• No results found

(On)beschermd contact gehadMeldingen

In document Kern- cijfers beroeps- ziekten (pagina 43-51)

Beroepsziektemeldingen 2020

COVID-19

0% Blijvend 9% <1 week 48% >1 maand 36% 1 week–1 maand 48% Verpleeghuizen 16% Overig 30% Ziekenhuizen 7% Niet

Subsector

1

2 3

1+1=

Sector

92% Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 2% Industrie 2% Onderwijs 6% Instellingen voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 43

COVID-19

Wereldwijd is er sinds begin 2020 sprake van een COVID-19 pandemie. Sindsdien zijn er 145 mil-joen mensen besmet en 3 milmil-joen mensen over-leden aan COVID-19 (april 2021). In Nederland begon de epidemie in februari 2020 en sindsdien zijn 1,4 miljoen mensen besmet geraakt (april 2021). Daarvan zijn 17.000 mensen overleden (april 2021); voornamelijk, maar niet uitsluitend, ouderen. Daarnaast zijn er indirecte gezondheids-effecten van de pandemie, zoals het hoger aantal werknemers dat verplicht thuiswerkt en stress-gerelateerde klachten.33, 34

Van de 1.652 geregistreerde bedrijfsartsen, hebben 231 bedrijfsartsen een of meerdere COVID-19 beroepsziekten gemeld in 2020 (14%).35 Van deze bedrijfsartsen is 6% (n=15) verantwoordelijk voor 45% van de meldingen. Al deze 15 bedrijfsartsen zijn werkzaam in de gezondheidszorg. De werknemers waarvoor een COVID-19 beroepsziektemelding werd gedaan, zijn gemiddeld 44 jaar (standaarddeviatie 13) en 82% van hen is vrouw. De geschatte incidentie van beroepsgerelateerde COVID-19 op basis van de beroepsziektemeldingen aan het NCvB in 2020 is 128 per 100.000 (95% BI: 118-139) werknemers.

De COVID-19 meldingen zijn over de volgende sectoren verdeeld: verpleeghuizen (48%), ziekenhuizen (30%), instellingen voor verstande-lijk gehandicapten en psychiatrische patiënten (6%), maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (o.a. kinderopvang, thuiszorg) (3%), overige gezondheidszorg en

maatschap-pelijke dienstverlening (3%), ambulancediensten (2%) en overige (9%), waaronder onderwijs, brandweer, detailhandel en weg- en personen-vervoer.

In figuur 8.1 is een overzicht weergegeven van het aantal COVID-19 beroepsziektemeldingen per maand ten opzichte van het totaal aan-tal beroepsziektemeldingen. Er zijn duidelijk twee pieken te zien die overeenkomen met de twee grote golven van COVID-19 besmetting in Nederland.36 Daarbij de opmerking dat het GGD- testbeleid pas in juni 2020 in werking is gezet en daarvoor alleen mensen in ziekenhuizen werden getest. Tijdens de vakantieperiode was het aantal COVID-19 meldingen relatief laag. Het hoge aan-tal beroepsziektemeldingen in december 2020 is waarschijnlijk deels het gevolg van de tweede golf van besmetting van COVID-19 en deels een ‘veeg-effect’ doordat de bedrijfsartsen hun meldingen voor het eind van het kalenderjaar administratief wilden afronden.

Arbeidsgebonden meldingen Osiris RIVM

Alle (GGD)-artsen en microbiologische labora-toria zijn volgens de wet publieke gezondheid verplicht infectieziekten bij het RIVM te melden via het landelijke meldingssysteem Osiris. In het kader van het bron-en-contactonderzoek (BCO) door de GGD worden alle positief geteste mensen gebeld en wordt hen gevraagd waar zij denken besmet te zijn geraakt. Het merendeel van de besmettingen vindt plaats in de thuissituatie en bezoek in de thuissituatie. Besmettingen in de werksituatie staat op de derde plek, variërend tussen de 13% en 15%.

Figuur 8.1

Aantal COVID-19 beroepsziekten meldingen per maand gemeld aan het NCvB.

0 100 200 300 400 500 600 December November Oktober September Augustus Juli Juni Mei April Maart 8 76 153 355 73 123 116 192 234 588

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 44

Sinds het begin van de pandemie zijn op 15 december 2020 bijna 500.000 besmettingen geregistreerd. Ongeveer 80% van deze besmet-tingen betreft personen in de leeftijds categorie 15-65 jaar. Uitgaande van een gemiddelde arbeidsparticipatie van 78%, kan het aantal geïnfecteerde werknemers worden geschat op grofweg 390.000, ruim 4% van de werkenden.37

Hierbij moet worden opgemerkt dat het hier om de geregistreerde gevallen gaat met klachten, dus waarschijnlijk is er sprake van een forse onder-schatting daar het merendeel van de COVID-19 infecties beperkt blijft tot geen of milde klachten.

Antistoffen in bloed

Een andere kennisbron om een inschatting te kunnen maken van het aantal mensen met een (doorgemaakte) COVID-19 infectie is het per-centage bloeddonors met antistoffen tegen het Sars-Co2 virus in hun bloed. Volgens schattingen van bloedbank Sanquin heeft op 15 april 2021, 21% van de bloeddonors in de leeftijds categorie 18-65 jaar immuniteit opgebouwd tegen het coronavirus. Als dit voor de gehele bevol-king geldt, zou dat neerkomen op 3.6 miljoen Nederlanders.38, 39

Informatie vanuit de GGD-teststraten

Sinds september 2020 is er bij de uitvraag van beroepsgroepen bij het maken van een test-afspraak meer onderscheid gemaakt tussen

verschillende typen zorgmedewerkers. Een over-zicht van het percentage positieve testen van alle zorgmedewerkers die zich hebben laten testen in een teststraat van de GGD is weergegeven in figuur 8.2.

Figuur 8.2 laat zien dat in oktober 2020 (begin tweede golf) het relatieve percentage positieve coronatesten van zorgmedewerkers is opgelopen naar 12-15%. Landelijk steeg het percentage positieve testen ook. Vervolgens loopt dit in 2021 geleidelijk weer terug, mogelijk samenhangend met de toenemende vaccinatiegraad onder cliën-ten, patiënten en medewerkers in verzorgings- en verpleeghuizen en in de gehandicaptenzorg.

Conclusie

In de wekelijkse RIVM epidemiologische update is er een speciale paragraaf (12.9) aan gezond-heidsmedewerkers gewijd.40 Tot en met 29 decem-ber zijn 96.042 zorgmedewerkers in de leeftijd van 18 t/m 69 jaar met een COVID-19 besmetting bij het RIVM gemeld. Dit betreft zorg medewerkers binnen en buiten het ziekenhuis. Door het com-bineren van het aantal gemelde beroeps ziekten (1.918) en het aantal geregistreerde zorg-medewerkers in het kader van BCO, kan worden vastgesteld dat 2% van de positief geteste zorg-medewerkers als beroepsziekte wordt gemeld. Het aantal beroepsziektemeldingen uit andere (niet

Zorgmedewerkers uit ziekenhuizen Zorgmedewerkers uit verpleeg- of verzorgingshuizen Zorgmedewerkers elders 0 2 4 6 8 10 12 14 16 apr-21 mrt-21 feb-21 jan-21 dec-20 nov-20 okt-20 sep-20 Figuur 8.2

Percentage positief geteste zorgmedewerkers per sector met een vermoede besmetting tijdens werk verdeeld over verschillende sub-sectoren in de zorg.

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 45

medische) sectoren was relatief klein en blijft in de verdere bespreking buiten beschouwing.

Interpretatie van de beroepsziekte-meldingen

Bij het interpreteren van de COVID-19 beroeps-ziektemeldingen moet rekening gehouden worden met drie oorzaken die kunnen leiden tot verteke-ning, te weten: 1) het langzaam op gang komen van het testen en het testbeleid, 2) meldingen op basis van het BCO en 3) meldingen op basis van COVID-19 gerelateerd verzuim.

Testen en testbeleid

In het begin van de pandemie werd niet syste-matisch getest. Toen het testen op gang kwam, werd met name in de ouderenzorg, thuiszorg en gehandicaptenzorg getest en dan alleen bij spe-cifiek omschreven klachten. Sinds 1 juni 2020 is het beleid veranderd en is het mogelijk al bij milde klachten te testen. Sinds 1 december 2020 kunnen ook zorgmedewerkers zonder klachten zich laten testen als er sprake is geweest van een onbeschermd contact. De NCvB-COVID-19 registratieleidraad werd rond maart 2020 ope-rationeel. Voor de interpretatie van de beroeps-ziektemeldingen is het dan ook belangrijk kennis te hebben van de wijzigingen van het nationaal testbeleid.

Beroepsziektenregistratie op basis van BCO of op basis van COVID-19 gerelateerd verzuim

De beroepsziektenregistratie kan ook worden beïnvloed door het contract tussen de werkgever en de bedrijfsarts. In sommige zorginstellingen is de bedrijfsarts onderdeel van het crisisteam en betrokken bij het uitvragen van het BCO van de positief geteste medewerkers. De bedrijfsarts kan dan aan de hand van de BCO uitvraag een inschatting maken over de mate van arbeids-gebondenheid. Daar het merendeel van de COVID-19 infecties asymptomatisch of mild ver-loopt, beperkt de verzuimduur zich meestal tot de isolatieperiode van zeven tot tien dagen. Als het contract zich beperkt tot verzuimbegeleiding, zal de bedrijfsarts alleen werknemers zien met werk-gebonden COVID-19 gerelateerd verzuim die een verzuimduur hebben van meer dan vier weken. Dit leidt tot een onderrapportage.

Oorzaken COVID-19 besmetting

Werk is een belangrijke risicofactor om geïnfec-teerd te worden met het COVID-19. Marinaccino e.a. denkt hierbij aan zorgmedewerkers en sectoren waar de anderhalve meter afstand lastig kan worden gehandhaafd, zoals bij werk-zaamheden in de publieke ruimte (bijvoorbeeld horeca, OV-medewerkers en handhaving en contactberoepen zoals kappers en manicure).41

Verder is er hoger risico bij ongeschoold werk en onder medewerkers met flexibele contracten en arbeidsmigranten. Bij medewerkers met flexibele contracten en arbeidsmigranten speelt nog mee dat deze werknemers vaak adequate (bedrijfs) geneeskundige zorg ontberen en zodoende onder de radar blijven. Sim e.a. benadrukt dat vooral de ‘front line’ zorgwerkers extra risico lopen. Het gaat hierbij zowel om de intensive care en de zorgmedewerkers betrokken in de COVID-19 zorg als om de acute zorg, zoals ambulance-personeel.42

Arbeidsmigranten

In de gezondheidszorg werken vooral vrouwen. Mannen lopen vooral risico in sectoren met veel ongeschoold werk en in risicovolle functies, zoals de vleesverwerking, land- en tuinbouw en groot en detailhandel. Deze verdeling wordt ook in de cijfers teruggezien. In 2020 werden er verschil-lende coronavirusclusters gezien in de vleesver-werkingsbedrijven.43 Naast het feit dat deze werk-nemers zelf een risico lopen, kunnen ze ook hun omgeving besmetten, zoals ook de dieren. Dit speelde in de pelsdierensector, waar mensen de nertsen hebben besmet. In deze sectoren wordt er veel met arbeidsmigranten gewerkt, die naast het feit dat ze de taal niet machtig zijn, in korte tijd achtereen in verschillende bedrijven werken, ook voor hun huisvesting afhankelijk zijn van een tussenpersoon en vaak geen toegang hebben tot adequate (bedrijfs)geneeskundige zorg.

Onbeschermde blootstelling tijdens het werk – NCvB meldingen

Bedrijfsartsen vulden bij 1.206 meldingen de vraag in of er wel of niet sprake was van onbe-schermd contact (tabel 8.1). Hieruit kwam naar voren dat 55% van werknemers onbeschermd contact had gehad. Dit komt grofweg overeen met de resultaten van de FNV-enquête onder circa 3.600 leden. Hieruit bleek dat 41% van de medewerkers zich tijdens de eerste golf onvol-doende beschermd voelde, 37% voelde zich voldoende beschermd en 22% had hierover geen

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 46

mening.44 Verder geeft in de enquête 20% van de geïnterviewden aan dat beschermingsmiddelen des gevraagd werden geweigerd door de werk-gever en 57% te vermoeden tijdens het werk besmet te zijn geraakt.

In het kader van de RIVM registratie werd ook de werksetting genoteerd. Uit de resultaten bleek dat 37%-69% van de meldingen in de gezond-heidszorg aan het werk werden toegeschreven.37

Van de 1.206 meldingen waarvan bekend was of er sprake was van onbeschermd contact komen 1.011 meldingen de sector ‘Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’ (tabel 8.2). Hieruit komt naar voren dat binnen de

deel-sectoren 30%-67% van de werknemers onbe-schermd heeft gewerkt voorafgaand aan een COVID-19 beroepsziektemelding.

Figuur 8.3

Percentage meldingen met de setting werk onder de verschillende groepen zorgmedewerkers in oktober en november 2020. 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Thuiszorg (Gezondheids)zorg overig (Gezondheids)zorg in ziekenhuis (Gezondheids)zorg in verpleeghuis of woonzorgcentrum voor ouderen (Gezondheids)zorg in andere instelling waar 24-uurs zorg

wordt geleverd

Tabel 8.1

Onbeschermd contact van werknemers door de bedrijfsarts ingevuld bij de beroepsziektemeldingen gedaan bij het NCvB.

  Via werk besmet

Onbeschermd gewerkt Ja Weet niet Niet ingevuld Totaal % totaal

Ja 1024 30 1 1055 55 Nee 131 1 0 132 7 Weet niet 51 25 0 76 4 Niet ingevuld 331 2 322 655 34 Totaal 1537 58 323 1918 100 % Totaal 80 3 17 100  

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 47

Gevolgen COVID-19 besmetting

COVID-19 melding en verzuim

In tabel 8.3 wordt een overzicht gegeven van de mate van verzuim bij de COVID-19 meldingen. In veel verzuimprotocollen is vastgelegd dat een verzuimende medewerker pas wordt opgeroepen bij de bedrijfsarts na 4 tot 6 weken. Uit tabel 8.3

blijkt dat in 37% van de gevallen er sprake is van een verzuimduur minder dan een maand. Waarschijnlijk is dit de isolatieperiode. Echter, in 48% is er sprake van verzuim langer dan 1 maand en in 7 gevallen is er sprake van blijvende beper-kingen. Hierbij de kanttekening dat informatie over het totaal aantal geteste positieve mede-werkers ontbreekt. Dit betekent dat deze cijfers met de nodige terughoudendheid moeten worden geïnterpreteerd.

Tabel 8.2

COVID-beroepsziektemeldingen met onbeschermd contact uitgesplitst per deelsector binnen de hoofdsector ‘Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening’.

Sectoren (Cijfers CBS, tenzij anders vermeld) Omvang sector

Aantal COVID-19 meldingen

Onbeschermd gewerkt

Ambulancediensten45 6.375 34 16 (47%)

Instellingen voor lichamelijk gehandicapten46 192.000 6 4 (67%) Instellingen voor verstandelijk gehandicapten en

psychiatrische patiënten

101.000 105 58 (55%) Praktijken van (tand)artsen en paramedici,

gezondheidscentra

131.900 15 7 (47%)

Verpleeghuizen 320.000 926 535 (58%)

Ziekenhuizen 309.000 577 353 (61%)

Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (o.a. kinderopvang)

178.000 59 18 (31%) Overige gezondheidszorg en maatschappelijke

dienstverlening en thuiszorg

260.000 34 20 (47%)

Totaal 1.420.000 1773 1011 (57%)

Tabel 8.3

Verzuimduur bij beroepsziektemeldingen gedaan bij het NCvB in 2020.

Verzuimduur Aantal % Totaal

Geen verzuim 14 0,7%

Minder dan een maand 708 36,9%

1-3 maanden 500 26,1%

3-6 maanden 298 15,5%

Langer dan 6 maanden 122 6,4%

Blijvende beperkingen 7 0,4%

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 48

Lange termijn gevolgen van COVID-19

Long -, post-COVID-19, COVID-associated syn-drome (CAS) of Post-acute sequelae Sars-Co2 (PASC) worden volgens de UK National Institute for Health and Clinical Excellence gedefinieerd als:

“Signs and symptoms that develop during or after an infection consistent with COVID-19, continue for more than 12 weeks and are not explained by an alternative diagnosis.”47

Hoewel nog veel onduidelijk is over de patho-genese en het natuurlijk beloop van deze lange termijn gevolgen van COVID-19, zijn er aan-wijzingen dat tien procent van de COVID-19 besmette personen langdurige klachten blijft houden Dit is onafhankelijk van de leeftijd, wel of geen ziekenhuisopname of wel of geen onderlig-gend lijden. In een cohortstudie bestaande uit 117 deelnemers, met aanvankelijk geen (6,2%) of milde acute COVID-19 klachten (85%), bleek dat na een mediane follow-up van 169 dagen (31-300), 30% van de patiënten persisterende klachten rapporteerde.48 De klachten varieerden van vermoeidheid (14%), verlies van smaak en reuk (14%), hoesten, koorts, spierpijn, kort-ademigheid, maag-darmklachten en neurologi-sche klachten zoals slaapproblemen, cognitieve beperkingen of ‘brain fog’ (mistig brein).49 In studies met gehospitaliseerde patiënten worden vermoeidheidspercentages van 53 tot 71% gerap-porteerd.50-52 Het Office of National Statistics schat dat ongeveer 1,1 miljoen mensen in Groot-Brittannië long-COVID-19 klachten ervaren. Bij 14% duren deze klachten langer dan 12 weken.53

In een WHO rapport, waar verschillende long-COVID-19 studies met elkaar waren vergeleken van niet gehospitaliseerde patiënten werd bij 2-10% van de patiënten na 12 weken nog klach-ten gerapporteerd.54 Uit onderzoek van een grote arbodienst blijkt dat 1 op de 5 werknemers die langdurig is geveld door COVID-19 na 300 dagen nog ziek is.55

Gezien de potentiële grote maatschappelijke, economisch en individuele ziektelast is het weten-schappelijk onderzoek naar het achterliggend pathofysiologisch mechanisme, waarbij er ook aandacht is voor arbeidsparticipatie, dringend gewenst.56 Naast aandacht voor integrale arbo-zorg, met preventie en goede bedrijfsgenees-kunde57 en multidisciplinaire klinisch begeleiding is het ook belangrijk dat de werkgevers actief

betrokken worden in het re-integratietraject.58

Gezien de complexiteit van het ziektebeeld en de lessen geleerd van andere post- infectieuze ziektebeelden, zoals de ziekte van Lyme59, 60 en Q-koorts (vermoeidheidssyndroom)61, 62 zou overwogen kunnen worden tweede- en derdelijns multidisciplinaire arbocuratieve expertisecentra in het leven te roepen.

Preventie en beheersmaatregelen

Carlsten e.a. geeft in zijn artikel een overzicht van de verschillende werkgebonden risico-factoren door de tijd.63 Daarin maakt hij een onderscheid in kwetsbaarheid (kans op bloot-stellingen of besmetting) en medische kwets-baarheid (kans op nadelige medische gevolgen, gezondheidsschade). In zijn artikel geeft hij een systematisch overzicht van de verschillende bedrijfsgeneeskundige– en arbeidshygiënische interventies.

Werkgevers dienen vanuit de Arbowet een actu-ele risico-inventarisatie te maken. Leso e.a. adviseert, naast individuele risicofactoren, zoals leeftijd, geslacht, cardiovasculaire en pulmonale risicofactoren, diabetes, overgewicht en diabetes, kanker en immuunstoornissen, ook omgevings- en sociaaleconomische risicofactoren in de inven-tarisatie mee te nemen.57

Bron-, collectieve-, individuele en persoonlijke beschermingsmiddelen

Het SARS-CoV-2-virus verspreidt zich van mens-naar-mens via druppels, doordat mensen hoesten of via (in)direct contact. Afstand hou-den is dan ook de belangrijkste bronmaatregel. Verschillende landen hanteren verschillende afstanden, maar als 1 of twee meter afstand wordt gehouden is de kans op mens-op-mens besmetting klein.64

Er wordt onderscheid gemaakt tussen bron-, collectieve en individuele maatregelen. Dit is in lijn met het biologisch- arbeidshygiënische strategie.

Met bronmaatregelen worden maatregelen bedoeld, zoals thuisblijven bij klachten, BCO, quarantaine, isolatie en laagdrempelig testen. Vaccineren is ook een bronmaatregel, immers hoe meer mensen er gevaccineerd zijn, hoe kleiner de kans op mens-op-mens transmissie. In april 2021 waren er ruim 5 miljoen mensen gevaccineerd, vooral in de leeftijdscategorieën boven de 65 jaar.

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Beroepsziekten door biologische agentia 49

Met collectieve maatregelen wordt bedoeld, anderhalve meter houden van elkaar, drukke plaatsen vermijden, thuiswerken, limiteren van groepsaantallen en elkaar begroeten zonder elkaar aan te raken, maar ook technische maat-regelen zoals ventilatie, schoonmaak, fysieke barrières, en organisatorische maatregelen zoals scheiding van vieze en schonen gebieden en looprichtingen.

Met individuele maatregelen worden een goede hand- en nieshygiëne bedoeld en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

De maatregelen zijn systematisch vertaald in verschillende leiddraden en aanbevelingen, zoals het afwegingskader veilig werken voor contact-beroepen,65 de adviesnota preventief gebruik van mond-neus-maskers in de acute zorg66 en de generieke kaders heropening primair een voort-gezet onderwijs.

Medische interventies

Testen

Eén van de bronmaatregelen is testen bij klach-ten. Op dit moment zijn er verschillende test-platforms, maar de meest gebruikte testen zijn de PCR- en de antigeen-test. Mensen met een posi-tieve testuitslag dienen voor bepaalde periode in isolatie te gaan, zodat ze geen anderen kunnen besmetten.

Naast het reactief isoleren van besmettelijke mensen uit de samenleving door isolatie, kunnen testen mogelijk ook een proactieve rol spelen in het gecontroleerd heropenen van de samen leving. Hiervoor wordt verwezen naar de volgende arbo-inf@ct’s: ‘Inzet antigeentesten bij bedrijven en instellingen en de rol van de bedrijfsarts’ en ‘Handreiking testen binnen bedrijven en onder-nemingen op COVID-19’.67, 68

COVID-19-Vaccinatie

Op dit moment (april 2020) is een groot deel van de verpleeg- en verzorgingshuisbewoners en -per-soneel en van de zorgmedewerkers werkzaam in de acute en COVID-19 zorg gevaccineerd. Dit is gebeurd conform de Gezondheidsraad vaccinatie

-strategie.66 Het streven is dat begin juli 2021 gefaseerd het merendeel van de Nederlandse bevolking is gevaccineerd, zodat de verschillende

publieke en maatschappelijk beperkende maat-regelen kunnen worden opgeheven.

Helpdeskvragen NCvB

In 2020 zijn er 37 vragen gesteld over beroeps-infectieziekten. De vragen hadden onder meer betrekking op COVID-19 (n=21), BRMO/MRSA (n=5) en vaccinatie (n=5).

OMT’s COVID-19, arbo-inf@ct berichten en kennisbrieven COVID-19 en arbeids-gerelateerde zorg

Sinds januari 2020 is het OMT 38 keer bij elkaar geroepen om het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te adviseren: 35 keer over de COVID-19 pandemie en 3 keer over de pels-dierfokkerijen waar COVID-19 bij nertsen was vastgesteld. Er zijn tien arbo-inf@ct berichten verschenen en vijf kennisbrieven COVID-19 en arbeidsgerelateerde zorg.

Kerncijfers beroepsziekten 2021 – Kanker en werk 50

9. Kanker en werk

In 2020 kwamen bij het NCvB drie meldingen van beroeps kanker

In document Kern- cijfers beroeps- ziekten (pagina 43-51)