1 INLEIDING
1.4 Opbouw van het rapport
In het voorliggende rapport komen de volgende aspecten aan de orde:
Vooronderzoek (hoofdstuk 2)
Verrichte werkzaamheden (hoofdstuk 3) Resultaten (hoofdstuk 4)
Conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 5)
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 4 2 VOORONDERZOEK
Onderdeel van een verkennend bodemonderzoek op basis van de NEN 5740 vormt een vooronderzoek, uit te voeren conform NEN 5725 [NNI, januari 2009].
Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd:
A. opdrachtgever
B. Het milieu-archief van de gemeente Weert C. Kadastrale kaarten
D. Topografische kaarten E. Grondwaterkaarten F. www.bodemloket.nl G. Locatiebezoek
H. Eigenaar/gebruiker onderzoekslocatie I. Bodemkwaliteitskaart Gemeente Weert (2013)
2.1 Beschrijving onderzoekslocatie
bron bijlage adres onderzoekslocatie Sint Sebastiaanskapelstraat 6, 6003 NT Weert A 1
kadastrale registratie Weert W 427 C 1
oppervlakte Ca. 8.000 m² A 2
ligging onderzoekslocatie Buiten bebouwde kom van Weert D 1
huidige functie Deels verhard erf met paardrijbak. G Nvt
onverhard terrein aanwezig ja
omschrijving: grasland, braakliggend terrein (rijbak)
G Nvt
(half-)verharding aanwezig Ja
type: het onderzoeksgebied is deels verhard met stelconplaten.
G Nvt
bebouwing aanwezig? Nee
Omschrijving: niet aanwezig binnen de onderzoekslocatie Buiten het onderzoeksgebied zijn een woning en diverse stallen en bedrijfsgebouwen aanwezig.
G Nvt
omgeving noord:
oost:
zuid:
west:
Stallen en bedrijfsgebouwen Grasland, bomen
Grasland, landbouwgrond Boeketweg, landbouwgrond
D 1
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 5 2.2 Voormalig gebruik
bron aanpassing strategie voormalig gebruik locatie
algemeen
Volgens het gemeentearchief is in 1966 op de locatie een pluimvee opfokbedrijf opgericht. In 1990 was er een milieuver-gunning voor het houden van mestdieren en pluimvee. Volgens het milieuarchief waren destijds stieren, kuikens en kippen aanwezig. In 1996 is het houden van scharrelkippen en de handel in scharreleieren vergund. Op de locatie is eveneens een woning met siertuin aanwezig van oudsher.
Het onderzoeksgebied op de locatie is voor zover bekend als erf in grasland/landbouwgrond in gebruik geweest.
A,B,C Nee
(sloot-)dempingen Niets over bekend, niet waargenomen B,G Nee
ophogingen Niets over bekend, niet waargenomen B,G Nee
bebouwing Binnen het plangebied is geen bebouwing aanwezig geweest voor zover bekend bij de opdrachtgever en de gemeente.
Bij de gemeente Weert zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot het voormalig bebouwing.
Elders op de locatie zijn stallen, bedrijfsgebouwen en een woning aanwezig.
A,B,D Nee
bodembedreigende activiteiten
Er zijn historische gegevens bekend met betrekking tot bodembedreigende activiteiten op de onderzoekslocatie ter plaatse van de te realiseren nieuwbouw binnen het plangebied:
Er zijn voertuigen aanwezig geweest op de locatie zoals tractoren, vrachtwagens en personenvoertuigen.
De voertuigen konden tanken aan een tankinstallatie op het terrein. De tankinstallatie was niet aanwezig binnen het plangebied van de huidige onderzoekslocatie.
B Nee
opslagtanks Volgens de gemeente Weert zijn op het onderzoeksadres van oudsher 2 opslagtanks aanwezig of aanwezig geweest, zijnde:
- een 1500L propaangastank, - een 600L dieseltank.
B Nee
opslag bodembedreigende stoffen
Er zijn bij de gemeente gegevens bekend met betrekking tot opslag van milieugevaarlijke stoffen in het verleden.
Op de locatie is tijdens een milieucontrole op 23-09-1993 ca.
120L aan afgewerkte olie aangetroffen welke niet boven een lekbak stond. De locatie van de aangetroffen olie was niet vermeld in het verslag van de milieucontrole.
Verder is bekend dat er ten tijde van 1996 een bestrijdingsmid-delenkast met max. 150kg aan bestrijdingsmiddelen aanwezig was en 200L olie in opslag lag in de werkplaats van de werktuigenschuur. In 2005 was er nog steeds sprake van deze middelen, en tevens een toegestane opslag van 2kg aan diergeneesmiddelen, volgens de milieuvergunning.
B Nee
Overige informatie Op de locatie is in 2005 een vergunning verleend voor het onttrekken van 1.000m³ grondwater per jaar.
B Nee
2.3 Huidig gebruik
bron aanpassing strategie bodembedreigende
activiteiten
Er zijn recente gegevens bekend met betrekking tot bodembe-dreigende activiteiten op de onderzoekslocatie ter plaatse van de te realiseren nieuwbouw binnen het plangebied:
Er zijn voertuigen aanwezig op de locatie zoals tractoren, vrachtwagens en personenvoertuigen.
De voertuigen kunnen tanken aan een tankinstallatie op het terrein. De tankinstallatie is niet aanwezig binnen het plangebied van de huidige onderzoekslocatie.
In 2009 is tijdens een milieucontrole gebleken dat er een wasplaats op de locatie aanwezig is en dat er scheuren zaten in de betonvloeren van de tanks. Tijdens latere milieucontroles waren de scheuren hersteld. Er zijn in het verslag van de
B Nee
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 6 milieucontrole geen op of aanmerkingen geplaatst die wijzen op
een mogelijke bodemverontreiniging. De was- en tankplaatsen zijn niet gelegen binnen het plangebied.
opslagtanks Volgens de gemeente Weert zijn op het onderzoeksadres 2 bovengrondse opslagtanks aanwezig of aanwezig geweest (in 2005), zijnde:
- een 5.000L dieseltank, - een 10.000L dieseltank.
De opslagtanks zijn aanwezig (geweest) in de gebouwen, buiten het plangebied van de onderzoekslocatie.
B Nee
opslag bodembe-dreigende stoffen
Er is bekend dat er ten tijde van 2005 een bestrijdingsmiddelen-kast met max. 150kg aan bestrijdingsmiddelen aanwezig was en 200L olie in opslag lag in de werkplaats van de werktuigenschuur.
Er was tevens een toegestane opslag van 2kg aan diergenees-middelen, volgens de milieuvergunning.
De opslaglocaties zijn aanwezig (geweest) in de gebouwen, buiten het plangebied van de onderzoekslocatie.
B Nee
puin op maaiveld aanwezig
Het is niet bekend of er puin op het maaiveld aanwezig is, dit zal moeten blijken uit het locatiebezoek, c.q. globale maaiveldin-spectie voorafgaande aan het bodemonderzoek.
De huidige rijbak is voorzien van puingranulaat en ophoogzand.
De kwaliteit van het puingranulaat en ophoogzand is bekend en vrij van verontreinigende stoffen.
B Nee
Overige informatie Op de locatie is in 2005 een vergunning verleend voor het onttrekken van 1.000m³ grondwater per jaar.
Volgens de opdrachtgever is de bodem voorzien van puin en puingranulaat ter plaatse van de stelconplaten. De kwaliteit is niet aantoonbaar. Verontreiniging met asbest is op voorhand niet uit te sluiten.
B Ja, verkennend asbest in grond/puin ter plaatse van stelconver-harding
2.4 Toekomstig gebruik
bron aanpassing strategie bestemming In het plangebied wordt een nieuwbouw manege met
overkapping en een rijbak gerealiseerd.
A,B Nee bodembedreigende
activiteiten
Nee, enkel het bouwen een manege. Het paardrijden valt niet onder bodembedreigende activiteiten.
A Nee
opslagtanks Het is niet bekend dat er opslagtanks (bij)geplaatst zullen worden op de onderzoekslocatie.
A Nee
opslag bodembedreigende stoffen
Het is niet bekend dat er bodembedreigende stoffen gebruikt of verhandeld gaan worden op de onderzoekslocatie.
A Nee
2.5 Beschikbare onderzoeksgegevens
bron aanpassing strategie onderzoek op locatie Er zijn geen gegevens bekend met betrekking tot eerder
uitgevoerde bodemonderzoeken bij bodemloket.nl.
Bij de gemeente zijn wel onderzoeksgegevens bekend over de onderzoekslocatie. Er is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de uitbreiding van het woonhuis met een aanbouw. Het onderzoek besloeg een oppervlakte van 84m² en is gerapporteerd onder rapport B-061155, d.d. 16-8-2006 door firma DLV Milieutechniek.
In de bovengrond is een lichte verontreiniging aangetoond van EOX, in de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond.
Het grondwater bevatte een lichte verontreiniging van cadmium en een sterke verontreiniging van zink, hetgeen niet vreemd is door de aanwezigheid van zinkassenwegen in de omgeving. Nader onderzoek was niet nodig.
B,F Nee
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 7 onderzoek in directe
omgeving
Op de website bodemloket.nl is een melding van een bodem-onderzoek aan de Boeketweg 75, nabij de bodem-onderzoekslocatie.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht/onder leiding van Actief Bodembeheer De Kempen. Verdere gegevens staan niet vermeld. ABDK regelt veel gesubsidieerde onderzoeken en saneringen van zinkassen erven en wegen.
Bij de gemeente is een rapport aanwezig van een indicatief bodemonderzoek naar wegbermen aan de St. Sebastiaanska-pelstraat en omgeving. Het rapport met nr. 323WRT/09/R1, d.d. 21-01-2010 is opgesteld door Milieuadvies Bureau Heel met behulp van een XRF metalenscanner.
Er zijn sterke verontreinigingen van zink in de laag van 0-35cm-mv aangetroffen in de wegberm aan de Sint Sebastiaanskapel-straat 6 te Weert.
Er zijn geen verdere gegevens bekend met betrekking tot eerder uitgevoerde bodemonderzoeken binnen een straal van 50m van het plangebied bij de gemeente en op bodemloket.nl.
B,F Nee
Bodemkwaliteitskaart gemeente
In de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Weert uit 2013 staat de onderzoekslocatie aangegeven als gebied 34;
buitengebied. De gemiddelde bodemkwaliteit van het buitengebied is klasse “wonen” voor de bovengrond (0-0,5m-mv) en klasse “AW2000” voor de ondergrond (0,5-2,0m-(0-0,5m-mv).
Dat wil zeggen dat er gemiddeld gezien lichte verontreinigingen aanwezig zijn in de bovengrond en geen verontreinigingen in de ondergrond, uitzonderingen daargelaten.
In de zinkassenkaart van de bodemkwaliteitskaart staat vermeld dat de locatie is gelegen aan een zinkassenweg (St.
Sebantiaanskapelstraat) met heterogeen aanwezig zinkassen-verontreinigingen.
Bij het toepassen van grond op de onderzoekslocatie, mag enkel gebruik gemaakt worden van grond met een bodemkwa-liteit van AW2000.
B,I Nee
2.6 Bodem- en geohydrologische gegevens
Bodemopbouw Diepte t.o.v. NAP (m) Geohydrologische
eenheid
Formatie Samenstelling
33+ tot 16+ Pleistocene deklaag Twenthe (Nuenen Groep)
(Matige) fijne zanden met dunne leem- en klei inschakelingen; gering waterdoorlatend.
15+ tot 18- 1e watervoerend pakket Sterksel (Matig) grove zanden en grinden; goede waterdoorlatendheid.
18- tot 96- Kedischem (Matige) fijne kleihoudende zanden; matige
waterdoorlatendheid.
96- tot 151- scheidende laag Brunssum Klei Zware klei doorsneden met bruinkoollagen en fijne/grove grindhoudende zanden.
hydrologie diepte freatisch
grondwater
Ca. 1,7-2,2 m-mv stromingsrichting Noordelijk gericht
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 8 2.7 Hypothese en onderzoeksstrategie
NEN5740: Op basis van het vooronderzoek wordt uitgegaan van een onverdachte locatie (tabel 3).
NEN5707: Op basis van het vooronderzoek wordt de locatie diffuus verdacht beschouwd met betrekking tot de aanwezig-heid van asbest met een heterogene verdeelde verontreiniging (tabel 9) als gevolg van puingranulaat ter plaatse van de stelconverharding.
(deel)-locatie oppervlakte/inhoud hypothese boringen/gaten analyses NEN5740
gehele terrein 8.000 m² onverdacht 13 tot 0,5 m-mv 2 standaardpakket grond
4 tot 2,0
m-mv/grondwater
2 peilbuis 1 standaardpakket grondwa-ter
NEN5707
terrein ter plaatse van stelconverhar-ding
1.000 m² verdacht als gevolg toepassing puin onder stelcon-platen
inspectie maaiveld asbestverdacht materiaal wordt geanalyseerd op asbestgehalte. Minimaal 1 mengmonster van de gezeefde fractie wordt samengesteld en geanaly-seerd op gehalte asbest.
6 inspectiegaten minimaal 0,3x0,3 meter, maximaal 50 cm diep, 1 handboringen in
inspectiegaten tot 2,0
m-mv/grondwater
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 9
3 UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN
3.1 Veldwerkzaamheden
verricht onder procescertificaat BRL SIKB 2000 conform protocol 2001 ja
datum 27 november en 5 december 2014
veldmedewerker(s) M. Gloudemans, Bodeminzicht certificaat EC-SIK-20303
afwijkingen geen
bijzonderheden nee
conform protocol 2002 ja
datum 5 december 2014
veldmedewerker(s) M. Gloudemans, Bodeminzicht certificaat EC-SIK-20303
afwijkingen geen
bijzonderheden nee
conform protocol 2018 ja
datum 5 december 2014
veldmedewerker(s) M. Gloudemans, Bodeminzicht certificaat EC-SIK-20303
afwijkingen geen
bijzonderheden nee
• In bijlage 2 is de plaats van de boringen/sleuven in de situatietekening opgenomen.
• Voor de gedetailleerde boorprofielbeschrijvingen per boring wordt verwezen naar bijlage 3.
• In bijlage 6 zijn de veldwerkrapportages opgenomen
3.2 Zintuiglijke waarnemingen en veldmetingen Boring Diepte boring
(m -mv)
Traject (m -mv)
soort Waargenomen bijzonderheden
01 4,00 0,90 - 1,60 Zand matig roesthoudend
0,10 - 0,18 volledig puin, grind, aardewerk, granulaat opgebracht 17 2,00 0,00 - 0,25 Zand opgebracht
1,10 - 1,50 Zand matig roesthoudend 18 0,70 0,00 - 0,10 Zand opgebracht
0,10 - 0,18 volledig puin, grind, aardewerk, granulaat opgebracht De aangetroffen bijzonderheden hebben niet geleid tot aanpassing van de onderzoeksstrategie.
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 10 3.3 Meetgegevens grondwater
filterdiepte (m-mv)
grondwaterstand (m-mv)
zuurgraad (pH) EC in µS/cm troebelheid in NTU
01 3,00 - 4,00 2,70 5,5 1360 5,32
02 3,00 - 4,00 2,70 5,3 697 11,69
3.4 Chemische analyse en monsterselectie
De chemische analyses van de grond- en grondwatermonsters geven informatie over de feitelijke aanwezigheid en concentraties van onderzochte stoffen of groepen stoffen. De chemische analyses zijn uitgevoerd volgens het door de door de Raad voor Accreditatie (RvA) geaccrediteerde laboratorium Al-West b.v. in Deventer. Het laboratorium werkt volgens de meest van toepassing zijnde normen van het Nederland Normalisatie Instituut (NNI).
3.5 Geselecteerde grondmonsters en chemische analyses Analyse-
monster Traject (m -mv)
Deelmonsters Analysepakket1 reden/motivatie
MM1 0,00 -
zwak tot matig puinhou-dende bovengrond MM2 0,00 -
visueel schone boven-grond
visueel schone boven-grond
visueel schone onder-grond aan onderzijde puinlaag
visueel schone onder-grond
1)Het NEN 5740 standaardpakket bodem bestaat uit de volgende parameters: droogrest, metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), PCB’s, PAK, minerale olie.
In het geval dat van bepaalde grondmengmonsters de gehaltes aan lutum en organische stof niet in analyse wordt bepaald, wordt gebruik gemaakt van gehaltes uit zintuiglijk vergelijkbare bodemsamenstelling en diepte of een worst-case-scenario (2% lutum, 2% organische stof)
De analyseresultaten hebben geen aanleiding gegeven individuele monsters separaat te analyseren.
3.6 Overzicht grondwatermonsters en chemische analyses
Peilbuis Filterdiepte in m-mv Bijzonderheden Analysepakket
01 3,00 - 4,00 - standaardpakket
grondwa-ter1
02 3,00 - 4,00 - standaardpakket
grondwa-ter
1)Het standaardpakket grondwater bestaat uit de volgende parameters: metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromatische koolwaterstoffen, vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen, minerale olie.
Alle geanalyseerde grondwatermonsters zijn voorbehandeld conform AS 3000 zoals per 1 januari 2008 is voorgeschreven.
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 11 3.7 Monstersamenstelling en analyses asbest
Ten behoeve van het verkennend onderzoek asbest zijn van de gaten en boringen mengmonsters samenge-steld en is asbestverdacht materiaal verzameld uit de maaiveldinspectie en inspectie van de bodem.
3.7.1 Aangetroffen asbestverdacht materiaal
omschrijving monster gewicht (g) locatie traject in m-mv Analysepakket geen asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen in de inspectiegaten
3.7.2 Samenstelling mengmonsters grond omschrijving
monster
geselecteerde inspectie-gaten
traject in m-mv
Bijzonderheden Analysepakket
MMA 03 t/m 08 0,25 - 1,20 >20% bodemvreemde
bijmenging
asbest in puin (NEN5897) tot 25 kg
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 12 4 RESULTATEN
4.1 Toetsingskader
De verontreinigingssituatie van de bodem kan worden beoordeeld door toetsing van de gemeten gehaltes in grond en grondwater aan de achtergrondwaardes grond en streefwaarden grondwater en de interventiewaarden grond en grondwa-ter. De achtergrondwaarden geven het niveau aan waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit.
De interventiewaarden geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant ernstig zijn of dreigen te worden verminderd. Om van een “geval van ernstige bodemverontreiniging” te spreken dient voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m³ grond of 100 m³ grondwater hoger te zijn dan de interventiewaarde.
In onderhavig rapport worden de volgende termen gebruikt om de mate van verontreiniging aan te geven:
- niet verontreinigd: de concentratie aan verontreiniging is lager dan of gelijk aan de achtergrondwaarde;
- licht verontreinigd: de concentratie aan verontreiniging is hoger dan de achtergrondwaarde maar lager dan of gelijk aan de halve som van de achtergrond- en interventiewaarde;
- matig verontreinigd: de concentratie aan verontreiniging is hoger dan de halve som van de achtergrond- en interventiewaarde maar lager dan of gelijk aan de interventiewaarde;
- sterk verontreinigd: de concentratie aan verontreinigingen is hoger dan de interventiewaarde.
Uit de NEN 5740 kan het volgende worden afgeleid. Uitvoering van vervolgonderzoek is in de meeste gevallen alleen noodzakelijk wanneer de concentratie van een stof de halve som van de achtergrondwaarde en de interventiewaarde overschrijdt. Deze waarde wordt ook in de Leidraad Bodembescherming gehanteerd als de concentratiegrens waarboven een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Bij overschrijding van de interventie-waarde wordt vaak een nader onderzoek uitgevoerd om de ernst van de verontreiniging en de saneringsurgentie te bepalen.
4.2 Toetsing analyseresultaten grond en grondwater
De analyseresultaten van de grond zijn getoetst aan de achtergrond- (A) en interventiewaarden (I) uit de circulaire streef- en interventiewaarden bodemsanering [Staatscourant 2000-39]. In de toetsingstabel zijn zowel de achtergrondwaarden (A) als de interventiewaarden (I) voor microverontreinigingen opgenomen. De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van het (gemeten) lutum- en organisch stofgehalte van de bodem. De analyseresultaten van het grondwater zijn getoetst aan de streef- (S) en interventiewaarden (I). De gemeten waarden van de onderzochte (meng-)monsters met overschrijdingstabellen zijn in bijlage 4 weergegeven. In bijlage 5 zijn de analysecertificaten opgenomen.
4.3 Wijze van beoordeling en toetsing asbest
De beoordeling en inerpretatie van de analyseresultaten van de grondmonsters geschiedt op basis van het Besluit Bodemkwaliteit. De hoogte van zowel de interventiewaarde, de hergebruikwaarde, als de rest-concentratienorm voor asbest is vstgesteld op 100 mg/kg d.s. De berekening voor de toetsing aan deze norm wordt op de volgende wijze uitge-voerd:
(10x gehalte ambifool asbest)+(gehalte serpentijn asbest)=<100 mg/kg d.s.
Indien de norm op een plaats wordt overschreden, dan is er sprake van een geval van ernstige asbestverontreiniging (chrysotiel (wit asbest) is serpentijn asbest, de overige asbestsoorten zijn ambifool asbest, veel voorkomend zijn amosiet en crocidoliet).
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 13 4.4 Analyseresultaten grond- en grondwatermonsters en interpretatie
(deel)locatie en hypothese
monster traject overschrijding achtergrond- of streef-waarde Cadmium [Cd] (0,03) Lood [Pb] (0,01) Cadmium [Cd] (0,18) Barium [Ba] (0,19) Cadmium [Cd] (0,02) Barium [Ba] (0,19)
-
1Index (GSSD - AW) / (I - AW)
4.5 Analyseresultaten inspectiegaten monster inspectiegaten traject in
m-mv
analyse analyseresultaten verhoogde parameter
hecht-gebonden
gewogen concentratie (mg/kg d.s.)
Bij de interpretatie van het totaal aan onderzoeksgegevens dient, gezien de gehanteerde strategie (gebaseerd op de Nederlandse Norm NEN 5740) welke is gericht op een indicatieve beoordeling van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, rekening te worden gehouden met een zeker restrisico.
Een bodemonderzoek is een momentopname waarbij steekproefsgewijs boringen/inspectiegaten worden ver-richt/gegraven en peilbuizen worden geplaatst op een veelal willekeurige, maar meest voor de hand liggende locatie.
Derhalve kan nooit uitgesloten worden dat op de onderzoekslocatie verontreinigingen aanwezig zijn die bij dit onderzoek niet zijn aangetoond.
Bodeminzicht kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld.
rapport B1453 st Sebastiaankapelstraat 6 te Weert 14 5 CONCLUSIES EN ADVIES
Resultaten NEN5740
Onverdacht terrein
In de zwak tot matig puinhoudende bovengrond (MM1) zijn geen gehaltes aan onderzochte stoffen uit het standaardpakket gemeten boven de achtergrondwaarden.
In de zintuiglijk schone bovengrond van de vaste bodem (MM2) is een gehalte aan cadmium boven de achtergrondwaarde gedetecteerd. De overschrijding is marginaal en behoeft geen nader onderzoek.
In de zintuiglijk schone bovengrond van de vaste bodem (MM3) zijn gehaltes aan koper, zink, cadmium en lood boven de achtergrondwaarde gedetecteerd. De overschrijdingen zijn marginaal en behoeft geen nader onderzoek.
In de visueel schone ondergrond van de vaste bodem (MM4 en MM5) zijn geen gehaltes aan onderzochte stoffen uit het standaardpakket gemeten boven de achtergrondwaarden.
In het grondwater ter plaatse van Pb01 en Pb02 zijn gehaltes aan zware metalen gedetecteerd boven de streefwaarden.
De gehaltes zijn het gevolg van lokaal verhoogde achtergrondwaarden. De redenen hiervoor zijn de nabij gelegen verzinke-rij en het feit dat zware metalen (barium, zink, nikkel en koper) vaak licht tot sterk verhoogd worden gemeten in bodemon-derzoeken in noord Limburg en oost Brabant (intensieve landbouw op zandgronden). Nader onderzoek wordt niet zinvol geacht.
Resultaten NEN5707
Visueel is geen asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen tijdens maaiveldinspectie en in de inspectiegaten.
In het mengmonster MMA, samengesteld uit de puinhoudende (bodem-)lagen, is geen gehalte aan asbest gedetecteerd.
Conclusie
• De bodem bevat plaatselijk puin (zwak tot volledig puin). Asbestverdacht plaatmateriaal is niet aangetroffen. Het verrichten van nader onderzoek naar asbest wordt niet zinvol geacht. De verdenking van verontreiniging met as-best is niet terecht.
• De vaste bodem en grondwater zijn voldoende onderzocht. De verhoogde gehaltes aan zware metalen in MM2, MM2 en het grondwater ter plaatse van Pb01 en Pb02 behoeft geen nader onderzoek.
Advies:
De bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de te realiseren manege met overkapping en rijbak.
De eventueel bij werkzaamheden vrijkomende grond is op of buiten het onderzoeksterrein herbruikbaar. Indien vrijkomen-de grond van vrijkomen-de locatie afgevoerd dient te worvrijkomen-den, dient men rekening te houvrijkomen-den met vrijkomen-de regels van het vigerenvrijkomen-de Besluit Bodemkwaliteit.
Bijlage 1
Topografische ligging onderzoekslocatie
Uittreksel Kadastrale Kaart Uw referentie: B1453
12345
25
Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 26 november 2014 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer
Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend.
De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
WEERT
Omgevingskaart Klantreferentie: B1453
0 m 125 m 625 m
Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500
Hier bevindt zich Kadastraal object WEERT W 427 Boeketweg 30, 6003 RG WEERT
CC-BY Kadaster.
Bijlage 2
Situatietekening met boorpunten
8
Boeketweg
26
521
Situatietekening met boorlocaties
Project:
St. Sebastiaankapelstraat 6 te Weert
Projectnummer: Boringen t.b.v. bovengrond Boringen t.b.v. boven- en ondergrond Boring met peilbuis
Asbestgat/sleuf
Bijlage 3
Boorbeschrijvingen
Projectcode: B1453
Projectnaam: St Sebastiaankapelstraat 6 te Weert Bijlage: Boorprofielen
'getekend volgens NEN 5104'
Boring: 01
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, donker bruinbeige, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, neutraal oranjebeige, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, sterk siltig, licht bruinbeige, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, zwak siltig, licht grijsbeige, Edelmanboor
Leem, sterk zandig, licht grijsbeige, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, donker bruinbeige, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, neutraal
Zand, zeer fijn, matig siltig, neutraal