Op
de dag van bevrijdingwas
in Zandvoort geen sprake van openbaar vervoer.Het spoorwegemplacement en de spoorlijn tot Overveen
waren
opgebroken en het stationmaakte
een desolate indruk. Naarstiglijk werd het herstel aan-gevat en op 3 juni 1946 kon de treinverbinding met Zandvoort worden hersteld, zij het voorlopig over enkel spoor.De
tram van de N.Z.H.V.M. kon kort na de bevrijding haar dienst weer her-vatten,omdat
detrambaan
intactwas
gebleven. Aanvankelijk werd alleen opwerkdagen
gereden, later ook op zondagen.De
tramdirectie stond al spoedig voor een belangrijke beleidsbeslissing,omdat
de concessie van de gemeenteAmsterdam om
met de tram tot in de binnenstad te komen, op 1 oktober 1954 zou aflopen.Amsterdam was —
uit overwegingenin het belang van het verkeer
—
niet bereid deze concessie te verlengen.De
tram zou tot aan de buitenwijken vanAmsterdam mogen
komen.Was
dit reeds een voor de exploitatie ongunstige factor, daarkwam
nog bij dat het rijdend trammaterieel grotendeels moestworden
vernieuwd.Mede
in het licht van de evolutie inhet openbaarvervoer en dedaarmede
verband houdende opkomst van de autobus, besloot de N.Z.H.V.M. de tramlijn Aïnsterdam-Zandvoort op te heffen en te doen vervangen door een busdienst.Dit besluithad vooral verkeerstechnische consequenties. Het voornaamste knel-punt
was
despoorwegovergangbij Heemstede-Aerdenhout.De
door de gemeente Zandvoort enanderegemeenten uitgeoefendeaandrangheeft tot resultaat gehadj'.)'i~: tramstation Zandvoort.
dat de verhoging van de spoorbaan ter plaatse spoedig is tot stand gekomen, zodat een hinderlijk obstakel plaats
maakte
voor een goede verkeerssituatie.De
Minister van Verkeer en Waterstaat had namelijk bepaald dat de tramdienst niet
mocht worden
opgeheven vóórdat het viaduct te Heemstcde-Aerdenhoutzijn voltooiing zou naderen.
De
tram moest n.1. eerder verdwijnenomdat
voor de verhogingvan de spoorbaan het tramviaduct over de spoorlijn moest worden gesloopt.Tenslotte
werd
alsdatum
van de opheffing van de tram gesteld 1 september 1957. Dezedatum
viel op een zondag.De
N.Z.H.V.M. had een perfecte organisatie van de busdienst voorbereid. Niettemin zag de directeur, de heerJ. J. Jurrissen,
met
enige bezorgheid die dag tegemoet,want
bijstralend zomer-weerzou de busdienst al in de eerste uienvanzijn bestaan een vuurproef moe-ten doorstaan.Doch
zie: op zondag 1 septemberviel ereen miezerige motregen;het bezoek aan de badplaats
was
minimaal en de busdienst kon onder rustige omstandigheden zijn taak beginnen.Intussen is gebleken dat de vrees, dat de busdienst in capaciteit op dagen
met
topbezoek bij detram
ten achter zou blijven, ongegrond was.Ondanks
de hinderlijke verkeersstagnatics op deweg
kan zij een massaal publiek sneller aan- en afvoeren dan dit bij de tram het geval was.De
N.Z.H.V.M. veroorzaakte nog onrust onder de Zandvoortse middenstand, om-dat zij pleitte voor het parkeerterrein bij de watertoren als het meest gunstig gelegen eindpunt van de busdienst (in de onmiddellijke nabijheid van het strand).De
Zandvoortse middenstandkwam
hiertegen in het geweer.Men
wilde het busstation inhet centrum van het dorp houden opdat de strandbezoekers de winkelstraten zouden moeten passeren.In de raadsvergadering van 23 april 1957
werd
breedvoerig over het eindpunti96'/.' buspassagiers op
wen
naar het strand.van de bus gediscussieerd.
Met
algemene .stemmen besloot de raad dat het bus-station zoukomen
op hetzogenaamde
„zwarte veld" pl.m. 100 meter ten oosten vanhet op te heffen tramstation.De
raad verleende tegelijkertijd een krediet van ƒ 498.000, voor de aanleg van het busstationmet
bijkomende werken.De
bestedingsbeperking bracht echter een kink in de kabel: ermocht
voorlopig slechts een bedrag vanƒ 145.000,
—
worden verwerkt.Een
provisorische oplossingwas
daarvan het gevolg.Op
29 oktober 1963 verleende de raad andermaal een krediet voor de aanleg van het busstation, nu tot een bedrag van ƒ 415.000, . Dit besluit verwierf de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.Met
de uitvoering van hetwerk
isbereids een begin gemaakt.
Tenslotte: de N.Z.H.V.M, heeft met ingang van 1 mei 1963 een locale busdienst geopend waardoor vooral Zandvoort-Noord wordt gediend.
De
locale dienst heeft nog wel een beperkte frequentie, doch naarmate de vervoersbehoefte toe-neemt, zal de dienstregeling uitgebreider wordenPOSTKANTOOR
Op
12 juni 1964 werd het fraaie nieuwe postkantoor ontwerp van dearchitect B. J. J. M. Stevens—
officieel in gebruik genomen. Zandvoort kreegdaarmede
een aan allemoderne
eisen voldoendgebouw
voor de postdienst; een aanwinst voor de badplaatsaccommodatie.Men
zou met deze vermeldingkunnen
volstaan, ware het niet dat aan dit feestelijk gebeuren een lange voorgeschiedenis vooraf ging.Volgens het wederopbouwplan en het voorontwerp-saneringsplan diende het Raadhuisplein te
worden
verruimd en het oude postkantoor teworden
gesloopt.Toen in 1953 bleek dat de P.T.T. plannen had
om
hetpostkantoor te verbouwen, trad de burgemeester met de toenmalige directeur-generaal van de P.T.T. inonderhandeling teneinde te
komen
tot realisering van de beoogde sanering van het dorpscentrum. Het resultaatwas
dat bij raadsbesluit van 20 juli 1954 werd besloten het postkantoor en het daaraan grenzende pand Haltestraat 4 te kopen voor totaal ƒ 55.000, -. Hetwas
verder de bedoeling dat de gemeente het nieuwe postkantoorzoubouwen
en tegen„kostprijs" zou verhuren aan de P.T.T.In de bouwkosten zouden deposterijen ƒ 100.000,
—
bijdragen, zijnde de geraam-de kostenvan
verbouwing van het oude postkantoor.Op
28 juni 1955 gaf de gemeenteraad aan architect Stevens opdracht een schetsontwerp te maken.In 1956
kwam
de P.T.T. met zijnprogram
van eisen,waaraan
het te stichtengebouw
zou moeten voldoen.Op
3 december 1958 berichtte de directeur-gene-raal dat de comptabiliteitswet zich verzette tegen de financiëële participatie in een door de gemeente te stichtenpostkantoor.De
P.T.T.nam
deaandearchitect Stevens verleende opdracht over en ging zich daarna rechtstreeksmet
debouw
bemoeien.
Op
aandrang van de burgemeester zegde de P.T.T. toe, datmet
debouw
in 1960 zou worden begonnen.De
krappe arbeidsmarkt belette zulks en het plan-Zand-voortwerd
naar een later tijdstip verschoven. Deze kink in de kabel had ern-stige gevolgen,want
het heeft de burgemeester de uiterste inspanning gekost (vele besprekingen inDen Haag waren
nodig)om
deop driftgelaakte plannen weer verankerd te krijgen in't voor realisering bestemdebouwprogramma. Een
handicap daarbij was, dat in die periode aanzienlijkesommen
werden besteed voor hetopknappen
van het voor afbraak bestemde postkantoor. Heturgentie-argument
van de postdienst werd daardoor verzwakt. In 1963 kon eindelijkmet
debouw
van het postkantoorworden
begonnen.De
tien jaren tevoren begonnen onderhandelingenmet
de P.T.T., waarbij de burgemeester bij de drie elkaar opvolgendedirecteuren-generaal van dit staatsbedrijf de urgentie en het algemeen belang van dezebouw
telkens opnieuw moest bepleiten, hebben ten-slotte tot een zowelvoor de P.T.T. als voor de gemeente Zandvoort goed resul-taatgeleid.n
september 1955: opening van het sportpark „Duintjesvehl".SPORT
De
gemeentelijke sportcomplexen aan de Vondellaan en deVan Lennepweg werden
na de bevrijding zo spoedig mogelijk in bespeelbare staat gebracht.Dat
aan de Vondellaanwas
in gebruik bij de voetbalvereniging „Zandvoort-meeuwen".Van
het sportterrein aan deVan Lennepweg was
de Zandvoortse Hockeyclub de eerste gebruiker.De
R.K. voetbalvereniging „The Zandvoort Boys" genoot daar—
na haar heroprichting—
gastvrijheid.Alspoedig bleek dat de sportaccommodatie van Zandvoort absoluut onvoldoende
was om
aan de toenemende behoefte aan velden ter beoefening van buiten-sporten tekunnen
voldoen. In 1952 besloot de raad tot de aanleg van drie sportvelden binnen het circuit. Het duurde lang voordat Gedeputeerde Staten dit besluit goedkeurden.Op
17 september 1955was
het eindelijk zó ver dat het fraaie sportpark „Duintjesveld"kon worden
geopend.De
Zandvoortse Hockeyclub heeft dit sportpark in huur.Ook
de gymnastiekvereniging O.S.S.en de Zandvoortse Korfbalclub
maken
daarvan gebruik.„Zandvoortmeeuwen"
kreeg toenmede
de beschikking over de sportvelden aan deVan
Lennepweg. Deze vereniging heeft financieel en door vrijwillige arbeid van haar leden eraanmedegewerkt
dat in 1959 de tribune op het hoofdveld konworden
overdekt. In 1964 begon zij op eigen kostenmet
de aanleg van een trainingsveld aan de Vondellaan.De
sportvelden leveren de gemeente een jaarlijks nadelig saldo op van rond ƒ 30.000,—.Door het R.K. kerkbestuur is in 1952 aangekocht een terrein aan de
Kennemer-weg.Met
financiëlemedewerking
van de gemeentewerd
daarop hetKennemer
sportpark (twee voetbalveldenmet
clubgebouw) tot stand gebracht.De
officiëleopening vond plaats op 5 september 1954 en daardoor
waren
voor „T.Z.B." de terreinmoeilijkheden op voortreffelijke wijze opgelost.Zandvoort beschikt over bloeiende sportverenigingen.