaties, geven twee respondenten aan deels afhankelijk te zijn van middelen van andere organisaties in het netwerk van de Metropoolregio Eindhoven. ‘Voor onze eigen opgaves hebben wij gewoon middelen.
Het zijn meer de bredere opgaven, zoals bijvoorbeeld klimaatbestendigheid, waar je met zijn allen iets aan moet doen’ (Respondent 9, Overheid). Één respondent geeft tot slot aan niet afhankelijk te zijn van
middelen van andere organisaties in het netwerk.
Naast de afhankelijkheid van bepaalde middelen, kunnen organisaties ook samenwerken om bepaalde problemen op te lossen, of om gezamenlijk bepaalde doelen te bereiken. Twaalf van de dertien respondenten geven aan dat sprake is van samenwerking om bepaalde problemen op te lossen, of bepaalde doelen te bereiken. De kracht van de regio is in triple helix verband verschillende problemen oplossen. De afhankelijkheid wordt daarom gezien als ‘een mooie mogelijkheid om met elkaar aan tafel
te gaan zitten om zo meerwaarde te bereiken’ (Respondent 6, Overheid, Gemeente).
5.3.2 Organisatiecultuur
Naast de noodzaak en afhankelijkheid die voor organisaties kan bestaan om samen te werken met anderen, is de samenwerkingscultuur van de organisaties in het netwerk een tweede conditie op het organisatieniveau. De drie indicatoren die een beeld geven bij de organisatiecultuur voor wat betreft de deelname aan interorganisationele samenwerkingsverbanden zijn de hoeveelheid samenwerkingsverbanden waaraan een organisatie deelneemt, de beschikbare werktijd om deel te nemen aan samenwerkingsverbanden en de interesse vanuit de organisatie in de resultaten van de samenwerking.
De eerste indicator van de organisatiecultuur, is de mate waarin een organisatie samenwerkt en contact heeft met andere organisaties in netwerken. Aan de respondenten is daarom gevraagd met welke andere organisaties wordt samengewerkt binnen het netwerk van de Metropoolregio Eindhoven, en wat de reden van deze samenwerking is. De antwoorden van de respondenten, worden
36 in onderstaande tabel 9 weergegeven. Wanneer een organisatie is onderstreept, wil dit zeggen dat het contact tussen de organisaties wederzijds benoemd is.
Tabel 9, Contact tussen organisaties
Respondent Organisatie Organisatie waarmee wordt samengewerkt
Reden waarom wordt samengewerkt
1 Fontys Hogescholen Met gemeenten, bedrijven
en de provincie Metropoolregio Eindhoven Af en toe Brainport Development Regionaal opgaven oppakken 2 Gemeente Best Gemeente Oirschot Gemeenten en provincie Mindere mate de waterschappen Bovenlokale belangen behartigen Wettelijk zo vastgelegd 3 Brabants-Zeeuwse Werkgevers- vereniging Gemeenten, Metropoolregio Eindhoven, Brainport Development, Milieugroepen, Subregio’s Peel en Kempen
Realiseren van doelen die alleen niet gerealiseerd kunnen worden
4 Metropoolregio
Eindhoven
Triple helix. Gemeenten,
bedrijven en kennis- instellingen - 5 Brainport Development Gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen (TUe, Design Academy) Metropoolregio Eindhoven Vier subregio’s Collectieve problemen oplossen
Thema’s mobiliteit, energie of ruimte
6 Gemeente Waalre Gemeenten (intensiefst met
Stedelijk Gebied) Dommelvallei Overkoepelende thema’s Zorgtaken 7 Bibliotheek Eindhoven BZW, TUe, gemeenten, Fontys Metropoolregio Eindhoven Projectgroepen gericht op verbetering samenleving Ontvangen van subsidies
8 Gemeente Laarbeek Gemeenten
Provincie
Metropoolregio Eindhoven
Lid algemeen bestuur
Metropoolregio
Realiseren van infrastructuur Deelname aan werkplaatsen
9 Gemeente Son en
Breugel
Metropoolregio Eindhoven Gemeenten Stedelijk Gebied
Deelname aan werkplaatsen Diverse thema’s
10 Provincie Noord
Brabant
Alle partijen, met name publieke partijen, in de provincie
37
11 Gemeente
Eindhoven
Brainport Development Philips/ ASML
Gemeenten, met name
Stedelijk Gebied
Verschillende lijntjes binnen de regio waar nodig bij elkaar kunnen brengen
12 Metropoolregio
Eindhoven
Gemeenten, provincie, Brainport, kennisinstellingen
(Fontys/ TUe/ Summa
college), waterschappen.
Afhankelijk van thema
13 Waterschap de
Dommel
Kennisinstellingen (Fontys/ Tue/ Summa college),
gemeenten, Brainport
Development.
Vroegtijdig aansluiten bij planvorming in de regio Aanhaken bij strategie- vorming binnen de regio Uit bovenstaande tabel blijkt dat alle organisaties in het netwerk van de Metropoolregio Eindhoven samenwerken met andere organisaties. Dit kan op verschillende manieren zijn, zoals tussen organisaties onderling of in samenwerkingsverbanden. Door meerdere respondenten wordt aangegeven dat de samenwerking op organisatieniveau afhankelijk is van het thema waarop wordt samengewerkt. ‘Als wethouder heb ik contact met het Stedelijk Gebied, de gemeente Eindhoven en de
Metropoolregio Eindhoven. Ook hebben we onze netwerken in de samenleving. Maar dit is heel erg afhankelijk van het thema’ (Respondent 7, Overheid, Gemeente).
Een tweede indicator die een beeld geeft van de organisatiecultuur, is de beschikbare werktijd om deel te nemen aan interorganisationele netwerken. Van de dertien respondenten, geven vijf respondenten aan voldoende werktijd beschikbaar te hebben om deel te nemen aan interorganisationele netwerken. Vijf andere respondenten geven aan dat er niet weinig, maar ook niet veel werktijd beschikbaar voor deelname aan interorganisationele netwerken. ‘Wij moeten hierin altijd keuzes maken. Deze
afwegingen kunnen betekenen dat de keuze voor het een ten koste gaat van het ander’ (Respondent 8, Openbaar Bestuur). Drie respondenten geven aan dat er onvoldoende werktijd beschikbaar is om deel
te nemen aan interorganisationele netwerken.
Tot slot is de interesse in de resultaten van de samenwerking, een derde indicator die de organisatiecultuur van de organisaties in het netwerk toont. Negen respondenten geven aan dat hun organisatie interesse toont in de resultaten van de samenwerking. Door deze respondenten wordt interesse in de resultaten als erg belangrijk gezien. Bij een aantal organisaties is terugkoppeling vanuit de verschillende samenwerkingsverbanden een vast agendapunt: ‘Regionale samenwerking is altijd
een agendapunt voor de collegevergaderingen’ (Respondent 13, Overheid, Gemeente). Twee
respondenten geven aan dat er beperkt interesse is in de resultaten van de samenwerking met anderen. ‘Ambtelijk is er zeker interesse, maar wij zien dat onze gemeenteraad het best wel moeilijk
heeft om wat er regionaal speelt bij te houden’ (Respondent 7, Overheid, Gemeente). Tot slot geeft een
respondent aan dat zowel ambtelijk als bestuurlijk nog weinig sprake is van interesse in de resultaten van de samenwerking, maar dat deze interesse wel aan het toenemen is.
In onderstaande tabel 10 worden de twee condities en bijbehorende indicatoren gepresenteerd, die op organisatieniveau zijn besproken.
38 Tabel 10, Resultaten op organisatieniveau
Conditie/ Indicator Wel Deels Niet Blanco Noodzaak tot samenwerken
- Mate afhankelijkheid middelen anderen 10 2 1 - - Samenwerking om problemen op te lossen 12 - - 1
Organisatiecultuur Wel Deels Niet Blanco
- Mate van samenwerking met andere organisaties
133 - - -
Hoog Gemiddeld Laag Blanco
- Hoeveelheid beschikbare werktijd voor samenwerking
5 5 3 -
- Mate van interesse in resultaten samenwerking
9 2 1 1