• No results found

ONTWIKKELINGEN PER PROGRAMMA

In document 3 e Programmarapportage 2020 (pagina 9-58)

In dit verband merken wij op dat, passend binnen het karakter van een uitzonderingsrapportage, nadelige aanpassingen die binnen het product of programma kunnen worden opgelost niet in deze rapportage zijn opgenomen.

De voorgestelde begrotingsaanpassingen baseren wij op het criterium reëel ramen. Dit betekent dat wij streven naar een verantwoorde bijstelling van begrotingsposten op basis van de actualiteit van autonome ontwikkelingen. Dit betekent dat cijfers – zowel inkomsten als uitgaven – hard en onomstreden moeten zijn.

Indien en voor zover deze ontwikkelingen onzeker zijn hebben wij hiervoor een relatie gelegd met het risicoprofiel/ weerstandsvermogen. Conform de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt het risicoprofiel gekwantificeerd en afgedekt via de algemene reserve risicobeheersing.

De begrotingssaldi tot en met de 2e programmarapportage 2020 fungeren als vertrekpunt voor deze actualisatie. Voor een zo goed mogelijk inzicht in de ontwikkeling van onze financiële positie hebben wij de volgende onderdelen in de actualisatie betrokken:

1. Samenvatting begrotingsaanpassingen 2. Dekkingsrichtingen

3. Samenvatting begrotingsbeeld / structureel evenwicht 4. Financiële ontwikkelingen / risico’s

5. Verloop Algemene reserve

Ad 1 Samenvatting begrotingsaanpassingen

In hoofdstuk 3 ‘Ontwikkelingen per programma’ hebben wij per programma een overzicht opgenomen met voorstellen tot aanpassing van de exploitatiebudgetten. Hierbij is een onderscheid te maken in aanpassingen die van invloed zijn op het begrotingssaldo respectievelijk aanpassingen die budgettair neutraal zijn verwerkt.

Voor een overzicht van de bijstellingen per programma - inclusief inhoudelijke toelichting – verwijzen wij u naar het genoemde hoofdstuk 3.

In onderstaande tabel hebben wij de begrotingsaanpassingen die van invloed zijn op het begrotingssaldo samengevat. Naast de omvang van de aanpassing geven wij per post aan:

1. de aard van de aanpassing onderverdeeld naar: autonome ontwikkelingen, beleidskeuzes, coronagevolgen of administratieve wijzigingen;

2. het incidentele of structurele karakter van de aanpassing;

3. de verwijzing naar het programma uit hoofdstuk 3 “Ontwikkelingen per programma’.

Tabel: Geactualiseerde financiële opgave

2020 2021 2022 2023 2024

1 Vertreksituatie tot en met 2e rapportage -275.000 -142.000 -153.000 -153.000 -153.000

3e programmarapportage 2020 2020 2021 2022 2023 2024

6 - meicirculaire 2020 / decembercirculaire 2019 240.000 189.000 166.000 -51.000 -42.000

7 - bestuurswissel -218.000 -324.000

8 - leerlingenvervoer -154.000 -203.000 -203.000 -203.000 -203.000

9 - mutaties Wmo -725.000

10 - planschade -110.000

11 - vergoeding zakelijke lasten -184.000 -108.000 -108.000 -108.000 -108.000

12 - teerhoudend asfalt -83.000 -137.000 -184.000

Resultaat 3e programmarapportage 2020 -2.091.000 -911.000 -182.000 31.000 163.000 Geactualiseerde financiële opgave -2.366.000 -1.053.000 -335.000 -122.000 10.000

In bovenstaande tabel geven wij inzicht in de omvang van de geactualiseerde financiële opgave. Rekening houdend met nog op te lossen tekorten tot en met de 2e programmarapportage 2020 bedraagt de financiële opgave voor 2020 € 2,4 mln. In de jaarschijven 2021, 2022 en 2023 bedraagt de opgave respectievelijk € 1,1 mln., € 0,3 mln. € 0,1 mln., gevolgd door een nagenoeg sluitende jaarschijf 2024.

Kijken we naar de aard van de voorgestelde aanpassingen dan blijkt dat deze voornamelijk betrekking hebben op autonome ontwikkelingen. Het uitvoering geven aan de door de raad aangenomen motie over het mantelzorgcompliment betreft daarentegen een eigen beleidskeuze. Daarnaast wordt een tweetal aanpassingen als gevolg van corona-effecten voorgesteld respectievelijk een administratieve wijziging voorgesteld. Onderstaand hebben wij de voorgestelde aanpassingen uit bovenstaande tabel kort samengevat.

Ad 1 – Vertreksituatie tot en met 2e rapportage

Conform raadsbesluit van 11 juni jl. over de begroting 2020 van de GGD Zuid Limburg is de gemeentelijke bijdrage in de budgetten van de GGD structureel met € 0,25 mln. opgehoogd. Dit bedrag was niet gedekt.

Daarnaast is ingevolge de start van het Gegevenshuis met ingang van 2021 sprake van een schaalvoordeel van jaarlijks 0,1 mln.

Ad 2 - Kapitaallasten

De bijstelling van de kapitaallasten is voornamelijk het gevolg van het creëren van meer ruimte onder de kasgeldlimiet ten behoeve van de verwachte grote fluctuaties in de geldstromen. Hiervoor zijn kortlopende leningen omgezet in langlopende leningen.

Ad 3 – Resultaat Participatiebedrijf

Op basis van het dienstverleningsconcept is de begroting van het Participatiebedrijf Westelijke Mijnstreek opgebouwd. Vooruitlopend op de integrale verwerking van de baten en lasten uit deze begroting in onze gemeentelijke begroting is – mede op aangeven vanuit provinciaal toezicht – het resultaat uit de begroting van het Participatiebedrijf structureel in de gemeentelijke begroting verwerkt.

Ad 4 - Deelnemingen

Per 5 maart 2020 zijn de deelnemingen CBL Vennootschap B.V., Verkoop Vennootschap B.V. en Vordering op Enexis B.V. geliquideerd. Dit omdat er geen activiteiten meer worden uitgeoefend en het belang van het voortbestaan van de vennootschappen, gezien de doelstelling van de vennootschappen, is komen te vervallen.

Door een eenmalige uitkering als gevolg van de liquidatie en hogere dividenden is er voor 2020 een positieve bijstelling van € 143.000.

De winstverwachting van de deelneming BNG is neerwaarts bijgesteld, deze verwachting is opgenomen in de begrotingsbrief van de provincie. Door deze neerwaartse bijstelling ontvangt de gemeente als aandeelhouder een lagere dividenduitkering. Voor BNG bedraagt dit structureel € 280.000.

Ad 5 – Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Bij de jaarrekening 2019 van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL) was er sprake van een incidenteel positief afwikkelingsverschil in 2020 binnen het product Brandweer van € 172.000. m.b.t. de nacalculatie loon- en prijsindexering over 2019.

Incidentele vergoeding in 2020 binnen het product Brandweer van € 410.000 m.b.t. het om niet overdragen van de kazerne Maastricht-Zuid door het Rijk aan de VRZL. Het bedrag ad € 410.000 valt vrij ten gunste van de Algemene middelen.

Ad 6 – Meicirculaire 2020 / decembercirculaire 2019

In de 2e rapportage 2020 hebben wij de verwachte positieve ontwikkeling van het accres op prognosebasis in de cijfers verwerkt. Thans hebben wij op basis van de doorrekening van de financiële gevolgen uit de meicirculaire het verschil ten opzichte van genoemde prognose verwerkt. Tevens zijn de financiële gevolgen uit de decembercirculaire in de begrotingscijfers verwerkt.

Ad 7 - Bestuurswissel

De kosten voor het bestuur worden bijgeraamd met € 218.000 voor 2020 en € 324.000 voor 2021. Deze bijstelling is een gevolg van de bestuurswissel in februari 2020 en heeft betrekking op verzekeringspremies pensioenen (€ 73.000 2020 en € 163.000 2020) en wachtgelden met betrekking tot de voormalige wethouders (€ 145.000 2020 en € 161.000 voor 2021).

Ad 8 - Leerlingenvervoer

De aanbesteding is doorgerekend op basis van de afgegeven beschikkingen en voor 2020 moeten we rekening houden met een bedrag van € 140.000 aan hogere lasten veroorzaakt door hogere tarieven, andere route indelingen en meer leerlingen die gebruik maken van de maatwerkvoorziening. De bijstelling voor 2021 en verder bedraagt € 169.000.

Bij de nieuwe inkoop is regionaal afgesproken dat binnen de 3 regio’s (Parkstad, Westelijke Mijnstreek en Maastricht-Heuvelland) meer wordt samengewerkt op het vlak van leerlingenvervoer en daarbij een regierol

dit schooljaar door de gemeente Maastricht voor heel Zuid-Limburg kosteloos uitgevoerd. De personele capaciteit voor deze regierol wordt deels gefinancierd door de gemeenten Stein, Beek en Beekdaelen. De per saldo extra lasten voor Sittard-Geleen bedragen hierdoor € 14.000 in 2020 en vanaf 2021 meerjarig € 34.000 Ad 9 – Mutaties Wmo

De verhoogde instroom die veroorzaakt wordt door de invoering van het abonnementstarief zet zich ook in 2020 voort. De financiële consequenties hiervan zijn voor 2020 verwerkt in de begroting. Eind 2020 worden de uitkomsten van het onderzoek naar de Wmo abonnementstarief verwacht. De verwachting is dat het Rijk op basis van deze uitkomsten de gemeenten gaat compenseren voor de aanzuigende werking van de invoering van het abonnementstarief. Vanuit dit perspectief is de verhogende instroom niet structureel in de begroting verwerkt.

De vraag naar Wmo ondersteuning blijft toenemen, daarnaast is er een verzwaring van de problematiek zichtbaar die er toe leidt dat er meer zwaardere arrangementen ingezet moeten worden. Net als bij huishoudelijke ondersteuning heeft het onderzoek van het Rijk naar de Wmo abonnementstarieven consequenties voor Wmo Ondersteuning. In verband met de verwachte compensatie is de toenemende vraag niet structureel verwerkt. In de begroting 2021 nemen we dit risico mee in de actualisatie en kwantificering van ons risicoprofiel.

Ad 10 - Planschade

Op basis van een actueel planschadeadvies wordt de achtervang voor planschade in de risicoreserve verhoogd naar 100%. De hiervoor benodigde storting bedraagt € 110.000.

Ad 11 – Vergoeding zakelijke lasten

De onderwijslocatie aan de Havikstraat is in mei 2018 verkocht aan stichting DaCapo. Deze onderwijsinstelling valt onder de onderwijswet. Op grond van deze wet kan DaCapo de zakelijke lasten bij de gemeente declareren. Deze lasten zijn destijds niet in de begroting verwerkt.

Momenteel vinden onderzoeken plaats naar het afstoten van de achterblijvende DaCapo-locaties. Zodra dit wordt geëffectueerd vloeien de budgetten voor de zakelijke lasten van deze af te stoten locaties terug naar de algemene middelen.

Ad 12 – Teerhoudend asfalt

De Raad heeft 13/14 november 2019 14,2 miljoen incidenteel budget ter beschikking gesteld om de komende 4 jaar herstelmaatregelen aan wegen binnen de gemeente uit te voeren. Bij het bepalen van het benodigd budget is rekening gehouden met het feit dat 7% van al het vrijkomend asfalt, teerhoudend is. Dit percentage blijkt hoger te liggen, zodat aanvullend budget nodig is om al het teerhoudend asfalt af te kunnen voeren en de herstelmaatregelen uit te voeren. Op het totale werk is € 3,3 mln. extra nodig voor het afvoeren van teerhoudendheid asfalt (t.o.v. teervrij asfalt). Voorzien was € 1,7 mln., zodat een additioneel bedrag van € 1,6 mln. nodig is.

Ad 13 - Posten < € 100.000

Het betreft diverse posten. Deze hebben onder andere betrekking op: Asbestsanering Aan het Broek, digitale toegankelijkheid gemeentelijke website, omgevingsmanagement Windturbinepark Holtum Noord, correctie reisdocumenten en huisvestingsmaatregelen Corona. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de betreffende programmabladen.

Ad 14 – Motie mantelzorgcompliment

De coronacrisis heeft gezorgd voor een groter beroep op de mantelzorgers. Daarom is in de Raadsvergadering van 9 juli 2020 de motie aangenomen om de waarde van de “gemeentelijke“ cadeaubon gekoppeld aan het mantelzorg-compliment, voor 2020 te verhogen van € 15 naar € 50. Passend binnen de inhoud van de motie

onderzoeken wij in de begroting 2021 de mogelijkheid om structureel invulling te geven aan de verhoging van het mantelzorgcompliment.

Ad 15 – Corona-effecten Vixia

Als gevolg van het coronacrisis vallen bedrijfsopbrengsten weg, waarmee de loonkosten van medewerkers die werkzaam zijn voor Vixia gedekt worden. Daarnaast zijn er extra noodzakelijke kosten voor maatregelen die het mogelijk maken om “coronaproof” te kunnen werken. Tekorten in de exploitatie worden in de reguliere systematiek opgevangen door een hogere gemeentelijke bijdrage. Voor 2020 zijn de nadelige effecten van corona op de exploitatie van Vixia BV ingeschat op ruim € 1,1 mln. Het aandeel van de gemeente Sittard-Geleen hierin bedraagt € 0,87 mln. Voor de derving van inkomsten ontvangt de gemeente compensatie via het gemeentefonds.

Ad 16 – Subsidie De Domijnen

Dit betreft een bijstelling met betrekking tot gemeentelijke subsidies in het kader van de Regeling podia Covid-19 van het Fonds Podiumkunsten. Het betreft een incidentele gemeentelijke subsidie aan De Domijnen van € 100.000. Dekking van dit bedrag vindt plaats uit het steunpakket van het Rijk, zie hiervoor tevens de toelichting bij het onderdeel dekkingsrichtingen.

Ad 17 - Reisdocumenten

Het aantal aanvragen voor reisdocumenten blijft achter op de prognose. De meerjarige bijstelling van de begroting op basis van de bijgestelde prognose (2020 t.m. 2024) en verminderde inzet flexibele schil van personeel compenseert meerjarig het negatieve saldo op de gemeenteleges. In 2024 levert dat een voordeel op van per saldo € 125.000. In de voorliggende jaarschijven ligt de voordelige bijstelling onder € 100.000.

Ad 2 Dekkingsrichtingen

Passend binnen de toepassing van begrotingskaders blijven wij onverminderd streven naar een reëel en structureel sluitende meerjarenbegroting. Ofschoon de begroting 2021 het volgende beoordelingsmoment voor de toezichtsvorm is, past het onverminderd borgen van structureel begrotingsevenwicht binnen de invulling van onze opgave ‘Financiën duurzaam op orde’ uit het coalitieakkoord. Bovendien is dit randvoorwaardelijk voor het effectueren van de afspraken uit het Bestuurlijk Afsprakenkader met de provincie Limburg.

Op basis van dit uitgangspunt stellen wij een aantal dekkingsrichtingen voor om in deze rapportage voor de jaarschijf 2020 zorg te dragen voor én een sluitende jaarschijf én een positief structureel begrotingssaldo.

Zoals wij in de inleiding hebben aangegeven, wordt de borging van het structureel begrotingsevenwicht betrokken in de uitwerking van de begroting 2021.

In onderstaande tabel hebben wij de dekkingsrichtingen samengevat.

Tabel dekkingsrichtingen:

Dekkingsrichtingen 2020

1 Steunmaatregelen Rijk 1ste pakket 1.000.000

2 Inzet achtervang corona 430.000

3 Onderuitputting nieuw beleid 170.000

4 Steunmaatregelen Rijk 2e pakket 1.495.000

5 Extra Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening voor sociale werkbedrijven 375.000

6 Vervallen opschalingskorting 399.000

Ad 1 – Steunmaatregelen Rijk 1ste pakket

Via het gemeentefonds hebben we van het Rijk een eenmalige uitkering ad € 2.2 mln. ontvangen ter compensatie van de kosten in het kader van de coronacrisis. Doordat in de 2e rapportage een bedrag van € 1,2 mln. is gerapporteerd met betrekking tot Corona (voornamelijk parkeerinkomsten) resteert per saldo nog € 1 mln. Voorgesteld wordt dit restantbedrag nu in te zetten ter dekking van de financiële opgave.

Ad 2 – Inzet achtervang corona

In de 2e programmarapportage 2020 hebben we een voor het risico op niet-volledige Rijkscompensatie van de financiële gevolgen van de coronacrisis een achtervang in het weerstandsvermogen ingesteld van € 430.000.

Inmiddels heeft het Rijk een 2e pakket steunmaatregelen aangekondigd - zie toelichting bij ad 4 - . Door deze aankondiging stellen wij voor deze achtervang vrij te laten vallen ten gunste van het begrotingssaldo.

Overigens zullen wij bij de resultaatbestemming van deze rapportage een voorstel doen om een achtervang binnen de algemene reserve risicobeheersing in te stellen voor toekomstige nadelige corona-effecten.

Ad 3 – Onderuitputting nieuw beleid

Binnen de begroting 2020 resteert een bedrag van € 170.000 aan kapitaallasten nieuw beleid (o.a.

matchingsgelden). Vanwege de temporisering van het investeringsprogramma in 2020 kunnen deze kapitaallasten worden afgeraamd ten gunste van de algemene middelen.

Ad 4 - Steunmaatregelen Rijk 2e pakket

Zoals bij onderdeel 2 al aangegeven heeft het Rijk een tweede steunpakket aangekondigd voor provincies, gemeenten en waterschappen. Deze extra middelen zijn bedoeld om door de coronacrisis misgelopen inkomsten en extra gemaakte kosten te compenseren. Het pakket omvat de volgende onderdelen:

- € 269 miljoen ter compensatie van inkomstenderving, lokale culturele voorzieningen, lokale vrijwilligersorganisaties, buurt- en dorpshuizen en toezicht en handhaving.

- € 30 miljoen extra om de verkiezingen te organiseren conform de corona-maatregelen.

- € 50 mln. voor meerkosten en/ of gederfde inkomsten SW-bedrijven (zie ad 5)

- De oploop van de opschalingskorting wordt incidenteel in 2020 en 2021 geschrapt. In 2020 komt dit neer op € 70 miljoen en in 2021 op € 160 miljoen. (zie ad 6)

- Meerkosten GGD’s € 350 miljoen. (rechtstreeks verrekenen met GGD’s)

Het gemeentelijk aandeel in de eerste twee onderdelen van het pakket - samen € 299 mln. - bedraagt € 1,5 mln. Wij stellen voor dit aandeel nu in te zetten en tegelijkertijd met het voordelig resultaat uit deze rapportage te reserveren voor toekomstige nadelige corona-effecten. Bij onderdeel 3 ‘samenvatting begrotingsbeeld / structureel evenwicht lichten we dit verder toe.

Ad 5 - Extra Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening voor sociale werkbedrijven

Het kabinet heeft de corona-effecten voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) via 2 pakketten gecompenseerd. Voor de periode 1 maart tot 1 juni 2020 is via het 1e pakket € 90 mln. beschikbaar gesteld. In het tweede landelijke maatregelenpakket is een bedrag van € 50 mln. opgenomen als extra Rijksbijdrage Wet sociale werkvoorzieningen voor sociale werkbedrijven. Het gemeentelijk aandeel van € 375.000 wordt ingezet, mede ter dekking van de in de financiële opgave verwerkte nadelige bijstelling voor de corona-effecten Vixia.

Ad 6 – Vervallen opschalingskorting

De oploop van de opschalingskorting wordt incidenteel in 2020 en 2021 geschrapt. In 2020 komt dit neer op € 70 miljoen en in 2021 op € 160 miljoen. Het gemeentelijk aandeel hierin bedraagt in 2020 en 2021 € 399.000 respectievelijk € 912.000. Het vervallen van de opschalingskorting in 2021 nemen we mee in de begroting 2021.

Ad 3 Samenvatting begrotingsbeeld / structureel evenwicht

In onderstaande tabel hebben wij het begrotingsbeeld voor de jaarschijf 2020 samengevat. Als wij het totaal aan begrotingsaanpassingen afzetten tegen het totaal bedrag aan dekkingsrichtingen blijkt dat sprake is van een overschot van € 1,5 mln. In dit voordelig saldo is het restant van het eerste landelijke steunpakket en ons aandeel in het tweede landelijke steunpakket meegenomen. Gezien het risicoprofiel voor Corona-effecten stellen wij voor het voordelig saldo te reserveren ter compensatie van toekomstige nadelige effecten (hogere kosten, gederfde opbrengsten) in dit verband. De achtervang vormen we voor risico’s, onder andere te aanzien van:

- lagere ozb met name MKB - lagere parkeeropbrengsten

- lagere opbrengsten vastgoed (oninbaarheid huren, kwijtschelding) - hogere lasten sociaal domein

Deze achtervang achten wij noodzakelijk als risicobuffer. Immers zonder deze reservering hebben we geen middelen binnen onze begroting om nadelige corona-effecten op te kunnen vangen.

Tabel begrotingssaldi

Samenvatting begrotingssaldo 2020

Geactualiseerde financiële opgave -2.366.000

Saldo dekkingsrichtingen 3.869.000

Begrotingsoverschot 1.503.000

Reservering nadelige corona-effecten -1.503.000

Begrotingssaldo 0

Na bestemming van het begrotingsoverschot is sprake van een sluitende jaarschijf 2020. In de begroting 2021 doen wij voorstellen om het - structureel – begrotingsevenwicht in de jaarschijven 2021-2024 te borgen.

Naast sluitende jaarschijven in de begroting is het uitgangspunt ook structureel begrotingsevenwicht in onze begroting te borgen. Dit uitgangspunt is ook randvoorwaardelijk voor repressief begrotingstoezicht.

Structureel begrotingsevenwicht betekent dat de structurele lasten zijn gedekt met structurele baten. In onderstaande tabel hebben wij de impact van de begrotingsaanpassingen en dekkingsrichtingen op het structureel begrotingsevenwicht voor de jaarschijf 2020 inzichtelijk gemaakt.

Tabel structureel evenwicht Structureel evenwicht

2020

Vertrekpunt saldo na 2e programmarapportage 2020

Saldo Incidentele baten en lasten 289.000

Saldo structurele baten en lasten -564.000

Totaal begrotingssaldo 2e programmarapportage 2020 -275.000

Begrotingsaanpassingen/ dekkingsrichtingen uit de 3e programmarapportage 2020

Totaal incidentele baten 4.451.000

Totaal incidentele lasten -3.722.000

Totaal structurele baten 240.000

Totaal structurele lasten -694.000

Totaal bijstellingen 3e programmarapportage 2020 275.000

Saldo na 3e programmarapportage 2020

Saldo Incidentele baten en lasten 1.018.000

Saldo structurele baten en lasten -1.018.000

Totaal begrotingssaldo na 3e programmarapportage 2020 0

De 2e programmarapportage 2020 is het vertrekpunt voor het inzicht in het structureel begrotingsevenwicht.

Uit de tabel blijkt een structureel nadelig saldo van € 564.000. Dit heeft de volgende onderverdeling:

4. Structureel tekort uit de 2e programmabegroting 2020: € 301.000 5. Structureel nadelige bijstelling begroting 2020 GGD: € 250.0001 6. Diverse kleinere posten / afronding: € 13.000

Het totaal van de bijstellingen in de 3e programmarapportage 2020 met een structureel karakter is per saldo € 454.0002 nadelig. Dit betekent dat het structurele tekort tot en met de 3e programmarapportage in de jaarschijf 2020 € 1,0 mln. bedraagt. Met andere woorden, de structurele lasten zijn hoger dan de structurele baten. Per saldo wordt dit door een overschot op de incidentele baten en lasten gecompenseerd, resulterend in een sluitende jaarschijf 2020.

Wij blijven onverminderd streven naar een reëel en structureel sluitende meerjarenbegroting. Ofschoon de begroting 2021 het volgende beoordelingsmoment voor de toezichtsvorm is, past het onverminderd borgen van structureel begrotingsevenwicht binnen de invulling van onze opgave ‘Financiën duurzaam op orde’ uit het coalitieakkoord. Bovendien is dit randvoorwaardelijk voor het effectueren van de afspraken uit het Bestuurlijk Afsprakenkader met de provincie Limburg. In de uitwerking van de begroting 2021 doen wij voorstellen voor het borgen van het structureel evenwicht in de meerjarenraming 2021-2024.

Ad 4 Financiële ontwikkelingen / risico’s

Uit de tabel begrotingsaanpassingen blijkt dat de - nadelige - aanpassingen met name betrekking hebben op het sociaal domein (Wmo), leerlingenvervoer en de gevolgen van de coronacrisis. Uit recente berichtgevingen in diverse media blijkt dat de begroting van veel gemeenten door deze twee ontwikkelingen onder druk staat.

1 Raadsbesluit 11 juni 2020.

2 Structurele baten ad € 240.000 – structurele lasten ad € 694.000

Met andere woorden; de tekorten op de budgetten voor Wmo en jeugd is een landelijk probleem. In 2015 zijn de rijkstaken jeugdzorg en Wmo naar de gemeenten overgeheveld met daaraan gekoppeld, gekorte budgetten. Dit betekent dat iedere nadelige ontwikkeling binnen het sociaal domein impact heeft op het financieel perspectief en/ of noopt tot het treffen van aanvullende maatregelen.

Daarnaast kunnen de gevolgen van de nog onverminderd voortdurende coronacrisis van betekenis zijn voor het financieel perspectief. Enerzijds zijn de financiële gevolgen van deze crisis voor onze begroting nu nog niet volledig in te schatten. Dit is afhankelijk van de duur en impact van de crisis en de in dit verband door het Rijk afgekondigde maatregelen. In verband met deze onzekerheid hebben wij in dit hoofdstuk voorgesteld ons aandeel in het 2e pakket steunmaatregelen van het Rijk, inclusief het voordelige rapportageresultaat, te reserveren als achtervang voor het risicoprofiel corona-effecten.

Naast de voorstellen tot begrotingsaanpassing hebben wij in hoofdstuk 3 ‘Ontwikkelingen per programma’ ook inzicht gegeven in de risico’s. Wij verwijzen u naar dit hoofdstuk voor een toelichting op de specifieke risico’s per programma. In de begroting 2021 wordt het risicoprofiel gekwantificeerd (kans x impact). Wij leggen voor de dekking van het risicoprofiel een relatie met de algemene reserve risicobeheersing. Uitgangspunt conform de kadernota weerstandsvermogen en risicobeheersing is dat wij het risicoprofiel volledig in genoemde reserve afdekken (dekkingsgraad is 100%).

Ad 5 Algemene reserve

In de algemene reserve maken wij een onderscheid in de algemene reserve risicobeheersing, waarin alle gekwantificeerde risico’s, inclusief een restrisico van 1 % van het begrotingstotaal (€ 3,2 mln.) volledig zijn

In de algemene reserve maken wij een onderscheid in de algemene reserve risicobeheersing, waarin alle gekwantificeerde risico’s, inclusief een restrisico van 1 % van het begrotingstotaal (€ 3,2 mln.) volledig zijn

In document 3 e Programmarapportage 2020 (pagina 9-58)