• No results found

Naar een strategie voor natuurinclusieve duurzame landbouw

Nederland behoort tot de top 3 van grootste exporteurs van agrarische producten, maar is een van de kleinste landen ter wereld. Deze zeer hoge productie heeft een keerzijde: de in Nederland resterende biodiversiteit is het laagste van alle EU-lidstaten (PBL, 2012). Aan de basis van de achteruitgang van biodiversiteit op boerenland ligt de tegenstrijdigheid tussen productieverhoging en biodiversiteit. Echter, bij veranderende omstandigheden, zoals veranderingen in de publieke opinie of in risico’s voor de volksgezondheid, is aandacht voor alleen productie en productieverhoging niet meer gerechtvaardigd en wordt aan- dacht voor onder andere biodiversiteit steeds meer

vanzelfsprekend.

Tot voor kort werd behoud van biodiversiteit vooral gestimuleerd met een subsidieregeling voor agrarisch natuurbeheer. Op de huidige subsidieregeling voor agrarisch natuurbeheer was veel kritiek, onder meer dat het betalen voor maatregelen weinig mede-eigenaarschap bij de boer oplevert voor het succes van het beheer. Ervaringen in Europa suggereren dat betalen voor resultaat (bijvoorbeeld het aantal broedparen) motiverend werkt voor boeren en hun kennis vergroot (Burton & Schwarz, 2013). In Nederland is eerder gewerkt met betalen voor resultaat in het agrarisch natuur- beheer, maar daar is weer van afgestapt. De kritiek op het betalen voor soorten hield verband met het gebrek aan grip bij de individu- ele boer op de uitkomsten van zijn beheer – de schaal van het bedrijf is hiervoor te klein. De collectieve aanpak van het nieuwe agrarisch natuurbeheer biedt kansen voor resultaatsafspraken op gebiedsniveau. De EU laat momenteel uitzoeken wat een goed wijze is van toepassing van ‘result based payment schemes’.

Sturen op bedrijfsstrategie, condities en leefgebieden (zoals kruiden rijke graslanden) in plaats van op gedetailleerde maat-

regelen voor specifieke soorten kan gepaard gaan met een minder bureaucratische sturing en meer ruimte voor eigen initiatief door boeren (Westerink et al., 2014). Volgens deze brochure zijn kruiden rijke graslanden en bloemrijke randen, het brengen van meer organische stof in de bodem en innovatieve stalsystemen sleutels voor succesvol herstel van de biodiversiteit op landbouw- gronden. Sommige aanpassingen in de bedrijfsvoering om die achteruitgang te stoppen, zijn een kleine moeite en hebben geen effect op het bedrijfs resultaat. Er is daarom geen excuus om deze maatregelen niet uit te voeren. Net als in diverse andere sectoren kunnen deze maat regelen opgenomen worden in een gedragscode. Bovendien heeft een aantal maatregelen ook positieve effecten op de bedrijfsvoering. Meestal echter betekent meer biodiversiteit ook minder opbrengst, en is een financiële compensatie nodig om boeren te motiveren hun bedrijf natuurinclusief te ontwikkelen. De overgang naar een natuurinclusieve duurzame landbouw zal daarom niet alleen tot stand moeten komen door veranderingen in de bedrijfsvoering van agrariërs, maar ook door veranderingen in het bedrijfsleven, in het gedrag van consumenten en in de strategie van de rijksoverheid. Een financiële compensatie uit subsidie­ regelingen van de overheid kan dan worden aangevuld uit de bereidheid van bedrijven en consumenten meer te betalen voor duurzame producten waarbij biodiversiteit behouden blijft. Daarnaast kan, door de maatschappelijke kosten van de productie zoals biodiversiteitsverlies te verdisconteren in de prijzen (de vervuiler betaalt) of door aantoonbaar duurzame producten minder te belasten of met internationale regelgeving, een gelijk speelveld worden gerealiseerd. Samenwerkende bedrijven kunnen bij- voorbeeld een vereveningsfonds opzetten, waarbij een opslag op niet-duurzame producten wordt gebruikt om de prijs van duurzame producten te verlagen (WRR, 2014). De overheid kan zich

inspannen om de belemmeringen voor samenwerking weg te nemen. Zo kan de overheid bij de beoordeling van de

mededingings verhoudingen de effecten op biodiversiteit expliciet meewegen en kan zij pleiten voor het opnemen van productie- standaarden voor biodiversiteitsbehoud in handelsverdragen. Regelgeving en controle op de naleving blijven nodig voor het waarborgen van een goede milieukwaliteit en het weghalen van concurrentievoordelen bij vervuilende bedrijven. De EU heeft hierin met onderhandelingen in WTO-verband, het aanscherpen van de EU-regelgeving en verdere vergroening van de EU- landbouw- subsidies een belangrijke rol.

Informatie is een belangrijk middel om de betalingsbereidheid van consumenten en bedrijven te beïnvloeden. Volgens de WRR (2014) heeft de overheid een belangrijke rol bij de informatievoorziening en het stimuleren van tegenspel. NGO’s zijn zeer belangrijk voor het tegenspel; zij spelen een belangrijke rol als waakhond, dwingen transparantie af en houden iedereen bij de les. Politiek en maat- schappelijk debat houdt iedereen scherp. De overheid kan de initiatieven voor het debat ondersteunen en stimuleren door te

zorgen dat de partijen toegerust zijn met de juiste informatie over materiaalstromen en effecten op milieu, klimaat en biodiversiteit. Een brede, periodieke evaluatie van het voedselbeleid door een onafhankelijke instantie kan daaraan bijdragen.

Het inzetten op natuurinclusieve duurzame landbouw vraagt van de overheid een integraal voedselbeleid met een heldere langetermijn- strategie waarbij de verschillende waarden en belangen, zoals volksgezondheid en biodiversiteit, expliciet worden meegewogen. Het expliciet formuleren van een dergelijke strategie zal het politieke en maatschappelijke debat over de noodzakelijke keuzes scherpen (WRR, 2014). Vanwege globalisering van voedselmarkten en milieuvraagstukken is internationale samenwerking bij het ontwikkelen van integraal voedselbeleid onmisbaar. Volgens de WRR kan de overheid daarbij steunen op het toenemend bewustzijn bij het bedrijfsleven, burgers, lagere overheden, de Europese Unie en tal van maatschappelijke organisaties dat de voedselvoorziening duurzamer, gezonder en robuuster moet worden. Hoewel 2020 wat ambitieus is, dragen vele partijen bij aan het bereiken van een natuurinclusieve duurzame landbouw.

Bronnen

• Ahnström, J., J. Bengtsson, A. Berg, L. Hallgren, W.J. Boonstra & J. Björklund, 2013. Farmers' interest in nature and its relation to biodiversity in arable fields. International Journal of Ecology. NR

• Alebeek, F.A.N. van, M.J. Hoorweg, J. Spruijt-Verkerke, M.A.W. Kommers & S.R.M. Janssens, 2004. Quick scan kritische succes- factoren voor de inpassing van biodiversiteit op agrarische bedrijven. Lelystad, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, (PPO-agv). PPO rapport nr. 332.

• Alebeek, F.A.N. van & A.J.G. Dekking, 2011. Duurzaamheids- prestaties op het gebied van Natuur en Landschap : deelstudie van duurzaamheidprestaties van de Nederlandse biologische landbouw. Lelystad : Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. NR • Beedell, J. & T. Rehman, 2000. Using social-psychology models

to understand farmers’ conservation behaviour. Journal of Rural Studies 16, 117-127.

• Bengtsson, J., J. Ahnstrom & A.C. Weibull, 2005. The effects of organic agriculture on biodiversity and abundance: a meta-ana- lysis. Journal of Applied Ecology 42, 261-269.

• Bieleman, J., 2010. Five centuries of farming : a short history of Dutch agriculture 1500-2000. Mansholt publication series (ISSN 1871-9309 ; vol. 8) Wageningen Academic Publishers.

• Billeter, R., J. Liira, D. Bailey, et al., 2008. Indicators for biodi- versity in agricultural landscapes: a pan-European study. Journal of Applied Ecology 45, 141-150.

• Blacquière, T., 2009. Visie bijenhouderij en insectenbestuiving. Analyse van bedreigingen en knelpunten. Rapport 227, Plant Research International, Wageningen.

• Blacquière, T., G. Smagghe, C.A.M. Gestel & V. Mommaerts, 2012. Neonicotinoids in bees: a review on concentrations, side-effects and risk assessment. Ecotoxicology, DOI: 10.1007/ s10646-012-0863-x

• Bloem, J., A.J. Schouten, S.J. Sørensen, M. Rutgers, A. van der Werf & A.M. Breure, 2006. Monitoring and evaluating soil quality. In “Microbiological Methods for Assessing Soil Quality” (J. Bloem, D.W. Hopkins & A. Benedetti, editors), pp. 23-49. CABI, Wallingford, UK.

• Bloeiend bedrijf, 2015. http://www.bloeiendbedrijf.nl/ (Geraad- pleegd op 6 juli 2015).

• Bos, J., 2013. Graanstoppels en akkervogels. Limosa 86: 123-131.

• Bos, J.F.F.P., H. Sierdsema, H. Schekkerman & C.W.M. van Scharenburg, 2010. Een Veldleeuwerik zingt niet voor niets! Schatting van kosten van maatregelen voor akkervogels in de context van een veranderend Gemeenschappelijk Landbouwbe- leid. WOt-rapport 107. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen.

• Bos, M, et al., 2013. Nieuwsbrief 8 Bloeiend Bedrijf. LBI. • Bruggen, C. van, A. Bannink, C.M. Groenestein, B.J. de Haan,

J.F.M. Huismans, H.H. Luesink, S.M. van der Sluis, G.L. Velthof & J. Vonk, 2014. Emissies naar lucht uit de landbouw in 2012. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen. • Bruinenberg, M.H., R.H.E.M Geerts, , P.C. Struik & H. Valk,

2006. Dairy cow performance on silage from semi-natural grassland. NJAS Wageningen Journal of Life Sciences 54 (1). - p. 95 - 110.

• Buck, A. de, G. Migchels & A. Visser, 2007. Natuur als erfgoed. Agrarisch natuurbeheer als venster op verbreding. Wageningen UR, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Lelystad.

• Burton, R. J. F. & G. Schwarz, 2013. Result-oriented agri-envi- ronmental schemes in Europe and their potential for promoting behavioural change. Land Use Policy 30, 628-641.

• CBS, PBL & Wageningen UR, 2008. Areaal halfnatuurlijk gras- land (indicator 1177, versie 02, 4 april 2008).

• CBS, PBL & Wageningen UR, 2010. Duurzame stallen, 2001- 2010 (indicator 0401, versie 04, 2 november 2010). • CBS, PBL & Wageningen UR, 2014a. Afzet van chemische

gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw, 1985- 2013 (indicator 0015, versie 15, 15 september 2014).

• CBS, PBL & Wageningen UR, 2014b. Ammoniakemissie door de land- en tuinbouw, 1990-2012 (indicator 0101, versie 11, 28 augustus 2014).

• CONO, 2014. Duurzaamheid. Caring dairy. http://www.cono.nl/ nl-NL/duurzaamheid/caring-dairy/

• De Vries, F.T., E. Hoffland, N. Van Eekeren, L. Brussaard & J. Bloem, 2006. Fungal/bacterial ratios in grasslands with contras- ting management. Soil Biology and Biochemistry 38, 2092- 2103.

• De Vries, F.T., J. W. van Groenigen, E. Hoffland & J Bloem, 2011. Nitrogen losses from two grassland soils with different fungal biomass. Soil Biology and Biochemistry 43, 997-1005. • De Lauwere, C., A. van den Ham, J. Reijs, A. Beldman, G.

Doornewaard, A. Hoes & B. Philipsen, 2015. Adviseurs over verduurzaming in de zuivelketen, LEI 2015-02. LEI Wageningen UR.

• Delft, A. van, 2007. Kosten-Baten Analyse groenblauwe door- adering Hoeksche Waard, Eindrapportage. Ecorys &

Witteveen+Bos

• Dirkx, G.H.P., C.J. Grashof-Bokdam & H.A.M. Meeuwsen, 2011. Biodiversiteit en landschappelijke variatie. In: M.E. Sanders & A.L. Gerritsen. Het biodiversiteitsbeleid in Nederland werkt. Achtergronddocument bij Balans van de Leefomgeving 2010. Wageningen, WOT-werkdocument 225: 59-68

• Donald, P.F., R.E. Green & M.F. Heath, 2001. Agricultural intensification and the collapse of Europe's farmland bird populations. Proc. R. SDoc. London B 268, 25-29.

• EC, 2011. Our life insurance, our natural capital: an EU biodi- versity strategy to 2020. Communication from the commission to the european parliament, the council, the economic and social committee and the committee of the regions. http:// eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:5201 1DC0244&from=EN

• Eekeren, N. van, L. Bommelé, J. Bloem, T. Schouten, F. Sme- ding, M. Rutgers, D. Reheul & L. Brussaard, 2008. Soil biological quality after 36 years of ley-arable cropping, permanent

grassland and permanent arable cropping. Applied Soil Ecology 40, 432-446.

• Eekeren N. van, A. Beeckman. L. Sobry & W. Govaerts, 2012. Kruiden en de mineralenvoorziening van melkvee. Biokennis bericht Zuivel en rundveevlees 29.

• IDF, 2011. Duurzame fokkerij. De rol van fokkerij in een duurzame veehouderij. Initiatiefgroep Duurzame Fokkerij. • Faber, J.H., G.A.J.M. Jagers op Akkerhuis, J. Bloem, J. Lahr,

W.H. Diemont & L.C. Braat, 2009. Ecosysteemdiensten en bodembeheer: maatregelen ter verbetering van biologische bodemkwaliteit. Alterra-rapport 1813. Alterra Wageningen UR. • Farmar-Bowers, Q. & R. Lane, 2009. Understanding farmers'

strategic decision-making processes and the implications for biodiversity conservation policy. Journal of Environmental Management, 90, 1135-1144.

• FrieslandCampina, 2014. MVO-verslag. Koninklijke Friesland- Campina N.V. http://www.frieslandcampina.com/nederlands/ sustainability/sustainable-dairy-farming.aspx

• FSC NL, 2007. Final version of the National Dutch FSC-Standard for certification of good forest management. www.fsc.nl

• Geerts R., H. Korevaar & A. Timmerman, 2014. Kruidenrijk grasland. Meerwaarde voor vee, bedrijf en weidevogels. PRI, Wageningen/ Skalsumer Natuurbeheer, Kolummerpomp.

• Geertsema, W., 2002. Het belang van groenblauwe dooradering voor natuur en landschap. Achtergronddocument Natuurbalans 2002. WOT-Werkdocument 2002/2. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen

• Geertsema, W., E. Steingröver, W. van Wingerden, F. van Alebeek & J. Rovers, 2004. Groenblauwe dooradering in de Hoeksche Waard. Een schets van de gewenste situatie voor natuurlijke plaagonderdrukking. Alterra-rapport 1042. Alterra Wageningen UR.

• Geertsema, W., E. Steingröver, W. van Wingerden, J. Spijker & J. Dirksen, 2006. Kwaliteitsimpuls groenblauwe dooradering voor natuurlijke plaagonderdrukking in de Hoeksche Waard. Alterra-rapport 1334. Wageningen UR.

• Geiger, F., Bengtsson, J., Berendse, F., etal., 2010a. Persistent negative effects of pesticides on biodiversity and biological control potential on European farmland. Basic and Applied Ecology 11, 97-105.

• Geiger, F., de Snoo, G.R., Berendse, F., et al., 2010b. Landscape composition influences farm management effects on farmland birds in winter: A pan-European approach. Agriculture, Ecosys- tems & Environment 139, 571-577.

• Gerbrandy, 2012. ‘Maai niet te vroeg’ MELKVEEMAGAZINE NR 4 • Hanegraaf, M.& F.A.N. van Alebeek, 2013a. Kennisontsluiting

Bodembiodiversiteit voor adviseurs, docenten en bedrijfsbege- leiders. Inhoud van het kennispakket. Wageningen, NMI & PPO-AGV. (http://www.kennisakker.nl/document/kennisontslui- ting-bodembiodiversiteit)

• Hanegraaf, M.& F.A.N. van Alebeek, 2013b. Best Practices Bodembiodiversiteit. Wageningen, NMI & PPO-AGV.

• Herzele, A. Van, A. Gobin, P. Van Gossum, L. Acosta, T. Waas, N. Dendoncker & B. Henry De Frahan, 2013. Effort for money? Farmers' rationale for participation in agri-environment measu- res with different implementation complexity. Journal of Envi- ronmental Management, 131, 110-120.

• Hole, D.G., A.J. Perkins, J.D. Wilson, I.H. Alexander, F.

Grice,&A.D. Evans, 2005. Does organic farming benefit biodiver- sity? Biological Conservation 122, 113-130.

• Holster, H.C., M van Opheusden, A.L. Gerritsen, H. Kieft, H. Kros, M. Plomp, F. Verhoeven, W. de Vries, E. van Essen, M.P.W. Sonneveld & A. Venekamp, 2014. Kringlooplandbouw in Noord- Nederland : van marge naar mainstream. Wageningen: Wage- ningen UR.

• Kentie, R., J.C.E.W. Hooijmeijer, K.B. Trimbos, N.M. Groen & T. Piersma. 2013. Intensified agricultural use of grasslands reduces growth and survival of precocial shorebird chicks. Journal of Applied Ecology 50 (1), 243-251.

• Kim, H.I., H. Lee, K.R. Jo, S.M.M. Mortazavian, D.J. Huigen, A. Evenhuis, G.J.T. Kessel, R.G.F Visser, J.H. Vossen, & E. Jacob- sen, 2012. Broad spectrum late blight resistance in potato differential set plants MaR8 and MaR9 is conferred by multiple stacked R genes. Theoretical and Applied Genetics 124 (2012)5. p. 923 - 935.

• Kleijn, D., F. Berendse, R. Smit, N. Gilissen, J. Smit, B. Brak & R. Groeneveld, 2004. Ecological effectiveness of agri-environ- ment schemes in different agricultural landscapes in The Netherlands. Conservaton Biology 18(3): 775-786.

• Kley, F.K. van de, 1957. De betekenis van tweezaadlobbige graslandplanten voor de minerale samenstelling van weidegras. Publicatie nr. 14 Afdeling Graslandcultuur van de Landbouwho- geschool Wageningen.

• Knegt, B. de (ed), 2014. Graadmeter Diensten van Natuur; Vraag, aanbod, gebruik en trend van goederen en diensten uit ecosystemen in Nederland. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-technical report 13.

• Korevaar, H. & R.H.E.M. Geerts, 2009. Re-introduction of grassland species still successful after a decade. Grassland Science in Europe 14: 497-500.

• Korevaar, H., R. Geerts, J. Stronks & A. Schoemaker, 2014. Divers beleefbaar cultuurlandschap. Resultaten en ervaringen van GLB-pilot Winterswijk 2011-2013. Stichting WCL-Winters- wijk, Winterswijk".

• Kruijne, A.A., D.M. de Vries & H. Mooi, 1963. Bijdrage tot de ecologie van de Nederlandse graslandplanten. Verslagen van Landbouwkundige onderzoekingen 696. Wageningen.

• Kuiper, M. W., 2015. The value of field margins for farmland birds. PhD thesis Wageningen University for the degree of doctor in the year 2015.

• KWN, 2014. De kenmerken van uilen. Kerkuilenwerkgroep Nederland. Website: http://www.kerkuil.com/content/17825/ download/clnt/19931_DE_KENMERKEN_VAN_UILEN2.pdf (Geraadpleegd op 29 juli 2015).

• LEI & CBS, 2012. Land- en tuinbouwcijfers 2012. LEI-rapport 2012-056. LEI, Wageningen UR, Den Haag.

• Lokhorst, A. M., H. Staats, J. van Dijk, E. van Dijk & G.R de Snoo, 2011. What's in it for Me? motivational differences between farmers' subsidised and non-subsidised conservation practices. Applied Psychology 60, 337-353.

• Manhoudt, A.G.E. & G.R. de Snoo, 2003. A quantitative survey of semi-natural habitats on Dutch arable farms. Agriculture, Ecosystems and Environment 97, 235-240.

• MDV, 2011. gebruikservaringen. http://www.maatlatduurzame- veehouderij.nl/205/over-mdv/mdv-onderzoek-2011--praktijk- veelal-heel-tevreden-over-mdv.html. downloaded 13 jan 2015 • Min. EZ, 2013. Nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst, (TK

27858 nr. 146)

• Min. EZ, 2014a. Rijksnatuurvisie 2014, Natuurlijk verder. Ministerie van Economische Zaken. Kamerbrief, kenmerk DGNR-NB / 14054453

• Min. EZ, 2014b. Vijfde actieprogramma en derogatie. Ministerie van Economische Zaken. Kamerbrief, kenmerk DGA-PAV / 14052577

• Min. EZ, 2015. Aanbieding AMvB grondgebonden groei melkvee- houderij. Ministerie van Economische Zaken. Kamerbrief, kenmerk DGAN-PAV / 15044291

• Min. EZ & Min. I&M, 2013. Uitvoeringsagenda Natuurlijk Kapi- taal: behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kamerbrief, kenmerk DGNR-NB / 13091035.

• Min. LNV, 2004. Biodiversiteit in de landbouw (TRC 2004/7758). Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag. • OESO, 2009. OECD Environmental Data Compendium. OESO,

Parijs.

• Oosterbaan, A., A.E.G. Tonneijck & E.A. de Vries, 2006. Kleine landschapselementen als invangers van fijn stof en ammoniak. Alterra-rapport 1419, Wageningen UR.

• Opdam, P.F.M., C.J. Grashof - Bokdam & W.K.R.E. van Winger- den, 2000. Groene dooradering: een ruimtelijk concept voor functiecombinaties in het agrarisch landschap. Landschap 17, 45 – 51.

• PBL, 2008. Ammoniak in Nederland. PBL-publicatienummer 500125003 Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven. • PBL 2010. Verkenning van aanvullende maatregelen in het

kader van de Programmatische Aanpak Stikstof. Een verkenning van de gevolgen voor milieu en economie. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.

• PBL, 2012. Balans van de Leefomgeving. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.

• http://themasites.pbl.nl/balansvandeleefomgeving/2012/ landelijk-gebied/natuurbeleid/biodiversiteit-en-oorzaken-van- verlies-in-europa.

• PBL, 2014a. Beoordeling Programmatische Aanpak Stikstof. De verwachte effecten voor natuur en vergunningverlening PBL- publicatienummer: 425. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.

• PBL, 2014b. Natuurlijk kapitaal: toestand, trends en perspectief. Planbureau voor de Leefomgeving. Den Haag.

• Peet, G.F.V. van der, H,B. van der Veen & H. Docters van Leeuwen, 2014. Monitoring integraal duurzame stallen. Livestock research rapport 781, Wageningen UR.

• Pirhofer-Walzl K., K. Søegaard, H. Høgh-Jensen, J. Eriksen, M.A. Sanderson, J. Rasmussen & J. Rasmussen, 2011. Forage herbs improve mineral composition of grassland herbage. Grass and Forage Science 66, 415-423.

• Polman, N. B. P. & L. H. G. Slangen, 2008. Institutional design of agri-environmental contracts in the European Union: The role of trust and social capital. NJAS - Wageningen Journal of Life Sciences 55, 413-430.

• Postma, J., M. Schilder, J. Bloem, W. van Leeuwen-Haagsma, 2008. Soil suppressiveness and functional diversity of the soil microflora in organic farming systems.Soil Biology and Bioche- mistry 40, 2394-2406.

• Postma-Blaauw, M.B., R.G.M. De Goede, J. Bloem, J.H. Faber & L. Brussaard, 2010. Soil biota community structure and abun- dance under agricultural intensification and extensification. Ecology, 91 (2), pp. 460-473.

• Proeftuin Natura2000 Overijssel, 2015a. Informatieblad verho- gen duurzaamheid veestapel. Versie maart 2015. http:// agriconnect.nl/system/files/documenten/boek/informatieblad_ verhogen_duurzaamheid_veestapel_0315.pdf (Geraadpleegd op 29 juli 2015).

• Proeftuin Natura2000 Overijssel, 2015b. Informatieblad extra weidegang. Versie maart 2015. http://agriconnect.nl/system/ files/documenten/boek/informatieblad_extra_weidegang_0315. pdf (Geraadpleegd op 29 juli 2015).

• Proeftuin Natura2000 Overijssel, 2015c. http://www.proeftuin- natura2000.nl/ en http://agriconnect.nl/thema/verminderen- van-ammoniakemissie (Geraadpleegd op 29 juli 2015).

• Pronk, A., N. Ogink, H.J. Holterman, P. Hofschreuder & I. Vermeij, 2013. Effecten van groenelementen op de luchtkwali- teit: samenvattende rapportage en perspectieven toepassing groenelementen voor het verbeteren van de lokale luchtkwali- teit rondom stallen. Wageningen: Plant Research International. • Radford, J.Q., A.F. Bennett & G.J. Cheers, 2005. Landscape-level

thresholds of habitat cover for woodland-dependent birds. Biolo- gical conservation 124: 317-337.

• Reijs, J. W., M.P.W. Sonneveld, P. Sørensen, R.L.M. Schils, J.C.J. Groot, & E.A. Lantinga, 2007. Effects of different diets on utilization of nitrogen from cattle slurry applied to grassland on a sandy soil in The Netherlands. Agriculture, Ecosystems & Environment, 118(1–4), 65-79. doi: http://dx.doi.

org/10.1016/j.agee.2006.04.013.

• Rijn, P. van, J. Willemse & F.A.N. van Alebeek, 2011. FAB en akkerranden voor natuurlijke plaagbeheersing. PPO Lelystad. • RLI, 2014. Doen en laten. Effectiever milieubeleid door mensen-

kennis. Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Den Haag. • RMO, 2014. De verleiding weerstaan. Grenzen aan beïnvloeding

van gedrag door de overheid. Den Haag: Raad voor Maatschap- pelijke Ontwikkeling.

• Roodbergen, M., 2013. Het jaar van de patrijs: kennisupdate Sovon Rapportnummer 2013/12

• Ruijven, J. van & F. Berendse, 2003. Positive effects op plant diversity on productivity in absence of legumes. Ecology Letters 6 (2003) 3, 170 -175.

• Ruijven, J. van, 2005. Biodiversity losses in grasslands: conse- quences for ecosystem functioning and interactions with above- and below-ground organisms. PhD thesis, Wageningen University.

• Rutgers M., C. Mulder, A.J. Schouten, J. Bloem, J.J. Bogte, A.M. Breure, L. Brussaard, R.G.M. de Goede, J.H. Faber, G.A.J.M. Jagers op Akkerhuis, H. Keidel, G.W. Korthals, F.W. Smeding, C. ten Berg & N. van Eekeren, 2007. Typeringen van bodemeco- systemen in Nederland met tien referenties voor biologische bodemkwaliteit. RIVM rapport 607604008.

• Rutgers, M., A.J. Schouten, J. Bloem, N. van Eekeren, R.G.M. de Goede, G.A.J.M. Jagers op Akkerhuis, A. van der Wal, C. Mulder, L. Brussaard & A.M. Breure, 2009. Biological measurements in a nationwide soil monitoring network. European Journal of Soil Science 60, 820-832.

• Scheele, H., H. van Gurp, H., F. van Alebeek, E. den Belder, R. van den Broek, J. Buurma, J. Elderson, P. Van Rijn, M. Vlaswin- kel & J. Willemse, 2007. Eindrapportage FAB 2005-2007: Functionele Agro Biodiversiteit (FAB). Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.

• SKAL, 2012. Informatieblad biologische veehouderij, www.skal.nl.

• Skalsumer Natuurbeheer, 2015. http://www.beheerweidevogels. nl/berichten/Oogsten-met-wildredder.html (Geraadpleegd 5 januari 2015).

• Smits, M.J.W. & F.A.N. van Alebeek, 2007. Biodiversiteit en kleine landschapselementen in de biologische landbouw: een literatuurstudie. Wageningen : Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, 2007 (WOt-rapport 39).

• Sonneveld, M. P. W., J.J. Schröder, J.A. De Vos, et al., 2008. A whole-farm strategy to reduce environmental impacts of nitrogen. Journal of Environmental Quality 37(1), 186-195. • Sovon, 2013. Vogelbalans 2013. Thema Ganzen. Sovon Vogel-

onderzoek Nederland.

• Steingrover, E.G., W. Geertsema, W.K.R.E. van Wingerden, 2010. Designing agricultural landscapes for natural pest control. Landscape Ecology 25, 825 - 838.

• Tilman, D., D. Wedin & J. Knops, 1996. Productivity and sustai- nability influenced by biodiversity in grassland ecosystems. Nature 379, 718-720.

• Tonitto, C., M.B. David & L.E. Drinkwater, 2006. Replacing bare fallows with cover crops in fertilizer-intensive cropping systems: A meta-analysis of crop yield and N dynamics Agriculture, Ecosystems and Environment 112, 58-72.

• Visser, B., 2008. The Netherlands Second National Report on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture. Country report for the FAO Second State of the World’s Plant Genetic Resources for Food and Agriculture. Ministry of Agriculture, Nature and Food Quality, The Hague.

• Visser, A., M.E.T Vlaswinkel, E. van der Wal, J. Willemse & F.A.N. van Alebeek, 2011. FAB en gewasbescherming - Het belang van goed waarnemen. Lelystad: PPO – AGV.