• No results found

NATUUR VERBINDEN

In document RAPPORTAGE NATUUR 2017-2020 (pagina 27-32)

Infrastructuur doorsnijdt natuurgebieden en veroorzaakt daarmee een barrière voor planten- en diersoorten.

De afzonderlijke kleinere eenheden natuur die daardoor ontstaan zijn kwetsbaarder voor negatieve invloeden van buitenaf dan grotere eenheden natuur. Het verkeer kan een grote impact hebben op populaties en overstekende grotere dieren zoals ree en das veroorzaken bovendien verkeersonveilige situaties. We pakken de ontsnippering aan met de aanleg van bijvoorbeeld faunatunnels en ecoducten.

1.3.1 FAUNAPASSAGES Rijk

Rijk en ProRail hebben de ecoducten en faunatunnels gebouwd in het kader van het landelijk georganiseerde Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). In de Rapportage Natuur van 2017 is hierover verslag gedaan.

In 2018 is dit programma afgerond. Als laatste project is in deze rapportageperiode nabij Nigtevecht langs de oevers van het Amsterdam-Rijnkanaal een aantal moerasstapstenen aangelegd met fauna-uittreedplaatsen.

Kaart 5. Ecoducten en faunapassages bij provinciale wegen en rijkswegen.

Provincie

In 2018 is het ecoduct Renée van Notten Wissel over de N227 gerealiseerd. De verbinding vanaf het ecoduct Mollebos A12 krijgt daarmee een voortzetting richting de Kaapse Bossen.

Ecoduct Renée van Notten Wissel over de N227 Ecoduct Renée van Notten Wissel over de N227

Een ecoduct over de N226, die een verdere verbinding richting Leersumse Veld mogelijk maakt, is in voor-bereiding. In 2019 is een grote faunatunnel gerealiseerd, onder andere voor de zandhagedis, onder de N413 als onderdeel van een heidecorridor tussen de Vlasakkers en de vliegbasis Soesterberg. Bij het natuurterrein Waverhoek heeft de provincie een vispassage in gebruik genomen voor de trek van stekelbaarzen, die als voedsel dienen voor de aanwezige lepelaars. Op provinciale wegen worden kleinere ontsnipperingsmaat-regelen genomen in combinatie met wegenprojecten in het kader van de Trajectaanpak Wegen.

Gemeenten

Gemeenten hebben de afgelopen jaren faunavoorzieningen aangelegd bij lokale wegen voor das, kleine marterachtigen en amfibieën. Op de Heuvelrug zijn gemeenten betrokken bij het tegengaan van wild-aanrijdingen door het treffen van verkeersmaatregelen, het plaatsen van wildspiegels en bebording.

Otter

Er komen steeds meer otters voor in Utrecht. Daarom zijn op cruciale plaatsen enkele otterpassages aangelegd. De komende jaren zullen er op basis van het verspreidingspatroon van deze soort naar verwachting nieuwe faunarasters en faunatunnels nodig zijn in het westen van de provincie en in de omgeving van het Noorderpark. Bij de N201 zijn otterrasters geplaatst ter hoogte van de Vinkeveense Plassen bij twee eerder aangelegde ottertunnels. Waternet heeft in de Bethunepolder otterpassages aangelegd bij de Maarseveensevaart en de Middenweg.

Faunapassage N212 Wilnis in aanbouw

Waterschappen

Waterschappen realiseren vispassages en vistrappen in watergangen. In de Gelderse Vallei heeft Waterschap Vallei en Veluwe elf van de twintig barrières in de Barneveldse Beek opgelost. Daardoor kunnen de vissen weer grotere delen van de beken optrekken. In Mijdrecht heeft Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in 2019 een geau-tomatiseerde vispassage in gebruik genomen die is afgestemd op het peilbeheer van de polder. Als deze vispassage voldoet, kan die ook elders toegepast worden.

Ter uitvoering van de Kaderrichtlijn Water hebben Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht vispassages aangelegd bij drie grote poldergemalen. Hier heeft de provincie subsidie voor verstrekt. Waterschap Rivierenland werkt in de gemeente Vijfheerenlanden aan het weer passeerbaar maken van het stroomgebied van de Linge voor trekvissen, door ook hier sluizen en dammen te voorzien van vispassages.

1.3.2 MONITORING VAN FAUNAPASSAGES

De monitoring van de voorzieningen vindt plaats in samenhang met de omliggende natuurterreinen of ecologi-sche verbindingen. De monitoring geeft informatie over de plant- en diersoorten die baat hebben bij de verbindingen. Daarnaast vindt er jaarlijks inspectie en reparatie plaats van de kunstwerken en rasters en wordt de vegetatie beheerd. Bijlage 1 geeft een overzicht van de uitgevoerde monitoring in de afgelopen vier jaar en van de soorten waarvoor onderzochte faunapassages functioneren.

De provincie heeft een evaluatie van het programma Oversteekbaarheid fauna 2017-2020 uitgevoerd. Enkele conclusies uit deze evaluatie zijn:

• de ontsnipperingsmaatregelen die het Rijk, ProRail, provincie, gemeente en waterschappen sinds 2004 hebben uitgevoerd, hebben gezorgd voor een stevig herstel van de samenhang van de grotere natuurgebie-den in de provincie Utrecht en met name op de Utrechtse Heuvelrug;

• een aantal trajecten bij de provinciale N-wegen op de Utrechtse Heuvelrug vraagt nog om aanvullende maatregelen om de oversteekbaarheid voor de fauna te verbeteren. Het zijn trajecten waar nog te veel grotere diersoorten zoals ree, das, haas, vos en boommarter worden aangereden;

• het aantal aanrijdingen met reeën op de provinciale wegen lijkt zich op een vrij hoog niveau te stabiliseren.

De vele uitgevoerde maatregelen lijken daarmee een eerste resultaat te boeken;

• de vele kleine faunatunnels, vaak ook buiten de NNN-natuurgebieden, zijn effectief voor soorten als das, boommarter, otter, bever en amfibieën;

• door natuurontwikkeling, zoals rondom de moerasgebieden in West-Utrecht, ontstaan nieuwe leefgebieden voor bijvoorbeeld ree, marterachtigen, bever en amfibieën. Er ontstaan daardoor nieuwe knelpunten met infrastructuur;

• bij wegreconstructies en aanleg van nieuwe infrastructuur worden waar nodig faunavoorzieningen integraal meegenomen. Vaak komt dit voort uit aanvullende eisen vanuit de Wet natuurbescherming.

1.3.3 AANRIJDINGEN

De provincie houdt bij waar aanrijdingen met wild plaatsvinden. Die informatie wordt gebruikt om te bepalen waar rasters, wildspiegels, extra waarschuwingsborden, aangepast beheer van bermen en beplantingen en gericht populatiebeheer het meest effectief zijn. De komende jaren wil de provincie op locaties met veel aanrijdingen verdere maatregelen nemen om de aanrijdingen te voorkomen of te verminderen.

Aanrijdingen A wegen N-wegen Erftoegangs-wegen

Totaal Voorjaars-tellingen

2013 13 148 158 319 2.632

2014 20 107 140 267 2.094

2015 18 132 117 267 2.487

2016 20 125 165 310 2.492

2017 33 136 194 363 2.526

2018 14 199 180 393 2.823

2019 28 147 169 344 2.688

2020 22 101 221 344 geen telling

wegens corona Tabel 4. Aanrijdingen met reeën en voorjaarstellingen door de wildbeheereenheden in de provincie Utrecht in 2013 tot en met 2020.

Tabel 4 geeft het aantal geregistreerde aanrijdingen met reeën in relatie tot het totaal aantal getelde reeën.

Van andere diersoorten worden verkeersslachtoffers fragmentarisch bijgehouden. Naar schatting worden jaarlijks 50 dassen en 5 boommarters slachtoffer in het verkeer. Voor beide diersoorten is dat ongeveer 10% van de populatie. Van de overige soorten is onbekend hoeveel verkeersslachtoffers er vallen.

Kleine landschapselementen zien wij als kleinschalige verbindingen, zie voor meer informatie over dit onder-werp zie paragraaf 2.3.3.

Kaart 6. Hotspots valwild.

In document RAPPORTAGE NATUUR 2017-2020 (pagina 27-32)