• No results found

Als afgestudeerde bedrijfskundige heb ik de afgelopen twee decennia voor meerdere nationale en internationale organisaties gewerkt. Tijdens deze jaren was ik verrast door hoe irrationeel mensen zich gedragen in organisaties en de impact van dit gedrag op de algemene doelen en het resultaat van de organisatie.

Dit onderzoek begon met mijn waarnemingen als een externe adviseur bij een Noord-Europese bank, welke we hierna Bank A noemen. Bank A was in een fusieproces met Bank B, min of meer gedwongen door de effecten van de financiële crisis op de sector in het algemeen en specifiek op Bank A en Bank B. Om hun rechten op anonimiteit te respecteren, noem ik hen Bank A en Bank B in dit proefschrift. Bij zowel Bank A als Bank B kwam ik in mijn rol als businessanalist en projectmanager opmerkelijk gedrag van collega’s en hun meerderen tegen gedurende deze fusie, welke ik niet rationeel kon verklaren. Ik zag mensen in een staat van demotivatie, inertie, teleurstelling, frustratie, soms overweldigd door angst, bezig met hun eigen agenda’s, vechtend en botsend en elkaar over en weer besmettend met negativiteit. Ik merkte een destructieve sfeer op, die bijdroeg aan de disfunctie van de organisatie. Het gedrag klopte niet in mijn beleving van een professionele omgeving en ik wilde begrijpen wat er aan de hand was; de ideologie van “organisatorische rationaliteit” kreeg mijn belangstelling en ik begon het in twijfel te trekken. Dit leidde tot een kernvraag: “Wat veroorzaakt het gebrek aan humanisering in de context van fusies en overnames (M&A)?” Deze interessante vraag heeft geresulteerd in meer onderzoek, waarbij het doel was om een beter inzicht te verkrijgen in het ogenschijnlijk irrationeel gedrag binnen organisaties in tijden van fusies en overnames.

Tijdens het werken aan het proefschrift, kwam ik een tweede Site tegen met dezelfe kenmerken als van de bank casus. Dit gaf mij de mogelijkheid om meer data toe te voegen aan die van Site 1. In deze tweede casus werden twee Trust-organisaties met hoofdvestiging in een Noord-Europees land, gefuseerd. De fusie en samenvoeging vond plaats in de periode van 2011 tot 2015. Ik had direct contact met een betrouwbare bron die voor een van de Trust-organisaties werkte en zo mocht ik ook interviewgegevens verzamelen op deze tweede locatie. Deze interviewgegevens zijn ook toegevoegd en geanalyseerd in mijn onderzoek.

Ik begon te lezen over de succesfaktoren van M&A’s. Hoe meer ik M&A literatuur bestudeerde vanuit de drang om te begrijpen wat ik observeerde, begon ik op te merken dat M&A niet perse aandeelhouderswaarde creëren. De reguliere bedrijfsliteratuur is vooral gericht op top-down benaderingen voor het omgaan met fusies en overnames. Er lijken in eerste instantie niet voldoende wetenschappelijke onderzoeken en bronnen te zijn die een meer bottom-up benadering bieden, inclusief aandacht voor de ‘menselijke factor’, met de daarmee gepaard gaande problemen rondom het wegnemen van werknemersangsten of inclusiviteit in een M&A-proces.

Ik verdiepte mij in literatuur van andere sociale wetenschappen om meer nauwkeurige antwoorden op mijn vragen te vinden en merkte op dat er één theorie was die een analyse en verklaring bood voor wat ik had waargenomen: de theorie van Miasma ontwikkeld door Yiannis Gabriel (2012). Deze

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 186PDF page: 186PDF page: 186PDF page: 186

178 N e d e r l a n d s e s a m e n v a t t i n g

theorie had de potentie om mij het gereedschapte bieden om een diagnostische benadering toe te passen op wat ik waarnam. Toen ik de literatuur van Y. Gabriel verder bestudeerde, merkte ik dat de theorie van Miasma gebaseerd is op een psychoanalytische benadering van de organisatieleer; waarbij de sleutel tot zijn theorie is gegrond in het bestaan van trauma dat hij “Miasma” noemt. Ik heb toen de verdere vragen voor mijn onderzoek als volgt verfijnd: “Als dit fenomeen van Miasma er is, kan ik dan de symptomen zien, zoals depressie en verlamming? Is het trauma waarneembaar?” Met deze initiële reflecties en vragen in mijn hoofd begon ik aan mijn empirisch onderzoek. Ik besloot deelnemers te interviewen, dat wil zeggen collega’s die ermee instemden hun verhalen te vertellen. Deze interviews vormden de basis voor mijn studie en voor het formuleren van de onderzoeksvragen. Ik ging verder en beschreef kwalitatief en exploratief de verlamming, de depressie en de traumatische situatie waarin de mensen van de organisaties zich bevonden.

Ik ondervroeg de deelnemers aan de interviews om vast te kunnen stellen of de theorie van Miasma hun situatie en het gebied dat ik wilde onderzoeken wel voldoende zou dekken. Ik bestudeerde ook het werk van andere onderzoekers zoals Howard F. Stein en Seth Allcorn om beter te begrijpen wat ik observeerde.

De algemene vragen die ik had waren: “Hoe kan ik beter begrijpen wat ik ervoer?” en in mijn achterhoofd wilde ik weten: “Kan het functioneren van organisaties in M&A-trajecten worden verbeterd? Kan disfunctie worden beheerd of voorkomen in deze omstandigheden? Kunnen organizaties worden bevrijd van de duistere invloeden?”

Dit onderzoek is het begin van de diagnose van wat disfunctioneren in organisaties veroorzaakt in de context van een fusie, en een mogelijke bijdrage aan de kennis over de valkuilen van irrationaliteit en disfunctioneren.

Zoals gezegd vormt de theorie van Yiannis Gabriel over ‘Miasma’ het wetenschappelijk kader van dit onderzoek. In hoofdstuk 2 geef ik een overzicht van mijn professionele achtergrond en mijn onderzoeksintentie. Hierin evalueer ik Gabriel’s concept van Miasma als een productief concept en beschrijf hoe ik onderzoek welk actiepotentieel dit concept heeft en welke interventiewaarde het biedt. Ik doe dit in een humanistische context van zorg voor het welzijn van de bestudeerde mensen en organisaties.

In hoofdstuk 3 beschrijf ik het theoretische kader en geef ik inzicht in mijn overwegingen wanneer ik begin met het zoeken naar hulpmiddelen om mijn observaties te verklaren. In dit hoofdstuk behandel ik theorieën van verschillende geleerden. Gabriel komt voort uit een bepaalde traditie in organisatiestudies, de psychoanalytische studies van organisaties. Wat zegt de psychoanalytische organisatieleer over het thema ‘passiviteit’, waar ik in geïnteresseerd ben? Om deze vraag te beantwoorden, bestudeerde ik de werken van Howard F. Stein, Adrian Carr, Howard S. Schwartz, Burkard Sievers, Melanie Klein, Wilfred Bion en Yiannis Gabriel. Als psychoanalytische sociale wetenschappers, kunnen hun theorieën en concepten het potentieel bieden om antwoorden op mijn onderzoeksvragen te vinden.

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 187PDF page: 187PDF page: 187PDF page: 187

Om Miasma te behandelen is de focus van dit proefschrift op vijf centrale onderzoeksvragen gericht: 1. Wat is er misgegaan met de autonomie van de mensen die ik heb bestudeerd?

2. Bestaat Miasma empirisch in mijn gegevens?

3. Hoe productief is Yiannis Gabriel’s (2012) theorie van Miasma als een concept om deze veranderingsprocessen tijdens bedrijfsfusies te begrijpen?

4. Is Miasma een anti-humanistisch verschijnsel?

5. Welk actiepotentieel en interventiewaarde biedt Miasma?

In hoofdstuk 4 wordt de methodologie van dit proefschrift beschreven en in hoofdstuk 5 geef ik inzicht in het proces van dataverzameling. In hoofdstuk 6 presenteer ik de bevindingen op basis van data-analyse, om uiteindelijk in hoofdstuk 7 te concluderen door antwoorden te geven op de vijf onderzoeksvragen.

De volgende concluderende punten gerelateerd aan elk van de onderzoeksvragen worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 7:

1. De emotionele link tussen persoon (of personen) en organisatie(s), zoals opgemerkt door Klein (1975), Bion (1988) en Carr (2001), was in beide gevallen beschadigd, maar resulteerde niet in een volledige beeindiging van autonomie. Vanuit humanistisch oogpunt is er autonomie, hoewel deze autonomie tekenen van verval vertoont.

2. Miasma is een productief maar niet een dermate hegemonisch verschijnsel als Gabriel beweert. De data laat meer zien dan Miasma, bijvoorbeeld en levendige sociale wereld van relaties, contacten, gesprekken en interactie is. Met Miasma als verklaring voor sociale causaliteit, gaat Gabriel net een brug te ver. Miasma als een mogelijke waarneembare kwaliteit van organisaties is een geldig inzicht en biedt kansen om beter te begrijpen wat er op het spel staat, de destructieve elementen te begrijpen die schade kunnen veroorzaken en deze destructieve krachten beter te beheersen; maar als een causale verklaringsprincipe voldoet het niet helemaal. Het zou voorbarig zijn om te concluderen dat er een oorzakelijk verband bestaat en daarom is verder onderzoek naar dit onderwerp zeker aan te bevelen.

3. Miasma als een beschrijvend concept heeft veel waarde, maar het trauma-aspect lijkt overdreven. Er lijkt meer keuzevrijheid te zijn dan een trauma-concept, volgens Gabriel, zou aangeven. 4. Hoewel Miasma bestaat en Gabriel Miasma beschrijft als een overheersende destructieve kracht,

merken we dat Miasma agency niet volledig overschaduwd. Het contract tussen werknemers en werkgever (organisatie) kan resulteren in een anti-humanistisch contract waarbij Miasma de individuen en het collectief in de organisatie vastklampt, maar dat betekent niet dat het contract ophoudt te bestaan.

5. Gabriel’s theorie van Miasma heeft grote waarde als een diagnostisch hulpmiddel. Ik gebruikte de tool om de drie symptomen te diagnosticeren zoals beschreven door Gabriel, om de gegevens op de twee sites logisch te verklaren. In beide sites kan Miasma worden gevonden, beschreven en verder verkend. Het begrijpen van fusies en overnames vanuit een pathologisch oogpunt, zoals Miasma doet, biedt inzicht in belangrijke pathologische problemen en eist van ons om na te denken over hoe te overleven in de voortdurend veranderende en evoluerende markt. De realiteit is dat het senior management van bedrijven zoals in site 1 en site 2, wanneer ze zich in een fusie- en overnamecontext bevinden, niet besturen op basis van inzichten in de psychodynamica van de organisatie. Ze worden eenvoudigweg gestuurd op basis van de klassieke redenering van het

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 188PDF page: 188PDF page: 188PDF page: 188

180 N e d e r l a n d s e s a m e n v a t t i n g

optimaliseren van de bottom line, “de realiteit van de economische bottom-line.” Als beschreven in deze studie, werkt het topmanagement vanuit een ander, bedrijfsgericht paradigma en omvat het niet het paradigma van de psychoanalyse en de inzichten die dat kan bieden. Tenzij het topmanagement bereid is om deze extra dimensies zoals aangereikt door Gabriëls theorie van Miasma te bestuderen, zullen de gevolgen voor hun organisaties ook het risico inhouden dat ze de zogenaamde duistere machten niet kan beheersen.

In hoofdstuk 7 bespreek ik ook kansen, aanbevelingen en ideeën voor toekomstig onderzoek. Wat betreft toekomstig onderzoek, behoud je het thema van de complexiteit van behandeling. Een ander idee voor toekomstig onderzoek heeft te maken met de volgende vragen: Hoe kunnen inzichten die theorieën zoals Gabriel’s Miasma bieden, worden opgenomen om de aanpak te verrijken in geval van fusies en overnames? Hoe kan de overeenkomst onder mensen worden versterkt die fusies en overnames ondergaan? Ik besef hoe gecompliceerd deze vragen zijn, omdat de reguliere literatuur vaak wordt geschreven ter ondersteuning van het topmanagement, om hun top-down fusies en overnames uit te voeren, om economisch beter te presteren en zich te houden aan de “realiteit van de bottom line”. Het topmanagement is meestal niet erg gericht op het welzijn van de werknemers, dus het is niet zo verwonderlijk dat de reguliere literatuur voorbijgaat aan het leed van de werknemers in de lagere regionen van de organisaties die fusies en acquisitie trajecten doorlopen. Het topmanagement wil misschien niet worden geconfronteerd met de menselijke kosten van zijn beslissingen, beleid, strategieën en acties en heeft derhalve geen multidimensionale aanpak bij het beheersen van mogelijke pathologische situaties zoals Miasma van Gabriel.

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 189PDF page: 189PDF page: 189PDF page: 189

REFERENCES

Allcorn, S., & Stein, H. F. (2015). The Dysfunctional Workplace: Theory, Stories, and Practice. Columbia, NY: University of Missouri Press.

Ayres, Lioness. (2008). “Semi-Structured Interview.” The Sage Encyclopedia of Qualitative Research Methods. SAGE Publications.

Auerbach, C. F., & Silverstein, L. B. (2003). Qualitative Data: An Introduction to Coding and Analysis. New York, NY: New York University Press.

Baum, H. S. (1987). The Invisible Bureaucracy: The Unconscious in Organizational Problem Solving. Oxofr, UK: Oxford University Press.

Bion, W. R. (1961). Experiences in Groups: And other Papers. New York, NY: Routledge.

Bion, W. R. (1975). Bion’s Brazilian Lectures 2: Rio/São Paulo 1974. Rio de Janeiro, Brazil: Imago Editora Ltds. Bion, W. R. (1978). Four discussions with W.R. Bion. Strath Tay, Scotland: The Clunie Press.

Bion, W. R. (1984a). Attention and Interpretation. London, UK: Karnac. Bion, W. R. (1984b). Elements of Psycho-Analysis. London, UK: Karnac.

Bion, W. R. (1988). Attacks on Linking. In E. B. Spillius (Ed.), Melanie Klein Today: Developments in Theory and

Practice. Hove, UK: Brunner-Routledge.

Bion, W. R. (1994). Learning From Experience. Northvale, NJ: Jason Aronson.

Black, I. (2006). The presentation of interpretivist research. Qualitative Market Research: An International Journal,

9(4), 319–324.

Blumer, H. (1954). What is Wrong with Social Theory? American Sociological Review, 19(1), 3. Bochner, A.P. (1997) It’s About Time: Narritive and the Divided Self. Qualitative Inquiry 3; 418-438 Boje, D. M. (2008). Storytelling Organizations. London, UK: SAGE publications.

Borgman, C. L. (1986). The user’s mental model of an information retrieval system: an experiment on a prototype online catalog. International Journal of Man-Machine Studies, 24(1), 47–64.

Burgess, R. G. (1984). In the Field: An Introduction to Field Research. London, UK: Allen & Unwin.

Carr, A. (2001). Understanding emotion and emotionality in a process of change. Journal of Organizational

Change Management, 14(5), 421–434.

Carson, D. (2001). Qualitative Marketing Research. London, UK: SAGE publications.

Cartwright, S., & Cooper, C. L. (1995). Organizational marriage: “hard” versus “soft” issues? Personnel Review. Chang, R. A., Curtis, G. A., & Jenk, J. (2002). Keys to the Kingdom: How an Integrated IT Capability Can Increase Your

Odds of M&A Success Results of an Exclusive Accenture Research Initiative.

Charmaz, K. (2003). Grounded theory: Objectivist and constructivist methods. In N. K. Denzin & Y. S. Lincoln (Eds.), Strategies of Qualitative Inquiry (p. 460). Thousan Oaks, CA: SAGE publications.

Charmaz, K., & Mitchell, R. G. (2001). Grounded theory in ethnography. In P. Atkinson, A. Coffey, S. Delamont, J. Lofland, & L. Lofland (Eds.), Handbook of Ethnography (p. 507). London, UK: SAGE publications.

Chase, S. E. (2005). Narrative inquiry: Multiple lenses, approaches, voices. In N. K. Denzin & Y. S. Lincoln (Eds.),

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 190PDF page: 190PDF page: 190PDF page: 190

182 R e f e r e n c e s

Chenitz, W. C. (1986). Getting started: The proposal for a grounded theory study. In W. C. Chenitz & J. M. Swanson (Eds.), From Practice to Grounded Theory: Qualitative Research in Nursing. Menlo Park, CA: Addison-Wesley.

Child, J., Faulkner, D., & Pitkethly, R. (2001). The Management of International Acquisitions. Oxford, UK: Oxford University Press.

Clandinin, D. J., & Connelly, F. M. (200AD). Narrative Inquiry: Experience and Story in Qualitative Research. San Francisco, CA: Jossey-Bass Publishers.

Cole, J., & Gardner, K. (1979). Topic work with first-year secondary pupils. In E. Lunzer & K. Gardner (Eds.), The

Effective Use of Reading (p. 337). Heinemann Educational Books for the Schools Council.

Czarniawska-Joerges, B. (1998), Narritive Approach in Organization Studies, Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Czarniawska-Joerges, B. (1999), Writing Management: Organization Theory as a Literary Genre, Oxford; New York: Oxford University Press

Deleuze, G. (1968). Difference and Repetition. London, UK: Bloomsbury.

Denscombe, M. (2010). The Good Research Guide : For small-scale social research projects (4th ed.). Open University Press.

Denzin, N. K. (1989). The sociological interview. In N. K. Denzin (Ed.), The Research Act: A Theoretical Introduction

to Sociological Methods. New Jersey, NJ: Prentice Hall.

Dervin, B. (1976). The Development of Strategies for Dealing with the Information Needs of Urban Residents. University of Washington.

Douglas, M. (1966). Purity and Danger: An Analysis of the Concepts of Pollution and Taboo. London, UK: Routledge.

Douglas, M. (1975). Implicit Meanings: Essays in Anthropology. London, UK: Routledge & Paul.

Ellis, C. (2004). The Ethnographic, A methodological novel about autoethography, AltaMira Press, A division of Rowman & Littlefield Publishers, Inc.

Ellis, C., & Bochner (1996), A. Composing Ehtnography, Alternative forms of qualitative writing, AltaMira Press, A division of Rowman & Littlefield Publishers, Inc.

Erlandson, D. A., Harris, E. L., Skipper, B., & Allen, S. D. (1993). Doing naturalistic inquiry: A guide to methods. Newbury Park, CA: Sage Publications.

Fife, W. (2005). Doing Fieldwork: Ethnographic Methods for Research in Developing Countries and Beyond. New York, NY: Palgrave Macmillan.

Fontana, A., & Frey, J. H. (2005). The interview: From neutral stance to political involvement. In N. K. Denzin & Y. S. Lincoln (Eds.), The SAGE Handbook of Qualitative Research (p. 1210). Thousand Oaks, CA: SAGE publications.

Freud, S. (1917). Mourning and melancholia. Standard Edition, 14(243–258).

Freud, S. (1985). Group psychology and the analysis of the ego. In A. Dickson (Ed.), Civilization, Society and

Religions (p. 384). London, UK: Penguin.

Gabriel, Y. (1999). Organizations in Depth: The Psychoanalysis of Organizations. London: SAGE publications. Gabriel, Y. (2000). Storytelling in Organizations: Facts, Fictions, and Fantasies. Oxford: Oxford University Press. Gabriel, Y. (2005). Organizations and their discontents: Miasma, toxicity and violation. In Critical Management

Studies 4 Conference July 4-6. Cambridge.

Gabriel, Y. (2011). Stories and storytelling in organizations and research | Yiannis Gabriel. Retrieved July 1, 2018, from http://www.yiannisgabriel.com/2011/10/stories-and-storytelling-in.html

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 191PDF page: 191PDF page: 191PDF page: 191

Gabriel, Y. (2012). Organizations in a state of darkness: towards a theory of organizational miasma. Organization

Studies, 33(9), 1137–1152.

Gabriel, Y., & Carr, A. (2002). Organizations, management and psychoanalysis: An overview. Journal of

Managerial Psychology.

Galpin, T. J., & Herndon, M. (2014). The Complete Guide to Mergers and Acquisitions: Process Tools to Support M &

A Integration at Every Level (3rd ed.). San Francisco, CA: Jossey-Bass.

van Gennep, A. (1960). The Rites of Passage. Chicago: University of Chicago Press.

Gerds, J., & Schewe, G. (200AD). Post Merger Integration: Unternehmenserfolg durch Integration Excellence (3rd

ed.). Berlin, Germany: Springer.

Gilgun, J. F. (2002). Some notes on the analysis of qualitative data.

Given, L. M. (Ed.). (2008). The Sage Encyclopedia of Qualitative Research Methods. Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Glaser, B. G., & Strauss, A. L. (1967). The Discovery of Grounded Theory: Strategies for Qualitative Research. Chicago, IL: Aldine.

Glaser, B. M. (1978). Theoretical Sensitivity: Advances in the Methodology of Grounded Theory. Mill Valley, CA: Sociology Press.

de Gooijer, J. (2009). The Murder in Merger: A Systems Psychodynamic Exploration of a Corporate Merger. London, UK: Karnac.

Guba. E.G. and Lincoln. Y.S (1989), Fourth generation evaluation, Newbury Park: Sage Publications Hammersley, M., & Atkinson, P. (2006). Ethnography: Principles in Practice. London, UK: Routledge.

Hirschhorn, L. (1988). The Workplace Within: Psychodynamics of Organizational Life. Cambridge, MA: MIT Press. Hitt, M. A., & Harrison, J. S. (2001). Mergers and Acquisitions: A Guide to Creating Value for Stakeholders. Oxford,

UK: Oxford University Press.

HO, K. (2009). Liquidated: An Ethnography of Wall Street, A John Hope Franklin Center Book. Duke University Press Books.

van Houten, D. (1991). De Standaardmens Voorbij, januari 1991, Publisher Tijdstroom (in Dutch) van Houten, D. (2008). Werken aan inclusie. Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 17(3), 45. van Houten, D. (2010) Humanisering als uitdaging [Humanisation as challenge]. Unpublished manuscript,

Utrecht: University for Humanistic Studies.

Hudson, L. A., & Ozanne, J. L. (1988). Alternative Ways of Seeking Knowledge in Consumer Research. Journal

of Consumer Research, 14(4), 508.

Jackall, R. (1988) Moral Masses: The World of Corporate Managers. New York: Oxford University Press.

Kemmis, S., McTaggart, R., & Deakin University. School of Education. Open Campus Program. (1988). The

Action Research Planner. Geelong, Australia: Deakin University Press.

Kets de Vries, M. F. R., & Miller, D. (1984). The Neurotic Organization. San Francisco, CA: Jossey-Bass.

Klein, L. (1995). On the use of psychoanalytic concepts in organisational social science. In International Society

for the Psychoanalytic Study of Organizations 1995 Symposium. London.

Klein, M. (1975). Notes on some schizoid mechanisms. In The Writings of Melanie Klein: Vol. 3 Envy and gratitude

and other works. London, UK: Hogarth Press.

van de Klundert, M., & Boeschoten, R. van. (2017). Organisations and Humanisation: Perspectives on Organising

523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan 523267-L-bw-Ramcharan Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018 Processed on: 10-9-2018

Processed on: 10-9-2018 PDF page: 192PDF page: 192PDF page: 192PDF page: 192

184 R e f e r e n c e s

Koetter, M. (2005). Evaluating the German bank merger wave (No. No 12/2005). Utrecht. Kristeva, J. (1982). The Powers of Horror. New York, NY: Columbia University Press.

Lather, P. (2006). Paradigm proliferation as a good thing to think with: Teaching research in education as a wild profusion. In International Journal of Qualitative Studies in Education Vol. 19, pp. 35–57.

Layder, D. (1993). New Strategies in Social Research: An Introduction and Guide. Cambridge, UK: Polity Press. Lee, K., Pennings, J. M., Allison, P., Bruderl, J., Gulati, R., & Lubatkin, M. (1996). Mergers and acquisitions: Strategic-

organizational fit and outcomes. University of Pennsylvania.

Letiche, H. (2018). Personal communication.

Lincoln, Y. S., & Guba, E. G. (1985). Naturalistic Inquiry. London, UK: SAGE publications.

Lyotard, J.-F. (1993). The other’s rights. In S. Shute & S. L. Hurley (Eds.), On Human RIghts. New York, NY: Basic

GERELATEERDE DOCUMENTEN