• No results found

NOTICES NECROLOGIQUES

In document MEDEDELINGEN DER ZITTINGEN (pagina 75-96)

Meded. Zit t. K. Acad, overzeese Wet.

Bull. Séanc. Acad. r. Sci. Outre-Mer 44 (1998-1) : 77-89

Gustaaf HULSTAERT

(Melsele, 5 juli 1900 — Bamanya, 12 februari 1990) *

In deze herdenkingsrede zullen wij trachten een overzicht te geven van het omvangrijke wetenschappelijk werk van E.P. Dr. Gustaaf Hulstaert.

Gedurende vijfenzestig jaar was hij missionaris in Kongo, waar hij in het bijzonder de taal, woordkunst en cul­

tuur van de Mongo bestudeerde.

Gustaaf Hulstaert werd geboren te Melsele (provincie Oost-Vlaanderen) op 5 juli 1900. Hij overleed te Bama­

nya (Democratische Republiek Kongo) op 12 februari 1990.

Hij volgde de Grieks-Latijnse hu­

maniora aan het College van de Mis­

sionarissen van het Heilig H art te Asse (Brabant) van 1911 tot 1917.

Op 20 september 1917 begon hij het noviciaat bij de Missionarissen van het Heilig H art te Heverlee (Leuven).

Tussen 1918 en 1924 studeerde hij filosofie en theologie aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Op 27 juli 1924 werd hij tot priester gewijd.

Van september 1924 tot februari 1925 was hij leraar aan het College van de Missionarissen van het Heilig H art te Asse.

In het vooruitzicht van zijn vertrek naar Afrika volgde hij te Brussel cursussen in de tropische geneeskunde. D oor zelfstudie maakte hij zich vertrouwd met de Afrikaanse taalkunde.

Tijdens zijn studies te Leuven legde hij zich ook toe op de entomologie.

Hij bestudeerde vooral kevers en vlinders uit tropische gebieden (Kongo, Indonesië, Nieuw-Guinea en Brazilië) die leden van zijn congregatie en andere correspondenten hem van daaruit stuurden.

Van zijn hand verschenen een twintigtal studies in de volgende tijdschriften : Annals and Magazine o f Natural History, Revue zoologique africaine,

* Lofrede uitgesproken op de zitting van de Klasse voor Morele en Politieke Wetenschappen gehouden op 16 juni 1992.

Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, Bulletin de la société entomologique de Belgique. De meeste van deze studies dateren van vóór zijn vertrek naar Afrika.

Twee entomologische studies verschenen in boekvorm toen hij reeds in Afrika was : Lepidoptera Heterocera (Tervuren, 1928) en Lepidoptera Rho- palocera (Tervuren, 1931). Enkele species werden door hem gedetermineerd

en dragen ook zijn naam.

Op 15 september 1925 vertrekt Gustaaf Hulstaert naar Kongo, naar de toenmalige apostolische prefectuur Tshuapa ; deze werd sedert 1926 de apostolische prefectuur Coquilhatville en omvat heden het aartsbisdom M bandaka en het bisdom Ikela.

Dit gebied strekt zich uit, van west naar oost, van M bandaka tot Ikela, over een lengte van ongeveer 700 km. Het bestrijkt het bekken van de volgende rivieren : Tshuapa, Lomela, Salonga, Luilaka, en heeft een oppervlakte van ongeveer vijfmaal België.

Pater Hulstaert werd gezonden naar de missie van Boende waar hij tot november 1927, dus gedurende twee jaar, reispater was. Boende ligt op de Tshuapa, ongeveer halfweg tussen M bandaka en Ikela.

Het gebied van Boende dat hij moest bereizen was zeer groot. Het strekte zich uit langs de Lomela tot aan het Sankurugebied, en langs de Salongarivier tot Watsi-Nkengo. De reizen gebeurden grotendeels te voet wat aan P. Hulstaert de gelegenheid gaf de mens, zijn taal en gewoonten te leren kennen, alsook de flora en fauna te bestuderen.

Van december 1927 tot september 1933 verbleef hij te Boteka nabij Ingende, waar hij directeur was van de scholen en tevens rector van de missiepost.

Te Boteka werkte P. Hulstaert gedurende zes jaar. Het gebied van Boteka is zeer uitgestrekt en is gelegen tussen M bandaka, Wafanya en Basankoso.

In het Boteka-gebied wordt het Lonkundo-Lomongo gesproken. Het is de taalvorm die P. Hulstaert in zijn grammatische en lexicografische werken zal beschrijven. Deze taalvorm wordt ook kortweg „M ongo” genoemd en wordt heden in een groot gebied als norm beschouwd.

In de scholen en inlandse wijken van Boteka waren veel leerlingen en arbeiders uit andere bevolkingsgroepen dan de Mongo aanwezig, wat voor de taalkundige studies van P. Hulstaert bijzonder interessant was.

In 1933 verschijnt een eerste boek van zijn hand in het Lonkundo-Lomongo : Buku ea njekola eandelo la ekotelo ( = Boek om te leren lezen en schrijven), in twee delen, respectievelijk 128 pp. en 102 pp.

Vooral tussen 1933 en 1968 verschenen van zijn hand boeken in het Lomongo bestemd voor het onderwijs.

Benevens taalboeken publiceerde hij in deze periode ook religieuze werken : catechismus, gebedenboek, gewijde geschiedenis, enz. alsook algemene werken over hygiëne, denataliteit, hekserij, enz. Van deze werken in het Lomongo verschenen meerdere uitgaven.

De vertaling van afzonderlijke evangelies zullen later hun voltooiing krijgen

— 79 —

in de vertaling in het Lomongo van het Nieuwe Testament (1975) en van het Oude Testament (1977).

Van september 1933 tot oktober 1934 was P. Hulstaert overste van de missiepost van Bokuma, gelegen tussen M bandaka en Boteka, alsmede directeur en leraar aan het klein seminarie aldaar.

Het seminarie van Bokuma ontving ook kandidaten van naburige vicariaten, wat aan P. Hulstaert de gelegenheid gaf contact te nemen met verwante talen en idiomen.

Hij benut een verlof in België in 1935-1936 om publicaties op punt te stellen.

Gedurende de eerste tien jaar van zijn verblijf in Afrika — en er volgen er nog vijfenvijftig! — heeft P. Hulstaert de basis gelegd van zijn verder wetenschappelijk onderzoek.

Tijdens deze eerste tien jaar heeft hij vooreerst het grote gebied verkend dat verder het object zal zijn van zijn studies. Ook werd het idioom gekozen dat als standaardvorm zal dienen voor verdere linguïstische en literaire beschrijvingen : het Lonkundo-Lomongo van Ingende.

Wij willen hier even de aandacht vestigen op de stromingen die zich in de taalkunde en de Afrikanistiek hebben voorgedaan in de jaren twintig en dertig.

In de linguïstiek ontstond de fonologie of de leer van de betekenisdragende klanken. Als begindatum neemt men aan : het Linguïstisch Congres van Praag (1928). De fonologie is ook mede het begin geweest van het structuralisme in de taalkunde.

De invloed op de praktische spelling van de Afrikaanse talen is groot geweest : b.v. het gebruik van tekens als [s] en [o] naast e en o, waar nodig.

Er was eveneens invloed op de wijze van beschrijven van een inheemse taal, namelijk met inachtneming van haar eigen bouw, haar eigen structuur.

In 1926 werd het „International African Institute” opgericht, met het leidinggevend tijdschrift Africa dat sedert 1928 ononderbroken verscheen. In een Memorandum on the Practical Orthography o f African Languages, uitgegeven door het I.A.I., werden symbolen aanbevolen om te gebruiken in de Afrikaanse talen, alsook deze voor het weergeven van tonemen.

In de periode 1925-1935 heeft P. Hulstaert de spelling uitgewerkt volgens de aanbevelingen van het I.A.I. Ook zal hij zijn linguïstische beschrijvingen uitvoeren rekening houdend met de eigen structuur van de taal.

Het bestaan van het muzikaal accent met betekenisdragende functie werd reeds, wat de Afrikaanse talen betreft, ontdekt in het midden van de vorige eeuw. Pas van de jaren 1930 af verschenen lexicale en grammatische werken die het muzikaal accent op alle Afrikaanse voorbeelden vermelden.

Tot deze werken dient ook het Lonkundo-Nederlands Woordenboek (1936, 274 pp.) van P. Hulstaert gerekend. In dit werk zijn alle inheemse woorden van toontekens voorzien.

Wat de periode 1925-1935 betreft, verschenen van zijn hand de volgende

religieuze werken en boeken voor schoolgebruik : Bifangeli bya biyenga biuma la bya fe tu nda lonkundo (1934, 115 pp., Evangelies van de zondagen en de feestdagen in het Lomongo), Buku ea mbaanda (1935, 80 pp., Leesboek voor het derde studiejaar van de lagere school), Katakisimo ea Nkundo-M ongo (1935, 49 pp., Catechismus in het Lomongo), en Ekakwelo ea balako ka katakisimo (1935, 82 pp., Verklaring van de Lomongo-catechismus).

Er volgt nu een overzicht van de wetenschappelijke activiteiten van P. Hulstaert van 1936 tot 1950.

Op 19 augustus werd hij aangesteld als religieus overste en tevens missionaris­

inspecteur van het onderwijs in het uitgestrekte vicariaat Coquilhatville.

Hij resideerde te Bamanya, m aar verschillende maanden per jaar was hij op reis om zijn confraters te bezoeken en de missiescholen te inspecteren.

Gedurende meer dan tien jaar zal hij met alle uithoeken van het vicariaat in contact komen. Zijn kennis van het Lomongo liet hem toe dit idioom te vergelijken met aanverwante idiomen.

Nieuwe missionarissen die in het gebied toekwamen, brachten eerst een tijd door te Bamanya om door P. Hulstaert ingewijd te worden in de taal en de gebruiken van de Mongo.

Zijn Praktische grammatica van het Lonkundo-Lom ongo (1938, 272 pp.) was het resultaat van cursussen die hij aan de jonge missionarissen gaf. Ook de volgende woordenboeken waren ter beschikking van de cursisten : Lon- kundo-Nederlands woordenboek (1936,274 pp.), Nederlands-Lonkundo woor­

denboek (1941, 365 pp.).

Na het verschijnen van de Lomongo-grammatica van P. Hulstaert, verscheen in 1939 deze over het Tshiluba van Professor A. Burssens. P. Hulstaert vergeleek beide werken wat betreft het muzikaal accent in een studie in het tijdschrift Aequatoria (1941) onder de titel : Tonetiek van Lomongo en Tshiluba. Het bleek dat beide talen tegengestelde tonemen vertoonden. Van toen af werd het toonsysteem van het Lomongo „etymologisch”, en dat van het Tshiluba, „reversief” genoemd.

Op het vlak van de etnologie verscheen van de hand van P. Hulstaert het werk Le mariage des Nkundo (1938, 520 pp.). Dit werk behandelt het huwelijk bij de Nkundo-M ongo in zijn verschillende aspecten, zoals de verschillende vormen van huwelijk, de polygamie, de bruidsprijs, de ontbinding, de toestand van de kinderen. Deze studie is nog steeds een klassiek werk in de culturele antropologie.

In 1938 verscheen zijn werk Les sanctions coutumières chez les N kundo (53 pp.). Dit werk werd door onze Academie bekroond naar aanleiding van de Jaarlijkse Wedstrijd van 1937.

Eind 1937 stichtte P. Hulstaert, samen met P. Boelaert, het tijdschrift Aequatoria. Het was het eerste wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van taalkunde en etnologie dat in Kongo werd uitgegeven. Het begin was bescheiden ; het verscheen op klein formaat met één studie per nummer.

81

In 1939 kreeg Aequatoria zijn definitieve vorm in quarto-formaat, en bevatte elk nummer verschillende studies. In het eerste nummer van 1939 heeft P. Hulstaert de doelstellingen van het tijdschrift als volgt omschreven :

„Aequatoria veut contribuer à la coopération et à l’entr’aide de ceux qui s’intéressent aux études congolaises par la mise en commun des connaissances.

Elle veut atteindre ce but par la publication d ’études inédites, traitant des sujets les plus divers : langue, us et coutumes, droit, art, enseignement, possibilités et essais d ’adaptation, etc.”

Het tijdschrift Aequatoria kende een moeilijke beginperiode, vooral wegens de oorlog 1940-1945 : de verbreking van het contact met Europa, beperking van de verspreiding, papierschaarste, een weinig gunstig klimaat voor weten­

schappelijk onderzoek. P. Hulstaert ging deze moeilijkheden niet uit de weg en wist Aequatoria op een degelijk peil te brengen en te houden.

In de eerste jaargangen komen reeds aan de orde : het streven naar algemene vorming van de Afrikanen, de vormende waarde van het Mongo als moedertaal en cultuurtaal, de nadruk op de eigen literatuur en cultuur.

Na reeds te Boende, Boteka, Bokuma en Bamanya aan het werk te zijn geweest, en nadat hij met verlof naar België was geweest, is P. Hulstaert in de jaren 1947-1949 terug te Boteka waar hij overste van de missie en tevens schooldirecteur was.

In 1945 werd P. Hulstaert lid van onze Academie. In 1950 werd hij lid van de Commissie voor Afrikaanse Taalkunde van het Ministerie van Belgisch- Kongo en Ruanda-Urundi, alsook van de „Commission pour la Protection des Indigènes”. In hetzelfde jaar werd hij geassocieerd navorser van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Centraal-Afrika (IRSAC- IWOCA).

Tussen 1936 en 1950 verschenen van de hand van P. Hulstaert, benevens voomoemde werken, nog een paar taalkundige studies alsook boeken voor schoolgebruik.

Onze Academie publiceerde in 1950 zijn Carte linguistique du Congo belge.

Het is een werk met zevenenzestig pagina’s commentaar bij een kaart in veelkleurendruk. De bij elkaar horende talen en idiomen zijn in dezelfde kleur aangeduid. De grote groepen, zoals Mongo, Luba, Kongo, Teke, Bemba zijn duidelijk zichtbaar.

De kaart geeft ook de grens aan tussen de Bantu- en niet-Bantutalen die door het noorden van Kongo loopt, evenals de enclaves die zich noordelijk en zuidelijk van deze grens bevinden.

Het register van de Carte linguistique du Congo belge bevat niet minder dan driehonderd twintig namen van talen en idiomen die in Kongo voorkomen, een land dat naar schatting een tweehonderdtal culturele eenheden telt.

Onze Academie heeft eveneens uitgegeven La négation dans les langues congolaises (1950, 70 pp.). In dit werk bestudeert de auteur de negatieve verbale

morfemen alsook de negatieve onafhankelijke woorden in achtenvijftig Ban- tutalen en dertien niet-Bantutalen.

In de loop van deze periode publiceerde P. Hulstaert nog de volgende werken in het Lomongo : Bosako w ’oyenga (1936, 250 pp., Gewijde geschiedenis), Towa la bete o? (1937, 64 pp., Over de toverij), Etsifyelaka (1937, Mongo- spraakkunst voor de lagere school), Losilo jw a bonanga bokiso (1937, 15 pp., Over de denataliteit), Etsifyelaka I I (1937, 64 pp.), Buku ea m bondo nda lomongo (1938, 84 pp., Gebedenboek in het Lomongo), Etsifyelaka III (1945, 103 pp.), Bonkonda wa baoi ba njimeja (1949, 102 pp., Basisprincipes van het geloof).

In 1950, na vijfentwintig jaar missiewerk in Afrika en contact met de Mongomens en zijn cultuur, waren van de hand van P. Hulstaert honderd- vierenveertig pubücaties verschenen, waarvan tweeëntwintig in boekvorm.

Daarbij dienen nog achtenveertig belangrijke recenties gerekend die verschenen in Aequatoria.

In 1950 wordt P. Hulstaert vrijgesteld van zijn missioneringstaak om zich uitsluitend aan zijn wetenschappelijk werk en aan het tijdschrift Aequatoria te kunnen wijden.

Vanaf 1950 verblijft hij opnieuw te Bamanya op een tiental kilometer van M bandaka. Hij is vijftig jaar oud en begint een nieuwe periode van intensief navorsingswerk en publicaties die nog veertig jaar zal duren.

De periode die wij nu bespreken strekt zich uit van 1950 tot 1960, de periode van de onafhankelijkheid.

Deze periode wordt gekenmerkt door het verschijnen van enkele omvangrijke publicaties. Het betreft een zestal taalkundige werken en werken over woordkunst die wij in het kort zullen bespreken. Wij vermelden ook de schooluitgaven en religieuze werken, dertien in getal, die in het Lomongo verschenen.

Deze periode wordt ook gekenmerkt door de bloei van het tijdschrift Aequatoria.

In 1952 verschijnt het Dictionnaire français-lomongo (lonkundo) (466 pp.).

De auteur zelf zegt : „L’idiome sur lequel se base le présent ouvrage est celui de la région d ’lngende”. In het bijzonder gaat het om het dialect van de Bonkoso-Bongili. Tal van woorden uit andere dialecten werden eveneens weergegeven, alsook neologismen. Het eigenlijke lexicon wordt voorafgegaan door een linguïstische schets van het Lomongo.

In zijn werk A u sujet de deux cartes linguistiques du Congo belge (1954, 55 pp.), geeft P. Hulstaert een antwoord op een soortgelijk werk van G. Van Bulck, Les deux cartes linguistiques du Congo belge (1952, 68 pp.). De twee auteurs vergelijken de werken die zij elk vroeger geschreven hebben over de classificatie van de talen van Kongo. Deze kritische studies zijn van groot nut geweest voor de samenstelling van o.a. de Talenkaart - Carte linguistique van de Algemene Atlas van Congo - Atlas général du Congo van 1954.

— 83 —

In samenwerking met A. De Rop publiceerde R Hulstaert Rechtspraak/abels van de N kundó (1954, 170 pp.). In elk van de zesenveertig fabels die het boek telt, wordt een probleem van rechtskundige aard gesteld en volgt ook een oplossing. Deze documenten zijn in feite oefeningen in rechtelijke redeneerkunst.

In 1957 verscheen het Dictionnaire lomongo-français (Deel I, A-J, 917 pp.

en Deel II, K-Z, pp. 918-1949). Dit bijzonder degelijk en uitvoerig woordenboek is niet alleen vertalend doch ook verklarend. Het geeft ook etnologische, botanische en zoölogische informatie. Het woordenboek is geïllustreerd met foto’s van objecten van de materiële cultuur.

Wat de bouwstoffen van dit woordenboek betreft zegt de auteur : „Les exemples ont été notés de la bouche des indigènes ou puisés dans leurs écrits : correspondance, rédaction, publications, recueils de style oral, journaux”.

Alhoewel het om een uitgebreid woordenboek gaat met grondige behandeling van elk trefwoord, zegt de auteur in de inleiding : „Tous ceux qui se sont adonnés à l’étude d ’une langue bantoue ont expérimenté combien ces parlers sont riches. Une vie humaine ne suffit pas à en connaître une à la perfection.

Toujours on apprend quelque nouveauté. Le présent dictionnaire n ’est pas considéré par son auteur comme exhaustif et définitif’.

In de Afrikaanse gemeenschappen zijn veel spreekwoorden in gebruik.

R Hulstaert is erin geslaagd er niet minder dan tweeduizend zeshonderd zeventig te verzamelen bij de Mongo. Deze werden gepubliceerd onder de titel Proverbes mongo (1958, 828 pp.). In deel I van het werk worden de spreekwoorden één na één behandeld. Voor elk spreekwoord worden vermeld : de volledige vorm, de vorm met elisies, de vertaling, de verklaring en de toepassing. Deel II bestaat uit een ideologische lijst met de them a’s die in de spreekwoorden worden behandeld. Dit werk, zoals vele andere van de auteur, werd gepubliceerd door het Museum in Tervuren.

In 1959 publiceerde R Hulstaert Losako, la salutation solennelle des N kundo (224 pp.). Een losako is een plechtig antwoord, in de vorm van een spreuk, vanwege een persoon van hogere rang op een begroeting die hem wordt overgemaakt. Deze studie bevat zeshonderd tweeëndertig nsako, waarvan de auteur, benevens de oorspronkelijke tekst, de vertaling, verklaring en toepassing geeft. Deze studie verschaft kostbare gegevens over hiërarchische verhoudingen tussen leden van een Afrikaanse gemeenschap, alsook over hoffelijkheid en omgangsvormen.

Tussen 1950 en 1960 publiceerde R Hulstaert in het Lomongo enkele religieuze werken en schoolboeken : Etsifyongenya (1950, 50 pp., Leergang in hygiëne), Bifangeli la bipitola bya mmingo la fe tu (1953, 167 pp., Evangelies en epistels van de zondagen en de feestdagen), Belemo beki baapotolu (1955, 101 pp., De handelingen van de apostelen), Efangeli ea Yesu Kelesu, bokota wa Yoanasi (1955, 76 pp., Evangelie volgens Johannes), Efangeli ea Yesu Kelesu, bokota wa Mateo (1955, 102 pp.), Bosako w ’oyengwa 7(1955, 63 pp.,

Gewijde geschiedenis), Bosako w ’oyengwa 7/(1955,151 pp.), Bosako w ’oyengwa ƒƒƒ (1955, 250 pp.), Wikitano wa m bondo ya Bosangano (1957, 16 pp., Boek voor de leden van het Marialegioen), Bifangeli la belemo beki baapotolu (1957, 429 pp., De vier evangelies en handelingen van de apostelen), Bikosa la m oondo ya botisimo (1959, 24 pp., Ceremoniën en gebeden bij het doopsel), Bikosa bya sakalameto ea bolonganyi (1959, 10 pp., Ceremoniën van het sacrament van het huwelijk).

Het tijdschrift Aequatoria kende tussen de jaren 1950 en 1960 een grote bloei. Het telde vele medewerkers met grote kennis van het terrein in diverse takken van de menswetenschappen : taalkunde, letterkunde, geschiedenis, etnologie, sociologie, e.a. Het had een grote verspreiding en vele abonnementen.

Met de onafhankelijkheid van Kongo in 1960 kwam aan deze toestand een einde. P. Hulstaert slaagde er evenwel in het tijdschrift in leven te houden tot in 1962.

Tijdens het decennium 1960-1970 verschenen van de hand van P. Hulstaert negen werken in boekvorm, veertien geschriften in het Lomongo, alsook een aantal tijdschriftartikels.

Een etnografisch overzicht van de Mongo verscheen in 1961 onder de titel Les Mongo. Aperçu général (66 pp.). Het behandelt de verschillende aspecten van de cultuur van deze bevolkingsgroep, zoals de politieke en sociale structuur, het economisch leven, de kunst, de religie en de magie.

Tijdens dit decennium verschijnt ook de monumentale grammatica van het Lomongo in drie delen, samen niet minder dan duizend zevenhonderd negenennegentig pagina’s.

In 1961 verscheen Grammaire du Lomongo. Première partie : la phonologie (175 pp.). Het behandelt de fonemen, de lengte, het muzikaal accent, het dynamisch accent, de elisies. Dit alles wordt op een wetenschappelijk verantwoorde, doch voor iedereen leesbare manier uiteengezet. Het werk bevat ook een kaart van het Mongogebied, alsook een kaart met de verwante idiomen.

Grammaire du Lomongo. Deuxième partie : la morphologie (1965) telt 680 pp. Het werk behandelt achtereenvolgens de substantieven, adjectieven, pronomina, verba en invariabilia. Het bevat tevens een uitvoerige tabel met de formules van alle tijden en wijzen.

Bij de beschrijving van een Afrikaanse taal blijft de behandeling van de syntaxis dikwijls achterwege, vooral wegens de complexiteit van de materie.

Dankzij zijn grondige kennis van het Lomongo heeft P. Hulstaert ook dit aspect van de grammatica grondig kunnen bestuderen.

In 1966 verschijnt Grammaire du Lomongo. Troisième partie : la syntaxe.

Het werk telt niet minder dan negenhonderd vierenveertig pagina’s en behandelt de woordgroepen, bijzinnen, zinnen, relatieve constructies en

Het werk telt niet minder dan negenhonderd vierenveertig pagina’s en behandelt de woordgroepen, bijzinnen, zinnen, relatieve constructies en

In document MEDEDELINGEN DER ZITTINGEN (pagina 75-96)

GERELATEERDE DOCUMENTEN