• No results found

Het verband tussen de gepresenteerde theorie en beleid en de in dit hoofdstuk weergegeven uitwerking wordt in deze paragraaf toegelicht. Begonnen wordt bij het ontstaan van het in dit onderzoek gebruikte waardebegrip. In het blok verkrijgen input worden de bronnen inzichtelijk gemaakt. Vervolgens wordt in de keuze van producten toegelicht hoe de theorieën en het be-leidskader invloed hebben op de gekozen producten. De waardebepaling en toepassing zijn parallel lopende fasen die gecombineerd leiden tot een conclusie over de rendabiliteit van een product.

De ontwikkeling van het begrip waarde is opgebouwd uit theorieën van Duijn et al.(2009), De Soto (2000), Ostrom (2003) en Ruijgrok et al. (2004). Hierbij bepalen Duijn et al. en De Soto de uitgangspunten waar een product aan moet voldoen wil het waarde hebben. Ostrom specifi-ceert de subjectieve kant en Ruijgrok et al. gaat in op de onderverdeling van het object. Vervol-gens wordt de ecologische zienswijze, waarbij de theorie verzorgd wordt door Van der Maarel en Dauvellier(1979) en Ruijgrok et al.(2004), gekoppeld aan de economische theorie waardoor functies die de natuur aan de markt kan leveren uitgedrukt kunnen worden in een vermarktbaar product.

De input voor deze producten is verkregen door de verschillende Brainstorm sessies, literatuur-studie en een workshop. Deze zijn beschreven in Bijlage 1 tot en met 3. De brainstorm met een schoolklas is gebaseerd op een lager abstractieniveau door natuursymbolen afgeleid van de natuurdoeltypen van Bal(2001) te gebruiken. De expert brainstorm is uitgegaan van het hogere abstractieniveau, vertegenwoordigd door de core benefits die natuur op kan leveren. De litera-tuurstudie is tot gebaseerd op onderzoeken waarin concrete vermarktingsopties worden

ge-Uitwerking

- 41 - producten wordt met behulp van de afnemers theorie van Ostrom en Hansman et al. de afzet-markt bepaald. Resultaat zijn producten met enkel publieke restwaarde die niet bruikbaar zijn voor het vervolg van het onderzoek en producten met private of clubafzetmarkt.

De producten met direct bekende en op basis van theorie bepaalde afzetmarkt worden daarna getoetst aan het provinciale kader, welke is ontstaan uit diverse provinciale stukken en de spel-regels EHS.(LNV en VROM, 2007) Deze toetsing levert een aantal niet toepasbare producten op, welke niet verder meegenomen worden in het onderzoek. De overgebleven producten zijn gecategoriseerd en vervolgens is er per categorie door opdrachtgever Grontmij, met inachtne-ming van het EHS kader, subjectief een voorbeeldproduct gekozen. Met deze producten is pa-rallel de waardebepaling en toepassing doorlopen.

In de toepassing wordt per gekozen product de kosten per eigendomssituatie bepaald. De ei-gendomssituaties, besproken in paragraaf 5.3.1 zijn afkomstig uit het natuurbeheerplan.(prov. Utrecht, september2009) Expert inschattingen van inrichtingskosten zorgen samen met de uit de grondbalans2008(DLG2009) afkomstige grondprijzen voor de kosten per hectare natuur. De subsidies die hiervoor kunnen worden aangevraagd zijn afkomstig uit de subsidieregeling kwali-teitsimpuls natuur en landschap.( Prov. Utrecht, april2009_2) Gezamenlijk vormen de domssituatie, subsidiemogelijkheden en kosten van de grond, de kosten per hectare per eigen-domsvariant.

De waardebepaling geeft de inschatting van rendement van de voorbeeldproducten door de experts en uit de literatuur weer. Daarbij worden de variabelen tussen de baten en kosten in de tijd voor de geselecteerde producten ingebracht. Vervolgens wordt de netto contante waarde formule, per product gecombineerd met het Monte Carlo simulatiemodel. Dit staat nader toege-licht in bijlage 11. De schattingen van de bandbreedte(90%) en de gemiddeld verwachte uit-komst, zijn gebaseerd op de ingevoerde variatie van gegevens en zijn de output per product. Aangenomen wordt dat het gemiddeld te verwachten rendement tevens het vermarktbare ren-dement zal zijn. Van de producten wordt de gemiddelde en, zo mogelijk, maximale opbrengst meegenomen voor verdere uitwerking.

In de conclusie van de uitwerking komt de waardebepaling per product samen met de toepas-singskosten van de eigendomsvarianten. Aan de hand van deze kosten-baten afweging kan per eigendomsvariant voor de gemiddelde en maximale opbrengsten het rendement bepaald wor-den. Met behulp van deze rendementbepaling zijn vervolgens algemene conclusies over de haalbaarheid van het te gelde maken van EHS-gebieden getrokken. In figuur 6.2 is het gebruik-te stappenschema weergegeven.

Uitwerking

Ecologische waarde

Input producten Bunt 1994, Obv Levitt 1980,

Brainstorm klas Brainstorm experts Literatuur Workshop Value Bal 2001 Duijn et al. 2009 Begrip waarde Begrip waarde Verkrijgen input

Ruijgrok et al. 2004 Ostrom 2003 De Soto 2000

Economische waarde Hansman et al. 1999 Vd Maarel en Dauvellier 1979 Ruijgrok et al. 2004 Product definitie Hekhuis en de Baaij 1997, Bade et al. 2007, 2008, Beunders en vd Donk 2009 Aanvullende sessie

Uitwerking

- 43 - Kader EHS

Selectie van 6 producten die naar de vol-gende fase worden meegenomen. Subjectieve afweging

financiële producten

Min. LNV, VROM, Pro-vincies, 2007 toepasbaar Onbruikbare producten Niet toepasbaar Input Grontmij Provincie Utrecht, ver-schillende stukken

Groepering producten

Variabelen, kosten en baten van product

NCW theorie Min, V&W, EC,

2000) Experts rendement produc-ten Niet renderen-de producten

Monte Carlo model

Gemiddeld verwacht rendement negatief Positief div. literatuur Subsidie-regelingen

kosten(ha) per eigendomsvariant

Waarde bepaling Toepassing

Conclusie

Conclusies rendement producten

Kosten natuur DLG 2009 Prov. Utrecht april2009_2 Eigendomssituaties grond ja Wel marktsegment Geen aanwijs-baar markt-segment Keuze van producten

Nee Economisch

Mogelijke producten

Is de marktprijs van een vorm van het generieke product bekend?

Hansman et al. 1999 Theorie marktprijs

Publieke restwaarde Vereenvoudigingslag, categoriseren Ostrom 2003 Vd Maarel en Dauvel-lier 1979 Onbruikbare en dubbele ideeën

Prov. Utrecht April2009_2

Experts

Uitwerking