• No results found

8600 OMSCHRIJVING VAN KLEDINGSTUKKEN, IN HOOFDZAAK VOOR MILITAIREN VAN HET KORPS MARINIERS

In document Tenuevoorschriften krijgsmacht (pagina 157-160)

De kledingstukken voor de militairen van het Korps Mariniers, die in dit hoofdstuk niet afzonderlijk zijn genoemd, zijn geheel overeenkomstig de gelijknamige kledingstukken, elders in dit voorschrift omschreven.

8601 De gala-uniformjas

1. De gala-uniformjas is van donkerblauw laken. De jas heeft een staande kraag van ponceaurood laken, hoog 5 à 6,5 cm. Aan de binnenzijde van de kraag wordt een wit enkel boord bevestigd, dat ten hoogste 2 mm boven de rand van de kraag uitsteekt. De jas is van voren voorzien van een rij van negen grote mariniersknopen. Aan de achterzijde heeft de jas twee achterschootzakken met een tweepuntige zakklep, waarop drie grote

mariniersknopen zijn geplaatst, een op de taille, een in het midden en een aan het ondereinde van elke klep. De voor- en achterpanden en de zakkleppen zijn gebiesd met ponceaurood laken. De lengte van de jas is zodanig, dat de onderkant 26 cm boven het midden van de knie hangt.

2. Voor schepelingen, met uitzondering van de adjudantenonderofficier, is op elke mouw een omslag aangebracht, hoog 10 cm, en gebiesd met ponceaurood laken. Op een afstand van 1 cm vóór de buitennaad van elke mouw zijn twee kleine mariniersknopen

aangebracht, voor de officieren en de adjudantenonderofficier liggende boven en onder het (bovenste) galon van de rangonderscheidingstekenen, voor de schepelingen, met

uitzondering van de adjudantenonderofficier, liggende boven en onder de ponceaurode bies van de mouwomslag.

8602 De gesloten uniformjas

De gesloten uniformjas is van donkerblauw laken. De jas heeft een staande kraag, hoog 5 à 6,5 cm. Aan de binnenzijde van de kraag wordt een wit enkel boord bevestigd, dat ten hoogste 2 mm boven de rand van de kraag uitsteekt. De jas is van voren voorzien van een rij van negen grote mariniersknopen. Aan de achterzijde heeft de jas twee

achterschootzakken met een tweepuntige zakklep, waarop drie grote mariniersknopen zijn geplaatst, een op de taille, een in het midden en een aan het ondereinde van elke klep. De lengte van de jas is zodanig, dat de onderkant 26 cm boven het midden van de knie hangt.

8603 Avondbaadjes en avondvest

1. Het blauwe avondbaadje is van donkerblauw laken. Het baadje heeft een opgeslagen kraag en revers. In de linkerrevers is bovenaan een knoopsgat aangebracht. Het baadje is aan de onderkant zodanig uitgesneden, dat het op de zijden reikt tot op de heupen en dat het aan de rug enigszins puntig toeloopt. Aan weerszijden op de voorpanden is een rij van vier grote mariniersknopen aangebracht, met een onderlinge afstand van ongeveer 25 mm, de onderste knoop ongeveer 10 mm van de onderkant van het voorpand.

2. Het witte avondbaadje is van wit dril en komt in model geheel overeen met het blauwe avondbaadje, met dien verstande, dat het is voorzien van een chalekraag. Het is van voren voorzien van een rij van vier kleine mariniersknopen.

3. Het avondvest is van donkerblauw laken of wit piqué. Het is lang en ovaal uitgesneden met chalekraag en van voren voorzien van een rij van vier kleine mariniersknopen. Aan de voorzijde is aan weerszijden een horizontale zak ingezet.

8604 De open uniformjas

De open uniformjas is van donkerblauwe kamgaren serge. De jas is voorzien van een omgeslagen kraag met aflopende revers en heeft een gesloten rechte rug met een split. De jas heeft borst- en zijzakken met kleppen in accoladevorm, die met mariniersknopen worden gesloten. De jas wordt gesloten met een rij van vier mariniersknopen. Op de schouders zijn schouderlappen aangebracht die worden gesloten met mariniersknopen. De mouwen zijn zonder manchetten.

8605 De witte jas

De witte jas is overeenkomstig de witte jas, omschreven in artikel 8514, doch van voren voorzien van een rij van zeven grote mariniersknopen.

8606 Kaki hemd met korte mouwen en het camouflagehemd

1. Het kaki hemd met korte mouwen is van kaki katoenen stof. Het hemd heeft een vaste dubbele boord. Het is van voren voorzien van een rij van zes kaki knopen en twee opgenaaide borstzakken met buitenwaartse stolpplooi en klep. Op beide schouders is een schouderlap aangebracht, aan de armzijde bevestigd in de armsgatnaad, aan de halszijde vastgezet met een kaki knoop.

2. Het camouflagehemd met lange mouwen is van katoen of mengselkatoen, heeft een vaste boord, en twee opgestikte borstzakken met klep en twee opgestikte heupzakken met klep.

8609 Broeken

1. De blauwe broek met rode bies is overeenkomstig de blauwe broek omschreven in artikel 8517, eerste lid, doch langs de buitennaad van beide pijpen voorzien van een bies van ponceaurood laken, breed 20 mm, en voor de vlagofficieren van twee zodanige biezen, aangebracht met 1 cm tussenruimte.

2. De blauwe broek met rode bies en galons is overeenkomstig de blauwe broek met rode bies, doch langs de buitenrand van beide pijpen voorzien van een bies van ponceaurood laken, breed 5 mm, aan weerszijden daarvan, direct tegen de bies een goud galon, breed 20 mm, geweven van zigzag motief.

3. De kaki lange broek is overeenkomstig de witte lange broek, omschreven in artikel 188, derde lid, doch van kaki katoen.

4. De camouflagebroek is van katoen of mengselkatoen en is uitgevoerd met doorlopende band met riemlussen en twee verstelbare vernauwbandjes. De broek is voorzien van twee schuine steekzakken, twee achterzakken met klep en twee opgestikte dijbeenzakken met klep.

8610 Koppel en sabel

1. De koppel voor officieren en adjudantenonderofficier bestaat uit een ceintuur met een korte en een lange afhangende draagriem, lang onderscheidenlijk 35 cm en 1 m. De ceintuur is van singelband, aan het ene einde voorzien van een lederen riempje met gesp, aan het andere einde van een lederen riempje met gaatjes. De draagriemen zijn van zwart verlakt leder, breed 2 cm.

Aan elke draagriem is een vergulde gesp en haak met veersluiting bevestigd. Boven aan de korte draagriem is een vergulde haak met ketting aangebracht.

2. De sabel voor officieren en adjudantenonderofficier bestaat uit een enigszins gebogen ongedamasceerde stalen kling met ronde rug, aan het einde puntig toelopende; een gevest van tombak, gedekt door een knop van hetzelfde metaal; een greep van zwart gepolijst hoorn, voorzien van dertien horizontale groeven, waarin een dun gevlochten wit metalen koord. De schede is van Berlijns zilver of ander wit metaal, voorzien van een bovenband met draagring en een middenband met draagring van hetzelfde metaal, voorts aan de onderzijde van een stalen sleepplaat. De sabel is voorzien van de sabelkwasten, omschreven in artikel 173.

3. De schede wordt met de twee draagringen op de boven- en middenband bevestigd aan de korte onderscheidenlijk lange draagriem van de koppel. Bij getrokken sabel wordt de schede met de bovenste draagring aan de haak van de ketting van de koppel gehangen.

Wanneer de pijjekker wordt gedragen, worden bij opgetrokken sabel het gevest en de sabelkwast door het sabelsplit buiten de pijjekker gedragen; de zakklep wordt dan in de zak gestoken; de schede bevindt zich onder de pijjekker.

8611 Het fluitkoord

Het fluitkoord voor officieren en onderofficieren bestaat uit een dubbel gladgeweven koord van kaki garen.

8612 Overkleding

1. De pijjekker voor officieren, onderofficieren en manschappen is overeenkomstig de pijjekker voor militairen van de vloot, echter met grote mariniersknopen.

2. De mantel voor militairen, behorende tot de Marinierskapel en tamboers en pijpers van het Korps Mariniers is van donkerblauwe stof. De mantel heeft het model van een cape en is voorzien van een omgeslagen kraag. De mantel is van voren voorzien van een rij van vijf platte met zwarte stof overtrokken knopen met verdekte sluiting. De mantel is gevoerd met zwarte stof. De lengte van de mantel is zodanig, dat de onderkant juist over de knie valt.

3. De parka is gelijk aan de parka voor militairen van de vloot.

9000 OMSCHRIJVING VAN KLEDINGSTUKKEN VOOR

In document Tenuevoorschriften krijgsmacht (pagina 157-160)