• No results found

3 Methoden, analyseopbouw en cases

3.4 De opbouw van de analyse

In hoofdstuk 1 en 2 is duidelijk geworden dat onderzoek doen naar indifference erg ingewikkeld is. Het gaat bij indifference nadrukkelijk niet om het meten van besluiteloosheid of ambivalentie. Het grootste gevaar schuilt in het beïnvloeden van de respondenten; door het noemen van het thema van het onderzoek zouden ondernemers namelijk al direct beginnen met het invullen van het waarom van de niet-actie (Smith et al., 2009:4). Er moet dus een manier gevonden worden om toch inzicht te verkrijgen in de veronderstelde indifference bij ondernemers. Er kunnen immers geen expliciete vragen gesteld worden naar indifference. Andere mogelijkheden om deze indifference te ontrafelen zijn niet gemakkelijk voorhanden. Smith et al. (2009:17) noemen bijvoorbeeld wel de optie om participerend onderzoek of sociaal psychologische experimenten uit te voeren, maar de uitwerking daarvan is niet eenvoudig.

Omdat er vooralsnog geen andere informatie over het thema indifference bij ondernemers bestaat uit eerdere onderzoeken, is erg veel aandacht besteed aan de opbouw van het interview. Daarnaast vergt, zoals gezegd, het onderzoeken van indifference een specifieke interviewmethode. De semi-gestructureerde interviews zijn aan de hand van een interviewguide gedaan (zie bijlage 1) (Saunders et al., 2008:301). Deze werkwijze zorgt ervoor dat er bij elk interview, hoewel dezelfde vragen en thema’s zijn behandeld, er wel verschillende vragen aan bod komen. Op deze manier is er enerzijds genoeg structuur om in de analyse vergelijkingen tussen de cases te kunnen maken. Anderzijds is er genoeg ruimte voor uitweidingen, waarin de nuance van indifference aan bod kan komen. Sommige respondenten zullen bijvoorbeeld meer ervaring hebben met het verkopen van producten of diensten over de grens, terwijl anderen helemaal niet-actief zijn in andere landen. Dit is bij het selecteren van de respondenten niet vooraf vast te stellen. De resultaten van de interviews zijn getranscribeerd, om in de analyse te kunnen komen tot een betrouwbaar beeld.

32 In voorbereiding op de interviews met de ondernemers uit de grensregio zijn twee verkennende gesprekken gevoerd met ondernemers. Op deze twee respondenten waren de selectiecriteria, die later aan bod komen, niet van toepassing. Het gaat om vertegenwoordigers van grotere bedrijven, die met zekerheid ervaring hebben met afzet van goederen en diensten in het buitenland en het betrekken van werknemers van over de grens. Daarbij is overigens in beginsel ook niet het doel van het onderzoek genoemd, om een eerste vingeroefening te hebben met de manier van onderzoek, zoals die hieronder wordt uitgewerkt. Door in het vervolg van het gesprek in te gaan op hun werkwijze is begrip ontstaan van de manier waarop een bedrijf in de praktijk om kan gaan met internationalisering in de grensregio. De inzichten uit deze gesprekken zijn gebruikt om een zo adequaat mogelijke interviewguide op te stellen.

De analyse kent een opbouw die volgt op de manier waarop de interviews zijn gedaan. Er worden drie fases onderscheiden in de analyse:

 Fase 1 - Voor de drempel: de verkenningsfase

 Fase 2 - Op de drempel: de confrontatiefase

 Fase 3 - Over de drempel: de rationaliseringsfase

Bij de fasering wordt met de term ‘drempel’ vooral gedoeld op een methodische scheidslijn tussen de verschillende fases van het interview. Daarnaast wordt op deze wijze wordt de logica van het conceptuele model uit H2 gevolgd, waarin een drempel geplaatst is tussen indifferente passiviteit en bewuste (in)activiteit. Hieronder wordt toegelicht wat met elke fase bedoeld wordt.

Fase 1 - Voor de drempel: de verkenningsfase

In dit onderzoek is het hierboven gestelde probleem van het niet kunnen benoemen van het onderzoeksthema ondervangen door in het eerste deel van het onderzoek het onderzoeksthema nadrukkelijk niet te noemen. Het onderzoek is daarom geïntroduceerd bij de (mogelijke) respondenten als een onderzoek naar de relatie tussen de regio en hun afzetmarkt en hun personeelsbeleid zonder dat daarbij de grens specifiek genoemd wordt. Dit is dezelfde tactiek als Van der Velde et al. (2005) hebben gebruikt. Dat is terug te zien in de interviewguide (zie bijlage 1).

De antwoorden uit het eerste gedeelte van het interview worden verwerkt in de analyse onder de noemer ‘verkenningsfase’. In deze fase wordt inzicht verkregen in wat ondernemers zien als hun potentiële handelingsgebied voor wat betreft afzet en voor het aantrekken van personeel. Naar deze twee thema’s is in deze fase op verschillende manieren uitgebreid gevraagd. Het doel is om te achterhalen of de Duitse grensregio al in beeld is voor deze twee thema’s. Immers de fase voor de

threshold kan volgens het model uit hoofdstuk 2 onder invloed staan van de indifference-factor.

Fase 2 - Op de drempel: de confrontatiefase

De tweede fase die in de analyse aan bod komt, is de fase van de confrontatie met het onderzoeksthema, in dit onderzoek de ‘confrontatie-fase’ genoemd. Er wordt uitgelegd wat de insteek is van het onderzoek en er wordt gekeken op welke manier de respondenten hierop reageren.

De tweede fase van de interviews is dus een belangrijke, maar over het algemeen korte fase. Waar in het eerste deel van het interview de ondernemers nog onwetend waren over het doel van het interview, worden zij in het tweede deel geconfronteerd met het feit dat dit onderzoek draait om hun mogelijke indifferentie aangaande mogelijkheden in het Duitse gedeelte van de grensregio. De eerste reacties op deze confrontatie zullen nogal verschillen. Deze reactie op de confrontatie van alle

33 interviews wordt woordelijk weergegeven, omdat deze tekenend zijn voor het onderzoek. De eerste reactie is erg belangrijk voor het inschatten van de mate van en de nuance bij indifference.

Fase 3 - Over de drempel: de rationaliseringsfase

De derde fase is de fase van het onderzoek waarin de in §2.6.3 geformuleerde aandachtspunten centraal staan. Na de initiële reactie van fase 2 volgt nu de uitleg van de ondernemers voor hun keuzes. Immers de ondernemers wordt nu expliciet gevraagd naar hun relatie met Duitsland en de redenen van de mate van interactie. In principe is de fase van indifference daarmee voorbij, omdat in het onderzoek nu wordt doorgevraagd over de rationaliteit achter de (in)activiteit.

In deze fase wordt dieper ingegaan op de redenen die ondernemers aanvoeren voor het niet- actief zijn, en wordt de duiding die ondernemers geven aan het onderzoeksthema geanalyseerd. Daarbij komen meer bewuste overwegingen aan bod, maar tussen de regels door wordt gekeken naar in hoeverre sporen van indifference zichtbaar zijn. Er wordt daarbij aandacht gegeven aan in hoeverre de redenen gestoeld zijn op ervaringen en onderzoek of op basis van een perceptie van de werkelijkheid. Deze fase, waarbij de ondernemers zich bewust zijn van het onderzoeksthema aangaande de relatie met de Duitse grensregio, is cruciaal om meer inzicht te krijgen in hoeverre de keuzes bewust of onbewust worden gemaakt. De nuances in hun keuzes zijn dus erg belangrijk om meer begrip te krijgen van indifference. Ook het eerder genoemde uitgangspunt van een brede interpretatie van indifference wordt hierbij in het achterhoofd gehouden.