Onderzoeken natuur

In diverse zienswijzen is ingegaan op het aspect natuur. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de onderzoeken met een korte weergave van de conclusies. Deze onderzoeken worden toegevoegd aan bijlage 19 bij de bestemmingsplannen.

Het plangebied is volledig onderzocht op beschermde soorten. Voor de sloop en/of renovatie van alle gebouwen is een ontheffing op de Wnb verkregen, of niet nodig (omdat er geen verblijven in zitten). Voor het terrein is nog geen ontheffingsaanvraag ingediend. Dat volgt in de loop van dit jaar zodra de inrichting van het plangebied nader is uitgewerkt en exact bekend is welke ingrepen er aan de openbare ruimte worden getroffen.

Zoals aangegeven is het beschikbare onderzoek voor het plangebied omvangrijk. Hierna wordt voor enerzijds de Kolonel Palmkazere en anderzijds het Oefenrampenterrein en Asielzoekerscentrum (nu de deelgebieden Op de Hei en Op Zuid) ingegaan op het verrichte onderzoek en de belangrijkste conclusies.

Kolonel Palmkazerne

De datum van uitvoer, de scope en de houdbaarheid van de ecologische onderzoeken op Crailo zijn zo goed mogelijk aangepast op de meerjarenplanning van de werkzaamheden om het terrein te saneren en bouwrijp te maken.

Allereerst is de aanwezigheid van de beschermde soorten in de gebouwen van de Kolonel Palmkazerne onderzocht om te bepalen of er rekening gehouden diende te worden met beschermde functies (‘Quickscan Flora- en faunawet herontwikkeling Kolonel Palmkazerne te Crailo’ van TAUW d.d. 28 januari 2016). Ervan uitgaande dat er voor de herinrichting geen bomen worden gekapt en de inrichting geen effect heeft op soorten die niet in gebouwen leven, werd op basis van de quickscan geconcludeerd dat effecten op steenmarter en gebouwbewonende vleermuizen niet uit te sluiten zijn en dat nader onderzoek vereist is.

Bij het verrichten van dit nader onderzoek (‘Soortgericht onderzoek flora en fauna voor de Kolonel

Palmkazerne te Crailo – Onderzoek naar de aanwezigheid van en effecten op vleermuizen en steenmarter door de beoogde plannen’ van TAUW d.d. 29 januari 2016) zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd.

Geconcludeerd werd dat er geen verblijfplaatsen van steenmarter in gebouwen zijn, maar dat er wel sprake is van vleermuisverblijven in de gebouwen met de nummers 2, 3, 4, 5, 13, 22, 23, 24, 26, 28.

Uit onderzoek in 2018 (‘Natuurtoets ontwikkeling Kolonel Palmkazerne, ORT en Crailo-Zuid van TAUW d.d.

16 mei 2018’) naar mogelijke verblijfplaatsen van kleine marterachtigen in gebouwen 19 en 27 volgt dat deze in deze gebouwen zijn uitgesloten.

In 2019 is de ‘Inventarisatie kleine marters en Huismus op de voormalige Kolonel Palmkazerne’ d.d. 16 juli 2019 door Groot Eco Advies verricht. Het uitgangspunt bij dit onderzoek is dat er geen bomen worden gekapt en dat de inrichting geen effect heeft op soorten die niet in gebouwen leven. Geconcludeerd werd dat er geen verblijfplaatsen van wezel, bunzing en hermelijn in gebouwen zijn evenmin was er sprake van verblijfplaatsen van huismus in gebouwen

Vanwege de verblijfplaatsen van vleermuizen in de gebouwen is door TAUW het ‘Activiteitenplan

ontheffingsaanvraag Crailo-Noord’ d.d. 15 april 2019 opgesteld in verband met het opzettelijk verstoren en/of het beschadigen en/of vernielen van voortplantings-plaatsen of rustplaatsen van gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis, bij de sloop en renovatie van gebouwen op de Kolonel Palmkazerne, op 16 juli 2019 zijn aanvullende gegevens in het kader van deze ontheffingsaanvraag ingediend. Dit heeft er toe geleid dat op 2 september 2019 door de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord namens het bevoegd gezag ontheffing is verleend voor de sloop en renovatie van de gebouwen. De ontheffing is geldig tot en met 10 juni 2024, waarna een verlenging kan worden aangevraagd. Alle voorgeschreven tijdelijke, compenserende

maatregelen voor vleermuizen zijn reeds gerealiseerd. Daarnaast is reeds voldaan aan de voorgeschreven gewenningsperiode van de alternatieve verblijfplaatsen.

Naast het onderzoek aan de gebouwen is er ook onderzoek naar de natuurwaarden op het terrein verricht.

In het rapport Crailo Noord natuurtoets terrein van TAUW d.d. 28 februari 2020 is geconcludeerd dat effecten op akkerdoornzaad, korensla, glad biggenkruid, stijve wolfsmelk, boommarter, eekhoorn, das,

vleermuizen, ransuil, boomvalk, buizerd, sperwer, wespendief, havik, hazelworm en levendbarende hagedis niet zijn uit te sluiten en dat nader onderzoek is vereist. De gebouwen zijn voor dit onderzoek niet nogmaals onderzocht, deze zijn reeds onderzocht en er is reeds een ontheffing voor aanwezig geldig tot 10 juni 2024.

In het door TAUW verrichte ‘Nader onderzoek soortbescherming terrein Crailo Noord – Onderzoek in het kader van het onderdeel soortbescherming van de Wet natuurbescherming’ d.d. 3 januari 2020 is met uitzondering van de gebouwen het gehele terrein noord onderzocht. Hierbij zijn paarverblijven van ruige dwergvleermuis en foerageergebied van vleermuizen aangetroffen. Tevens zijn verblijfplaatsen en essentieel leefgebied van boommarter, bunzing en eekhoorn vastgesteld. Geconcludeerd is dat er waarschijnlijk een ontheffing moet worden aangevraagd voor het aantasten van verblijfplaatsen en/of essentieel leefgebied van bovengenoemde soorten.

Oefenrampenterrein en Asielzoekerscentrum

Om de natuurwaarden op het Oefenrampenterrein en Asielzoekerscentrum vast te stellen heeft TAUW allereerst de Natuurtoets ontwikkeling Kolonel Palmkazerne, ORT en Crailo-Zuid, d.d. 16 mei 2018 verricht.

Geconcludeerd werd dat effecten op schubvaren, akkerdoornzaad, korensla, stijve wolfsmelk, boommarter, steenmarter, wezel, bunzing, hermelijn, das, gebouwbewonende en boombewonende vleermuizen,

gierzwaluw, huismus, steenuil, kerkuil, ransuil, boomvalk, buizerd, sperwer, havik, hazelworm, levendbarende hagedis niet zijn uit te sluiten en dat nader onderzoek vereist is.

In het ‘Nader onderzoek soortbescherming Crailo – Onderzoek voor deelgebieden midden en zuid in het kader van soortbescherming van de Wet natuurbescherming’ van TAUW d.d. 9 juli 2020 werd in het plangebied vastgesteld:

- Een jaarrond beschermd nest van buizerd

- Meerdere verblijfplaatsen en essentieel leefgebied van eekhoorn - Essentieel leefgebied van boommarter

- Meerdere verblijfplaatsen van ruige dwergvleermuis en gewone dwergvleermuis in gebouwen - Een verblijfplaats van ruige dwergvleermuis in een boom

Geconcludeerd is dat een ontheffing moet worden aangevraagd voor de sloop en renovatie van de gebouwen en dat er waarschijnlijk een ontheffing moet worden aangevraagd voor het aantasten van verblijfplaatsen en/of essentieel leefgebied van de andere bovengenoemde soorten.

Vanwege de vleermuizen is door TAUW het Activiteitenplan Wnb ontheffingsaanvraag gebouwen Crailo Midden-Zuid d.d. 15 juli 2020 opgesteld. De ontheffing is gericht op het opzettelijk verstoren en/of het beschadigen en/of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis in verband met de sloop en renovatie van gebouwen van het Oefenrampenterrein en Asielzoekerscentrum. Op 4 november 2020 zijn in het kader van deze aanvraag ‘Aanvullende gegevens aanvraag ontheffing Wnb Crailo Midden-Zuid’ door TAUW aangeleverd. Dit heeft ertoe geleid dat op 4 november 2020 de ‘Ontheffing sloop en renovatie panden Kolonel Palmkazerne, Bussum’ door de

Omgevingsdienst Noord-Holland Noord namens het bevoegd gezag is verleend. De ontheffing is geldig tot en met 1 april 2026, waarna een verlenging kan worden aangevraagd. Alle voorgeschreven tijdelijke, compenserende maatregelen voor vleermuizen worden in de loop van 2021 gerealiseerd.

Voor het terrein (dus het groen om de gebouwen heen) is nog geen ontheffingsaanvraag ingediend.

Wanneer in de loop van 2021 het voorontwerp van het inrichtingsplan is vastgesteld, wordt een nadere effectbeoordeling gemaakt van de plannen op de aanwezige beschermde functies voor soorten. Voor de beschermde verblijfplaatsen en/of leefgebied waar vervolgens alsnog een effect niet valt uit te sluiten, wordt een ontheffing aangevraagd. Vooruitlopend op de ontheffingsaanvraag en eventuele voorschriften die uit de ontheffing volgen, worden maatregelen genomen om leefgebied van boommarter, bunzing, eekhoorn en buizerd in tact te houden totdat ontheffing is verleend. Met het opstellen van het Programma van Eisen en Voorlopig Ontwerp van de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de vastgestelde beschermde natuurwaarden om effecten op voorhand te beperken. Er wordt voor deze soorten, samen met de natuurambitie doelen, een uitwerking gemaakt van de habitateisen zodat deze geborgd worden in het ontwerp openbare ruimte en als maatregelen natuurinclusief bouwen worden voorgeschreven in de kavelpaspoorten bij de uitgifte van de kavels. Daarnaast bestaat de omgeving van het plangebied uit een groot oppervlak van vergelijkbaar habitat. De verwachting is daarom dat het uitvoeren van het plan geen

effect heeft op de staat van instandhouding van deze soorten, waardoor een ontheffing op de Wet natuurbescherming te verkrijgen is.

Concluderend kan worden gesteld dat het inzicht in de uitvoerbaarheid van de plannen volledig is. Het gehele gebied is reeds onderzocht, het is duidelijk of ontheffingen nodig zijn en of deze kunnen worden verleend. Voor de sloop en renovatie van de gebouwen zijn de twee benodigde ontheffingen verleend. De verwachting is dat de derde ontheffing voor de beschermde functies van het groen op Crailo ook te

verkrijgen is. Dit betekent dat het plan als redelijkerwijs uitvoerbaar mag worden beschouwd voor het aspect soortbescherming.