• No results found

In dit hoofdstuk heb ik onderzocht hoe verbeelding kan worden begrepen in termen van sensorisch geleide act. Daartoe heb ik een onderscheid gemaakt tussen een verklaring van het fenomenale aspect van verbeelden en de pragmatische aspecten van het fenomeen verbeelden. Het fenomenale aspect, de ervaring die bij een individu optreedt als hij iets voor zijn geestesoog ziet of in zijn hoofd hoort, is goed te begrijpen als het offline in wer- king treden van bepaalde sensomotorisch contingenties. Hoewel deze verklaring essentieel is om tegenwicht te bieden tegen representationalistisch internalisten die menen dat ver- beelding zonder enige notie van mentale representaties onmogelijk is blijft de verklarende

51

waarde ervan beperkt tot vormen van verbeelding die in principe niet gepaard hoeven te gaan met het manipuleren van externe representaties. Het aandeel hiervan is echter beperkt gezien al die vormen van verbeelden die gepaard gaan met het manipuleren van externe representaties. Om meer te weten komen over verbeelding heb ik me daarom gericht op de pragmatische aspecten die optreden met verbeelden. Hiermee bedoel ik de effecten op gedrag die optreden door onze verbeeldingen te communiceren, te expliciteren via het manipuleren van externe representaties. Dat houdt in dat een enactivist die wil hij de pragmatische aspecten van verbeelden begrijpen in termen van sensorisch geleide act, uit moet gaan van een dialoog. Dat wil zeggen hij moet uitgaan van verbeelden als een twee- de-orde act.

Aan de hand van vier casussen waarin externe representaties worden gemanipuleerd en waarvan wij vinden dat we daarvoor typisch ons verbeelding te pas komt, heb ik aanneme- lijk proberen te maken dat het extern kunnen representeren van verbeeldingen die we als individu ervaren een geschiedenis van dialogen met zich meebrengt. De casussen tonen ook dat als de geschiedenis van dialogen langer wordt het offline exciteren van sensomo- torische contingenties weliswaar nog steeds de basis is voor ons verbeelden, maar dat de verbeelding die we daarbij ervaren zich steeds meer voltrekt overeenkomstig de dominan- te sociale conventies omtrent de handelingsmogelijkheden die externe representaties ons bieden. En dat als we verbeelden in al haar aspecten willen begrijpen in termen van senso- risch geleide act we het beter kunnen benaderen als optredend in een sociaal epistemische praktijk.

53

5.

2

E

ORDE ENACTIVISME VOOR OFFLINE COGNITIE

Het enactivisme postuleert dat we alle vormen van cognitie kunnen begrijpen als bestaand in de manieren waarop een wezen in wisselwerking staat met zijn omgeving. Er wordt echter algemeen erkend (ook door enactivisten zelf) dat enactivisme nog geen goed ant- woord heeft op de vraag hoe offline cognitie enactivistisch begrepen kan worden. Ik heb daarom onderzocht of, en zo ja, hoe enactivisme offline cognitie zou kunnen begrijpen. Hiervoor heb ik eerst gewezen op het onderscheid dat Clark (2005) maakt tussen twee varianten van offline cognitie. De eerste variant betreft de situatie dat het object dat ie- mand ervaart wordt gemedieerd door een externe representatie die feitelijk aanwezig is, terwijl het object zelf in zijn nabije omgeving feitelijk afwezig is. De tweede variant be- treft de situatie dat het object dat iemand ervaart op geen enkele manier feitelijk aanwezig is in zijn nabije omgeving.

Omdat volgens enactivisten waarnemen ten grondslag ligt aan alle cognitie, heb ik om te kunnen onderzoeken hoe beide varianten van offline cognitie enactivistisch kunnen wor- den begrepen, eerst waarnemen geoperationaliseerd volgens de ecologische perceptieleer van Gibson als bestaand in sensorische geleide acts. Herinneren en verbeelden zijn vol- gens Gibson (1986), maar ook volgens enactivisten als Hutto (2015) en Thomas (2014) te begrijpen in termen van sensorische geleide acts door te stellen dat als bepaalde sensorisch geleide acts eenmaal eigen zijn gemaakt, de bijbehorende sensomotorische routines ook in werking kunnen treden zonder dat het intentionele object in de nabije omgeving aanwezig is.

Aan de hand van een fragment uit het dagboek van Cocteau heb ik getoetst in hoeverre deze hypothese ook opgaat voor herinneren. Door gebruik te maken van het onderscheid tussen drie vormen van herinneren, te weten procedureel, episodisch en semantisch herin- neren, heb ik aannemelijk proberen te maken dat de hypothese van Gibson wel opgaat voor de tweede variant van offline cognitie zolang hierbij geen sprake is (geweest) van enigerlei vorm van het manipuleren van externe representaties, maar niet voor de eerste variant van offline cognitie zodra deze gemedieerd is (geweest) door externe representa- ties waarbij betekenissen zijn gedeeld. De casus laat zien dat, zolang er geen externe re- presentaties in het spel zijn, procedureel en episodisch herinneren goed kunnen worden begrepen als sensorisch geleide acts. De casus maakt echter ook duidelijk dat voor seman- tisch herinneren, dat ex hypothesi gepaard gaat met het manipuleren van externe represen- taties, sensorisch geleide acts zoals geoperationaliseerd door Gibson, niet meer volstaan.

54

Dit komt doordat Gibson (en in navolging van hem Noë) sensorisch geleide act heeft geo- perationaliseerd als de wisselwerking tussen een individu en zijn omgeving, waarbij die wisselwerking wel van invloed is op de werking van het individu maar niet van invloed wordt geacht te zijn op de werking van (dingen in) de omgeving. Zo’n operationalisatie voldoet niet voor het begrijpen van semantisch herinneren. Dit komt omdat semantisch herinneren is geënt op het kunnen omgaan met beschrijvingen en elke beschrijving van iemand gesitueerd en betrokken is en mede vorm geeft aan de werking van degene die in aanraking komt met die beschrijving. Om semantisch herinneren te kunnen begrijpen in termen van sensorisch geleide act, moeten we het begrijpen als bestaand in dialoog. Dat wil zeggen, we moeten ervan uitgaan dat alles wat wordt gezegd, gezegd wordt door een waarnemer voor een waarnemer en van invloed is op de (werking van de) waarnemer. Een act waarin een waarnemer reflecteert op beschrijvingen van sensorisch geleide acts van een (beschrijvende) waarnemer, wordt gezien als een tweede-orde act. Op deze manier kunnen we beschrijvingen (en daarmee ook semantisch herinneren) begrijpen als: uitingen van bepaalde klanken of krabbels, behorend bij gewaarwordingen van handelingsmoge- lijkheden die de omgeving de waarnemer biedt, welke tot stand zijn gekomen in een ge- schiedenis van wederzijdse afstemming van sensorisch geleide acts tussen waarnemers. Deze wederzijdse afstemming van sensorisch geleide acts is van noodzakelijk belang om (het ontstaan van) externe representaties en daarmee gedeelde betekenissen enactivistisch te kunnen begrijpen. Semantisch herinneren kan zo worden begrepen als een tweede-orde act in het omgaan met externe representaties waarmee we gewaarwordingen (online en offline in werking zijnde of tredende sensomotorische contingenties) identificeren en structureren tot een externe representatie die kan worden waargenomen als gaande over onze gewaarwordingen.

Tenslotte heb ik onderzocht hoe verbeelden kan worden beschreven in termen van senso- risch geleide act. Aan de hand van vier casussen waarin externe representaties worden gemanipuleerd en waarvan wij vinden dat daaraan typisch onze verbeelding te pas komt, heb ik aannemelijk proberen te maken dat het extern kunnen representeren van verbeel- dingen die we als individu ervaren, een geschiedenis van dialogen met zich meebrengt. De casussen tonen ook dat als de geschiedenis van dialogen langer wordt het offline exciteren van sensomotorische contingenties weliswaar nog steeds de basis is voor ons verbeelden, maar dat de verbeelding die we daarbij ervaren zich steeds meer voltrekt overeenkomstig de dominante sociale conventies omtrent de handelingsmogelijkheden die externe repre- sentaties ons bieden. Doordat deze epistemische conventies in beginsel zijn ontstaan in dialogen tussen waarnemers omtrent de handelingsmogelijkheden die de omgeving de waarnemers biedt, kunnen ze niet worden herleid tot individuele sensorisch geleide acts.

55

Mijn conclusie is dat als enactivisme offline cognitie zoals verbeelden en herinneren in al haar aspecten wil kunnen beschrijven (zoals Clark dat voor ogen heeft), ze dergelijke off- line cognitieve acts op dient te vatten als tweede-orde sensorisch geleide acts. Een enacti- visme dat verbeelden en herinneren wil beschrijven moet dus een tweede-orde enactivisme zijn.

57

LITERATUUR

Adams, F. & Aizawa, K., 2010. The Bounds of Cognition, Chicester UK: John Wiley & Sons Ltd.

Aizawa, K., 2014. The Enactivist Revolution. Avant, V(2), pp.19–42.

Barandiaran, X.E. & Di Paolo, E.A., 2014. A genealogical map of the concept of habit. Frontiers in Human Neuroscience, 8(July), pp.1–7.

Berg van den, J.H., 1956. Metabletica of leer der veranderingen. Beginselen van een historische psychologie, Nijkerk: G.F. Callenbach N.V.

Berge Van den, L., 2014. In memoriam Annie Mattheeuws (1937-2013), Mijmeringen van een leerling. Systeemtheoretisch Bulletin, (1), pp.5 – 12.

Bermúdez, J.L., 2009. Mindreading in the animal kingdom. In R. W. Lurz, ed. The Philosophy of Animal Minds. Cambridge, MA: Cambridge University Press, pp. 145 – 164.

Bermúdez, J.L., 2003. Thinking without Words, Oxford: Oxford University Press.

Block, N., 2001. Behaviorism revisited. Behavioral and Brain Sciences, 24(05), pp.977– 978.

Brentano, F., 1874. Psychologie vom Empirischen Standpunkte, Leipzig: Verlag von Duncker & Humblot.

Brooks, R.A., 1991. Intelligence without representation. Artificial Intelligence, 47(1-3), pp.139–159.

Capra, F., 1996. The Web of Life; Scientific Understanding of Living Systems, New York: Anchor Books.

Carruthers, M.J., 2008a. The Book of Memory: A Study of Memory in Medieval Culture., Cambridge: Cambridge University Press.

Carruthers, M.J., 2008b. The Craft of Thought, Cambridge: Cambridge University Press. Carruthers, M.J. & Ziolkowski, J.M., 2002. The Medieval Craft of Memory: An Anthology

of Texts and Pictures M. J. Carruthers & J. M. Ziolkowski, eds., Philadelphia: University of Pennsylvania Press.

Casasanto, D. & Dijkstra, K., 2010. Motor action and emotional memory. Cognition, 115(1), pp.179–85.

Chemero, A., 2009. Radical Embodied Cognitive Science, Cambridge, MA: MIT Press. Clark, A., 1999. An embodied cognitive science? Trends in Cognitive Sciences, 3(9),

pp.345–351.

Clark, A., 1997. Being There. Putting Brain, Body, and World Together again, Cambridge, MA: The MIT Press.

58 2), pp.233–244.

Clark, A. & Grush, R., 1999. Towards a Cognitive Robotics. Adaptive Behavior, 7(1), pp.5 – 16.

Clark, A. & Toribio, J., 1994. Doing without representing? Synthese, 101(3), pp.401–431. Clowes, R.W. & Mendonça, D., 2015. Representation Redux: Is there still a useful role for

representation to play in the context of embodied, dynamicist and situated theories of mind? New Ideas in Psychology, XXX, pp.1 – 22.

Cocteau, J., 1953. Journal d’un inconnu, Paris: Grasset.

Costall, A., 1997. Things, and things like them. In B. L. Molyneaux, ed. The cultural life of images: visual representation in archaeology. London: Routledge.

Currie, G. & Ravenscroft, I., 2002. Recreative Minds, Oxford New York: Clarendon Press.

DeLoache, J.S., 2004. Becoming symbol-minded. Trends in Cognitive Sciences, 8(2), pp.66–70.

DeLoache, J.S. et al., 1998. Grasping the Nature of Pictures. Psychological Science, 9(3), pp.205–210.

DeLoache, J.S., Pierroutsakos, S.L. & Uttal, D.H., 2003. The origins of pictorial competence. Current Directions in Psychological Science, 12(4), pp.114–118. Dennett, D.C., 1991. Consciousness Explained, New York: Back Bay Books.

Dijkstra, K., Kaschak, M.P. & Zwaan, R.A., 2007. Body posture facilitates retrieval of autobiographical memories. Cognition, 102(1), pp.139–49.

Fodor, J.A., 1975. The Language of Thought, New York: Thomas Y. Crowell Company. Fodor, J.A., 2009. Where is my mind? London Review of Books, 12 Feb., pp.1–9.

Fodor, J.A. & Pylyshyn, Z.W., 1988. Connectionism and cognitive architecture: A critical analysis. Cognition, 28(1), pp.3 – 71.

Foerster Von, H., 2003. Understanding understanding: Essays on Cybernetcis and Cognition, New York, NY: Springer-Verlag New York, Inc.

Foglia, L. & Grush, R., 2011. The Limitations of a Purely Enactive (Non- Representational) Account of Imagery. Journal of Consciousness Studies, 18(5 - 6), pp.35 – 43.

Frith, C.D., 2007. Making up the mind:how the mind creates our mental world, Malden, MA: Blackwell Publishing Ltd.

Galilei, G., 1953. Dialogue concerning the two chief world systems, Ptolemaic and Copernican S. Drake & S. E. Sciortino, eds., Berkeley: University of California Press.

García-Diez, M. et al., 2013. Uranium series dating reveals a long sequence of rock art at Altamira Cave (Santillana del Mar, Cantabria). Journal of Archaeological Science,

59 40(11), pp.4098–4106.

Gibson, J.J. et al., 1969. The change from visible to invisible: A study of optical transitions. Perception & Psychophysics, 5(2), pp.113–116.

Gibson, J.J., 2015. The ecological aproach to visual perception, New York: Taylor & Francis Group.

Grush, R., 2004. The emulation theory of representation: motor control, imagery, and perception. The Behavioral and brain sciences, 27(3), pp.377–396; discussion 396– 442.

Halverson, J., 1992. The first pictures: perceptual foundations of Paleolithic art. Perception, 21(3), pp.389–404.

Haugeland, J., 1998. Having Thought. Essays in the metaphysics of mind, Cambridge, MA: Harvard University Press.

Held, R. & Hein, A., 1963. Movement-Produced Stimulation in the Development of Visually Guided Behavior. Journal of comparative and physiological psychology, 56(5), pp.872–876.

Humphrey, N., 1998. Cave Art, Autism, and the Evolution of the Human Mind. Cambridge Archaeological Journal, 8(2), pp.165 – 191.

Hutto, D.D., 2008. Folk psychological narratives. The Sociocultural Basis of Understanding Reasons, Cambridge, MA: The MIT Press.

Hutto, D.D., 2015. Overly Enactive Imagination? Radically Re-Imagining Imagining. At: http://www.academia.edu/12301085/Overly_Enactive_Imagination_Radically_Re- Imagining_Imagining.

Hutto, D.D. & Myin, E., 2013. Radicalizing Enactivism, Basic Minds without Content, Cambridge, MA: MIT Press.

Jansen, J., 2013. Imagination, Embodiment and Situatedness: Using Husserl to Dispel (Some) Notions of “Off-Line Thinking.” In R. T. Jensen & D. Moran, eds. The Phenomenology of Embodied Subjectivity. Springer, pp. 63 – 79.

Kandel, E.R., Schwartz, J.H. & Jessell, T.M., 2000. Principles of Neural Science 4th ed., New York: McGraw-Hill.

Kaplan, G.A., 1969. Kinetic disruption of optical texture: The perception of depth at an edge. Perception & Psychophysics, 6(4), pp.193–198.

Kiverstein, J. & Clark, A., 2009. Introduction: Mind embodied, embedded, enacted: One church or many? Topoi, 28(1), pp.1–7.

Kuhn, T., 1976. The Essential Tension - Selected Studies in Scientific Tradition and Change, Chicago: The University of Chicago Press.

Lewis-Williams, D. et al., 2003. Review Feature: A review of The Mind in the Cave: Consciousness and the Origins of Art by David Lewis-Williams. Cambridge Archaeological Journal, 13(2), pp.263–279.

60

Malafouris, L., 2007. Before and Beyond Representation: Towards an enactive conception of the Palaeolithic image. In C. Renfrew & I. Morley, eds. Image and Imagination, a global prehistory of figurative representation. Cambridge, UK: McDonald Institute for Archaeological Research, pp. 289 – 302.

Malafouris, L., 2013. How Things Shape the Mind. A theory of Material Engagement, Cambridge, MA: MIT Press.

Martelaere De, P., 1993. Het dagboek en de dood. In Een Verlangen naar ontroostbaarheid. Over leven, kunst en dood. Amsterdam: Meulenhoff.

Maturana, H.R., 1970. The neurophysiology of cognition. In P. Garvin, ed. Cognition: A multiple view. New York: Spartan Books, pp. 3–24.

Mead, M. & Bateson, G., 1976. For God’s Sake, Margaret. Conversation with Gregory Bateson and Margaret Mead. CoEvolutionary Quarterly, 10(21), pp.32 – 44. Medina, J., 2013. An enactivist approach to the imagination: Embodied enactments and

“fictional emotions.” American Philosophical Quarterly, 50(3), pp.317–335. Merleau-Ponty, M., 1945. Phénoménologie de la perception, Paris: Gallimard.

Merleau-Ponty, M., 1968. The Visible and the Invisible C. Lefort & A. Lingis, eds., Evanston: Nothwestern University Press.

Moyal-Sharrock, D., 2009. Wittgenstein and the memory debate. New Ideas in Psychology, 27(2), pp.213–227.

Moyal-Sharrock, D., 2013. Wittgenstein’s Razor: The Cutting Edge of Enactivism. American Philosophical Quarterly, 50(3), pp.263 – 279.

Myin, E. & Zahidi, K., 2015. The Extent of Memory: From Extended to Extensive Mind. In A. Coliva, V. Munz, & D. Moyal-Sharroc, eds. Mind, Language and Action, Proceedings of the 36th Wittgenstein Conference. De Gruyter, pp. 391 – 408. Nagel, T., 1974. What Is It Like to Be a Bat. Philosophical Review, 83(4), pp.435–450. Newell, A. & Simon, H.A., 1976. Computer Science as Empirical Inquiry: Symbols and

Search. Communications of the ACM, 19(3), pp.113 – 126. Noë, A., 2004. Action in Perception, Cambridge, MA: McGraw-Hill.

Noë, A., 2009a. Conscious Reference. The Philosophical Quarterly Vol., 59(236), pp.101– 113.

Noë, A., 2002. Is the Visual World a Grand Illusion. Journal of Consciousness Studies, 9(5), pp.1–12.

Noë, A., 2009b. Out of our Heads, New York: Hill and Wang. Noë, A., 2012. Varieties of Presence, Cambridge, MA: MIT Press. Di Paolo, E.A., 2009. Extended Life. Topoi, 28(1), pp.9–21.

Di Paolo, E.A., De Jaegher, H. & Rohde, M., 2010. Horizons for the Enactive Mind: Values, Social Interaction, and Play. In J. Stewart, O. Gapenne, & E. A. Di Paolo,

61

eds. Enaction Toward a New Paradigm for Cognitive Science. Cambridge, M: MIT Press, pp. 33 – 88.

Pask, G., 1969. The meaning of Cybernetics in the Behavioural Sciences (the cybernetics of behavior and cognition: extending the meaning of “goal”). In J. Rose, ed. Progress in Cybernetics. New York: Gordon and Breach, pp. 15 – 44.

Pavlov, I.P., 1927. Conditioned Reflexes. An Investigation of the Physiological Activity of the Cerebral Cortex G. V. Anrep, ed., Oxford: Oxford University Press.

Ramsey, W.M., 2007. Representation Reconsidered, Cambridge: Cambridge University Press.

Rorty, R., 1979. Philosophy and the Mirror of Nature, Princeton, New Jersey: Princeton University Press.

Rowlands, M., 2010. The New Science of the Mind From Extended Mind to Embodied Phenomenology, Cambridge, MA: The MIT Press.

Ryle, G., 2009. The Concept of Mind 60th anniv., London: Routledge. Sacks, O., 2007. The abyss. The New Yorker, pp.1–16.

Schwitzgebel, E., 2011. Perplexities of Consciousness, Cambridge, MA: MIT Press. Schwitzgebel, E., 2002. Why did we think we dreamed in black and white? Studies in

History and Philosophy of Science Part A, 33(4), pp.649–660.

Shapiro, L.A., 2014. Radicalizing Enactivism: Basic Minds without Content, by Daniel D. Hutto and Erik Myin. Mind, 123(489), pp.213 – 220.

Shepard, R.N. & Metzler, J., 1971. Mental Rotation of Three-Dimensional Objects Abstract . The time required to recognize that two perspective drawings portray. Science, 171, pp.701–703.

Skinner, B.F., 1957. Verbal Behavior, New York: Appleton Century Crofts. Sleutels, J.J.M., 2001. Intentionaliteit. Wijsgerig Perspectief.

Suddendorf, T., Addis, D.R. & Corballis, M.C., 2009. Mental time travel and the shaping of the human mind. Philosophical transactions of the Royal Society of London. Series B, Biological sciences, 364(1521), pp.1317–1324.

Sutton, J., 2010. Memory. In E. N. Zalta, ed. The Stanford Encyclopedia of Philosophy. Sutton, J., 2015. Remembering as Public Practice: Wittgenstein, memory, and distributed

cognitive ecologies. In D. Moyal-Sharrock, V. A. Munz, & A. Coliva, eds. Mind, Language, and Action: proceedings of the 36th Wittgenstein symposium. pp. 409 – 443.

Thelen, E. et al., 2001. The dynamics of embodiment: a field theory of infant perseverative reaching. The Behavioral and brain sciences, 24(1), pp.1–34; discussion 34–86.

Thomas, N.J.T., 2014. The Multidimensional Spectrum of Imagination: Images, Dreams, Hallucinations, and Active, Imaginative Perception. Humanities, 3, pp.132–184.

62

Thompson, E., 2007. Mind in Life; Biology, Phenomenology and the Sciences of Mind, Cambridge, MA: Harvard University Press.

Tomasello, M., 2008. Origins of human communication, Cambridge, MA: Bradford Books.

Tomasello, M., 1999. The cultural origins of human cognition, Cambridge, MA: Harvard University Press.

Varela, F.J., Thompson, E. & Rosch, E., 1991. The Embodied Mind: Cognitive Science and Human Experience, Cambridge, MA: MIT Press.

Waal de, F.B.M. & Ferrari, P.F., 2012. The Primate Mind: Built to Connect with Other Minds, Harvard: Harvard University Press.

Weiskrantz, L., 1997. Consciousness Lost and Found: A Neuropsychological Exploration, Oxford: Oxford University Press.

Wiener, N., 1961. Cybernetics: Or Control and Communication in the Animal and the Machine, Cambridge, MA: The MIT Press.

Wittgenstein, L., 2006. Filosofische onderzoekingen M. Derksen & S. Terwee, eds., Meppel: Boom.

Wittgenstein, L., 2009. Philosophische Untersuchungen - Philosophical Investigations G. E. M. Anscombe, P. M. S. Hacker, & J. Schulte, eds., Chicester UK: Blackwell Publishing Ltd.

Wittgenstein, L., 1980. Remarks on the Philosophy of Psychology, Vol. 1 G. E. M. Anscombe, ed., Chicago: The University of Chicago Press.

Zawidzki, T.W., 2013. The Role of Sophisticated Mindreading in Human Mindshaping. In Mindshaping: A New Framework for Understanding Human Social Cognition. Cambridge, MA: The MIT Press, pp. 205 – 238.