• No results found

Onderzoeksopzet

In document ONDERZOEK ZUID-AFRIKA (pagina 25-29)

In dit hoofdstuk kunt u lezen waar mijn onderzoek over gaat. Wat de

onderzoeksgroep is, welke onderzoeksvraag en deelvragen ik beantwoord wil hebben en hoe ik mijn onderzoek ga uitvoeren.

§3.1 Onderzoeksgroep

Ik heb het theoretische onderzoek uitgevoerd waardoor ik antwoord kon geven op de theoretische deelvragen. Uit het theoretische onderzoek is gekomen dat het onderwijs in Zuid-Afrika erg veel verschilt van het onderwijs in Nederland. Ik moet bij mijn praktijkonderzoek rekening houden met de slechte voorzieningen in de onderwijssituaties. Ik moet rekening houden met de Zuid-Afrikaanse manier van het lesgeven. Ik moet er rekening mee houden dat de leerlingen in Zuid-Afrika de manier waarop er les wordt gegeven in Nederland niet gewend zijn en dat het niveau van het onderwijs laag is. Door het theoretische onderzoek weet ik wat thematisch onderwijs inhoudt en hoe thematisch onderwijs kan zorgen voor betrokkenheid vanuit de leerlingen. Ik weet wat spelend leren inhoudt en hoe ik spelactiviteiten kan aanbieden.

Ik ga het praktijkonderzoek uitvoeren op vier verschillende Zuid-Afrikaanse scholen. Drie van deze scholen zijn farmschools. Deze scholen zijn over het algemeen slecht onderhouden en hebben weinig tot geen materialen tot beschikking. De farmschools hoorden eerst bij de boer wat het dichtste bij de school woonde of op welk land de school stond. Sinds een aantal jaren heeft het Department of Education die taak overgenomen. De boeren hebben weinig meer te zeggen op de scholen.

De eerste school waar ik twee weken mijn onderzoek ga uitvoeren is Primaryschool C.. De tweede school waar ik ook twee weken ben is Primaryschool N.. De derde school is School T.. Op deze school zal ik één week mijn onderzoek uitvoeren. De laatste school is Primaryschool K.school.

Ook hier zal ik één week zijn. Primaryschool K.school is de enige school wat geen farmschool maar een stadsschool is.

Op elke school zal ik aan verschillende grades lesgeven. Op sommige scholen gaan de grades tot 6, bij een andere school tot 7 en bij weer een andere school tot grade 9. De leeftijden verschillen per kind en per grade.

De onderzoeksgroep zijn de kinderen van grade R tot en met grade 9 op de vier bovengenoemde scholen in Zuid-Afrika.

§3.2 Onderzoeksvragen en deelvragen

Uitgaand van mijn theoretisch kader kan ik een aantal deelvragen

beantwoorden.

Beginsituatie

1. Op welke wijze krijgt het onderwijs momenteel vorm in Zuid- Afrika?

Het onderwijs in Zuid-Afrika heeft veel te lijden gehad onder de Apartheid.

Tijdens de apartheid was het onderwijs voor de zwarte mensen erg beperkt.

De zwarte scholen hadden te maken met slechte voorzieningen zoals: slechte gebouwen, te volle klassen, te kleine lokalen, te weinig materialen en te

kleine budgetten. Er is op de dag van vandaag nog steeds veel van deze slechte voorzieningen te zien. Veel zwarte mensen behoren tot de arme groep mensen, waardoor de kinderen naar de arme scholen gaan. Op de arme scholen wordt nog vaak lesgegeven door laag opgeleide leerkrachten, waardoor het onderwijsniveau laag is. De leerlingen tonen een passieve houding en tonen geen betrokkenheid. De leerkrachten hebben een dominante houding en verwachten geen tot weinig interactie vanuit de leerlingen.

Theorieën

2. Wat houdt thematisch onderwijs in?

Thematisch onderwijs houdt in dat het onderwijs wordt aangeboden in

thema’s. Het thema komt gedurende een bepaalde periode in verschillende vakken terug. De lessen hebben inhoudelijk aansluiting met elkaar en met het thema.

3. Wat houdt spelend leren in?

Spelend leren is, leren spelen en leren door te spelen in een onderwijssysteem dat bijdraagt aan optimale ontwikkeling door voor de kinderen interessante, uitdagende en actieve spelactiviteiten aan te bieden. De leerkracht moet zich constant afvragen of het aanbod relevant is en in welke mate de

activiteiten ontwikkelingswaarde hebben. Daarnaast kan de leerkracht door deel te nemen aan het spel, het spel ontwikkelingsgerichte wendingen meegeven. De leerkracht moet zorgen voor voldoende stimulatie zodat alle kinderen willen deelnemen aan de activiteiten en samenspel gestimuleerd wordt.

4. Hoe kan het thematische onderwijs zorgen voor betrokkenheid?

Het werken met thema’s zorgt voor betrokkenheid als het thema aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen. Door een aantal weken met hetzelfde thema te werken vergroten de kinderen hun netwerk. Door een bepaalde periode te werken met een thema gaat het thema ‘leven’ bij de leerlingen.

De uitkomsten van mijn theorieonderzoek zijn de basis voor mijn onderzoek in

praktijkonderzoek:

Praktijk

5. Op welke wijze kun je spelend leren toepassen binnen het huidige onderwijssysteem in Zuid- Afrika?

6. Op welke wijze moet de huidige leeromgeving aangepast worden om spelend leren te kunnen toepassen?

7. Hoe betrokken zijn de leerlingen tijdens de les in Zuid- Afrika genoteerd in niveaus 1 tot en met 5?

8. Wat zijn de gemiddelde resultaten van betrokkenheid na invoering van spelend leren in Zuid- Afrika genoteerd in niveaus 1 tot en met 5?

9. Wat zijn de opbrengsten van het spelend leren in Zuid- Afrika?

Door het uitvoeren van mijn praktijkonderzoek en daarbij gebruik te maken van de kennis vanuit het theorieonderzoek zal ik de volgende

onderzoeksvraag beantwoorden:

Hoe kan ik, met de toepassing van spelend leren binnen het Zuid- Afrikaanse onderwijssysteem, de aangeboden lesstof aantrekkelijker maken voor de verschillende leeftijdsgroepen, zodat alle leerlingen actief betrokken worden bij het onderwijs?

§3.3 Onderzoeksstrategie

Ik heb theorie bestudeerd om antwoord te krijgen op de volgende vragen: 1.

Op welke wijze krijgt het onderwijs momenteel vorm in Zuid- Afrika? Wat houdt thematisch onderwijs in? Wat houdt spelend leren in? En hoe kan het

thematische onderwijs zorgen voor betrokkenheid?

Ik ga een casestudy uitvoeren om antwoord te krijgen op de volgende vragen: op welke wijze kun je spelend leren toepassen binnen het huidige onderwijssysteem in Zuid- Afrika? En op welke wijze moet de huidige

leeromgeving aangepast worden om spelend leren te kunnen toepassen?

Ik maak gebruik van een vrije observatie om antwoord te krijgen op de vragen: hoe betrokken zijn de leerlingen tijdens de les in Zuid- Afrika

genoteerd in niveaus 1 tot en met 5? En wat zijn de gemiddelde resultaten van betrokkenheid na invoering van spelend leren in Zuid- Afrika genoteerd in niveaus 1 tot en met 5? Ik maak hierbij gebruik van een vrije observatie

omdat ik de situatie in Zuid-Afrika nog niet heb ervaren en ik daardoor geen concrete observatiepunten kan omschrijven.

Ik ga reflecteren op het toepassen van het spelend leren in Zuid-Afrika om antwoord te krijgen op de volgende vraag: wat zijn de opbrengsten van het spelend leren in Zuid- Afrika?

Door het uitvoeren van mijn praktijkonderzoek en daarbij gebruik te maken van de kennis vanuit het theorieonderzoek zal ik de volgende

onderzoeksvraag beantwoorden: hoe kan ik, met de toepassing van spelend leren binnen het Zuid- Afrikaanse onderwijssysteem, de aangeboden lesstof aantrekkelijker maken voor de verschillende leeftijdsgroepen, zodat alle leerlingen actief betrokken worden bij het onderwijs?

In document ONDERZOEK ZUID-AFRIKA (pagina 25-29)