• No results found

Ontwerpen Energiezuinigheidsmodel voor gemeenten

DEEl III: NAAR EEN MODELSTRATEGIE VOOR ENERGIE-EFFICIENTIE

HOOFDSTUK 9 MODELSTRATEGIE VOOR GEMEENTEN

9.2 Ontwerpen Energiezuinigheidsmodel voor gemeenten

Opbouw van het energiezuinigheidsmodel

De huidige situatie wordt gekenmerkt door de problematiek zoals die is geschetst in hoofdstuk 5 aan de hand van het model van Susan Owens. Om deze problematiek op te lossen heb ik drie stappen (twee hoofdstappen en één substap) bedacht om tot een meer efficiënte energiehuishouding voor gemeenten te komen.

De drie stappen die ik heb opgenomen om tot een verbetere energie-efficiëntie te komen, zijn: A. Het reduceren van de vraag;

B. Transitiemanagement: verlagen van de energie-import door in te zetten op decentrale energie- opwekking en productie;

B1. Duurzaam opwekken en produceren;

Totstandkoming van de drie stappen

Allereerst is er gekeken naar de resultaten van hoofdstuk 8. Welke maatregelen scoren goed op de principes effectiviteit en efficiëntie? Vervolgens is gekeken of deze maatregelen te matchen zijn met het Trias Energetica model. Stap A en B1 uit het zelf ontwikkelde energiezuinigheidsmodel komen overeen met de eerste twee stappen van het Trias Energetica model. Gebleken is dat de maatregelen die er te nemen zijn, goed scoren op het gebied van het verhogen van de energie-efficiëntie en reducering van het fossiele energieverbruik. Ook is er gekeken naar energie-modellen uit de praktijk.

Enkele van deze modellen zijn opgenomen in Bijlage II. Ook daar komen deze twee genoemde stappen terug.

Tevens is gekeken naar bestaande literatuur, om te zien hoe er geschreven wordt door verschillende instanties over hoe de energie-efficiëntie verbeterd kan worden. The International Energy Agency (IEA) kwam in haar rapport World Enery Outlook (2009) tot figuur 4, waarin uiteen werd gezet hoe energieverbruik tegen wordt gegaan, onderverdeeld naar technologie. Daaruit blijkt dat veruit het grootste percentage zal bestaan uit ‘de efficiëntie te verhogen’, en daarnaast een groot gedeelte ‘het gebruik van duurzame energiebronnen’. Dit matcht dus met mijn opzet van de drie stappen, wanneer je ‘de efficiëntie verhogen’ in gaat vullen door de energievraag te gaan reduceren. Het aandeel duurzame energie zal alleen maar groter worden, terwijl het percentage energie-efficiëntie iets afneemt. Zie figuur 4. De drie stappen passen ook het beste bij het eindbeeld Status Quo van Rotmans (paragraaf 2.5).

Figuur 4: Hoe tegen te gaan van energievebruik naar technologie

Bron: IEA (2009)

Ook de link naar het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig: Nieuwe energie voor het klimaat’ (Bijlage I) is snel gemaakt. Niet helemaal kan worden ingeschat of de genoemde 20% duurzame energie in 2020 bereikt gaat worden via dit model, maar in het model is wel een grote rol weggelegd voor duurzame energie.

Stap A

Onder Stap A: het reduceren van de vraag vallen niet alle geïnventariseerde mogelijkheden zoals ze in het overzicht in de deelconclusie van hoofdstuk 6 vermeld staan. Uit de expert interviews is gebleken dat er met name ingezet moet worden op marktregulering (EPC & Certificering) en zelf optreden (met o.a. communicatie & voorlichting, monitoring en opleiding). Een voorbeeld van marktregulering kan zijn dat gemeenten in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opnemen dat retail in het stookseizoen haar deuren dicht moeten houden waardoor er geen warmte verloren kan gaan. Zie ook deelconclusie paragraaf 8.3. Marktstimulering (subsidies & belastingen) is een taak waar de gemeente zich niet te veel mee moet bezig houden; zij moeten dit aan de Rijksoverheid overlaten.

Stap B1

Stap B1 is een invulling van stap B en gaat in op de duurzame energievormen. Uit expert-interviews is gebleken dat niet alle vormen van duurzame energie even interessant zijn. Gemeenten zouden voornamelijk in moeten zetten op WKO (top prioriteit), en daarnaas bio-energie (mits het een agrarische gemeente betreft). Zonne-energie is ook erg interessant, maar momenteel nog behoorlijk duur. Door allerlei ontwikkelingen als de opkomst van buitenlande zonne-panelen en inzet op door- ontwikkeling van Nederlandse panelen waardoor het rendement verhoogd wordt, wordt deze vorm van duurzame energie in de toekomst steeds interessanter. Windenergie zou ook nog een optie kunnen zijn, maar daarbij speelt de maatschappelijke weerstand een grote rol.

WKO komt uit de resultaten veruit als meest positieve vorm van duurzame energie naar voren. Wat kunnen gemeenten doen om WKO te implementeren (Raven, 2009)?

• Neem in het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en stedenbouwkundig ontwerp de toepassing van warmtepompen op.

• Reken bij gronduitgifte de ruimte voor onderstations van collectieve warmtenetten of broncircuits mee.

• Neem in bestemmingsplan putten voor aquifers op. Eventuele ruimtereserveringen voor collectieve warmtelevering kunnen eveneens op de plankaart en / of in de voorschriften worden vastgelegd. Het bestemmingsplan is een instrument waarin enkele duurzame energie aspecten geregeld kunnen worden. De mogelijkheden zijn echter beperkt.

• Voor ambitieuze duurzame energie doelstellingen dienen derhalve extra instrumenten ingezet te worden. Het is mogelijk dat de toelichting duurzaamheidsdoelstellingen bevat. De toelichting maakt juridisch geen deel uit van het plan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de onderbouwing van het plan en de uitleg van bepaalde bestemmingen en voorschriften.

Communiceer bij vrije kavelbouw duidelijk en vroegtijdig over energieambities, subsidies en sancties.

Stap B

Stap B: transitiemanagement: het verlagen van de energie-import door in te zetten op decentrale energie-opwekking en productie is mijn eigen toevoeging aan het energie-model, een stap die ik nog niet eerder ben tegengekomen, integraal, in een energie-model. De invulling van het model geschiedt door stap B1, het duurzaam opwekken van energie. Stap B gaat over de manier waarop, namelijk het decentraal organiseren van het opwekken van energie. Er zal binnen de maatschappij een transitie op moeten treden naar een systeem waarbij de energie decentraal en duurzaam wordt opgewekt.

Het bevorderen van duurzame energie door gemeenten is afhankelijk van de vraag hoe groot de ambitie is om te streven naar energietransitie. Een gemeente kan bij het energietransitie proces twee rollen vervullen (Raven, 2009):

- De eerste rol heeft te maken met het stimuleren van het gebruik van duurzame energie door de gemeente zelf. Zo kan een gemeente voor haar gemeentegebouwen duurzame energie inkopen of zelf produceren en ze kan haar energievraag laten afnemen door energiebesparende maatregelen toe te passen. Deze rol wordt ook wel de initiërende of actieve rol genoemd. Deze rol kan zij met name toepassen bij Stap A, de energievraag reduceren, en B1, gebruik maken van duurzame energie.

- De tweede rol van de gemeente ligt in het bevorderen van de marktintroductie van duurzame energie binnen haar gemeente. Dit is de regisserende rol van de gemeente. Zo kan een gemeente concessies verlenen aan duurzame energie producerende bedrijven of burgers die voor duurzame energie oplossingen kiezen (stimulerende functie). Ze kan ook proberen betrokken partijen bij elkaar te brengen en op een ondersteunende wijze voor te lichten over de mogelijkheden en voordelen van het gebruik met duurzame energie (faciliterende functie). Deze rol kan een gemeente toepassen bij Stap A, bijvoorbeeld door het opnemen van allerlei maatregelen in de APV, maar ook bij Stap B, decentrale energie- opwekking gekoppeld aan innovatieve financieringsvormen.

Figuur 5: Modelstrategie: energiezuinigheidsmodel voor gemeenten INZETTEN OP: - Wko (1) - Zonne-Energie (2) - Bio Energie (3) - Windenergie (4) Lokale Energie- Opwekking en Productie Gekoppeld aan: Innovatieve Financieringsvormen

PAKKET VAN MAATREGELEN OM TE KOMEN TOT DE VERHOGING VAN DE ENERGIE-EFFICIENTIE

MARKTREGULERING: - Epc Norm - Certificering ZELF OPTREDEN: - Communicatie & Voorlichting - Monitoring - Opleiding - Taken & Verantwoordelijk heden - Beleidsmatige Inbedding STAP B1 Duurzaam Opwekken En Produceren STAP B Transitiemanagement: Verlagen van de Energie-

Import

STAP A