• No results found

3. Overwegingen ten aanzien van de aanvraag

3.4 Natuurwaarden/Ecologie

Beoordeeld is wat de gevolgen kunnen zijn voor de wezenlijke kenmerken en waarden van de Provinciale Natuurnetwerken, voor zover het niet de instandhoudingsdoelstellin-gen van de beschermingszones Natura 2000 onder de Wet natuurbescherming betreft.

Wet natuurbescherming

Met ingang van 1 januari 2017 is de bescherming van (dier)soorten, natuurgebieden en bossen in één wet geregeld; de Wet natuurbescherming. Deze wet vervangt drie oude wetten, namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.

Een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet is dat de provincie een aantal taken op het gebied van natuurbescherming overneemt van het Rijk. De provincie wordt zelfs voor het grootste deel verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van de Wet natuurbe-scherming.

Dit betekent bijvoorbeeld dat de provincie besluiten mag nemen over beschermde dier-soorten en verantwoordelijk is voor de bescherming van Natura 2000-gebieden.

Ontheffingen en vergunningen voor bijvoorbeeld werkzaamheden in of vlakbij natuurge-bieden of het aanpakken van overlast door beschermde dieren moeten worden aange-vraagd bij de Provincie Flevoland.

Natura 2000 en natuurnetwerken

Het gebied waar de ontgronding plaatsvindt, is gelegen in een Natura 2000-gebied ‘Oost-vaarderplassen’. Tevens is het plangebied gelegen naast het Natura 2000-gebied ‘Mar-kermeer & IJmeer’.

Het plangebied behoort tot de Natuurnetwerken Nederland ‘Oostvaardersplassen’.

De moeras-reset heeft als doel om de natuurkwaliteit van de Oostvaardersplassen te ver-beteren. Een aantal soorten zal in meer of mindere mate hinder ondervinden tijdens de jaren van waterstanddaling. De eindsituatie zal een verbetering zijn ten opzichte van de huidige situatie, omdat de kwaliteit van het moeras zal verbeteren.

Uit de beoordeling van de effecten op de Natura 2000-gebieden beschreven in het MER, is gebleken dat deze bij de aanlegfase een tijdelijk negatief effect hebben. De uitvoering van werkzaamheden vindt plaats buiten het broedseizoen zodat verstoring van broedvo-gels is uitgesloten. Verder zijn er alternatieve leefgebieden beschikbaar voor vobroedvo-gels tij-dens de moeras-reset.

Besluit Kenmerk Z2019-005902/D2019-184290 Oostvaardersplassen in Lelystad 11 van 23

Tijdens de uitvoering van de maatregelen kan er wel beperkte verstoring optreden op niet-broedvogels. Er is geen sprake van een significant negatief effect op de Natura 2000-instandhoudingsdoelstellingen van de Oostvaardersplassen. Er treden door de uit-zet van karpers en de waterinlaat ook geen negatieve effecten op de Natura 2000-in-standhoudingsdoelstellingen van het Markermeer en IJmeer op. Tevens blijkt de Aerius-berekening dat negatieve effecten als gevolg van stikstofdepositie zijn uit te sluiten. De berekening komt uit op 0,00 mol/ha/j.

De moeras-reset is een Natura 2000-beheerplanmaatregel die wordt uitgevoerd om op termijn de instandhoudingsdoelstellingen van dit gebied te kunnen halen. De eindsituatie heeft daarmee een zeer positief effect op de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied (++). Voor de gewijzigde en aanvullende maatregelen ten opzichte van datgene wat in het Natura 2000-beheerplan is beoordeeld is het niet nodig om een passende be-oordeling uit te voeren of mitigerende maatregelen te treffen. De provincie heeft inmid-dels een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming verleend.

Voor de beoordeling aan de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurnetwerk Nederland wordt sterk geleund op de beoordeling van de Natura 2000-doelstellingen, omdat ook hier de functionaliteit van het moerassysteem centraal staat. Dat betekent dat ook tijdens de uitvoering sprake is van een kwaliteitsafname als gevolg van de water-standsdaling (negatief effect, -). Het treffen van mitigerende maatregelen is echter niet nodig. In de eindsituatie is de verwachting dat het moeras een behoorlijke kwaliteitsim-puls krijgt waar met name de moerasvogels van zullen profiteren. Dit levert een belang-rijk positieve bijdrage aan de wezenlijke kenmerken en waarden (++). De moeras-reset is daarmee niet in strijd met de Omgevingsverordening Flevoland.

Soortenbescherming

Door landschapsbeheer Flevoland is in het kader van de moeras-reset een overzicht ge-maakt van voorkomende beschermde soorten in de Oostvaardersplassen. Er zijn geen waarnemingen van beschermde plantensoorten bekend in het Oostvaardersplassen ge-bied. Soorten als tongvaren, rietorchis, brede orchis, gevlekte orchis en moeraswespen-orchis komen in het gebied voor maar zijn de inwerkingtreding van de Wet natuurbe-scherming per 1 januari 2017 hun benatuurbe-schermingsstatus kwijtgeraakt.

Naast kleine zoogdieren die een vrijstelling hebben binnen provincie Flevoland komen de beschermde bever, otter en boommarter in het plangebied voor.

Herten begrazen het grazige deel van de Oostvaardersplassen. De herten worden ook in het moerasgedeelte aangetroffen.

Er komen diverse soorten vleermuizen voor in het Oostvaardersplassengebied. Waarge-nomen soorten zijn:

De ruige dwergvleermuis, de meervleermuis, de rosse vleermuis, de gewone dwergvleer-muis, de laatvlieger en tweekleurige vleermuis.

Naast algemene vogelssoorten komen bijzondere moerasvogels in het Oostvaardersplas-sen gebied voor, zoals: roerdomp, porseleinhoen, snor, baardmannetje, dodaars, water-ral, rietzanger en rietgors. Verder is het gebied van belang voor koloniebroeders als grote zilverreiger, lepelaar en aalscholver. Voorkomende roofvogels die broeden in het gebied zijn zeearend, bruine en blauwe kiekendief, havik, buizerd en torenvalk.

Reptielen als ringslang komen beperkt in het moerasdeel voor. De meeste waarnemingen zijn gedaan in het westelijk moerasgebied, buiten het projectgebied. Van de rugstreep-pad zijn geen waarnemingen bekend binnen het projectgebied. Dit geldt tevens voor be-schermde vissen.

Besluit Kenmerk Z2019-005902/D2019-184290 Oostvaardersplassen in Lelystad 12 van 23

De moeras-reset en bijhorende ontgrondingswerkzaamheden veroorzaken geen aantas-ting op jaarrond beschermde nesten omdat bomen behouden blijven. Ook het foerageer-gebied blijft voor veel soorten behouden. De verstorende aanlegwerkzaamheden zullen buiten het broedseizoen worden uitgevoerd zodat verstoring van broedvogels niet aan de orde is.

Het leefgebied van met name moerassoorten zal wel tijdelijk veranderen. In het Natura 2000-beheerplan [Kuil et al., 2015] is reeds onderbouwd dat voor de moerasvogels vol-doende alternatieve leefgebieden in de omgeving aanwezig zijn. De ringslang komt be-perkt voor in het westelijk moerasgebied. De moeras-reset zal zorgen voor verandering in het aandeel open water en daarmee ook in de voedselbeschikbaarheid. De verwachting is echter dat er in de periode van de moeras-reset voldoende voedsel beschikbaar blijft voor de ringslang. Aantasting van het functionele leefgebied is hiermee niet aan de orde.

Het edelhert en de boommarter zullen geen negatieve effecten ondervinden van de moe-ras-reset omdat hun leefgebied behouden blijft. Van de grondgebonden zoogdieren zijn de bever en otter twee soorten die gebonden zijn aan natte omstandigheden. De effecten van de moeras-reset op de bever en de otter zijn door Landschapsbeheer Flevoland in beeld gebracht [Reinhold, 2018]. De conclusie is dat de beverburcht in de Grote Plas de enige verblijfplaats is die werkelijk hinder gaat ondervinden van de waterstandsverlagin-gen. Deze verblijfplaats zal gedurende drie jaar droog komen te vallen en zal de bever dwingen om elders op zoek te gaan naar een nieuwe locatie. Er zijn voldoende alterna-tieve locaties voor een burcht bij dieper water voorhanden. Verder zal de moeras-reset zorgen voor ontwikkeling van wilgen, wat gunstig is voor de voedselbeschikbaarheid voor de bever. Het droogleggen van het westelijke moerasgebied heeft een negatieve invloed op het territorium van een of enkele otters die hier voorkomen. Deze dieren zullen hun territoria moeten verleggen om voldoende voedsel te kunnen vinden. De otter is sinds 2012 aanwezig in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Verwacht wordt dat de territoria nog voldoende rek hebben te optimaliseren zodat het tijdelijke verlies van de Grote Plas geen directe gevolgen zal hebben op de overlevingskansen van de aanwezige otter(s). Het verschuiven van de territoria levert wel onrust op en de dieren zullen daarmee ook gro-tere kans hebben om te overlijden als verkeersslachtoffer. Verkeersslachtoffers zullen worden gemonitord en mocht blijken dat er aanvullende voorzieningen nodig zijn, zullen deze worden getroffen. Daarnaast zullen de otterplanken bij de voor de otter belangrijk-ste in- en uitgang naar de Oostvaardersplassen, worden vervangen door nieuwe otter-planken.

De effecten van de moeras-reset op de meervleermuis is door Landschapsbeheer Flevo-land in samenwerking met Batweter in beeld gebracht [Haarsma et al., 2018]. De ove-rige vleermuizen die voorkomen in het westelijk moerasgebied ondervinden geen belang-rijke hinder van de moeras-reset omdat het foerageergebied voor deze soorten behouden blijft. De moeras-reset heeft voor de meervleermuis tot gevolg dat het areaal bejaagbaar oppervlak water en oeverzone afneemt, wat vooral impact heeft op de betrekkelijk kleine vleermuispopulatie in Almere (5-20 dieren). Het baggerdepot en vloeiveld leidt mogelijk wel weer tot een toename aan foerageergebied.

Omdat de waterstandsverlaging gefaseerd wordt uitgevoerd zal de meervleermuis het eerste jaar nog niet veel hinder ondervinden. Het foerageergebied wordt in jaar 2 en 3 wel beduidend kleiner. De deskundigen zijn van mening dat het de duurzame instand-houding van de meervleermuis echter niet in gevaar is.

Tijdens de uitvoering van de moeras-reset zal door de waterstandsdaling het leefgebied van de bever, otter en meervleermuis 2-3 jaar zodanig aangetast worden dat de soorten

Besluit Kenmerk Z2019-005902/D2019-184290 Oostvaardersplassen in Lelystad 13 van 23

moeten uitwijken naar gebieden in de omgeving en het oostelijk deel van de Oostvaar-dersplassen. Er is sprake van aantasting van het functionele leefgebied, maar de duur-zame instandhouding van de soorten is niet in het geding. Het effect van de waterstands-daling bij de moeras-reset is negatief (-). In het MER staat dat er mitigerende maatrege-len getroffen moeten worden om nadelige effecten zoveel mogelijk te beperken. De miti-gerende maatregelen hebben te maken met de waterstandsverlaging van de moeras-re-set en niet op de ontgrondingswerkzaamheden. Voor de uit te voeren werkzaamheden is op 21 juni 2019 een Wet natuurbescherming (Wnb)-vergunning afgegeven waarbij de fecten op het natura 2000-gebied en de flora- en fauna is beoordeeld. Om negatieve ef-fecten te voorkomen zijn aan de Wnb-vergunning voorschriften verbonden. Aan de ont-grondingenvergunning zullen daarom verder geen mitigerende maatregelen worden ver-bonden.

Een ontheffing in het kader van de Wet natuurbescherming is niet nodig, voor het werken in Natura 2000-gebied, omdat het hier gaat om uitvoering van Natura 2000-maatrege-len. De verbodsbepalingen uit artikelen 3.1 en 3.2, lid 6, 3.5 en 3.6, lid 2, Wet natuurbe-scherming ten aanzien van beschermde soorten zijn niet van toepassing op handelingen ter uitvoering van een instandhoudingsmaatregel of een passende maatregel. Deze uit-zondering is neergelegd in artikelen 3.3, lid 7, en 3.8, lid 7 Wnb. De moeras-reset is een instandhoudingsmaatregel die wordt uitgevoerd om invulling te geven aan de instand-houdingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. In beginsel geldt de vrijstelling on-voorwaardelijk, maar zekerheidshalve kan het beste aan de volgende drie punten ge-toetst worden:

a. Er sprake is van een in de wet genoemd belang;

b. Er geen andere bevredigende oplossing mogelijk is;

c. Er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort(en).

In het geval van de moeras-reset is er sprake van het wettelijke belang: bescherming van wilde flora en fauna en natuurlijke habitats. Aan het eerste vereiste wordt voldaan.

Daarnaast is er geen andere bevredigende oplossing. Dit is onderzocht in het kader van het Natura 2000 Beheerplan. Hiermee wordt aan het tweede vereiste voldaan.

Uit uitgevoerd onderzoek blijkt dat met enkele mitigerende maatregelen de gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten (otter, bever, meervleermuis) niet in het geding komt. Ook aan het derde vereiste wordt dus voldaan.

Geconcludeerd wordt dat er geen ontheffing nodig is voor beschermde soorten voor de uitvoeringsmaatregelen voor de moeras-reset omdat er een vrijstelling geldt op grond van artikel 3.3, zevende lid, Wnb en artikel 3.8, zevende lid, Wnb.

De moeras-reset heeft tot doel om de natuurkwaliteit van de Oostvaardersplassen te ver-beteren. Voor alle hierboven genoemde soorten die in meer of mindere mate hinder on-dervinden tijdens de jaren van waterstandsdaling zal de eindsituatie een verbetering zijn, omdat de kwaliteit van het moeras zal verbeteren.

Te allen tijde dient rekening te worden gehouden met de algehele zorgplicht en de ver-bodsbepalingen van de Wet natuurbescherming.

Conclusie:

Voor wat betreft de effecten op de ecologische- en de natuurwaarden zullen er geen na-delige effecten voor de omgeving optreden, mits aan de voorwaarden uit de vergunning Wet natuurbescherming en de zorgplicht wordt voldaan.

Besluit Kenmerk Z2019-005902/D2019-184290 Oostvaardersplassen in Lelystad 14 van 23

De provinciaal ecoloog heeft als advies geven dat er geen belangen spelen op ecologische belangen. Voor de moeras-reset Oostvaarderplassen hebben GS op 21 juni 2019 een Wnb vergunning (kenmerk 2409205) verleend. Met het verlenen van deze Wnb vergun-ning is de provincie akkoord met de ecologische beoordeling die ten grondslag ligt de aanvraag van de Wet natuurbescherming vergunning. Dezelfde ecologische beoordeling ligt ten grondslag aan het MER en de aanvraag Ontgrondingenvergunning voor het pro-ject moeras-reset OVP.