• No results found

Na het schoonmaken

In document Gebruiks- en montageaanwijzing (pagina 26-30)

^ Plaats alle onderdelen weer in de koelzone.

^ Leg de levensmiddelen in de koelzo-ne.

^ Sluit de toesteldeur.

^ Steek de stekker van het toestel weer in het stopcontact of schakel de des-betreffende zekering in uw

zekeringenkast weer in, en schakel het toestel weer in.

^ Schakel Superfrost in. Zo wordt de vrieszone gauw koud. Het controle-lampje gaat aan.

^ Schuif de vriesladen met de diep-vrieswaar in het toestel. Wacht tot de temperatuur in de vrieszone laag ge-noeg gezakt is.

^ Schakel de functie Superfrost weer uit. Het controlelampje gaat uit.

Schoonmaken

Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er-kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er niet te onderschatten risi-co's voor de gebruiker ontstaan.

Wat gedaan als . . .

. . . het toestel niet koelt?

^ Ga na of het toestel ingeschakeld is.

De temperatuurindicator moet bran-den.

^ Ga na of de stekker van het toestel goed in het stopcontact zit.

^ Controleer of de zekering op uw elek-trische installatie uitgeschakeld is.

Als dit het geval is, doet u een be-roep op de Technische Dienst van Miele.

. . . de toesteldeur niet verschillende keren na elkaar kan worden geo-pend?

Dit is geen storing. Door de zuigende werking kunt u de deur pas na enige tijd zonder extra moeite openen.

. . . de temperatuur in het toestel te koud is?

^ Stel een hogere temperatuur in.

^ De functie Superfrost is nog inge-schakeld. Ze schakelt automatisch uit na 30 tot 65 uur.

. . . de inschakelfrequentie en inschakelduur van de compressor toenemen?

^ Ga na of de luchttoevoeropening on-deraan in de voet van de kast en de luchtafvoeropening bovenaan in de ombouwkast afgesloten of verstopt zijn.

^ De toesteldeur werd vaak geopend of er werden grote hoeveelheden ver-se levensmiddelen ingevroren.

^ Ga na of de toesteldeur goed sluit.

. . . de compressor constant werkt?

Om energie te besparen schakelt de compressor bij een gering

koudeverbruik op een laag toerental over. Daardoor wordt de werkingstijd van de compressor verlengd.

. . . de levensmiddelen vastgevroren zijn?

Maak de levensmiddelen los met een stomp voorwerp, bijv. een lepelsteel.

. . . het waarschuwingssignaal weer-klinkt en de temperatuurindicator knippert?

^ Staat de toesteldeur reeds langer dan 60 seconden open?

Als dit niet het geval is, is de vrieszone afhankelijk van de ingestelde tempera-tuur te warm, omdat

^ de toesteldeur vaak werd geopend of grote hoeveelheden verse levensmid-delen werden ingevroren.

Wat gedaan als . . . ?

^ de ventilatieroosters afgedekt waren.

^ er zich een lange stroomonderbre-king heeft voorgedaan.

Als de storingen verholpen zijn, brandt de temperatuurindicator constant en wordt het waarschuwingssignaal uitge-schakeld.

. . . in de temperatuurindicator een streepje brandt/knippert?

Controleer de temperatuurindicator ca.

6 uur na het inschakelen van het toe-stel. Er wordt slechts een temperatuur aangegeven als de temperatuur in het toestel binnen het weergeefbare bereik ligt.

. . . op de temperatuurindicator "F0"

tot "F9" verschijnt?

Er zit een storing in het toestel. Doe een beroep op de Technische Dienst van Miele.

. . . op de temperatuurindicator "nA"

verschijnt?

De temperatuur is de voorbije dagen of uren wegens een stroomonderbreking te hoog gestegen.

^ Druk op de uitschakeltoets voor het waarschuwingssignaal, zolang "nA"

verlicht is.

Op de temperatuurindicator wordt de hoogste temperatuur weergegeven die tijdens de stroomonderbreking in de vrieszone werd bereikt.

Afhankelijk van de temperatuur con-troleert u of de levensmiddelen gedeel-telijk of volledig ontdooid zijn. Als dit het geval is, verwerkt u de levensmid-delen (koken of braden) voor u ze weer invriest.

De warmste temperatuur wordt gedu-rende ca. 1 minuut weergegeven. Daar-na verschijnt weer de effectieve tempe-ratuur in de vrieszone.

Wanneer de stroomonderbreking voor-bij is, werkt het toestel met de laatst ge-kozen temperatuurinstelling verder.

. . . het Superfrost-controlelampje niet brandt, maar de compressor draait?

Het controlelampje is defect. Doe een beroep op de Technische Dienst van Miele.

. . . u het toestel niet kunt uitscha-kelen?

De vergrendeling is ingeschakeld.

Wat gedaan als . . . ?

. . . er op het paneel van het NoFrost-systeem ijs wordt gevormd?

Dit is geen storing.

Er is condensvorming opgetreden en deze condens is bevroren geraakt. Dit kan de volgende oorzaken hebben:

^ De toesteldeur is vaak en/of geduren-de lange tijd geopend.

^ Grote hoeveelheden verse levens-middelen zijn ingevroren.

^ De luchtvochtigheid van de kamer-lucht is gestegen.

Open in dit geval de toesteldeur zo wei-nig mogelijk. De ijslaag wordt automa-tisch ontdooid door het

NoFrost-systeem en is na enkele dagen verdwenen.

Als u de storing niet kunt verhelpen aan de hand van deze aanwijzingen, dient u een beroep te doen op de Technische Dienst van Miele.

Om het koudeverlies zo beperkt gelijk te houden, opent u indien mo-gelijk de deur van het toestel niet tot de storing verholpen is.

Wat gedaan als . . . ?

Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?

Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har-der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.

Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door de buisjes vloeit.

Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit-schakelt.

Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen-ruimte van het toestel.

Krak.... Wanneer het materiaal in uw toestel uitzet kan men gekraak ho-ren.

Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!

Geluid waaraan u vlot kan verhelpen

Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?

Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.

Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe-stel.

Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.

Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit-neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.

Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci-piënten wat uit elkaar.

De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe-stel: Neem de snoerhouder weg.

In document Gebruiks- en montageaanwijzing (pagina 26-30)

GERELATEERDE DOCUMENTEN