• No results found

Ontwikkelingsrichtingen voor duurzame landbouw

In document Landbouw en milieu in transitie (pagina 42-44)

3 Beelden van duurzame landbouw

3.3 Beelden van duurzame landbouw Duurzame landbouw is een contextgevoelig, ab-

3.3.1 Ontwikkelingsrichtingen voor duurzame landbouw

bij het ontwerpen van toekomstbeelden is om de veranderende internationale maatschappelijke context er integraal bij te betrekken.

Bij het ontwerpen van toekomstbeelden wordt vaak vanuit een gewenste toekomst geredeneerd, waarin de eerder gesignaleerde knelpunten zijn opgelost. Deze toekomstbeelden komen overeen met ‘wensbeelden’. Bij scenariostudies en trend- verkenningen (zie bijvoorbeeld Van der Hams- voort, 2002) worden ook toekomstbeelden ge- maakt, maar deze toekomstbeelden worden niet ontworpen op basis van een gewenste toekomst maar op basis van een verwachte toekomst. Toe- komstbeelden op basis van trendverkenningen en toekomstbeelden op basis van wensbeelden ko- men fundamenteel verschillend tot stand, maar beide kunnen bijdragen aan het debat over het ambitieniveau voor duurzame landbouw.

3.3.1 Ontwikkelingsrichtingen voor duurzame landbouw

Globaal zijn er drie ideaaltypische richtingen of ‘transitiepaden’ voor de ontwikkeling van duur- zame vormen van landbouw te onderscheiden. Deze ontwikkelingsrichtingen zijn in het advies van de VROM-raad (VROM-raad, 2004) aan- geduid met groot, breed en slim waarbij in alle gevallen ‘schoon’ als randvoorwaarde geldt. Deze richtingen worden hieronder kort samengevat. Ontwikkelingsrichting groot gaat uit van vergaan- de schaalvergroting en rationalisatie (kostprijs- verlaging) om te kunnen concurreren op de wereldmarkt. Deze richting is belangrijk voor de productie van bulkproducten (‘commodities’), waarvoor de principes van ‘the economics of scale’ en ‘the efficiency of specialization’ van toe- passing zijn. Deze principes hebben in de periode 1950-1990 sterk bijgedragen aan de economische groei van de landbouw in Nederland. Verwacht wordt dat door schaalvergroting en rationalisatie van de productie voldoende kostprijsverlaging wordt gerealiseerd om te kunnen concurreren bij de verdere globalisering van de markten. Tevens wordt verwacht dat de inzet van productiemidde- len voldoende kan worden verminderd om te voldoen aan het criterium ‘schoon’, dan wel dat overtollige restproducten (bijvoorbeeld mest) kunnen worden verwerkt of elders duurzaam kunnen worden afgezet.

Ruimtelijk betekent ontwikkelingsrichting groot een sterke scheiding tussen landbouw en overige activiteiten in het landelijke gebied. De landbouw moet optimale productieomstandigheden krijgen: grootschalige gebieden op de beste grond. De beste mogelijkheden voor de ‘vergrote’ landbouw

liggen in de noordelijke, centrale en zuidweste- lijke zeekleigebieden, de rivierkleigebieden en de Veenkoloniën. De belangrijkste drijfveer voor deze ontwikkelingsrichting is de concurrentie op de wereldmarkt. De Profit-aspecten scoren dus relatief hoog.

Ontwikkelingsrichting breed gaat uit van verbre- ding van de economische basis van de bedrijven, waarbij ondernemers een deel van hun inkomen uit andere dan strikt agrarische bezigheden halen. Deze andere bezigheden kunnen bestaan uit com- merciële dienstverlening aan recreanten en toeris- ten, zorgverlening of de directe verkoop van primaire landbouwproducten. Maar de onder- nemers kunnen de verbreding ook halen uit de vergoedingen die zij ontvangen voor het beheren van natuur, water of landschapselementen (blau- we en groene diensten).

De beste mogelijkheden voor de verbrede land- bouw liggen in de stedelijke uitloopgebieden en in toeristische aantrekkelijke (nationale) land- schappen, zoals in het oostelijk, centraal en zuide- lijke zandgebieden, en de veenweidegebieden. Doordat de verbrede landbouw veel aandacht heeft voor de burger, scoort breed goed bij de People-aspecten.

Ontwikkelingsrichting slim gaat uit van lucratie- ve, kennisintensieve teelten en van een doelge- richte combinatie van bedrijven op basis van principes uit de (industriële) ecologie. Belangrijke criteria en factoren zijn bereikbaarheid (agrologis- tiek), technologie, multifunctionaliteit, kring- lopen en hergebruik, ketenverkorting en toege- voegde waarde. Bij voldoende omvang en organi- satie kunnen ook hier de economische voordelen

van schaalvergroting en de efficiëntievoordelen van specialisatie worden benut.

De term ‘slim’ wijst er ook op dat afwenteling op het milieu wordt tegengegaan door het benutten van reststromen. Dit lukt vooral bij lucratieve teelten en bij voldoende schaal. Voorbeelden van deze ontwikkelingsrichtingen zijn kas-teelten, landbouw rond de steden en agroproductieparken (De Wilt et al., 2000). De beste mogelijkheden voor slimme landbouw liggen op goed bereikbare industriegebieden en in de stedelijke uitloopge- bieden nabij havens in het westen. Profit is voor deze ontwikkelingsrichting de belangrijkste drijf- veer, maar Planet krijgt via doelgerichte en slim- me technische oplossingen (in vorm van virtuele communicatie netwerken) veel aandacht. Bij veel ontwerpen van duurzame landbouw er is sprake van een combinatie van de ideaaltypische ontwikkelingsrichtingen groot, breed en slim. Doordat de ontwikkelingsrichtingen verschillend scoren op Profit-, Planet- en People-aspecten kan de gewenste balans tussen de drie P’s gezocht worden in de balans tussen bedrijven van de ideaaltypische ontwikkelingsrichtingen (omvang en aantal bedrijven). Dit impliceert de mogelijk- heid dat de balans tussen de drie P’s voor elk bedrijf en voor elke regio anders kan liggen. Om de drie ontwikkelingsrichtingen duurzaam mogelijk te maken en knelpunten op de aspecten People, Planet en Profit op te lossen, zijn diverse technische, technologische en bestuurlijk/ juridische/institutionele vernieuwingen en inno- vaties nodig. De drie innovatiestrategieën Vitale Clusters, Plattelandsontwikkeling, en Internatio- nale Agrifoodnetwerken (De Wilt, 2004) sluiten

De beste mogelijkheden voor slimme landbouw liggen op goed bereik- bare industriegebieden en in de stedelijke uitloopgebieden nabij havens in het westen

Door toepassing van nieuwe technologie en principes uit de industriële ecologie wordt verwacht dat dit bedrijf goed scoort op Planet-aspecten

hierop aan; in de beschrijving van deze innovatie- strategieën wordt vooral ook de samenhang en afhankelijkheid benadrukt. Bij het presenteren van de ontwikkelingsrichtingen wordt er vanuit ge- gaan dat die innovatiestrategieën succesvol zijn. Voor ontwikkelingsrichting slim wordt er bijvoor- beeld vanuit gegaan dat de energie-neutrale of – leverende kas werkelijkheid is, dat mestverwerking duurzaam kan plaatsvinden in de agroproductie- ketens, en dat consumenten en andere actoren de productiewijze en de producten uit deze hightech centra accepteren. Voor ontwikkelingsrichting groot wordt er bijvoorbeeld van uitgegaan dat innovaties in de teelt van aardappelen tot een drastische beperking van de inzet van gewas- beschermingsmiddelen hebben geleid.

3.3.2 Toekomstbeelden van duurzame landbouw

In document Landbouw en milieu in transitie (pagina 42-44)