• No results found

Onderzoek Omgevingstype

In document Bolwerk Klundert (pagina 34-41)

5.3 Verkeer en infrastructuur

5.4.2 Onderzoek Omgevingstype

In de omgeving van het plangebied liggen zowel woningen, bedrijven, voorzieningen en kleine bedrijfslocaties. Op basis van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering kan het gebied beschouwd worden als een gebied met functiemenging, vanwege de variatie aan functies in de directe nabijheid van het plangebied. De functies in de nabijheid van het plangebied zijn onder andere wonen, detailhandel, huisarts en brandweer, etc. Vanwege deze variatie aan functies is het gebied aan te duiden als 'gemengd'. Bij het omgevingstype 'gebied met functiemenging' kunnen de afstanden uit de richtafstandenlijst met één afstandstap worden verminderd.

Milieucontouren

Om inzichtelijk te maken of de woningbouwontwikkeling hinder ondervindt van omliggende bedrijvigheid dan wel de omliggende bedrijvigheid wordt belemmerd als gevolg van woningbouwontwikkeling is een quick scan milieuzonering uitgevoerd. Dit onderzoek is bijgevoegd in Bijlage 1.

Uit de quick scan blijkt dat het plangebied aangemerkt kan worden als gemengd gebied. Op basis van gemengd gebied liggen de milieucontouren van de volgende bedrijven over het plangebied:

1. Steinstraat 19: opslaggebouw 2. Westerstraat 44: bouwmarkt

3. Westerstraat 45: brandweerkazerne

Voor deze bedrijven geldt voor het aspect geluid de grootste richtafstand, namelijk 30 m voor het opslaggebouw en de bouwmarkt en 50 m voor de brandweerkazerne. Aangepast aan de omgevingstype gemengd gebied geldt een richtafstand van 10 m voor het opslaggebouw en de bouwmarkt en 30 m voor de brandweerkazerne aangehouden te worden.

Op basis van de quick scan wordt geconcludeerd dat er sprake is van mogelijke belemmeringen vanwege geluidshinder vanuit het opslaggebouw, de bouwmarkt en de brandweerkazerne. Om de geluidshinder beter in beeld te krijgen is een onderzoek naar industrielawaai vanuit deze bedrijven uitgevoerd.

In onderstaande afbeelding zijn de milieucontouren op basis van gemengd gebied (groen) weergegeven.

Afbeelding 5.1: Milieucontouren nabij het plangebied

Akoestisch onderzoek industrielawaai

Om in beeld te brengen in hoeverre bij de woningbouwontwikkeling hiermee rekening moet worden gehouden is door Econsultancy een onderzoek naar industrielawaai vanuit deze bedrijven uitgevoerd.

Het onderzoek is opgenomen in Bijlage 2 Akoestisch onderzoek industrielawaai. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van het toetsingskader voor geluid uit bijlage 5 van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van

verschillende functies, waardoor het omgevingstype 'gemengd gebied' aangehouden kan worden.

De bedrijfsbestemmingen (Steinstraat 19, Westerstraat 44 en Westerstraat 45) rondom het plangebied zijn van invloed op het woon- en leefklimaat van woningen binnen het plangebied.

Steinstraat 19

De geluidsbelasting vanwege locatie Steinstraat 19 is beoordeeld op basis van de milieuvergunning en de concrete situatie ter plaatse. Binnen de rode contour op afbeelding 5.3 blijft het Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau onder 55 dB (A).

Afbeelding 5.2: Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau

De maximale piekgeluiden binnen het plangebied komen voort vanuit het gebruik van een heftruck op het buitenterrein. Afschermende maatregelen zijn naar verwachting niet doelmatig, omdat deze een aanzienlijke hoogte zullen moeten hebben om effectief te zijn en dit stedenbouwkundig niet wenselijk is.

Het gebied met een geluidbelasting van meer dan 55 dB(A) zal niet in het bouwvlak worden opgenomen.

Een geluidbelasting tussen de 50 en 55 dB(A) is aanvaardbaar, mits voor de inrichting maatwerkvoorschriften worden opgesteld. Het Activiteitenbesluit stelt indirect eisen aan de geluidsbelasting in een woning, waarbij het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de woning niet hoger mag zijn dan 35 dB(A). Aangezien het Bouwbesluit voor nieuw te bouwen woningen een karakteristieke geluidwering van de gevel van minstens 20 dB eist, zal bij een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van 55 dB(A) op de gevel aan het Activiteitenbesluit kunnen worden voldaan wat betreft het geluidsniveau in de woning, zonder dat hiervoor extra maatregelen noodzakelijk zijn.

Westerstraat 44

Uit de berekeningen volgt dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau als gevolg van de bouwmarkt nergens binnen het plangebied hoger is dan 50 dB(A).Ook hier geldt dat bij toepassing van stap 3 niet

langer sprake is van overschrijdingen, omdat de maximale geluidniveaus het gevolg zijn van laad- en losactiviteiten. De maximale geluidbelasting blijft in het plangebied, op een zeer kleine strook na, echter onder de 75 dB. In relatie tot deze inrichting is binnen het plangebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Afbeelding 5.3: Maximaal geluidniveau als gevolg van Westerstraat 44

Westerstraat 45

Uit de berekeningen volgt dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau als gevolg van de brandweerkazerne nergens binnen het plangebied hoger is dan 50 dB(A). In afbeelding 5.3 is de indirecte hinder vanwege het uitrukken van brandweerwagens met sirenes inzichtelijk gemaakt. De hinder van sirenes is incidenteel, aangezien de brandweer niet continue met sirenes uitrukt. In een beperkte strook langs de Westerstraat treedt als gevolg van de sirenes een geluidsbelasting hoger dan 65 dB(A) op. Vanwege het incidentele karakter van deze geluidsbelasting wordt gesteld dat sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Afbeelding 5.4: Indirecte hinder als gevolg van Westerstraat 45, met sirenes

Afbeelding 5.5: Indirecte hinder als gevolg van Westerstraat 45, zonder sirenes

5.4.3 Conclusie

Op basis van het toetsingskader voor geluid uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering kan met toepassing van stap 3 gesteld worden dat binnen het opgenomen bouwvlak sprake is van een aanvaarbaar woon- en leefklimaat. Daarbij dient echter tevens rekening te worden gehouden met de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai. Hier wordt in de volgende paragraaf op ingegaan.

De omliggende bedrijven worden door de komst van het initiatief niet beperkt in hun bedrijfsvoering.

5.5 Geluidshinder

5.5.1 Kader

Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij een ruimtelijke planontwikkeling ter waarborging van een akoestisch acceptabel woon- en leefklimaat rekening te worden gehouden met weg- en railverkeerslawaai en industrielawaai. Het industrielawaai komt aan de orde in paragraaf 5.4 Bedrijven. In de nabijheid van het plangebied zijn geen spoorwegen aanwezig.

Wegverkeerslawaai

Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van woningen. De Wet geluidhinder beschouwt dergelijke gebouwen als zogenaamd geluidsgevoelige gebouwen. Het plangebied ligt langs de Oliemolenstraat en de Westerstraat. Deze wegen hebben een snelheidsregime van maximaal 30 km/uur. Beide wegen hebben daarmee in de zin van de Wet geluidhinder geen geluidzone. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Echter in het kader van een goede ruimtelijke ordening is toch besloten de wegen akoestisch nader te onderzoeken omdat de wegen een zekere verkeersfunctie hebben en sprake is van klinkerverharding.

5.5.2 Onderzoek

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de bouw van maximaal 40 woningen. Het plangebied grenst aan de Oliemolenstraat. Om de geluidsbelasting op het plangebied te bepalen is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieronder worden de resultaten van het onderzoek besproken; de volledige rapportage is opgenomen in Bijlage 3.

De locatie voldoet niet aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van 48 dB. De woningbouwlocatie ligt nagenoeg geheel binnen de 48 dB geluidsbelastingcontour van de Oliemolenstraat en deels binnen de 48 geluidsbelastingcontour van de Westerstraat, zie onderstaande afbeelding. De overschrijding van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting bedraagt maximaal 10 dB vanwege de Oliemolenstraat en maximaal 7 dB vanwege de Westerstraat.

Afbeelding 5.6: Gecumuleerde geluidsbelastingcontouren

In eerste instantie is gekeken naar maatregelen aan en om de weg en daarna aan de locatie. Toe te passen maatregelen betreffen: wijziging van het verhardingstype van het wegdek naar een meer geluidsreducerend verhardingstype, vergroting van de afstand tot de weg of het oprichten van schermen of een wal. Gezien de omvang van het plangebied en de ligging binnen stedelijk gebied worden deze niet mogelijk of wenselijk geacht.

Om woning binnen het plangebied mogelijk te maken, dienen er als gevolg hiervan maatregelen te worden genomen aan de gevels van de nieuw te bouwen woningen.

In de te realiseren woningen dienen, indien noodzakelijk, zodanige gevelmaterialen worden toegepast dat de wettelijke binnenwaarde van 33 dB bij gesloten deuren en ramen niet wordt overschreden. In het traject waarin de omgevingsvergunning voor het bouwen van de betreffende woningen wordt voorbereid, dient de aard en mate van isolatie van de gevels te worden bepaald. Bij toetsing van het binnenniveau van geluidgevoelige bebouwing moet worden gerekend met gevelbelasting zonder aftrek conform artikel 110g van de Wet geluidhinder.

5.5.3 Conclusie

Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat er sprake is van een gecumuleerde geluidsbelasting van 58 dB.

De 48 dB norm wordt hiermee met 10 dB overschreden. De leefomgeving wordt hier-mee op de rand van het bouwvlak geclassificeerd als matig. Vanuit een goed woon- en leefklimaat zijn woningen alleen wenselijk indien een binnenniveau van 33 dB gerealiseerd kan worden en er minimaal één geluidluwe gevel is. In het kader van de omgevingsvergunning dient dit te worden aangetoond. Hiertoe is in de regels van dit bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting opgenomen.

In document Bolwerk Klundert (pagina 34-41)