• No results found

Me and You and Everyone We Know 

Social Influences and Processes in Technology Adoption 

 

De afgelopen jaren is informatietechnologie steeds verder opgerukt, wat onder meer  heeft  geleid  tot  nieuwe  samenwerkingsvormen  binnen  organisaties.  Een  voorbeeld  hiervan zijn virtuele teams, waarbij de leden niet fysiek bij elkaar hoeven te zijn om  samen te werken. Het gebruik van technologie die communicatie en samenwerking  vergemakkelijkt is een sociaal proces, omdat de waarde en de effectiviteit door meer  mensen  worden  bepaald  dan  één  enkel  individu.  Zo  kunnen  collegaʹs  of  managers  een  invloed  hebben  op  hoe  een  persoon  omgaat  met  de  technologie.  Echter,  sociale  invloeden en processen zijn relatief onderbelicht gebleven in het huidige onderzoek  op  het  gebied  van  technologieadoptie.  Door  de  voorname  rol  van  de  klant  in  het  proces  van  dienstverlening  is  optimalisatie  van  zulke  processen  door  technologie  sociaal  gezien  nog  complexer  dan  in  een  productomgeving.  Dit  onderzoek  gaat  daarom  dieper  in  op  sociale  invloeden  en  processen  in  technologieadoptie  in  de  dienstensector.  De  centrale  onderzoeksvraag  hierbij  is:  Wat  is  de  invloed  van  sociale 

invloeden en processen op de adoptie van technologie in de dienstensector? Door middel van 

drie onderling gerelateerde studies, welke besproken worden in de hoofdstukken 2,  3, en 4, wordt nader inzicht verkregen. 

 

In hoofdstuk 2 staat de rol van subjectieve normering in bestaand onderzoek op basis  van  het  Technology  Acceptance  Model  (TAM)  centraal.  Subjectieve  normering  is  de  invloed van belangrijke personen op een individu om een technologie wel of niet te  gaan  gebruiken.  Alhoewel  TAM  het  meest  toegepaste  model  is  op  het  gebied  van  technologieadoptie,  is  de  rol  van  de  sociale  component  hierin  (d.w.z.  subjectieve  normering) onduidelijk. Daarom is er een kwantitatieve meta‐analyse uitgevoerd op  basis  van  bestaand  TAM  onderzoek.  Daarnaast  wordt  geanalyseerd  of  TAM  resultaten  verschillen  wanneer  het  model  onder  verschillende  omstandigheden  wordt toegepast. Deze modererende effecten bestaan uit een individuele factor (het  type respondenten), een technologie‐gerelateerde factor (het type technologie) en een  algemene  factor  (cultuur).  De  resultaten  geven  aan  dat  subjectieve  normering  een  invloed  heeft  op  het  gepercipieerde  nut  van  een  technologie  alsmede  iemands  intentie om de technologie te gaan gebruiken. Deze effecten zijn sterker voor studies  op basis van antwoorden van studenten ten opzichte van niet‐studenten. Bovendien  zijn  de  correlaties  tussen  latente  variabelen  over  het  algemeen  lager  in  studies  waarbij  de  adoptie  van  een  personal  computer  centraal  stond,  tegenover  studies  waarbij  de  adoptie  van  een  andere  technologie  het  onderwerp  was.  Tenslotte, 

subjectieve  normering  vertoont  een  grotere  invloed  op  gebruiksintentie  van  een  technologie in westerse studies ten opzichte van niet‐westerse studies. Daarnaast is  het  gepercipieerde  nut  belangrijker  in  westerse  culturen,  terwijl  in  niet‐westerse  culturen  meer  waarde  wordt  gehecht  aan  het  gebruiksgemak  van  een  nieuwe  technologie. 

 

Hoofdstuk 3 ontwikkelt een affectief perspectief op sociale invloeden en processen in  technologieadoptie.  In  deze  studie  wordt  verondersteld  dat  psychologische  veiligheid,  een  gevoel  van  collegiaal  vertrouwen  en  waardering  in  een  team,  belangrijk  is  in  de  adoptie  van  een  groupware  systeem  in  het  onderwijs.  Derhalve  wordt  een  model  ontwikkeld  met  oorzaken  en  gevolgen  van  psychologische  veiligheid.  Voor  het  testen  hiervan  zijn  data  verzameld  bij  361  universitaire  studenten,  welke  samenwerken  in  36  verschillende  groepen.  De  met  hiërarchisch  lineair  modelleren  verkregen  resultaten  tonen  aan  dat  psychologische  veiligheid  wordt vergroot door een hogere gepercipieerde ondersteuning door een leraar en een  hogere gepercipieerde ondersteuning door  medestudenten. Deze effecten doen zich  voor op het individuele niveau van de analyse. Daarnaast vertoont de ondersteuning  door  een  leraar  ook  een  positief  effect  op  psychologische  veiligheid  wanneer  de  analyse op groepsniveau wordt uitgevoerd. Dit effect wordt nog  versterkt wanneer  een student een hoge mate van zelfbewustzijn heeft. De gevolgen van psychologische  veiligheid zijn berekend op basis van structural equation modeling. De resultaten tonen  aan  dat  het  gepercipieerde  nut  en  het  gepercipieerde  gebruiksgemak  beide  gedeeltelijk  mediëren  tussen  psychologische  veiligheid  en  het  gebruik  van  het  systeem. Tenslotte, de mate van offline communicatie tussen de student en zijn leraar  en  medestudenten  versterkt  de  invloed  van  psychologische  veiligheid  op  het  gepercipieerde  nut,  het  gepercipieerde  gebruiksgemak,  en  het  uiteindelijke  gebruik  van het groupware systeem. 

 

Hoofdstuk 4 ontwikkelt een cognitief perspectief op sociale invloeden en processen  in  technologieadoptie.  Deze  studie  bestudeert  de  centrale  rol  van  group  decision 

support  system  (GDSS)  potency  in  het  process  van  de  toenemende  virtualisatie  van 

dienstverlenende  teams.  GDSS  potency  is  de  gedeelde  perceptie  die  teamleden  hebben  van  hun  gezamenlijke  talent  en  capaciteit  om  een  grote  diversiteit  aan  dienstverlenende  taken  uit  te  voeren,  gebruik  makend  van  een  GDSS.  Derhalve  wordt  een  model  ontwikkeld  met  oorzaken  en  gevolgen  van  GDSS  potency.  Daarnaast  wordt  aandacht  geschonken  aan  de  modererende  rol  van  samenwerking  binnen  en  tussen  teams.  Voor  het  testen  van  dit  model  zijn  198  dienstverlenende 

medewerkers  van  een  hightech  bedrijf  ondervraagd,  welke  samenwerken  in  28  verschillende  teams.  De  met  hiërarchisch  lineair  modelleren  verkregen  resultaten  tonen  aan  dat  er  positieve  effecten  zijn  van  systeemgebruik  door  collegaʹs  en  meningen  van  klanten  op  GDSS  potency.  Deze  effecten  doen  zich  voor  op  het  individuele  niveau,  terwijl  op  groepsniveau  concurrentiedruk  en  meningen  van  klanten  een  positieve  invloed  hebben  op  GDSS  potency.  Eensgezindheid  over  het  niveau van samenwerking binnen een team versterkt het effect van concurrentiedruk  op  groepsniveau.  Eensgezindheid  tussen  de  teams  over  het  onderlinge  niveau  van  samenwerking  versterkt  het  effect  van  meningen  van  klanten  op  groepsniveau,  terwijl  dit  juist  het  positieve  effect  van  de  invloed  van  de  manager  verzwakt.  Tenslotte vertoont GDSS potency een positieve invloed op de door de medewerkers  uitgevoerde  voorgeschreven  dienstverlening.  Daarnaast  is  er  ook  een  positief  effect  op  de  mate  waarin  de  medewerkers  innovatieve  diensten  aanbieden.  Deze  effecten  doen zich voor op individueel niveau. Om een GDSS daadwerkelijk effectief te laten  werken is er een gedeelde groepsperceptie van GDSS potency nodig. 

 

Concluderend  toont  dit  onderzoek  aan  dat  sociale  invloeden  en  processen  een  belangrijke  invloed  hebben  op  individuele  houdingen  ten  opzichte  van  nieuwe  technologie. In de dienstverlenende sector, waar een team ondersteund kan worden  door  informatietechnologie,  kan  zowel  een  affectief  als  een  cognitief  perspectief  worden ingenomen. Derhalve is het belangrijk om een prettige samenwerking tussen  collegaʹs  in  een  team  te  hebben,  alsmede  een  gedeeld  vertrouwen  in  de  potentiële  prestaties van dit team. 

GERELATEERDE DOCUMENTEN